dashboard PEUGEOT 5008 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2014Pages: 404, PDF Size: 43.75 MB
Page 12 of 404

In één oogopslag
10
Cockpit
1.
Contact-/stuurslot.
2.
Stuurkolomschakelaar audio- en
telematicasysteem.
3.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
4.
Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters.
5.
Head-up display.
6.
Multifunctioneel display.
7.
Uitschakelen passagiersairbag.
8.
Verstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster.
9.
Dashboardkastje - Aansluitingen audio/
video.
10.
Middenconsole.
11.
12V- aansluiting.
12 .
Bedieningspaneel verwarming/
airconditioning.
13.
Audio- en telematicasysteem.
14 .
Tu i m e l s c h a k e l a a r s .
Page 29 of 404

1
Controle tijdens het rijden
27
Instrumentenpanelen
De klokken en verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel geven informatie over de werking van de auto.
Klokken
1.
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan
(x 1000 t /min).
2.
Koelvloeistof temperatuurmeter.
Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan
(°Celsius).
3.
Brandstofniveaumeter.
Geeft de resterende hoeveelheid brandstof
in de tank aan.
4.
Snelheidsmeter.
Geeft de wagensnelheid aan (km/h of
mph).
5.
Display.
6.
Knop nulstelling of het opnieuw
weergeven van de onderhoudsindicator.
Knop voor de nulstelling van de
geselecteerde functie (dagteller of
onderhoudsindicator) of het opnieuw
weergeven van de onderhoudsindicator.
7.
Dimmer dashboardverlichting.
Knop voor de instelling van de lichtsterkte
van de dashboardverlichting, bij
ingeschakelde verlichting.
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking en de weergave van een
bepaalde functie de desbetreffende
rubriek.
Page 35 of 404

1
Controle tijdens het rijden
33
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " OFF
".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de
"rug in de rijrichting" plaatsen. Zet de schakelaar in de stand " ON
" om de frontairbag
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
Page 45 of 404

1
Controle tijdens het rijden
43
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale
kilometerstand van de auto aan.
Dimmer
dashboardverlichting
U kunt de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel handmatig aanpassen aan
het licht van de omgeving. De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Dagteller
De dagteller geeft het aantal gereden
kilometers weer nadat de bestuurder de teller
op 0 heeft gezet.
)
Druk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0 staat.
Inactief
De dashboardverlichting kan niet worden
ingesteld als de verlichting van de auto is
uitgeschakeld of, bij auto's met verlichting
overdag, in de dagstand staat.
Actief
Als de verlichting van de auto is ingeschakeld:
) druk op de knop om de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel te variëren,
) als de verlichting de zwakste stand heeft
bereikt, laat de knop dan los en druk hem
opnieuw in om de verlichting weer feller te
maken,
of
) als de verlichting de sterkste stand heeft
bereikt, laat de knop dan los en druk hem
opnieuw in om de verlichting weer zwakker
te maken,
) laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Verander om aan de plaatselijke
regelgeving te kunnen voldoen de eenheid
van de afstand (km of mijl) zodat deze
overeenkomt met de eenheid die wordt
gebruikt in het land waar u zich bevindt. Dit
kunt u doen via het configuratiemenu.
Als de lichten branden, kan de
verlichting niet worden gedoofd, maar
kunt u deze tot de zwakste stand
instellen.
Page 61 of 404

3
Comfort
59
Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor de
ozonlaag.
Gebruiksadviezen voor de ver warming, ventilatie en
airconditioning
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
)
Als de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan,
kunt u het passagierscompartiment kort ventileren.
Zet de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieurlucht goed ver verst wordt.
)
Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en
overige uitstroomopeningen en de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.
)
Kies onder normale omstandigheden altijd voor de toevoer van buitenlucht; bij langdurig
gebruik van de luchtrecirculatie in het interieur kunnen de voorruit en de zijruiten
beslaan.
)
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
)
Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in
per fecte staat te houden.
)
Controleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
ver vangen (zie het hoofdstuk "Controles").
Wij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het speciale toegevoegde
actieve filter draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
)
Als de airconditioning werkt, gebruikt deze een klein deel van het motorvermogen. Dit
heeft een hoger brandstofverbruik tot gevolg.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling
bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld
voor een optimale trekkracht van de motor.
Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water
onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
)
Laat de airconditioning regelmatig controleren om het systeem in per fecte staat te houden.
)
Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Regeling ventilatie
achter
Draai, na het indrukken van de toets "REAR",
aan de draaiknop voor de zijventilatieroosters
achter om de luchthoeveelheid te verhogen of
te verlagen.
Let erop dat de zijventilatieroosters en de
uitstroomopeningen in de vloer niet afgedekt
worden.
De luchttoevoer kan worden gestopt door de
ventilatieroosters te sluiten en de draaiknop op
0 te zetten.
Page 119 of 404

6
Indelingen
117
Indeling interieur
1.
Zonneklep
2.
Handgreep met kledinghaak
3.
Opbergvakje
4.
Opbergruimte onder het stuur
5.
Opbergvak
6.
Verlicht dashboardkastje
7.
Por tier vakken
8.
12V-aansluiting vóór (120 W)
9.
Opbergvak
10. Peugeot Connect USB
11.
Bekerhouder
12 .
12V-aansluiting achter (120 W)