stop start PEUGEOT 5008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2018Pages: 364, PDF Size: 13.09 MB
Page 5 of 364

3
.
bit.ly/helpPSA
.
Rijadviezen 155
Starten/afzetten van de motor met de sleutel 1 56
Starten/afzetten van de motor met
Keyless entry and start
1
58
Elektrische parkeerrem
1
61
Handgeschakelde versnellingsbak
1
64
Automatische transmissie
1
65
Hill Start Assist
1
69
Driver Sport Pack
1
70
Schakelindicator
170
Stop & Start
1
71
Bandenspanningscontrolesysteem
174
Snelheden opslaan
1
75
Snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviesfunctie
1
76
Snelheidsbegrenzer
179
Snelheidsregelaar
181
Adaptieve snelheidsregelaar
1
84
Distance Alert en Active Safety Brake
1
92
Signalering onoplettendheid
1
96
Lane Departure Warning System
1
98
Active Lane Departure Warning System
1
98
Dodehoekbewakingssysteem
2
03
Parkeerhulp
205
Visiopark 1
– Visiopark 2
2
07
Park Assist
2
12Ta n k e n 2
2 0
Tankbeveiliging (diesel) 2 21
Compatibiliteit van brandstoffen
2
22
Trekhaak
2
23
Trekhaak met afneembare kogel
2
24
Eco-mode
227
Sneeuwschermen
228
Sneeuwkettingen
228
Allesdragers monteren
2
29
Motorkap
230
Onder de motorkap
2
31
Niveaus controleren
2
32
Controles
235
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 2 37
Gevarendriehoek
2
40
Brandstoftank leeg (diesel)
2
40
Boordgereedschap
241
Bandenreparatieset
2
43
Reservewiel
246
Een lamp vervangen
2
52
Ruitenwisserbladen vervangen
2
57
Een zekering vervangen
2
57
12V- ac c u
2
62
Slepen van de auto
2
65Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
26
7
Benzinemotoren
2
68
Dieselmotoren
269
Afmetingen
2
72
Identificatie 273
RijdenPraktische informatie Technische gegevens
Index
In geval van pech Audio en telematica
PEUGEOT Connect Nav
PEUGEOT Connect Radio
Bluetooth-audiosysteem
Toegang tot aanvullende video's
.
Inhoudsopgave
Page 6 of 364

4
Cockpit
1.Bediening schuifdak en zonnescherm
2. Interieurverlichting vóór/kaartleeslampjes
3. Pictogrammendisplay veiligheidsgordels en
airbag vóór aan passagierszijde
Toetsen noodoproep en pechhulpoproep
4. Binnenspiegel
5. Digitaal head-up instrumentenpaneel
6. Claxon
Bestuurdersairbag
7. Bedieningspaneel buitenspiegels en
elektrisch bedienbare ruiten
8. Monochroom display bij audiosysteem
Bluetooth
of
Touchscreen bij PEUGEOT Connect Radio of
PEUGEOT Connect Nav
9. Alarmknipperlichten
10. Bediening airconditioning
11. 12V-aansluiting/USB-aansluiting
Draadloze lader
12 . Advanced Grip Control
Hill Assist Descent Control
13. Contactslot
of
"START/STOP"-knop
14 . Versnellingsbakbediening
Toets "Sport"
15. Elektrische parkeerrem
16. Airbag vóór aan passagierszijde
17. Dashboardkastje
Uitschakelen airbag aan passagierszijde
Overzicht
Page 7 of 364

5
Stuurkolomschakelaars
1.Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3. Bediening audiosysteeminstellingen
4. Rolknop voor het selecteren van de
weergavemodus van het instrumentenpaneel
5. Bediening spraaksynthese
Volumeregeling
6. Bediening snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar/snelheidsregelaar met
stopfunctie
Rij schakelaars aan de zijkant
1.Knop hoogteverstelling koplampen
2. Controlelampje programmeerbare verwarming
3. Handsfree openen/sluiten achterklep
4. Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
5. Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
6. Voorruitverwarming
7. Elektrische kinderbeveiliging
Centraal geplaatst schakelaarpaneel
1.Schakelaar alarmknipperlichten
2. Bediening Bluetooth-audiosysteem
of
Bediening touchscreen bij PEUGEOT Connect
Radio of PEUGEOT Connect Nav
i-Cockpit Amplify-functie
3. Bediening handbediende airconditioning
of
Bediening semi-automatische of
volautomatische airconditioning
4. Schakelaar achterruitverwarming
5. Schakelaar centrale vergrendeling
6. Schakelaars stoelverwarming
.
Overzicht
Page 25 of 364

