PEUGEOT 508 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: 508, Model: PEUGEOT 508 2021Pages: 292, PDF Size: 8.68 MB
Page 241 of 292

239
PEUGEOT Connect Nav
11Naar een contact
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Mijn bestemmingen".
Selecteer het tabblad "Contact".
Selecteer een contact in de lijst om de geleide
navigatie te starten.
Naar een Point of Interest
(POI)
Geleide methode:
De Points of Interest (POI) zijn onderverdeeld in
verschillende categorieën.
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Points of interest".
Selecteer het tabblad "Reizen",
" Activiteiten", "Winkelcentrum",
" Openbaar" of "Geografisch".
Of
Selecteer "Zoeken" om de naam en het adres van een POI in te voeren.
Druk op "OK" om de route te berekenen.
Of
Intuïtieve methode:
Wanneer u deze dienst wilt gebruiken, kunt u deze methode alleen selecteren wanneer
er een netwerkverbinding aanwezig is. Deze
verbinding kan een "netwerkverbinding via de
auto" wanneer u de Peugeot Connect Packs
gebruikt of een "netwerkverbinding van de
gebruiker" via een smartphone zijn.
In beide gevallen wordt het systeem automatisch
met het internet verbonden wanneer er
netwerkdekking is.
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Zoeken".
Druk op de modus die rechtsonder op het scherm
wordt weergegeven (Lokaal of Verbonden) om
"Database" te wijzigen.
Selecteer de "Database" in de "Lokaal"- modus (geïntegreerd in de kaart), of in de
"Verbonden"-modus (verbonden met internet).
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Voer een adres of trefwoorden in voor uw
bestemming (POI).
Druk op "OK" om het zoeken te starten.
Selecteer het tabblad "Op de route",
" Rondom de auto" of "Op bestemming" om
uw zoekopdracht te verfijnen.
Selecteer het gewenste adres om de route te
berekenen.
Naar een punt op de kaart
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Verken de kaart door er met uw vinger over heen
te gaan.
Selecteer de bestemming door op de kaart te
drukken.
Tik op het scherm om een markeerpunt te plaatsen en een submenu weer te geven.
Druk op deze toets om de geleide navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.
Wanneer u lang op een punt drukt, wordt een lijst met POIs geopend.
Naar GPS-coördinaten
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Verken de kaart door er met uw vinger over heen
te gaan.
Raak het scherm met een vinger aan om naar het
volgende afbeelding te gaan.
Druk op deze toets om de wereldkaart weer te geven.
Selecteer, met behulp van het raster, het gewenste
land of de gewenste regio door hierop in te zoomen.
Page 242 of 292

240
PEUGEOT Connect Nav
Selecteer Wi-Fi om deze in te schakelen.
OF
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer via het virtuele toetsenbord de "Sleutel"
van het Wi-Fi -netwerk en het "Wachtwoord"
in.
Druk op "OK" om verbinding tot stand te brengen tussen de smartphone en het
systeem van de auto.
Beperkingen in gebruik: Met CarPlay® is het delen van een
verbinding alleen beschikbaar bij een
Wi-Fi-verbinding.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk van de
kwaliteit van de netwerkverbinding.
Versturen van gegevens
toestaan.
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven.
Druk op deze toets om de GPS-coördinaten weer te geven of in te voeren.
Er wordt een markeerpunt weergegeven in het midden van het scherm, met de
coördinaten "Breedtegraad" en "Lengtegraad".
Selecteer de soort coördinaten:
GMS voor: Graden, Minuten, Seconden.
GD voor: Graden, Decimalen.
Druk op deze toets om de geleide navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven adres op te slaan.
OF
Druk op deze toets om de "Breedtegraad"- gegevens via het virtuele toetsenbord in te
voeren.
En
Druk op deze toets om de "Lengtegraad"- gegevens via het virtuele toetsenbord in te
voeren.
TMC (Traffic Message
Channel)
In bepaalde landen beschikbaar.
