Peugeot 508 2019 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2019, Model line: 508, Model: Peugeot 508 2019Pages: 320, PDF Size: 10.22 MB
Page 31 of 320

29
Touchscreen
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die zijn
volledige aandacht vragen uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar
als de auto rijdt.
Aanbevelingen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Het kan bij alle temperaturen worden gebruikt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
De teller van het Stop & Start-
systeem.
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Dit systeem heeft de volgende functies:
-
p
ermanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er gaat een blauw
lampje branden bij kans op gladheid),
-
b
ediening van de ver warming/
airconditioning,
-
t
oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
-
b
ediening van het audiosysteem, de
telefoon en weergave van de bijbehorende
informatie,
-
w
eergave van de waarschuwingen van de
parkeerhulpsystemen (grafische weergave
van de parkeerhulp, Park Assist enz.),
-
t
oegang tot de internetdiensten en
weergave van de bijbehorende informatie,
en, afhankelijk van de uitvoering:
-
b
ediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie.
Werkingsprincipes
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om
de hoofdmenu's te openen en druk ver volgens
op de op het touchscreen weergegeven
toetsen.
Bepaalde menu's kunnen op twee pagina's
worden weergegeven: druk op de toets
" OPTIES " om de tweede pagina te bekijken.
Als gedurende enkele seconden geen
handelingen op de tweede pagina worden
uitgevoerd, wordt automatisch de eerste
pagina weer weergegeven. Druk op "
ON" of " OFF" om een functie in of uit
te schakelen.
Druk op deze toets om de
instellingen voor een functie aan te
passen.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie over de functie weer te
geven.
Druk op deze toets om uw keuze te
bevestigen.
Druk op deze toets om terug te keren
naar de vorige pagina.
Menu's
Radio Media.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Airconditioning.
De instellingen voor de temperatuur,
luchtopbrengst, enz.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 320

30
De functie i- Cockpit® A mpli f y.
Persoonlijke instellingen voor de
sfeer in de auto. of
U kunt ook met drie vingers op
het touchscreen drukken om alle
menuknoppen weer te geven. Instellen geluidsvolume/geluid
onderbreken.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Informatiebalk(en)
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven op de zijbalk(en) of de bovenste
balk(en) van het touchscreen (afhankelijk van
de uitvoering).
Online navigatie
.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Rijden of Auto. *
Activeren, deactiveren en
configureren van bepaalde functies.
Telefoon.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Applicaties.
Rechtstreekse toegang tot bepaalde
elementen van de functie i-Cockpit
®
Amplify .
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de automatische
airconditioning met centrale regeling
.
De via dit menu beschikbare functies zijn
verdeeld onder twee tabbladen: " Rijfuncties"
en " Voertuiginstellingen ".
Raadpleeg voor andere functies de rubriek
"Audio en telematica". Instellingen.
Belangrijkste instellingen van het
audiosysteem, het touchscreen en
het digitale instrumentenpaneel.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de functie i-Cockpit
®
Amplify .
Bovenste balk van het 8 inch
touchscreen
- Tijd en buitentemperatuur (er gaat een
blauw lampje branden bij kans op gladheid).
-
H
erhaling van de informatie over de
airconditioning en rechtstreekse toegang tot
het snelmenu.
Zijbalken van het 10 inch HD-
touchscreen
Linkerzijde
- B uitentemperatuur (er gaat een blauw
lampje branden bij kans op gladheid).
-
T
oegang tot de instellingen voor
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel (datum/tijd, taal,
eenheden enz.).
-
H
erhaling van de informatie over de
airconditioning en rechtstreekse toegang tot
het snelmenu.
Rechterzijde
-
Tijd.
-
Berichten.
-
H
erhaling van de informatie over de
airconditioning en rechtstreekse toegang tot
het snelmenu.
-
H
erhaling van de informatie over de menu's
Radio Media en Telefoon.
-
Berichten.
-
T
oegang tot de instellingen
voor
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel (datum/tijd, taal,
eenheden enz.).
*
A
fhankelijk van de uitvoering.
Instrumentenpaneel
Page 33 of 320

