Peugeot 508 2019 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2019, Model line: 508, Model: Peugeot 508 2019Pages: 320, PDF Size: 10.22 MB
Page 11 of 320

9
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Keuze van de schermkleur
Deze is afhankelijk van de sfeer die is
geactiveerd met de functie i- Cockpit® A m p l i f y.
Afhankelijk van de uitvoering kan deze
geselecteerd worden in de profielconfiguratie
via het menu Instellingen van het touchscreen.
U kunt kiezen uit de volgende sferen:
F
" Relax ": grijs,
F
" Boost ": rood,
F
" Normaal " (geen sfeer geactiveerd): blauw.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de functie i-Cockpit
®
Amplify .
Keuze van de weergavemodus
Wijzigen van de weergavemodus van het
instrumentenpaneel:
F
D
raai aan de knop links op het stuur wiel
om de verschillende weergavemodi op het
rechtergedeelte van het instrumentenpaneel
weer te geven en erdoorheen te scrollen.
F
D
ruk zodra de gewenste weergavemodus
verschijnt op de knop om te bevestigen.
Als de knop niet wordt bediend, wordt de
geselecteerde weergavemodus na enkele
momenten automatisch toegepast.
Elke modus is gekoppeld aan een type
informatie dat wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
-
"
METERS": standaardweergave van de
analoge en digitale snelheidsmeter, de
toerenteller, de brandstofniveaumeter,
de koelvloeistoftemperatuurmeter en de
kilometerteller.
-
"
NAVIGATIE": standaardweergave
aangevuld met de informatie over de
huidige routebegeleiding (kaartgegevens en
navigatie-aanwijzingen).
-
"
RIJDEN": standaardweergave aangevuld
met de informatie van de actieve
rijhulpsystemen.
-
"
NIGHT VISION": standaardweergave
en weergave van de infraroodcamera
(gekoppeld aan de functie Night Vision). -
" MINIMA AL": beperkte weergave met
alleen de digitale snelheidsmeter,
de kilometerteller en, uitsluitend
bij een waarschuwingssituatie,
de brandstofniveaumeter en de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
-
"
PERSOONLIJK": beperkte weergave
en mogelijkheid tot het selecteren van
optionele informatie voor weergave in de te
personaliseren gedeelten links en rechts.
Configureren van de weergavemodus
"PERSOONLIJK" en selecteren van de weer
te geven gegevens in de te personaliseren
gedeelten van het instrumentenpaneel:
Met 8 inch touchscreen F
D
ruk op Instellingen in de
bovenste menubalk van het
touchscreen.
F
Sel
ecteer "Configuratie ".
F
Sel
ecteer "Persoonlijke
instellingen voor het
instrumentenpaneel ".
1
Instrumentenpaneel
Page 12 of 320

