PEUGEOT 408 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2023, Model line: 408, Model: PEUGEOT 408 2023Pages: 244, PDF Size: 7.25 MB
Page 151 of 244

Peugeot & TotalEnergies,
een samenwerking in het teken van
prestaties!
TotalEnergies en Peugeot werken al ruim 25 jaar samen en hebben de
grenzen van prestaties in sportwedstrijden met historische
overwinningen in enduranceraces of rally’s verlegd. Vandaag zetten de
twee merken hun gezamenlijke avontuur in de motorsport voort met
deelname aan de 24 uur van Le Mans en de FIA World Endurance
Championship in de categorie Hybrid Hypercar. Talloze uitdagingen
waarvoor Peugeot uitsluitend de high-tech Quartz-smeermiddelen
aanbeveelt om de motoren gedurende de levensduur te smeren.
TotalEnergies voorziet Peugeot-voertuigen daarom van Quartz-
smeermiddelen, van de eerste keer vullen in de fabriek tot in de
goedgekeurde werkplaatsen van de dealernetwerken, zodat ze elke dag
weer optimaal werken. Peugeot & TotalEnergies: offi ciële partners in
prestaties!
Houd uw motor langer jong!
Quartz Ineo Xtra First 0W-20 is een zeer hoogwaardig smeermiddel
dat het resultaat is van de samenwerking tussen de R&D-teams van
Peugeot en TotalEnergies. De innovatieve technologie verlengt de
levensduur van uw motor, terwijl uw brandstofverbruik en dus de CO
2-
emissies aanzienlijk dalen. Het product is nu verkrijgbaar in een nieuwe
verpakking* die van 50% gerecycled materiaal is gemaakt en 100%
recyclebaar is.
* 1 l & 5 l geproduceerd in Europa
Page 152 of 244

150
Praktische informatie
Compatibiliteit van
brandstoffen
Benzine die voldoet aan de norm EN228 met
respectievelijk tot 5% en 10% ethanol.
Alleen benzineadditieven die voldoen aan de norm B715001 zijn toegestaan.
Reizen naar het buitenland
Bepaalde brandstoffen kunnen de motor van uw
auto beschadigen.
In bepaalde landen kan het nodig zijn een
specifieke brandstofsoort te gebruiken (specifiek
octaangetal, specifieke commerciële benaming
enz.) om de goede werking van de motor te
garanderen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
dealer.
Tanken
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 52 liter
(Benzine) of 40 liter (Plug-in hybride).
Reservevolume: ongeveer 6 liter.
Laag brandstofniveau
Als de brandstoftank bijna leeg is, gaat dit waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden, in combinatie met een
melding en een geluidssignaal. Als het lampje gaat
branden, bevat de tank nog ongeveer 6 liter
brandstof.
Zolang er niet voldoende brandstof is bijgetankt,
wordt dit waarschuwingslampje telkens
weergegeven wanneer het contact wordt
ingeschakeld, samen met een melding en een
geluidssignaal. Onder het rijden worden deze
melding en het geluidssignaal steeds vaker herhaald
terwijl het brandstofniveau naar 0 gaat.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Een pijltje bij het waarschuwingslampje geeft aan aan welke zijde de
brandstofvulklep zich bevindt.
Stop & Start Tank nooit als de motor in de STOP-stand
staat. Zet in dat geval altijd het contact af.
Tanken
Er moet minimaal 10 liter brandstof wordt getankt,
anders wordt dit niet op de brandstofniveaumeter
weergegeven.
Bij het openen van de brandstofvulklep kan een
aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit is
volkomen normaal en wordt veroorzaakt door de
onderdruk die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit.
Veilig tanken:
►
Zet altijd de motor uit.
► Open de vulklep, druk langer dan 2 seconden op
de toets voor het openen van de klep of druk met de
auto ontgrendeld op de achterzijde van de vulklep
(afhankelijk van de uitvoering).
Plug-in hybrideauto's Als u op de toets op het dashboard drukt,
kan het enkele minuten duren voordat de vulklep
wordt geopend. Er klinkt een geluid wanneer de
vulklep opent.
Als de klep vastzit, houd de toets op het
dashboard dan langer dan 3 seconden ingedrukt.
►
Kies de juiste brandstof bij het tankstation (deze
staat vermeld op de sticker aan de binnenzijde van
de brandstofvulklep van de auto).
► Draai de vuldop linksom, verwijder deze en
plaats deze in de houder op de vulklep (afhankelijk
van de uitvoering).
Page 153 of 244