23
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor Permanent.
Bij het aanzetten van het contact
bij uitvoeringen met contactslot of
een verzoek om de motor te starten
door het indrukken van de "S TA R T/
STOP "-knop, is de temperatuur van
de motor zo laag dat voorgloeien
noodzakelijk is. De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden (tot
ongeveer 30
seconden bij koud winterweer).
Wacht bij uitvoeringen met een contactslot met starten tot
het lampje uitgaat.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem wordt
wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk gestart, op
voor waarde dat het rempedaal ingetrapt blijft bij auto's met
automatische transmissie.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem wordt
wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk gestart,
op voor waarde dat het koppelingspedaal ingetrapt blijft bij
auto's met handgeschakelde versnellingsbak.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet
het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw tot het
lampje uitgaat voordat u
de motor start.
Stop & Star t Permanent, in combinatie
met de weergave van een
melding. Het Stop & Start-systeem is
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt de
motor niet meer afgezet.
Schakel de functie weer in door nogmaals op de toets te
drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over het Stop & Star t
-systeem.
Mistachterlicht Permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld met de ring op de
lichtschakelaar. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit te
schakelen.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 364

24
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Groene verklikkerlampjes Hill Assist Descent
Control Permanent.
De functie is geactiveerd, maar de werking is
onderbroken omdat de snelheid te hoog is.
Tussen 30 en 50 km/h wordt het systeem gedeactiveerd.
V erminder de snelheid van uw auto.
Permanent. De functie is geactiveerd, maar er wordt niet
voldaan aan alle voor waarden voor de regeling
(hellingspercentage, ingeschakelde versnelling).
Knippert. Het systeem regelt de snelheid van de auto. De auto wordt afgeremd; de remlichten gaan branden
tijdens de afdaling.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie Hill Assist Descent Control .
Stop & Star t Permanent.Het Stop & Start-systeem heeft de motor in de
STOP-stand gezet (verkeerslicht, stopbord,
opstopping enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u
wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de START-stand
gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t
-systeem.
Dodehoekbewakings-
systeem Permanent.De functie is geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het dodehoekbewakingssysteem.
Park Assist Permanent.De functie is geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Park Assist.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar beneden
bewogen.
De automatische stand van de ruitenwissers
vóór is geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel nogmaals
omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Instrumentenpaneel
Page 34 of 364

32
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau"
wordt weergegeven, duidt dit op een storing in de
motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde
w
erkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt
het motoroliepeil niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het
motoroliepeil controleren met de peilstok in de
motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus .
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
-
zone A, is de temperatuur in orde,
-
i
n zone B : de temperatuur is te hoog; dit lampje
en het centrale waarschuwingslampje STOP
gaan branden op het instrumentenpaneel,
in combinatie met een melding en een
geluidssignaal.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u
de motor afzet.
Open nadat u
het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus
.
AdBlue®-actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend aanwezig
bij auto's met een BlueHDi-dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-reservoir
is aangesproken of een storing in het SCR-systeem
is gedetecteerd, verschijnt bij het aanzetten van
het contact een indicator die aangeeft hoeveel
kilometer u
nog ongeveer kunt rijden voordat het
opnieuw starten van de motor automatisch wordt
geblokkeerd.
Niet starten van de motor bij een te
laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem
wordt automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Bij uitschakelen van het contact verschijnt er geen
informatie over de resterende actieradius op het
instrumentenpaneel.
Instrumentenpaneel
Page 39 of 364

37
F Stel de lichtsterkte af door op de pijlen te drukken of de cursor te bewegen.
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
F
D
ruk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde
van de ruitenwisserschakelaar om de
verschillende onderwerpen achtereenvolgend
weer te geven.
De gegevens van de boordcomputer worden
permanent weergegeven als u
de weergavemodus
"BOORDCOMPUTER" of "PERSOONLIJK"
(afhankelijk van de uitvoering) hebt geselecteerd.
Druk bij alle andere weergavemodi op de toets op
het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om deze
informatie tijdelijk op een specifiek scherm weer te
g
even.
Weergave van informatie op
het instrumentenpaneel
- Actuele informatie:
• d e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
-
T
raject " 1":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het eerste traject. -
T
raject "
2":
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
tijdens het tweede traject.
Op 0 zetten van de dagteller
F Druk langer dan twee seconden op de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
wanneer het gewenste traject wordt
weergegeven.
Trajecten "1 " en "2" zijn onafhankelijk en kunnen op
dezelfde manier worden gebruikt.
Via traject " 1" kunnen dagelijkse berekeningen en
via traject " 2" maandelijkse berekeningen worden
uitgevoerd.
1
Instrumentenpaneel
Page 40 of 364

