PEUGEOT 508 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: 508, Model: PEUGEOT 508 2021Pages: 292, PDF Size: 8.68 MB
Page 201 of 292

199
In geval van pech
8Uitvoering met adaptieve 3D Full
LED-achterlichten
1.Richtingaanwijzers (led)
2. Remlichten (led)
3. Parkeerlicht / dagrijverlichting (led)
4. Achteruitrijlicht (P21W)
5. Mistachterlicht (P21W)
Achteruitrijlichten / mistachterlichten.
Achteruitrijlichten
Mistachterlichten
Deze lampen zijn te vervangen vanaf de buitenkant
van de achterbumper.
►
Steek uw hand onder de bumper
.
►
Draai de lamphouder een kwartslag en verwijder
deze.
►
Draai de lamp een kwartslag en vervang de
lamp.
Raak de uitlaat niet aan als u de lamp kort na het afzetten van het contact vervangt
- kans op brandwonden!
Zekeringen
Een zekering vervangen Laat alle werkzaamheden alleen door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren
Wanneer een zekering door een derde partij
wordt vervangen, kan er een ernstige storing in
de auto ontstaan.
Montage van elektrische accessoires Bij het ontwerp van het elektrische systeem
van uw auto is al rekening gehouden met de
montage van zowel de standaarduitrusting als
eventuele opties.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in de
auto monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit storingen veroorzaakt
door het repareren van de auto of het oplossen
van storingen die zijn ontstaan door de montage
van accessoires die niet door PEUGEOT zijn
geleverd of aanbevolen, of die niet zijn
gemonteerd in overeenstemming met de
aanbevelingen. Dit geldt met name als het
gezamenlijke stroomverbruik van de extra
uitrusting meer dan 10 milliampère bedraagt.
12V-accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor
het starten van de motor met behulp van startkabels
of voor het laden van een lege accu.
Page 202 of 292

200
In geval van pech
Loodstartaccu's
Deze accu's bevatten schadelijke stoffen (zwavelzuur en lood).
Ze moeten conform de regelgeving worden
afgevoerd en mogen nooit samen met
huishoudelijk afval worden weggegooid.
Lever lege batterijen van de afstandsbediening
en accu's in bij een speciaal inzamelpunt.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u handelingen aan de accu uitvoert.
Voer handelingen aan de accu uitsluitend uit in
een goed geventileerde ruimte, ver van open
vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk
risico van brand of explosie uit te sluiten.
Was na afloop uw handen.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de pluspool (+):
► Ontgrendel de motorkap door de
ontgrendelhendel in het interieur en vervolgens de
veiligheidshaak van de motorkap te bedienen.
►
Open de motorkap.
Pluspool (+)
.
Deze pool is voorzien van een aansluiting met
snelkoppeling.
Minpool (-).
De minpool van de accu is niet bereikbaar en
daarom bevindt er zich vlak bij de accu een
afzonderlijk massapunt.
Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto leeg is, kan de motor
worden gestart met een hulpaccu (externe accu of
een accu van een andere auto) en startkabels of
met een startbooster.
Start de motor nooit als er een acculader is aangesloten.
Gebruik nooit een startbooster van 24
V of hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12
V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de lege accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (audiosysteem,
ruitenwissers, verlichting enz.) van beide auto's
uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor (zoals
ventilator en riemen) bevinden.
Maak de plusklem (+) niet los bij draaiende
motor.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+)
omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
►
Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van
de ontladen accu (A ) (bij het gebogen metalen
gedeelte) en vervolgens op de pluspool (+) van de
hulpaccu (B ) of de startbooster.
►
Sluit het ene uiteinde van de groene of zwarte
kabel aan op de minpool (-) van de hulpaccu (B ) of
de startbooster (of op een massapunt van de auto
met de hulpaccu).
►
Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte
kabel aan op het massapunt C .
►
Start de motor van de auto met de hulpaccu en
laat deze enkele minuten draaien.
►
Start de auto met de lege accu en laat de motor
draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact af
en wacht even voordat u een nieuwe poging doet.
►
W
acht totdat de motor stationair draait.
► Maak de startkabels vervolgens in omgekeerde
volgorde los.
► Breng het kunststof kapje aan op de pluspool (+),
als uw auto hiermee is uitgerust.
► Laat de motor minimaal 30 minuten draaien,
terwijl de auto stilstaat, om de accu voldoende op
te laden.
Wanneer u meteen gaat rijden zonder dat de auto voldoende is opgeladen, kunnen
sommige functies mogelijk niet goed werken.
Automatische transmissie Probeer de motor nooit te starten door de
auto aan te duwen.
Laden met behulp van een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het
noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu
voldoende is opgeladen.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om
de accu op te laden:
– Als de auto vooral voor korte ritten wordt gebruikt.
– Als de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u de accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader
die geschikt is voor loodaccu's en die een
nominale spanning van 12 V heeft.
Page 203 of 292