TMC (Traffic Message Channel)-berichten worden
gebaseerd op een Europese standaard voor het
uitzenden van verkeersinformatie via het RDS-
systeem op FM-radio, waarbij verkeersinformatie in
realtime wordt uitgezonden.
De door deze TMC-berichten doorgegeven
locaties worden vervolgens weergegeven op een
GPS-navigatiekaart, en onmiddellijk verwerkt in
de aanwijzingen van het navigatiesysteem zodat
ongevallen, files en wegafsluitingen vermeden
kunnen worden.
Waarschuwingen voor gevarenzones kunnen al dan niet worden weergegeven,
afhankelijk van de betreffende wetgeving en op
het hebben van een abonnement op de
betreffende dienst.
Online navigatie
Verbinding voor online
navigatie
Afwerkingsniveau en abonnement op online diensten en opties, afhankelijk van de uitvoering.
Netwerkverbinding via het systeem van
de auto
Met de Peugeot Connect Packs wordt het systeem automatisch verbonden met het
internet en de aangesloten diensten. In dat geval
hoeft er geen verbinding via een smartphone te
worden gemaakt.
OF
Netwerkverbinding via de mobiele
telefoon van de gebruiker
Ga naar de landelijke website van het merk van uw auto om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Schakel het toestel in en voer de instellingen in
voor het delen van de internetverbinding van de
smartphone.
De technologie staat niet stil en daarom raden wij aan om het besturingssysteem
van de smartphone, en de datum en tijd van
de smartphone en van het systeem up-to-date
te houden. Op deze manier zorgt u ervoor dat
de communicatie tussen de smartphone en het
systeem goed verloopt.
USB-verbinding
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze
via een USB-kabel is aangesloten.
Bluetooth-verbinding
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon in en maak deze zichtbaar voor alle
apparaten (zie het gedeelte "Connect-App").
Wi-Fi-verbinding
Selecteer een Wi-Fi-netwerk dat door het systeem wordt gedetecteerd en maak
hiermee verbinding.
Deze functie is alleen beschikbaar als deze is ingeschakeld via de "Notificaties" of via
het menu "Connect-App".
Druk op "Berichten".
Page 243 of 292

241
PEUGEOT Connect Nav
11Selecteer Wi-Fi om deze in te schakelen.
OF
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer via het virtuele toetsenbord de "Sleutel"
van het Wi-Fi -netwerk en het "Wachtwoord"
in.
Druk op "OK" om verbinding tot stand te brengen tussen de smartphone en het
systeem van de auto.
Beperkingen in gebruik: Met CarPlay® is het delen van een
verbinding alleen beschikbaar bij een
Wi-Fi-verbinding.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk van de
kwaliteit van de netwerkverbinding.
Versturen van gegevens
toestaan.
Druk op Instellingen om het beginscherm weer te geven. Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Systeemconfiguratie".
Selecteer het tabblad "Stand privégesprek".
OF
Druk op "Berichten".
Druk op "Stand privégesprek".
VERVOLGENS
Schakel het volgende in of uit:
–
"Gegevens worden niet gedeeld, behalve bij
bedrijfswagens".
–
"Alleen gegevens delen"
–
"Gegevens en voertuigpositie delen"
Specifieke instellingen voor
online navigatie
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Instellingen".
Selecteer het tabblad "Kaart".
Schakel het volgende in of uit:
– "Waarschuwingen voor risicozones
toestaan".
– "Adviesroute om eindbestemming te voet te
bereiken ".
Deze instellingen moeten voor elk profiel worden
geconfigureerd.
Druk op "OK" om uw keuze te bevestigen.
Selecteer het tabblad "Config. waarsch.".
Schakel het volgende in of uit:
–
"Waarschuwen voor parkeerplaatsen in de
buurt".
–
"Melding tankstation".
–
"Waarschuwen voor gevaarlijke zones" en druk
dan op het waarschuwingspictogram (driehoekje)
om waarschuwingen te configureren.
–
"Geluidssignaal".
–
"Waarschuwen nabijheid POI 1".