38
Monochroom display C
Weergave
Afhankelijk van de geselecteerde functie wordt het
volgende weergegeven:
-
d
e tijd,
-
d
e datum,
-
d
e buitentemperatuur (de temperatuur knippert
bij kans op gladheid),
-
d
e informatie van de parkeerhulp,
-
d
e geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
d
e informatie van de telefoon of de handsfree
set,
-
d
e configuratiemenu's van het display en de
uitrusting van de auto.
Enkele definities…
Actieradius
(km of mijl)
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde
werkplaats als tijdens
h
et rijden de streepjes continu worden
weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) D eze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h.
Deze waarde kan variëren door een gewijzigde
r
ijstijl of het rijden op een helling, waardoor
het actuele brandstofverbruik aanzienlijk kan
wijzigen. De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden
(berekend op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste afgelegde
kilometers).
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt
de actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100 km bedraagt.
Berekend over de laatste seconden.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg) B erekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Teller Stop & Start
(minuten/seconden of uren/minuten) Als uw auto is uitgerust met Stop & Start, registreert
een teller hoelang de STOP-stand tijdens een traject
is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u
het contact aanzet
weer op nul gezet.
Instrumentenpaneel
Page 57 of 364

55
Uitvoering met Keyless entry and
start
F Zet bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
F
S
electeer bij een auto met een automatische
transmissie de stand P en trap ver volgens het
rempedaal stevig in. F
Z
et het contact aan door op de START/STOP
-
knop te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer volledig.
Raadpleeg als de storing na het resetten niet is
verholpen zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Centrale vergrendeling
Met deze functie kunnen de portieren en de
achterklep van binnenuit worden vergrendeld of
ontgrendeld.
Handbediening
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto te vergrendelen.
Het rode lampje in de knop gaat branden.
Als één van de portieren is geopend, werkt de
centrale vergrendeling van binnenuit niet.
Ontgrendelen
F Druk nogmaals op deze knop om de auto te ontgrendelen.
Het rode lampje in de knop gaat uit.
Bij vergrendeling/supervergrendeling van
buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de
supervergrendeling is ingeschakeld, knippert
het rode lampje en is de knop inactief.
F
A
ls de auto vergrendeld is, trek dan aan
de binnenportiergreep van een van de
portieren om de auto te ontgrendelen.
F
A
ls de supervergrendeling is ingeschakeld,
moet u
het Keyless entry and start-systeem
of de geïntegreerde sleutel gebruiken om
de auto te ontgrendelen.
Automatisch
Deze functie, ook wel carjackbeveiliging genoemd,
vergrendelt de auto automatisch tijdens het rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de carjackbeveiliging .
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op het
gesloten hangslot.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit het
contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
F
S
teek eerst de mechanische sleutel
(ondergebracht in de afstandsbediening) in het
slot om de auto te ontgrendelen.
F
H
oud de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom tot u
het
contact aanzet.
2
Toegang tot de auto
Page 60 of 364

58
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke
keer na het afzetten van het contact wordt uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de
interieur- en wegsleepbeveiliging
F Schakel de omtrekbeveiliging uit door de auto te ontgrendelen met de afstandsbediening of met
het "Keyless entry and start"-systeem.
Het indicatielampje in de knop gaat uit.
F
S
chakel alle beveiligingen weer in door de auto
met de afstandsbediening of het Keyless entry
and start-systeem te vergrendelen.
Het rode verklikkerlampje van de knop zal opnieuw
één keer per seconde knipperen.
Afgaan van het alarm Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
F
o ntgrendel de auto met de sleutel (geïntegreerd
in de afstandsbediening) in het slot van het
bestuurdersportier;
F
o
pen het portier; het alarm gaat af;
F
z
et het contact aan: het alarm stopt en het lampje
in de knop gaat uit.
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking
en knipperen de richtingaanwijzers gedurende
30
seconden.
Als het alarm voor de 11e keer afgaat, worden de
alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het lampje van de knop snel knippert bij het
ontgrendelen van de auto met de afstandsbediening
of het Keyless entry and start-systeem, is het alarm
tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt
met knipperen als het contact wordt aangezet.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in het slot
van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het rode lampje
van de knop blijft branden, duidt dit op een storing in
het systeem.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Portieren
Openen
Van buitenaf
Als het selectief ontgrendelen is geactiveerd
en één keer op de ontgrendelknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt, kan alleen
het bestuurdersportier worden geopend.
F
O
ntgrendel de auto of houd de elektronische
sleutel van het Keyless entry en start-systeem in
het detectiegebied en trek aan de portiergreep.
Toegang tot de auto