31
Menu Rijverlichting/Auto
Tabblad "Rijfuncties"
FunctieAanwijzingen
"Park Assist" Inschakelen van de functie Park Assist.
"Grootlichtassistent" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Parkeerhulpsysteem" Inschakelen van de functie Visiopark 2.
"Parkeerhulp" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Antispinregeling" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Resetten
bandenspanningscontrolesysteem" Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
"Night Vision". Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Controle/Diagnose" Herinnering onderhoudsinterval, motorolieniveau,
AdBlue-actieradius en bandenspanning.
Overzicht van de actuele waarschuwingsmeldingen.
"Instellingen snelheden" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Selecteren en aanpassen van de ingestelde
snelheid voor uitsluitend de programmeerbare
snelheidsbegrenzer en de snelheidsregelaar. Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over een van deze
functies.
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 320

32
Tabblad "Voertuiginstellingen"
GroepenFuncties
"Parkeren" -
"
Ruitenwisser achter bij inschakelen achteruit": inschakelen/uitschakelen van het activeren van de ruitenwisser achter bij het
inschakelen van de achteruitversnelling (SW).
-
"
Voorkomen van inklappen van spiegels": inschakelen/uitschakelen van het automatisch inklappen/uitklappen van de
buitenspiegels bij het vergrendelen/ontgrendelen.
-
"
Buitensp. afstellen bij inschakelen achteruit": inschakelen/uitschakelen van het automatisch verstellen van de buitenspiegels
bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
"Verlichting"/
"Koplampen en achterlichten" -
"
Follow me home-verlichting": inschakelen/uitschakelen van de automatische follow me home-verlichting en instellen van de
duur ervan.
-
"
Instapverlichting": inschakelen/uitschakelen van de instapverlichting en instellen van de duur ervan.
-
"
Adaptieve achterverlichting": inschakelen/uitschakelen van de adaptieve 3D-achterverlichting.
-
"
Bochtverlichting": inschakelen/uitschakelen van de statische bochtverlichting.
"Comfort"
- "Sfeerverlichting": inschakelen/uitschakelen van de sfeerverlichting en instellen van de lichtsterkte.
- "Ontgrendelen: Alleen bestuurder": inschakelen/uitschakelen van het selectief ontgrendelen van het bestuurdersportier.
-
"
Ontgrendelen: Alleen de achterklep": inschakelen/uitschakelen van het selectief ontgrendelen van de achterklep.
-
"
Elektrisch bedienbare achterklep/openen": inschakelen/uitschakelen van het elektrisch openen en sluiten van de achterklep.
-
"
Handsfree toegang/openen": inschakelen/uitschakelen van de handsfree-functie van de achterklep.
"Veiligheid" -
"
Snelheidslimietherkenning": inschakelen/uitschakelen van de snelheidslimietherkenning.
-
"
Detectie verslapping aandacht": inschakelen/uitschakelen van de detectie van het verslappen van de aandacht van de
bestuurder.
-
"
Verkeersbordherkenning": inschakelen/uitschakelen van de verkeersbordherkenning.
-
"
Distance Alert en automatisch remmen": inschakelen/uitschakelen van de Distance Alert en het automatische
noodremsysteem.
-
"
Dodehoekbewaking": inschakelen/uitschakelen van de dodehoekbewaking.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over een van deze functies.
Instrumentenpaneel
Page 35 of 320

33
Menu "Instellingen"
8 inch touchscreen
De via de bovenste menubalk
toegankelijke functies worden in
onderstaande tabel beschreven.
To e t s Aanwijzingen
Uitschakelen van het scherm
(zwart scherm).
Druk op het zwarte scherm of
op een van de menutoetsen
om terug te gaan naar de
oorspronkelijke weergave.
Regeling van de lichtsterkte van
de dashboardverlichting.
Selecteren en configureren van
de drie gebruikersprofielen.
Instellingen van het
touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel.
Privacy-instellingen voor de
persoonlijke gegevens en/of
locatie.
Activering en configuratie van de
wifi-instellingen. Instellingen van het touchscreen en het
digitale instrumentenpaneel
To e t s Aanwijzingen
Configureren van de scherminstellingen
(weergavewijze van teksten, animaties
enz.) en van de lichtsterkte van de
dashboardverlichting.
Keuze van de eenheden:
-
t emperatuur (°Celsius of
°Fahrenheit),
-
a
fstand en brandstofverbruik
(l/100 km, mpg of km/l).
Keuze van de op het
touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel
weergegeven taal.
Instellen van datum en tijd.
Keuze van het type weer te
geven informatie op het digitale
instrumentenpaneel.
10 inch HD-touchscreen
De via de linkerbalk toegankelijke
functies worden in onderstaande
tabel beschreven.
To e t s Aanwijzingen
Keuze van een thema.
Audio-instellingen (geluidssfeer,
verdeling, niveau, stemvolume,
belvolume).
Scherm uitschakelen.
Instellingen van het
touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel.
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 320