201
In geval van pech
8► Maak de startkabels vervolgens in omgekeerde
volgorde los.
►
Breng het kunststof kapje aan op de pluspool (+),
als uw auto hiermee is uitgerust.
►
Laat de motor minimaal 30 minuten draaien,
terwijl de auto stilstaat, om de accu voldoende op
te laden.
Wanneer u meteen gaat rijden zonder dat de auto voldoende is opgeladen, kunnen
sommige functies mogelijk niet goed werken.
Automatische transmissie Probeer de motor nooit te starten door de
auto aan te duwen.
Laden met behulp van een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het
noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu
voldoende is opgeladen.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om
de accu op te laden:
–
Als de auto vooral voor korte ritten wordt gebruikt.
–
Als de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.
Neem contact op met een PEUGEOT
-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u de accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader
die geschikt is voor loodaccu's en die een
nominale spanning van 12
V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
►
Zet het contact af.
►
Schakel alle stroomverbruikers uit
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
► Schakel lader B uit voordat u de kabels op de
accu aansluit om gevaarlijke vonken te voorkomen.
►
Controleer of de kabels van de lader in goede
staat zijn.
►
Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+)
omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
►
Sluit de kabels van lader
B als volgt aan:
•
de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van de
accu A,
•
de zwarte minkabel (-) op het massapunt
C van
de auto.
► Zet na afloop van het laden eerst acculader B uit
voordat u de kabels loskoppelt van accu A .
Als deze sticker is aangebracht, mag er
uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt.
Anders kunnen elektrische onderdelen
onherstelbaar beschadigd raken.
24V
12V
Probeer nooit om een bevroren accu te laden - Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en op
scheuren in de behuizing (kans op lekkage van
giftig en corrosief zuur).
Een aantal functies, waaronder het Stop & Start-systeem, is niet beschikbaar als de
laadtoestand van de accu onvoldoende is.
De accu loskoppelen
We raden u aan om de accu los te koppelen als de
auto langere tijd niet wordt gebruikt, zodat de accu
voldoende lading behoudt om de motor te starten.
Page 204 of 292