–
"Waarschuwen nabijheid POI 2".
Druk op "OK" om uw keuze te bevestigen.
De "Berichten" in de bovenste balk kunnen
altijd worden geopend.
Waarschuwingen voor gevarenzones kunnen al dan niet worden weergegeven,
afhankelijk van de geldende wetgeving en of u
een abonnement op de betreffende dienst hebt.
Als "TOMTOM TRAFFIC" wordt weergegeven, zijn de diensten beschikbaar.
Page 244 of 292

242
PEUGEOT Connect Nav
Applicaties
USB-aansluitingen
Deze hangen af van de uitrusting. Zie het gedeelte
"Ergonomie en comfort" voor meer informatie over
de USB-aansluitingen die compatibel zijn met de
apps CarPlay
® of Android Auto.
Ga naar de website voor uw land van de
fabrikant om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Gebruikers kunnen een smartphone synchroniseren zodat ze apps op het
scherm van de auto zien die de CarPlay
®- of
Android Auto-technologie van de smartphone
ondersteunen. Om CarPlay
®-technologie te
kunnen gebruiken, moet de functie CarPlay®
eerst op de smartphone worden geactiveerd.
Ontgrendel de smartphone om het
communicatieproces tussen de smartphone en
het systeem te starten.
De technologie staat niet stil en daarom raden
wij aan om het besturingssysteem van de
smartphone, en de datum en de tijd op de
smartphone en van het systeem up-to-date te
houden.
Connectiviteit
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Met online navigatie beschikt u over de volgende diensten.
Een pakket online diensten:
–
Weer,
–
Tankstations,
–
Parking,
–
Verkeer,
–
POI lokaal zoeken.
Een Gevarenzone-pakket (optioneel).
Melding doorgeven:
"Waarschuwen voor
gevaarlijke zones"
Selecteer de optie:Waarschuwingen voor risicozones toestaan om informatie over
gevarenzones te verzenden.
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "Een nieuwe gevarenzone doorgeven" op de balk aan de zijkant of op
de bovenste balk van het touchscreen (afhankelijk
van de uitrusting).
Selecteer de optie "Type" om het type "Gevarenzone" te selecteren.
Selecteer de optie "Geschwindigkeit" en
voer de gegevens in via het virtuele
toetsenbord.
Druk op "OK" om de gegevens op te slaan en te verzenden.
Brandstofinformatie
weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm weer te geven.
Druk op deze toets om de lijst van beschikbare diensten weer te geven.
Druk op "POI op kaart" om de lijst met nuttige plaatsen weer te geven.
Druk op een van de toetsen om naar " Tankstations" te zoeken.
Schakel "Tankstations" in of uit.
Druk op de toets om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer het tabblad "Parameters".
Selecteer de gewenste brandstof.
Druk op "OK" om op te slaan.
Informatie over laadstations
weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm weer
te geven.
Druk op deze toets om de lijst van beschikbare diensten weer te geven.
Druk op "POI op kaart" om de lijst met nuttige plaatsen weer te geven.
Druk op een van de toetsen om naar " Tankstations" te zoeken.
Schakel "Tankstations" in of uit.
Druk op de toets om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer het tabblad "Parameters".
Selecteer het gewenste stekkertype.
Druk op "OK" om op te slaan.
Het weerbericht weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm weer
te geven.
Druk op deze toets om de lijst van beschikbare diensten weer te geven.
Selecteer "Kaart raadplegen".
Selecteer "Weer".
Druk op deze toets om standaardinformatie
weer te geven.
Druk op deze toets om een uitgebreid weerbericht weer te geven.
De temperatuur die om 6 uur 's ochtends wordt weergegeven, is de
maximumtemperatuur van de dag.
De temperatuur die om 6 uur 's avonds wordt
weergegeven, is de minimumtemperatuur van
de nacht.