34
To e t sAanwijzingen
Keuze van de eenheden:
-
t
emperatuur (°Celsius of
°Fahrenheit),
-
a
fstand en brandstofverbruik
(l/100 km, mpg of km/l).
Privacy-instellingen voor de
persoonlijke gegevens en/of
locatie.
Keuze van de op het touchscreen
en het digitale instrumentenpaneel
weergegeven taal.
Instellen van datum en tijd.
Keuze voor de synchronisering
met het GPS.
Configureren van de scherminstellingen
(weergavewijze van teksten, animaties
enz.) en van de lichtsterkte van de
dashboardverlichting.
Selecteren en configureren van
de drie gebruikersprofielen.
Keuze van het type weer te
geven informatie op het digitale
instrumentenpaneel.
Instellingen van het touchscreen en het
digitale instrumentenpaneel
Datum en tijd instellen
Met PEUGEOT Connect
Radio
F Selecteer het menu
Instellingen in de bovenste
menubalk van het touchscreen.
F
Sel
ecteer " Systeemconfiguratie ".
F
Sel
ecteer " Datum en tijd ".
F
Sel
ecteer " Datum:" of " Tijd:".
F
S
electeer het formaat van de weergave.
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met " OK".
Met PEUGEOT Connect Nav
Het instellen van de datum en tijd is alleen
mogelijk als de GPS-synchronisatie is
uitgeschakeld.
F
S
electeer het menu
Instellingen in de menubalk
van het touchscreen.
F
D
ruk op de toets " OPTIES" om de
secundaire pagina te openen. F
Sel
ecteer "
Instellen tijd-
datum ".
F
S
electeer het tabblad "
Datum" of "Tijd".
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met "
OK".
Andere instellingen
U kunt:
-
D e tijdzone wijzigen.
-
D
e weergave-indeling voor de datum en tijd
(12h/24h) instellen.
-
D
e regelfunctie voor de zomertijd activeren
of deactiveren (+ 1 uur).
-
D
e GPS-synchronisatie (UTC) in- of
uitschakelen.
Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (afhankelijk
van het verkoopland).
Instrumentenpaneel
Page 37 of 320

35
Afstandsbediening
AlgemeenUitklappen van de sleutelOntgrendelen van de auto
Volledige ontgrendeling
F Druk op de knop.
Afhankelijk van de uitvoering heeft de
afstandsbediening de volgende functies:
-
ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto,
-
o
ntgrendelen/openen/sluiten van de
achterklep,
-
i
nschakelen van de verlichting,
-
in
klappen/uitklappen van de buitenspiegels,
-
in
schakelen/uitschakelen van het
alarmsysteem,
-
o
penen van de ruiten,
-
s
luiten van de ruiten en het schuif-/
kanteldak,
-
l
okaliseren van de auto,
-
o
ntgrendelen van de startblokkering van de
auto. Afhankelijk van de uitvoering kan met de in de
afstandsbediening geïntegreerde sleutel het
volgende worden gedaan:
-
ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto,
-
in
schakelen/uitschakelen van de
mechanische kinderbeveiliging,
-
in
schakelen/uitschakelen van de airbag
vóór aan passagierszijde,
-
v
ergrendelen van de portieren
(noodprocedure).
F
T
rek aan deze knop ter wijl u de sleutel uit
de houder haalt.
Houd deze knop aangetrokken voordat u de
sleutel weer terugplaatst.
Selectief ontgrendelen
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
De functie wordt ingesteld via
het menu Auto /Rijden van het
touchscreen.
F
D
ruk op de ontgrendelknop.
F
D
ruk nogmaals op de ontgrendelknop om
de andere portieren en de achterklep te
ontgrendelen.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop
wordt gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers
enkele seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto volledig of selectief is ontgrendeld
bij uitvoeringen zonder alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige
uitvoeringen).
De buitenspiegels worden uitgeklapt.
Openen van de ruiten
Afhankelijk van de uitvoering worden
de ruiten geopend door de knop
langer dan 3 seconden in te drukken.
2
Toegang tot de auto
Page 38 of 320