151
Praktische informatie
7► Steek het vulpistool tot de aanslag in de
vulopening voordat u het vulpistool inknijpt (om
spatten te voorkomen).
►
V
ul de brandstoftank.
Vul niet meer bij nadat het vulpistool drie keer
is afgeslagen, anders kunnen er storingen
optreden.
►
Plaats de vuldop terug en draai deze rechtsom
(afhankelijk van de uitvoering).
►
Druk de brandstofvulklep dicht.
Uw auto is voorzien van een katalysator die de
hoeveelheid schadelijke stoffen in de uitlaatgassen
vermindert.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije
benzine worden gebruikt.
Door de smallere vulpijp kan er alleen loodvrije
benzine worden getankt.
Als u per ongeluk verkeerde brandstof voor de auto tankt, moet de
brandstoftank eerst worden afgetapt en weer
worden gevuld met de correcte brandstof
voordat de motor kan worden gestart.
Plug-in hybridesysteem
Elektrisch systeem
Het elektrische circuit van het plug-in
hybridesysteem is te herkennen aan de oranje
kabels. De componenten ervan zijn gemarkeerd met
het volgende symbool:
De aandrijflijn van het plug-in hybridesysteem gebruikt een spanning van
240 tot 400
V. Het systeem kan heet zijn als het
contact is aangezet en vlak nadat het is
uitgeschakeld.
Neem de waarschuwingsmeldingen op de labels,
vooral op de klep in de laadaansluiting, in acht.
Spanning van een hoogspanningssysteem is gevaarlijk en kan brandwonden of ander
letsel en zelfs een dodelijke elektrische schok
veroorzaken.
Schade aan hoogspanningscomponenten is
niet zichtbaar en daarom raadt PEUGEOT het
volgende aan:
–
Raak de componenten niet aan, beschadigd
en onbeschadigd, en zorg dat sieraden of andere
metalen voorwerpen niet in aanraking komen met
deze componenten.
–
W
erk nooit aan de oranje
hoogspanningskabels of aan andere
hoogspanningscomponenten die zijn gemarkeerd
met het label Elektrische risico. Werkzaamheden
aan het hoogspanningssysteem moeten worden
uitgevoerd door gekwalificeerde personen in
gekwalificeerde werkplaatsen, die toestemming
hebben om deze werkzaamheden uit te voeren.
– De oranje hoogspanningskabels mogen nooit
worden beschadigd, aangepast of verwijderd, of
losgekoppeld van het hoogspanningsnetwerk.
–
De
klep van de tractiebatterij mag nooit worden
geopend, aangepast of verwijderd.
–
W
erk nooit met snij- of vormgereedschap,
of warmtebronnen in de buurt van
hoogspanningscomponenten en -kabels.
Wanneer het vloeistofniveau in het koelreservoir
laag is, mag het alleen worden bijgevuld in een
gekwalificeerde werkplaats door opgeleide
mensen, waarbij moet worden gecontroleerd of
de tractiebatterij niet lekt.
Werkzaamheden aan het hoogspanningssysteem
moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerde
personen in gekwalificeerde werkplaatsen, die
toestemming hebben om deze werkzaamheden
uit te voeren.
Schade aan de auto of de tractiebatterij kan
leiden tot lekkage van giftige gassen of vloeistof,
direct of later. PEUGEOT raadt het volgende aan:
–
Bij een incident moet u altijd bij de brandweer
en nooddiensten melden dat de auto is voorzien
van een tractiebatterij.
–
Raak vloeistoffen die uit de tractiebatterij
lekken nooit aan.
–
Adem gassen die uit de tractiebatterij komen
niet in, want deze zijn giftig.
–
Blijf niet in de buurt van de auto staan bij
een incident of ongeval, want de gassen die
vrijkomen zijn ontvlambaar en kunnen brand
veroorzaken.
Page 154 of 244