202
In geval van pech
Voer de volgende handelingen uit voordat u de accu
loskoppelt:
►
Sluit alle te openen carrosseriedelen (portieren/
deuren, achterklep, ruiten, dak).
►
Schakel alle stroomverbruikende voorzieningen
uit (zoals audiosysteem, ruitenwissers en lampen).
►
Zet het contact uit en wacht 4 minuten.
Als u bij de accu bent, hoeft u alleen de klem van de
pluspool (+) los te halen.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
► Afhankelijk van de uitrusting tilt u het plastic kapje
van de pluspool (+) op.
►
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de
accupoolklem B te ontgrendelen.
►
Beweeg de accupoolklem
B omhoog om hem te
verwijderen.
Weer aansluiten van de plusklem (+)
► Trek de hendel (A ) zo ver mogelijk omhoog.
► Plaats de geopende accupoolklem ( B) op de
pluspool (+).
►
Druk de accupoolklem (
B) volledig omlaag.
►
Beweeg de hendel (
A) omlaag om de
accupoolklem (B ) vast te zetten.
►
Afhankelijk van de uitrusting duwt u het plastic
kapje terug op de pluspool (+).
Forceer de hendel niet wanneer u erop drukt; als de klem niet goed is geplaatst, kan
deze niet worden vergrendeld. Voer de procedure
nogmaals uit.
Na het opnieuw aansluiten van de accu
Als de accukabels weer zijn aangesloten, moet u het
contact aanzetten en vervolgens 1 minuut wachten
voordat u de motor start, zodat de elektronische
systemen kunnen worden geïnitialiseerd.
Wanneer er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, neem dan contact op
met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Aan de hand van het betreffende deel moet u
bepaalde uitrustingselementen resetten:
–
Elektronische sleutel.
–
Schuif- / kanteldak en elektrisch zonnescherm.
–
Elektrische ruitbediening.
–
Datum en tijd.
–
Voorkeuzezenders.
Nadat de accu opnieuw is aangesloten, wordt de melding "Storing
detectiesysteem risico op aanrijding"
weergegeven op het instrumentenpaneel
wanneer het contact wordt aangezet. Dit is
volkomen normaal. De melding zal tijdens het
rijden verdwijnen.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer starten van de motor na het aansluiten van
de accukabels, werkt het Stop & Start-systeem
mogelijk niet.
Het systeem werkt dan pas weer als de auto
langere tijd heeft stilgestaan; hoe lang dat is,
is afhankelijk van de buitentemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal 8 uur).
12V-accu (plug-in hybride)
Het plug-in hybridesysteem heeft twee hulpaccu's:
een voorin en een achterin de auto.
Deze accu's bevatten schadelijke stoffen (zwavelzuur en lood).
Ze moeten conform de regelgeving worden
afgevoerd en mogen nooit samen met
huishoudelijk afval worden weggegooid.
Lever lege batterijen van de afstandsbediening
en accu's in bij een speciaal inzamelpunt.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u handelingen aan de accu's uitvoert.
Voer handelingen aan de accu's uitsluitend uit
in een goed geventileerde ruimte, ver van open
vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk
risico van brand- of explosiegevaar uit te sluiten.
Was na afloop uw handen.
De accu's vervangen Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Een ander voertuig met startkabels starten
U mag geen andere auto starten met behulp van
de 12V-accu's van uw auto.
Toegang tot de accu's
Voor
De voorste accu bevindt zich onder de motorkap.
Page 205 of 292

203
In geval van pech
8Deze accu's bevatten schadelijke stoffen (zwavelzuur en lood).
Ze moeten conform de regelgeving worden
afgevoerd en mogen nooit samen met
huishoudelijk afval worden weggegooid.
Lever lege batterijen van de afstandsbediening
en accu's in bij een speciaal inzamelpunt.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u handelingen aan de accu's uitvoert.
Voer handelingen aan de accu's uitsluitend uit
in een goed geventileerde ruimte, ver van open
vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk
risico van brand- of explosiegevaar uit te sluiten.
Was na afloop uw handen.
De accu's vervangen Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Een ander voertuig met startkabels starten
U mag geen andere auto starten met behulp van
de 12V-accu's van uw auto.
Toegang tot de accu's
Voor
De voorste accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de pluspool (+):
► Ontgrendel de motorkap door de
ontgrendelhendel in het interieur en vervolgens de
veiligheidshaak van de motorkap te bedienen.
►
Open de motorkap.
Pluspool (+)
met snelsluiting.
Minpool (-).
De minpool van de accu is niet bereikbaar en
daarom bevindt er zich vlak bij de accu een
afzonderlijk massapunt.
Achter
De achterste accu bevindt zich in de bagageruimte.
Voor toegang tot de accu:
► Til de vloerplaat in de bagageruimte op.
Pluspool (+), beschermd door een rood kunststof
kapje (niet toegankelijk).
Minpool (-) met een zwarte snelsluitende aansluiting.
De voorste accu laden met
behulp van een acculader
Voor een optimale levensduur van de voorste accu
is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu
voldoende is opgeladen.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om
de voorste accu op te laden:
–
Als de auto vooral voor korte ritten wordt gebruikt.
–
Als de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.
Neem contact op met een PEUGEOT
-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u de voorste accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader
die geschikt is voor loodaccu's en die een
nominale spanning van 12
V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
Page 206 of 292