36
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
F Druk op de knop.
De eerste keer dat op de vergrendelknop
wordt gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers
enkele seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto is vergrendeld (uitvoeringen zonder
alarmsysteem),
-
h
et alarmsysteem is ingeschakeld (overige
uitvoeringen).
De buitenspiegels worden ingeklapt.
Als een portier of de achterklep niet goed
is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld.
Als uw auto echter is uitgerust met het
alarmsysteem, wordt dit na ongeveer
45
seconden volledig ingeschakeld.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30 seconden een van de portieren
of de achterklep wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld. Als het
alarmsysteem ingeschakeld was, wordt dit
automatisch weer opnieuw ingeschakeld. Het automatisch inklappen en uitklappen
van de buitenspiegels bij het vergrendelen
en ontgrendelen met de afstandsbediening
kan worden ingesteld in het touchscreen
via het menu Rijden
/Voertuig .
Supervergrendelen
F Druk binnen vijf seconden nogmaals op de
vergrendelknop om de supervergrendeling
in te schakelen.
Bij uitvoeringen zonder een alarmsysteem,
geeft het gedurende enkele seconden branden
van de richtingaanwijzers tijdens het de tweede
keer indrukken van de vergrendelknop aan, dat
de supervergrendeling is ingeschakeld.
Als de supervergrendeling
is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale
vergrendeling, op het dashboard, werkt
dan niet meer.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.
Sluiten van de ruiten en het schuif- /kanteldak Zorg er voor dat het sluiten van de ruiten
en het schuif-/kanteldak niet gehinderd
wordt door voorwerpen of personen.
Als u bij een uitvoering met alarmsysteem
de ruiten en/of het schuif-/kanteldak bij het
verlaten van de auto op een kier wilt laten
staan, moet u eerst de interieurbeveiliging
van het alarmsysteem uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het alarmsysteem
.
"Peugeot Adaptive LED Technology"
Bij uitvoeringen met 3D-achterlichten met
LED's gaan de achterlichten sequentieel
branden wanneer de auto vergrendeld
of ontgrendeld wordt en wanneer de
verlichting op afstand wordt ingeschakeld.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, met name bij weinig licht. De auto
dient hiervoor wel vergrendeld te zijn. F
D
ruk op deze knop.
Gedurende ongeveer tien seconden
gaan de plafonniers en de verlichting in
de buitenspiegels branden en gaan de
richtingaanwijzers knipperen.
Het openen van de ruiten stopt zodra u de knop
loslaat.
Als u de vergrendelknop op de
achterklep langer dan 3 seconden
ingedrukt houdt, worden de ruiten
en, afhankelijk van de uitvoering, het
schuif-/kanteldak gesloten tot u de
knop loslaat.Hierbij wordt ook het zonnescherm van het
schuif-/kanteldak gesloten.
Toegang tot de auto
Page 39 of 320