152
Praktische informatie
Dit label mag alleen door de brandweer en onderhoudsdiensten worden gebruikt bij
werkzaamheden aan de auto.
Andere personen mogen het apparaat op dit
label niet aanraken.
Bij een aanrijding of beschadiging aan de onderzijde van de auto
In deze gevallen kan het elektrische circuit of de
tractiebatterij ernstig beschadigd raken.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats en zet het contact af.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Bij het wassen van de auto Controleer voordat u de auto gaat wassen
altijd of de laadklep goed is gesloten.
Was de auto niet tijdens het opladen van de
tractiebatterij.
Wassen met hogedrukspuit Het is nadrukkelijk verboden om met een
hogedrukreiniger de motorruimte of de onderzijde
van de carrosserie te reinigen, omdat er anders
schade aan elektrische componenten kan
ontstaan.
Gebruik een druk van maximaal 80 bar wanneer
u de carrosserie wast.
Zorg dat er geen water of stof in de laadaansluiting of laadstekker komt - kans
op elektrocutie of brand!
U mag de laadstekker of -kabel nooit met natte
handen aansluiten of loskoppelen - kans op
elektrocutie!
Tractiebatterij
In de Li-ion-tractiebatterij (lithiumion) wordt de
elektrische energie voor het aandrijven van de auto
opgeslagen.
Deze bevindt zich in de bagageruimte.
De actieradius van de tractiebatterij is afhankelijk
van de rijstijl, de route, het gebruik van de
verwarmings- en airconditioningssystemen, en
de veroudering van de componenten van de
tractiebatterij.
De veroudering van de tractiebatterij is afhankelijk van diverse factoren, zoals de
klimaatomstandigheden en de afgelegde afstand.
PEUGEOT raadt het volgende aan om de actieradius van uw auto en de
duurzaamheid van de tractiebatterij te
handhaven:
–
Laad de tractiebatterij van uw elektrische auto
niet elke dag volledig op (laad de tractiebatterij zo
vaak mogelijk tot maximaal 80% op).
– Laat de batterij nooit helemaal leeglopen.
– Zet de auto niet weg als de auto langere tijd
niet zal worden gebruikt (langer dan 12 uur)
terwijl het laadniveau van de tractiebatterij laag
of hoog is. Een goed laadniveau ligt tussen 20
en 40%.
–
Laad de auto niet te vaak door snelladen op.
–
Zorg dat de auto niet langer dan 24 uur wordt
blootgesteld aan temperaturen lager dan -30 °C
en hoger dan +60 °C.
–
Laad de auto niet op bij temperaturen onder
nul (behalve als de auto langer dan 20
minuten
heeft gereden) of hoger dan +30 °C.
–
Gebruik de tractiebatterij van de auto niet om
energie te genereren.
–
Gebruik geen generator om de tractiebatterij
van de auto op te laden.
Bij schade aan de tractiebatterij Het is ten strengste verboden om zelf
werkzaamheden aan de auto uit te voeren.
Als er vloeistof uit de batterij komt, raak deze
dan nooit aan. Als dit toch gebeurt, spoel de huid
dan grondig af met water en raadpleeg zo snel
mogelijk een arts.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats om het systeem
te laten controleren.
Oververhitting van de tractiebatterij
Als de volgende waarschuwingslampjes gaan
Page 155 of 244

153
Praktische informatie
7branden, samen met een melding en een
geluidssignaal, is het volgende vereist:
►
Zet de auto zo snel mogelijk stil onder veilige
omstandigheden.
►
Zet het contact af.
►
Stap zo snel mogelijk uit de auto en ga op veilige
afstand staan.
►
Bel de brandweer en/of nooddiensten en vertel
hen dat de auto een elektrische auto is.
Gevaar van overlijden / Risico van ernstig letsel
Er kan een kettingreactie ontstaan als een
tractiebatterij ontvlamt.
De tractiebatterij afdanken
De tractiebatterij gaat gedurende de levensduur van
de auto mee als de aanbevelingen van PEUGEOT
worden gevolgd.
Wanneer de batterij moet worden vervangen, neem
contact op met de PEUGEOT-dealer voor informatie
over het afdanken ervan. Wanneer de batterij op de
verkeerde manier wordt afgedankt, bestaat de kans
van ernstige brandwonden, elektrische schokken en
schade aan het milieu.
In overeenstemming met de voorschriften zorgt
PEUGEOT ervoor dat deze component een tweede
leven krijgt of wordt gerecycled, in samenwerking
met gekwalificeerde bedrijven.
Klep van de laadaansluiting
De klep van de laadaansluiting bevindt zich aan de
zijkant linksachter van de auto.
1. Toets voor inschakelen van geprogrammeerd
laden
2. Controlelampje ter bevestiging dat de
laadstekker in de laadaansluiting is vergrendeld.
Permanent rood: laadstekker goed geplaatst en
vergrendeld.
Knipperend rood: laadstekker niet goed geplaatst
of vergrendelen niet mogelijk.
3. Laadaansluiting
4. Lichtgeleiders
Status van de
lichtgeleiders Betekenis
Wit, permanent Verlichting wanneer de klep wordt geopend
Blauw,
permanent Geprogrammeerd laden
Groen,
knipperend Laden bezig
Groen,
permanent Laden voltooid
Rood,
permanent Storing
Bij een schok (zelfs een lichte schok) tegen
de klep van de laadaansluiting mag deze
niet meer worden gebruikt.
U mag de laadaansluiting niet demonteren of
aanpassen; elektrocutie- en/of brandgevaar!
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Laadkabels, aansluitingen en
laders
De tractiebatterij kan met verschillende soorten
kabels worden opgeladen.
De bij de auto meegeleverde laadkabel is geschikt
voor gebruik met de elektrische installaties van het
land waar de auto is verkocht. Wanneer u naar het
buitenland reist, raadpleeg dan de volgende tabellen
Page 156 of 244