10
Waarschuwings- en
verklikkerlampjes
Bijbehorende waarschuwingen
Een waarschuwings- of verklikkerlampje kan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en/of een melding op het display.
Door de weergegeven waarschuwingen te
relateren aan de werkingstoestand van de
auto kan worden bepaald of er sprake is van
een normale situatie of van een storing; zie
de beschrijving van ieder lampje voor meer
informatie.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
rode of oranje waarschuwingslampjes enkele
seconden branden. Deze lampjes moeten
doven als de motor draait.
Blijven branden van een
waarschuwingslampje
Bij een draaiende motor of tijdens het rijden,
wijst het branden van een rood of oranje
waarschuwingslampje op een storing die nader
onderzocht moet worden aan de hand van de
bijbehorende melding en de beschrijving van
het waarschuwingslampje in de documentatie.
Wanneer een lampje blijft
branden
De aanduidingen (1) (2) en (3) in de
beschrijving van de lampjes geven aan of
u naast de onmiddellijk aanbevolen acties
contact met een gekwalificeerde professional
moet opnemen.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af.
(2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
(3) : ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen
uitsluitend uit bij stilstaande auto.
De waarschuwings- en verklikkerlampjes
(weergegeven als symbolen) informeren
de bestuurder over een storing
(waarschuwingslampjes) of de werking van een
systeem (verklikkerlampjes ingeschakelde of
uitgeschakelde functie). Bepaalde lampjes kunnen
op twee manieren (permanent of knipperend) en/
of in verschillende kleuren branden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over uitrusting of een functie.
F
Sel
ecteer "
Persoonlijke
instellingen voor het
instrumentenpaneel ".
F
Sel
ecteer voor elk configureerbaar
gedeelte, links en rechts, het type weer te
geven gegevens met de desbetreffende
scrolpijlen op het touchscreen:
•
"
Rijhulpsystemen ".
•
"
Leeg "
•
"
Informatie over de motor " (stand
Spor t),
•
"
G-meters " (stand Sport),
•
"
Temperaturen " (motorolie).
•
"
Media ".
•
"
Navigatie ".
•
"
Boordcomputer ",
•
"
Toerenteller ".
•
"
Night Vision "
F
B
evestig om de instelling op te slaan en het
menu af te sluiten.
Als de weergavemodus is ingesteld op
"PERSOONLIJK", wordt de nieuwe selectie
direct weergegeven. Met 10 inch HD-touchscreen
F
D
ruk op Instellingen
in de
zijbalk van het touchscreen.
F
Sel
ecteer "
OPTIES ".
Instrumentenpaneel
Page 13 of 320

11
Lijst met waarschuwings- en verklikkerlampjes
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Rode lampjes
STOPBrandt permanent, in
combinatie met een ander
waarschuwingslampje,
de weergave van
een melding en een
geluidssignaal.Geeft een ernstige storing van
de motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging, de automatische
transmissie of een ernstige
elektrische storing aan.Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Te hoge
koelvloeistof-
temperatuur Brandt permanent.
De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Voer (1) uit en wacht met het eventueel bijvullen van
de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld. Voer (2) uit
als het probleem blijft bestaan.
Motoroliedruk Brandt permanent. Er is een probleem met de
motorsmering. Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Laadtoestand
accu Brandt permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde accuklemmen,
aandrijfriem dynamo niet correct
gespannen of gebroken enz.).
Voer (1) uit.
Als de elektrische parkeerrem niet werkt, beveilig de auto dan op
de volgende manier tegen wegrollen:
F
B
ij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak: schakel
een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie: plaats de
meegeleverde wielblokken voor en achter een van de wielen.
Reinig de accuklemmen en sluit de accukabels weer aan. Als het
waarschuwingslampje niet uitgaat wanneer de motor is gestart,
voer dan (2) uit.
1
Instrumentenpaneel
Page 14 of 320

12
Portier(en)
geopendBrandt permanent, in combinatie met
een melding die het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft.Als een van de portieren of de
achterklep niet goed is gesloten
(snelheid lager dan 10 km/h).
Brandt permanent, in combinatie
met een melding die het
desbetreffende carrosseriedeel
aangeeft en een geluidssignaal.Als een van de portieren of de
achterklep niet goed is gesloten
(snelheid hoger dan 10 km/h).
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Veiligheidsgordels
losgemaakt of niet
vastgemaakt Brandt permanent of
knippert in combinatie
met een geluidssignaal. Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Elektrische
parkeerrem Brandt permanent.
De elektrische parkeerrem is
aangetrokken.
Knippert. De elektrische parkeerrem wordt niet
automatisch aangetrokken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet. Voer (1) uit: parkeer op een vlakke (horizontale)
ondergrond.
Bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak:
schakel een versnelling in.
Bij auto's met een automatische transmissie: zet de
selectiehendel in de stand P
.
Zet het contact af en voer (2) uit.
Remsysteem Brandt permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Voer (1) uit en vul het remvloeistofreser voir bij met de
door de fabrikant voorgeschreven remvloeistof. Voer
(2) uit als het probleem blijft bestaan.
+ Brandt permanent.
De elektronische remdrukregelaar
(EBD) is defect. Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Instrumentenpaneel
Page 15 of 320