37
Instapverlichting
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van de uitvoering.F
D
ruk kort op deze knop.
De
parkeerlichten, het dimlicht,
de kentekenplaatverlichting
en de instapverlichting in de
buitenspiegels gaan gedurende
30 seconden branden.
Door de toets nogmaals in te drukken ter wijl
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld.
Selectief ontgrendelen en
openen van de achterklep
Het selectief ontgrendelen en
de elektrische werking van de
achterklep kunnen worden ingesteld
via het menu Rijden/Auto van het
touchscreen.
Standaard is het selectief ontgrendelen van
de achterklep geactiveerd en de elektrische
werking gedeactiveerd.
F
H
oud deze knop ingedrukt om
de achterklep te ontgrendelen en
elektrisch te openen.
De portieren en de brandstofvulklep blijven
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep
is uitgeschakeld, wordt bij het indrukken van de
knop de auto volledig ontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep
is uitgeschakeld, wordt de achterklep bij het
indrukken van de knop op een kier gezet.
Om de auto te kunnen vergrendelen, moet
u
de achterklep weer sluiten.
vergrendeld.
Keyless entry and start
De elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Zie de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de werking van de
afstandsbediening .
Ontgrendelen van de auto
Volledige ontgrendeling
F Zorg dat de elektronische sleutel zich in de
detectiezone A bevindt en breng uw hand
achter de portiergreep van één van de
vier portieren of druk op de knop voor het
openen van de achterklep.
Als de elektrische werking van de achterklep is
geactiveerd, gaat deze bovendien automatisch
open.
Met dit systeem kan de auto worden ontgrendeld
en vergrendeld, en de motor worden gestart,
als de elektronische sleutel zich binnen het
detectiebereik
A van de auto bevindt.
2
Toegang tot de auto
Page 40 of 320

38
Openen van de ruiten
Het gedurende enkele seconden knipperen van
de richtingaanwijzers geeft aan dat:
-
d
e auto is ontgrendeld (uitvoeringen zonder
alarmsysteem),
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige
uitvoeringen).
De buitenspiegels worden uitgeklapt.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
F Leg uw hand achter de portiergreep van het bestuurdersportier.
F
W
anneer u de volledige auto wilt ontgrendelen,
legt u uw hand achter de portiergreep van
een van de passagiersportieren terwijl de
elektronische sleutel zich in de buurt van dit
portier bevindt, of drukt u op de schakelaar
voor het openen van de achterklep ter wijl de
elektronische sleutel zich in de buurt van de
achterzijde van de auto bevindt.
De selectieve ontgrendeling van
het bestuurdersportier kan worden
geconfigureerd via het menu Rijden/
Auto van het touchscreen.
Tijdens het ontgrendelen van het
bestuurdersportier knipperen de richtingaanwijzers
gedurende enkele seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto selectief is ontgrendeld (uitvoeringen
zonder alarmsysteem),
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld bij de
andere uitvoeringen.
De buitenspiegels worden uitgeklapt.
Selectief ontgrendelen van de
achterklep
F Druk op de schakelaar voor het openen van de achterklep om uitsluitend de achterklep
te ontgrendelen.
De portieren blijven vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep
is uitgeschakeld, worden bij het indrukken van
deze knop ook de portieren ontgrendeld.
De selectieve ontgrendeling van
de achterklep kan worden in- of
uitgeschakeld via het menu Rijden/
Auto van het touchscreen.
Als een van de portieren of de achterklep
geopend is of als een van de elektronische
sleutels van het Keyless entry and start-
systeem zich in de auto bevindt, werkt
de
centrale vergrendeling niet.
Daarentegen wordt het alarmsysteem
(indien aanwezig) na ongeveer
45
seconden ingeschakeld. Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30 seconden een van de portieren
of de achterklep wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Het alarm (indien aanwezig) wordt
automatisch opnieuw ingeschakeld.
Het automatisch inklappen en uitklappen
van de buitenspiegels bij het vergrendelen
en ontgrendelen met de afstandsbediening
kan worden ingesteld via het menu Rijden/
Auto
van het touchscreen.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor
een korte tijd, zonder de elektronische
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem mee te nemen.
Wees bedacht op diefstal van de auto als
de elektronische sleutel van het Keyless
entry and start-systeem zich binnen een
van de detectiezones bevindt ter wijl uw
auto ontgrendeld is.
Afhankelijk van de uitvoering kunnen
de ruiten worden geopend door
langer dan drie seconden de hand
achter de handgreep te houden of
de knop voor het openen van de
achterklep ingedrukt te houden.
Het openen van de ruiten stopt zodra u de hand
terugtrekt of de knop loslaat.
Toegang tot de auto