154
Praktische informatie
om te controleren of de laadkabel ook met lokale
elektrische installaties kan worden gebruikt.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om de juiste laadkabel(s)
te verkrijgen.
Identificatielabels op laadaansluitingen
/ stekkers
Er zijn identificatielabels op de auto, laadkabel en
lader aangebracht, om de gebruiker te informeren
over welk apparaat moet worden gebruikt.
De identificatielabels geven het volgende aan:
Identificatielabel LocatieConfiguratieVoedingstype / spanningsbereik
C
Laadaansluiting (zijde auto) TYPE 2AC
< 480 Vrms
C
Laadstekker (zijde lader) TYPE 2AC
< 480 Vrms
Page 157 of 244

155
Praktische informatie
7Verschillende laadtypes
Type kabelCompatibiliteitSpecificaties
Laadkabel type 2 met geïntegreerde regeleenheid
Identificatielabel (C ) op de laadaansluiting (zijde auto). Standaard stopcontact (afhankelijk van het land).
Laden beperkt tot maximaal 10 A.
Stopcontact van het type "Green'Up".
Laden beperkt tot maximaal 16 A.
Laadkabel type 3
Identificatielabels (C ) op de laadaansluiting (zijde auto)
en op de stekker (zijde lader). Aansluiting voor snellader.
Laden beperkt tot maximaal 32 A.
W
allbox-snellader.
Page 158 of 244

156
Praktische informatie
De geschatte laadtijd wordt op het instrumentenpaneel aangegeven als de
auto is aangesloten. Deze tijd is afhankelijk van
diverse factoren, zoals de buitentemperatuur of
kwaliteit van het stroomnet.
Als de buitentemperatuur lager dan -10 °C is,
is het raadzaam om de auto zo snel mogelijk
aan te sluiten, omdat de laadtijd aanzienlijk kan
toenemen. De tractiebatterij kan mogelijk niet
volledig opladen.
Kabel voor opladen via een normaal stopcontact (type 2)
Het is belangrijk dat de kabel niet beschadigd is
en intact blijft.
Een beschadigde kabel mag u niet meer
gebruiken. Neem in dat geval contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om de kabel te laten vervangen.
Snellader (type 3) U mag de snellader niet demonteren of
aanpassen; elektrocutie- en/of brandgevaar!
Zie de gebruikersinstructies van de snellader
voor het gebruik ervan.
Regeleenheid (mode 2)
POWER Groen: elektrische verbinding tot stand
gebracht; het laden kan beginnen.
CHARGE Knippert groen: bezig met laden of
voorverwarming geactiveerd.
Brandt permanent groen: laden voltooid.
FAULT Rood: storing; laden niet toegestaan of
moet onmiddellijk worden gestopt. Controleer of
alle aansluitingen in orde zijn en of de elektrische
installatie niet defect is.
Als het controlelampje niet uit gaat, neem dan
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u de laadkabel in een normaal stopcontact
steekt, gaan alle controlelampjes kort branden.
Als er geen controlelampjes gaan branden,
controleer dan de zekering van het normale
stopcontact: –
Als de zekering is gesprongen, neem dan contact
op met een elektricien om te controleren of uw
elektrische systeem geschikt is en om eventuele
reparaties uit te voeren.
–
Als de zekering niet is gesprongen, gebruik de
laadkabel dan niet meer en neem contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Label regeleenheid - Aanbevelingen
Lees voor gebruik het instructieboekje.
1.Bij verkeerd gebruik van deze laadkabel
kunnen er brand, schade aan eigendommen
en ernstig of dodelijk letsel door elektrocutie
ontstaan!
2. Gebruik altijd een goed geaard stopcontact,
beschermd door een aardlekschakelaar van
30 mA.
3. Gebruik altijd een stopcontact met zekering,
geschikt voor de stroomsterkte van het
elektrische circuit.
4. Het gewicht van de regeleenheid mag niet
door het stopcontact, de stekker en de kabels
worden gedragen.
5. Gebruik deze laadkabel nooit als hij defect of
beschadigd is.
Page 159 of 244