13
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Oranje lampjes
ServiceBrandt tijdelijk in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel.
Bepaalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of het begin van verzadiging van het
r o e t f i l t e r.
Voer bij andere problemen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, (3) uit.
Brandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een melding.Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en voer dan
(3) uit.
+ Lampje Service
brandt permanent en
onderhoudssleutel
knippert en brandt
vervolgens permanent.Het onderhoudsinterval is
overschreden.
Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudswerkzaamheden aan uw auto zo
snel mogelijk uitvoeren.
Brandt permanent,
in combinatie met
de melding "Storing
parkeerrem".
De elektrische parkeerrem wordt niet
automatisch vrijgezet.
Voer (2) uit.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 320

14
Voorgloeien
dieselmotorBrandt tijdelijk.
(tot ongeveer 30
seconden bij slechte
weersomstandigheden) Wanneer het contact wordt aangezet,
als de weersomstandigheden en de
motortemperatuur dit noodzakelijk
maken.Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Wanneer het lampje uitgaat, wordt het starten onmiddellijk
uitgevoerd wanneer u:
-
b
ij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal ingetrapt houdt,
-
b
ij een auto met een automatische transmissie het
rempedaal ingetrapt houdt.
Als de motor niet wordt gestart, druk dan nogmaals op
de knop "START/STOP" ter wijl u het rempedaal ingetrapt
houdt.
Laag
brandstofniveau Brandt permanent,
waarbij de resterende
hoeveelheid brandstof
in het rood wordt
weergegeven, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. Als het lampje gaat branden zit er nog
ongeveer 6 liter brandstof in de tank
(reservevoorraad).
er niet voldoende brandstof is
getankt, wordt deze waarschuwing
iedere keer herhaald wanneer het
contact wordt aangezet, en vaker
naar mate het brandstofniveau verder
zakt en de nul nadert. Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege
brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is
,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Zelfdiagnose-
systeem motor Knippert.
Er is een storing in het
motormanagementsysteem. De katalysator kan onherstelbaar beschadigd raken.
Voer verplicht
(2) uit.
Brandt permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Voer snel (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Instrumentenpaneel
Page 17 of 320

15
AdBlue®Brandt ongeveer
30 seconden zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 2400 en
800
km. Vul AdBlue® bij.
Brandt permanent
zodra het contact is
aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding van het
aantal kilometers dat u
nog kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 800 en
10 0
km. Vul zo snel mogelijk AdBlue
® bij of voer (3) uit.
Knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius is kleiner dan 100
km. U moet AdBlue
® bijvullen om te voorkomen dat het
starten wordt geblokkeerd of (3) uitvoeren.
Knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding dat het starten
van de motor wordt
geblokkeerd. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Vul AdBlue® bij of voer (2) uit om de motor opnieuw te
kunnen starten.
U moet het reser voir bijvullen met minimaal 5 liter
AdBlue
®.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 320

