Peugeot 508 2014 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 508, Model: Peugeot 508 2014Pages: 352, PDF Size: 13.66 MB
Page 81 of 352

3
79
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Peugeot Connect USB - USB-box
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een JACK-aansluiting en een USB-poort, bevindt zich in de armsteun vóór (onder het deksel). Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten, zoals een iPod ® of een USB-stick. ® of een USB-stick. ®
Dankzij de aansluitmodule kunt u de audiobestanden op uw draagbare apparatuur beluisteren via de luidsprekers van uw autoradio. U kunt deze bestanden beheren met de toetsen op het stuur wiel of het bedieningspaneel van de autoradio en ze weergeven op het display van het instrumentenpaneel.
Tijdens het gebruik van de USB-poort kan de draagbare apparatuur automatisch worden opgeladen.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze uitrusting de rubriek "Audio en datacommunicatie".
Skiluik
Het skiluik kan worden gebruikt voor het vervoeren van lange voorwerpen.
Openen
Klap de middenarmsteun omlaag. Druk op de ontgrendelingsknop van het luik. Laat het skiluik zakken. Steek voor werpen vanuit de bagageruimte door het skiluik.
Page 82 of 352

80
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Indeling van de bagageruimte (Berline)
1. Inklapbare haken2. Opbergvakken Hierin zijn het sleepoog, het wielblok (om te voorkomen dat de auto wegrolt) en de bandenreparatieset opgeborgen (volgens uitvoering en land van bestemming). 3. Sjorogen4. Riemen5. Bagageruimteverlichting6. Vloerplaat Til de vloerplaat op om toegang te krijgen tot de opbergvakken of het reservewiel (volgens land van bestemming). 7. Uitneembaar schot
Page 83 of 352

3
81
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Indeling van de bagageruimte (SW)
1. Bagageruimteverlichting2. Schakelaars voor neerklappen zitplaatsen achter3. Inklapbare haken4. 12V-aansluiting (maximaal 120 W)5. Opbergvakken Hierin zijn het sleepoog, het wielblok (om te voorkomen dat de auto wegrolt) en de bandenreparatieset opgeborgen (volgens uitvoering en land van bestemming). 6. Sjorogen7. Bagageafdekking (zie volgende pagina) .
8. Vloerplaat Zet de vloerplaat rechtop, in de geleider, om toegang te krijgen tot de opbergvakken of het reservewiel (volgens land van bestemming).
Page 84 of 352

82
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Bagageafdekscherm
Oprollen Verwijderen Plaatsen
Druk voorzichtig de vergrendeling (PRESS) in, het bagageafdekscherm wordt automatisch opgerold. De flap A kan langs de leuning van de
achterbank worden neergeklapt.
Knijp de bediening 1 in en licht het bagageafdekscherm eerst aan het rechter uiteinde op, daarna aan het linker uiteinde en verwijder het.
Plaats het linker uiteinde van het oprolmechanisme in de uitsparing B achter de achterbank. Knijp de bediening 1 van het
oprolmechanisme in en bevestig het in de uitsparing C rechts. Laat de bediening los om het bagageafdekscherm te bevestigen. Rol het bagageafdekscherm af tot het vast kan worden gezet aan de achterstijl.
(SW)
Page 85 of 352

3
83
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Gevarendriehoek (opbergen)
Trek voordat u uit de auto stapt om de gevarendriehoek uit te vouwen en te plaatsen uw reflecterende veiligheidsvest aan.
De opgevouwen gevarendriehoek (of de koker) moet de volgende afmetingen hebben: - A : lengte = 438 mm, - B : hoogte = 56 mm, - C : breedte = 38 mm.
Berline
Druk op de nok 1 en trek het geheel naar u toe.
SW
Draai aan de knop 2 om het deksel te verwijderen. Houd het deksel en de gevarendriehoek tegen om te voorkomen dat ze vallen.
In de binnenbekleding van het kofferdeksel is plaats voor een opgevouwen gevarendriehoek, al dan niet in een koker.
Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
Plaatsingsafstand (in meter)
Binnenweg
Snelweg
Overdag's Nachts
50 m 80 m 150 m
Deze waarden zijn gebaseerd op internationale richtlijnen. Houd u bij het plaatsen van de gevarendriehoek aan de ter plaatse geldende wettelijke voorschriften.
De gevarendriehoek is leverbaar als accessoire, raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Plaats de gevarendriehoek achter de auto op de in de onderstaande tabel aangegeven afstand, afhankelijk van het wegtype en de hoeveelheid buitenlicht.
Raadpleeg voor gebruik van de gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Page 86 of 352