157
Praktische informatie
76.Probeer deze laadkabel nooit te repareren of
te openen. Deze kabel heeft geen onderdelen
die kunnen worden gerepareerd - vervang de
laadkabel als deze beschadigd is.
7. Dompel deze laadkabel nooit onder in water.
8. Gebruik deze laadkabel nooit met een
verlengsnoer, een multistekker, een
omvormeradapter of een beschadigd
stopcontact.
9. Stop het laden niet door de stekker uit het
stopcontact te trekken. 10.
Als de laadkabel of het stopcontact zeer heet
aanvoelen, moet u onmiddellijk stoppen met
laden door de auto met de afstandsbediening te
vergrendelen en daarna te ontgrendelen.
11 . Deze laadkabel bevat onderdelen die
elektrische bogen of vonken kunnen
veroorzaken. Stel deze kabel niet bloot aan
ontvlambare dampen.
12. Gebruik deze laadkabel alleen bij auto's van het
merk PEUGEOT.
13. U mag de stekker nooit met natte handen in het
stopcontact steken of eruit halen.
14. Forceer de stekker niet als deze op de
aansluiting van de auto is vergrendeld.Label regeleenheid - Status van
controlelampjes
Status van
controlelampje
Uit
Aan
Knippert
POWER CHARGE FAULT PictogramBeschrijving
Niet aangesloten op de voedingsbron of het stroomnet
levert geen stroom.
(groen)
(groen)
(rood)
De regeleenheid voert momenteel een zelftest uit.
(groen)
Alleen aangesloten op het stroomnet of op het
stroomnet en de elektrische auto (EV), maar er wordt
niet opgeladen.
(groen)
(groen)
Aangesloten op de voedingsbron en op de elektrische
auto (EV)
De elektrische auto wordt opgeladen of is bezig met
de voorverwarming/-koeling van het interieur.
Page 160 of 244

158
Praktische informatie
POWERCHARGE FAULT PictogramBeschrijving
(groen)
(groen)
Aangesloten op de voedingsbron en op de elektrische
auto (EV)
De elektrische auto wacht op opladen of de elektrische
auto is opgeladen.
(rood)
Storing in de regeleenheid. Laden niet toegestaan.
Als het storingslampje weer gaat branden na een
handmatige reset, dan moet de regeleenheid worden
gecontroleerd door een PEUGEOT-dealer voordat de
auto weer wordt opgeladen.
(groen)
(groen)
(rood)
De regeleenheid staat in de diagnosestand.
Procedure voor handmatige reset
De regeleenheid kan worden gereset door de laadstekker en de stekker in \
het stopcontact tegelijkertijd los te koppelen.
Sluit daarna eerst het stopcontact weer aan. Zie de handleiding voor mee\
r informatie.
De tractiebatterij opladen
( plug-in hybride)
Werkingsprincipe
Wanneer u de tractiebatterij volledig wilt opladen,
moet u de laadprocedure zonder onderbrekingen
volgen totdat de procedure automatisch wordt
beëindigd. Het laden kan direct beginnen
(standaard) of op een geprogrammeerd tijdstip.
Het geprogrammeerd laden kan via het
touchscreen of de MYPEUGEOT APP-app
worden ingesteld.
Als de auto is aangesloten, wordt de volgende
informatie weergegeven op het instrumentenpaneel:
–
Laadtoestand tractiebatterij (%).
–
Resterende actieradius (km of mijl).
–
Geschatte laadtijd (het berekenen kan enkele
seconden duren).
–
Laadsnelheid (toegevoegde actieradius per uur in
mijl of km).Nadat het instrumentenpaneel in stand-by is
gegaan, kan deze informatie opnieuw worden
weergegeven door de auto te ontgrendelen of een
portier te openen.
U kunt de voortgang van het laden ook in de gaten houden met de MYPEUGEOT
APP-app.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de op afstand bedienbare
aanvullende functies.