204
In geval van pech
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
►
Zet het contact af.
►
Schakel alle stroomverbruikers uit
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
► Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen
de lader B uit alvorens de kabels op de accu aan te
sluiten.
►
Controleer of de kabels van de lader in goede
staat zijn.
►
Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+)
omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
►
Sluit de kabels van lader
B als volgt aan:
•
de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van de
accu A,
•
de zwarte minkabel (-) op het massapunt
C van
de auto.
►
Zet na afloop van het laden eerst acculader
B uit
voordat u de kabels loskoppelt van accu A .
Probeer nooit om een bevroren accu te
laden - Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en op
scheuren in de behuizing (kans op lekkage van
giftig en corrosief zuur).
De accu's loskoppelen /
aansluiten
Procedure voor het loskoppelen / aansluiten van de
accu's als de auto langdurig niet wordt gebruikt.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de accu's
los te koppelen:
►
Open het bestuurdersportier en de achterklep.
►
Sluit alle andere portieren / deuren.
►
Schakel alle stroomverbruikers uit (zoals
audiosysteem, ruitenwissers en verlichting).
►
Zet het contact uit en wacht totdat het
controlelampje READY uit gaat.
►
W
acht 4 minuten.
Voer het loskoppelen en aansluiten van de accu's nooit in een andere dan de
aangegeven volgorde uit - kans op onherstelbare
schade!
Loskoppelen
Achterste accu:
► Koppel aansluiting (-) los met de zwarte
snelsluitende aansluiting
Accu voorin:
► Koppel aansluiting (+) los door de zwarte
snelsluitende aansluiting los te koppelen: •
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de
accupoolklem B te ontgrendelen.
•
Beweeg de accupoolklem
B omhoog om hem te
verwijderen.
Aansluiten
Accu voorin:
► Koppel aansluiting (+) los door de rode
snelsluitende aansluiting aan te sluiten: • Trek de hendel (A ) zo ver mogelijk omhoog.
• Plaats de geopende accupoolklem (B ) op de
pluspool (+).
• Druk de accupoolklem (B ) volledig omlaag.
• Beweeg de hendel (A ) omlaag om de
accupoolklem (B ) vast te zetten.
Achterste accu:
► Koppel aansluiting (-) aan met de zwarte
snelsluitende aansluiting
Na het opnieuw aansluiten van de accu
Als de accukabels weer zijn aangesloten, moet u het
contact aanzetten en vervolgens 1 minuut wachten
voordat u de motor start, zodat de elektronische
systemen kunnen worden geïnitialiseerd.
Page 207 of 292

205
In geval van pech
8Aansluiten
Accu voorin:
► Koppel aansluiting (+) los door de rode
snelsluitende aansluiting aan te sluiten: •
T
rek de hendel (A ) zo ver mogelijk omhoog.
•
Plaats de geopende accupoolklem (
B) op de
pluspool (+).
•
Druk de accupoolklem (
B) volledig omlaag.
•
Beweeg de hendel (
A) omlaag om de
accupoolklem (B ) vast te zetten.
Achterste accu:
►
Koppel aansluiting
(-) aan met de zwarte
snelsluitende aansluiting
Na het opnieuw aansluiten van de accu
Als de accukabels weer zijn aangesloten, moet u het
contact aanzetten en vervolgens 1 minuut wachten
voordat u de motor start, zodat de elektronische
systemen kunnen worden geïnitialiseerd.
Wanneer er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, neem dan contact op
met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Aan de hand van het betreffende deel moet u
bepaalde uitrustingselementen resetten:
–
Elektronische sleutel.
–
Schuif- / kanteldak en elektrisch zonnescherm.
–
Elektrische ruitbediening.
–
Datum en tijd.
–
Voorkeuzezenders.
Slepen van de auto
Algemene aanwijzingenHoud u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto
hoger is dan van de auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet
beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond
altijd een goedgekeurde sleepstang; kabels,
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met uitgeschakelde
motor, werken ook de rem- en stuurbekrachtiging
niet.
Neem contact op met een professioneel bergingsbedrijf:
–
Als de auto is gestrand op de autosnelweg of
autoweg.
–
Als het niet mogelijk is de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de parkeerrem vrij te zetten.
–
Als het bij een auto met automatische
transmissie niet mogelijk is om deze te slepen
met draaiende motor.
–
Bij het slepen met slechts twee wielen op de
grond.
–
Bij auto's met vierwielaandrijving.
–
Bij het ontbreken van een goedgekeurde
sleepstang.
Plug-in hybrides Trap eerst het rempedaal in terwijl
het contact aan is en selecteer stand N .
Schakel vervolgens het hybridesysteem uit
(controlelampje READY uit).
Roep altijd de hulp in van een professioneel
bergingsbedrijf om uw auto met een
autoambulance of oplegger te bergen.
Gebruik het sleepoog alleen
om de auto,
wanneer deze vastzit, los te trekken of tijdens de
berging vast te zetten op een autoambulance of
oplegger.
Page 208 of 292