16
+
+SCR-
emissieregel-
systeem
Branden permanent wanneer het
contact wordt aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal en een melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de
uitstoot van uitlaatgassen weer aan de
normen voldoet.
Het lampje AdBlue
® knippert zodra het
contact is aangezet, in combinatie met
het permanent branden van het lampje
Service en het lampje Zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal en een
melding met betrekking tot de
actieradius. Afhankelijk van de weergegeven
melding kunt u nog 1.100
km rijden
voordat het systeem het starten van
de motor blokkeert. Voer zo snel mogelijk (3) uit om te
voorkomen dat het star ten wordt
geblokkeerd
.
Het lampje AdBlue
® knippert zodra het
contact is aangezet, in combinatie met
het permanent branden van het lampje
Service en het lampje Zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal en een
melding. Een startblokkering voorkomt het
opnieuw starten van de motor (limiet
toegestane rijfase overschreden na
bevestiging van een storing in het
emissieregelsysteem).
Voer (2) uit om de motor weer te
kunnen starten.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
OorzaakActies/Opmerkingen
Uitschakeling
van de
automatische
functies (met
elektrische
parkeerrem) Brandt permanent.
De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" (bij
wegrijden) zijn uitgeschakeld.
Bij een storing gaat het branden
van dit lampje vergezeld van een
waarschuwingsmelding.Voer (3) uit als automatisch aantrekken/
vrijzetten niet meer mogelijk is.
De parkeerrem kan handmatig worden
aangetrokken of vrijgezet.
+ Automatisch
aantrekken (met
elektrische
parkeerrem)
Branden permanent, in combinatie
met de weergave van de melding
"Storing parkeerrem".
De functie automatisch aantrekken is
niet beschikbaar, de parkeerrem kan
alleen handmatig worden bediend.Gebruik de hendel van de elektrische
parkeerrem.
Als de functie automatisch vrijzetten
tevens niet beschikbaar is, zet de
parkeerrem dan handmatig vrij.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 320

17
RemsysteemBrandt permanent. Een kleine storing van het
remsysteem. Rijd voorzichtig.
Voer (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
+ Branden permanent,
in combinatie met
de weergave van
de melding "Storing
parkeerrem".U kunt de auto niet meer met de
parkeerrem op zijn plaats houden
ter wijl de motor draait.
Als het handmatig aantrekken en vrijzetten niet
mogelijk is, is de hendel van de elektrische
parkeerrem defect.
De automatische functies moeten te allen tijde worden
gebruikt: ze worden automatisch geactiveerd bij een
storing in de hendel.
Voer (2) uit.
Storing (met
elektrische
parkeerrem)
Brandt permanent.
Storing in de elektrische parkeerrem. Voer snel (3) uit.
+
+ Branden permanent,
in combinatie met
de weergave van
de melding "Storing
parkeerrem".
De parkeerrem is defect; de
handmatige en elektrische bediening
werken mogelijk niet meer.
Om bij stilstand de auto op zijn plaats te houden:
F
T
rek aan de hendel en houd deze ongeveer 7 tot
15 seconden aangetrokken tot het lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden.
Als deze procedure niet werkt, beveilig uw auto dan op
de volgende wijze tegen wegrollen:
F
P
arkeer de auto op een vlakke ondergrond.
F
B
ij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie:
selecteer P en plaats de meegeleverde wielblokken
voor en achter een van de wielen.
Voer ver volgens (2) uit.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 320

18
Distance Alert/
Active Safety
BrakeBrandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een
melding. Het systeem is uitgeschakeld via het
touchscreen (menu Rijden
/Auto ).
Knippert. Het systeem is in werking. De auto remt kort af om de snelheid van de aanrijding
met de voorligger te beperken.
Permanent, in combinatie
met een melding en een
geluidssignaal.Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
Antiblokkeer-
systeem (ABS) Brandt permanent.
Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig en met lage snelheid en voer (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Dynamische
stabiliteits-
controle (DSC)/
antispinregeling
(ASR) Brandt permanent.
De functie is uitgeschakeld. De functie DSC/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en bij ongeveer 50 km/h.
Bij snelheden tot 50
km/h kunt u het systeem
handmatig weer inschakelen.
Dynamische
stabiliteits-
controle (DSC)/
antispinregeling
(ASR) Knippert.
Het DSC-/ASR-systeem grijpt in als
er sprake is van verlies van grip of
koersstabiliteit.
Brandt permanent. Storing in het DSC-/ASR-systeem. Voer (3) uit.
+
Distance Alert/
Active Safety
Brake Brandt permanent.
Er is een storing in het systeem. Als deze lampjes gaan branden nadat de motor is
afgezet en opnieuw is gestart, voer dan (3) uit.
Instrumentenpaneel