84
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Bagagenet voor hoge belading
Het net, dat aan de specifieke bovenste en onderste bevestigingen wordt vastgemaakt, zorgt ervoor dat de auto tot aan het dak kan worden beladen: - achter de voorstoelen (1e zitrij) wanneer de achterbank is neergeklapt, - achter de achterbank (2e zitrij).
Klap de achterbank niet op wanneer de oprolautomaat van het net op de rugleuning van de neergeklapte achterbank is bevestigd. plaats de oprolautomaat van het net boven de twee rails (op de achterzijde van de neergeklapte achterbank), de twee inkepingen A moeten boven de twee rails B zijn geplaatst. Schuif de twee rails B in de inkepingen A en druk de oprolautomaat (in lengterichting) van rechts
naar links om deze te blokkeren, controleer of het net goed is vastgemaakt en goed gespannen is,
klap de achterbank neer, rol het bagagenet voor hoge belading uit zonder het strak te spannen, plaats een van de uiteinden van de metalen stang van het net in de desbetreffende bovenste bevestiging 1 , trek aan de metalen stang van het net om het andere uiteinde in de andere bovenste bevestiging 1 te plaatsen.
1e zitrij
(SW)
Page 87 of 352

3
85
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
rol de bagageafdekking op en verwijder deze vervolgens, plaats het linker uiteinde van de oprolautomaat 2 in de steun van de bagageafdekking, plaats het rechter uiteinde van de oprolautomaat 2 in de steun van de bagageafdekking, vergrendel deze vervolgens (rode markering), rol het bagagenet voor hoge belading vanaf de achterbank uit, duw er daarbij tegenaan om het net los te maken uit de bevestigingshaken,
plaats een van de uiteinden van de metalen stang van het net in de desbetreffende bovenste bevestiging 3 , trek aan de metalen stang van het net en plaats het andere uiteinde in de andere bovenste bevestiging 3 , controleer of het net goed is vastgemaakt
en goed gespannen is.
2e zitrij
Page 88 of 352

86
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd en wordt van buitenaf toegevoerd via het luchtrooster onder de voorruit, of in het interieur gerecirculeerd.
Bedieningspaneel
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van de bestuurder, voorpassagier of achterpassagiers (afhankelijk van het uitrustingsniveau) via verschillende circuits worden toegevoerd. Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de verschillende circuits wordt gemengd om het gewenste comfortniveau te bereiken. Stel de luchtverdeling in met de desbetreffende (combinatie van) toetsen: de lucht wordt via de gewenste uitstroomopeningen verdeeld. Stel de luchtopbrengst in: de aanjagersnelheid wordt verhoogd of verlaagd. De bedieningsschakelaars bevinden zich op het paneel A van de middenconsole.
1. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit. 2. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de zijruiten. 3. Afsluitbare en verstelbare zijventilatieroosters. 4. Afsluitbare en verstelbare middelste ventilatieroosters.
5. Uitstroomopeningen beenruimte voorpassagiers. 6. Afsluitbare en verstelbare ventilatieroosters voor de achterpassagiers. 7. Uitstroomopeningen beenruimte achterpassagiers.
Luchtverdeling
De ventilatie zorgt voor een optimaal comfort en zicht in het interieur.
Page 89 of 352

3
87
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: Als de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan, kunt u het passagierscompartiment kort ventileren. Zet de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieurlucht goed ververst wordt. Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen en de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven. Kies onder normale omstandigheden altijd voor de toevoer van buitenlucht; bij langdurig gebruik van de luchtrecirculatie in het interieur kunnen de voorruit en de zijruiten beslaan. Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in per fecte staat te houden. Controleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek vervangen (zie het hoofdstuk "Controles"). Wij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het speciale toegevoegde actieve filter draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag). Als de airconditioning werkt, gebruikt deze een klein deel van het motorvermogen. Dit heeft een hoger brandstofverbruik tot gevolg. Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor. Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel. Laat de airconditioning regelmatig controleren om het systeem in per fecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Page 90 of 352

88
Comfort
508_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Handbediende airconditioning
De airconditioning werkt uitsluitend bij draaiende motor.
1. Temperatuurregeling
Draai de knop van links (koel) naar rechts (warm) om de temperatuur naar behoefte in te stellen.
2. Luchtopbrengstregeling
Druk op deze toets "gevulde ventilator" om de luchtopbrengst te verhogen. Afhankelijk van de gevraagde waarde wordt de desbetreffende rij LED's geleidelijk gevuld.
Druk op deze toets "lege ventilator" om de luchtopbrengst te verlagen.
3. Luchtverdeling
Druk op de desbetreffende toets voor:
Voorruit en zijruiten.
Centrale ventilatieroosters en zijventilatieroosters.
Beenruimte.
Afhankelijk van uw behoeften kunt u twee instellingen combineren of de drie instellingen gezamenlijk selecteren.