206
In geval van pech
Beperkingen bij slepen
Type voertuig
(motor / versnellingsbak) Voorwielen op de grond Achterwielen op de grond
Dieplader4 wielen op de grond met
sleepstang
Verbrandingsmotor / Automaat
Hybride 2WD
Hybride 4WD
2WD: tweewielaandrijving.
4WD: vierwielaandrijving.
Bij een storing in de accu of de elektrische parkeerrem is het essentiee\
l dat u contact opneemt met een professioneel bedrijf dat gebruik maakt van
autoambulances.
Toegang tot het gereedschap
Berline
SW Het sleepoog is opgeborgen in een
gereedschapskist onder de vloer van de
bagageruimte.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over toegang tot het gereedschap.
Slepen van de auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
voorzijde:
Page 209 of 292

207
In geval van pech
8
► Maak het afdekplaatje los door op het onderste
gedeelte te drukken.
►
V
erwijder het afdekplaatje door het naar rechts
en vervolgens omlaag te bewegen.
Voor het slepen van uw auto:
►
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang.
►
Zet de versnellingsbak in de neutraalstand.
Wanneer deze instructie niet in acht wordt genomen, kunnen bepaalde onderdelen
(zoals de remmen en de transmissie) beschadigd
raken en kan het zijn dat de rembekrachtiging
niet werkt wanneer de motor een volgende keer
wordt gestart.
Automatische transmissie Sleep de auto nooit met de aangedreven
wielen op de grond terwijl de motor is afgezet.
►
Ontgrendel het stuurwiel en zet de parkeerrem
vrij. ►
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's
in.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid
als de af te leggen afstand beperkt.
Slepen van een andere auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
achterzijde:
► Maak het afdekplaatje los door op het onderste
gedeelte te drukken.
Voor het slepen van een andere auto:
►
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang.
►
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's
in.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid
als de af te leggen afstand beperkt.
Page 210 of 292

208
Technische gegevens
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
Motoren
De technische gegevens van de motor van uw auto
zijn op het kentekenbewijs en in de commerciële
documentatie vermeld.
Alleen de waarden die beschikbaar waren op het
moment van publicatie zijn in de tabellen vermeld.
Neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of
gekwalificeerde werkplaats als u de ontbrekende
waarden wilt weten.
Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde,
onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in
de Europese regelgeving (Richtlijn 1999/99/EG).
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten en aanhangergewichten van de auto
zijn op het kentekenbewijs van uw auto en in de
commerciële documentatie vermeld.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het maximaal toelaatbare treingewicht (GTW) en
de aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000 meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter
hoogte met 10% te worden verminderd.
De aanbevolen kogeldruk is het gewicht dat op de
trekhaakkogel mag rusten.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om
de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur hoger dan 37 °C is, moet het
aanhangergewicht worden verlaagd.
Het trekken van een aanhanger, ook met een licht beladen auto, kan een negatief
effect op de wegligging hebben.
Met een aangekoppelde aanhanger heeft de auto
een langere remweg.
Wanneer de auto een aanhanger trekt, mag
u nooit sneller dan 100 km/h of de plaatselijk
geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk
90 km/h) rijden.
Motoren en aanhangergewichten - Benzine
Motoren PureTech 130 EAT8THP 150
EAT6 THP 165
EAT6 PureTech 180 S&S EAT8
Versnellingsbak / transmissie Automaat, 8 versnellingen Automaat, 6
versnellingenAutomaat, 6
versnellingen Automaat, 8 versnellingen
Codes EB2ADTS ATN8 Euro 6.3EP6FDTMD
AT6III Euro 5 EP6FDTM
AT6III Euro 5 EP6FADTXD ATN8 STT
Euro 6.3
Modelcodes
Berline: FP... F3...
SW: FR... F4... HNST
5GXV5GYV 5GFT
Carrosserievariant BerlineSWBerline Berline Berline SW
Cilinderinhoud (cc) 1.1991.5981.598 1.598
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 9611 0121 133
Brandstof LoodvrijLoodvrij Loodvrij Loodvrij
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
combinatiegewicht) (kg)
op een helling van max. 10% of 12% 1.330
1.290 6006001.600 1.600
Aanhanger ongeremd (kg) 735745600600745745
Maximale kogeldruk (kg) 707075757575