Page 245 of 292

243
PEUGEOT Connect Nav
11Applicaties
USB-aansluitingen
Deze hangen af van de uitrusting. Zie het gedeelte
"Ergonomie en comfort" voor meer informatie over
de USB-aansluitingen die compatibel zijn met de
apps CarPlay
® of Android Auto.
Ga naar de website voor uw land van de
fabrikant om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
Gebruikers kunnen een smartphone synchroniseren zodat ze apps op het
scherm van de auto zien die de CarPlay
®- of
Android Auto-technologie van de smartphone
ondersteunen. Om CarPlay
®-technologie te
kunnen gebruiken, moet de functie CarPlay®
eerst op de smartphone worden geactiveerd.
Ontgrendel de smartphone om het
communicatieproces tussen de smartphone en
het systeem te starten.
De technologie staat niet stil en daarom raden
wij aan om het besturingssysteem van de
smartphone, en de datum en de tijd op de
smartphone en van het systeem up-to-date te
houden.
Connectiviteit
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functies CarPlay®
of Android Auto
te openen.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Verschilt per land.
Wanneer de USB-kabel wordt aangesloten,
schakelt de functie CarPlay® de Bluetooth®-
modus van het systeem uit.
De functie "CarPlay" werkt alleen in combinatie
met een compatibele smartphone en compatibele
apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel
is aangesloten.
Druk op "Telefoon" om de CarPlay®-
interface weer te geven.
Of
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel
is aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op " Connect-App" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "CarPlay
®"-functie
te openen.
Druk op "CarPlay" om de CarPlay®-interface
weer te geven.
Wanneer de USB-kabel wordt ontkoppeld en het contact uit en weer in wordt
geschakeld, schakelt het systeem niet
automatisch naar de RAD MEDIA-modus. De
bron moet handmatig worden gewijzigd.
Android Auto-verbinding voor smartphones
Verschilt per land.
Installeer via "Google Play" de app
" Android Auto" op de smartphone.
De functie "Android Auto" werkt alleen in
combinatie met een compatibele smartphone en
compatibele apps.
Sluit de USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel
is aangesloten.
Druk op het scherm van het systeem op " Connect-App" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "Android Auto"-
functie te openen.
Druk op "Android Auto" om de app in het systeem te starten.
Tijdens de procedure worden er verschillende schermen voor bepaalde
functies weergegeven.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Tijdens de Android Auto-weergave kunt u de
verschillende audiobronnen met de aanraaktoetsen
in de bovenste balk van het scherm gebruiken.
Page 246 of 292

244
PEUGEOT Connect Nav
Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor het
netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
" Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand te
brengen.
De Wi-Fi-verbinding en Wi-Fi-verbinding delen kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
Wi-Fi-verbinding delen
Afhankelijk van de uitvoering.
Een lokaal Wi-Fi-netwerk aanmaken via het
systeem.
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
De menu's van het systeem kunnen op elk moment
met de menutoetsen worden geopend.
In de Android Auto-modus wordt de functie die uitklapmenu's weergeeft door met drie
vingers op het scherm te drukken, uitgeschakeld.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het zijn dat het even duurt voordat de
apps beschikbaar zijn.
Voertuig-apps
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Voertuig-apps" om de startpagina van de
apps te openen.
Internet-browser
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functie
" Connected-apps" te openen.
Druk op "Connected-apps" om de startpagina van
de browser te openen.
Selecteer het land waar u woont.
Druk op "OK" om uw keuze op te slaan en
de browser te starten.
De internetverbinding komt tot stand via een van de netwerkverbindingen van de auto of
van de gebruiker.
Bluetooth-verbinding®
De beschikbaarheid van de diensten is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en
de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-
apparaten. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de smartphone om te kijken welke diensten
beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn ingeschakeld, en de smartphone moet zijn ingesteld op
"zichtbaar voor alle apparaten".
Controleer of de door de smartphone en het
systeem weergegeven code identiek zijn om het
koppelen, met wat voor methode dan ook (via de
smartphone of via het systeem), te voltooien.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de smartphone de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de smartphone
Selecteer de naam van het systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de smartphone te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Druk op "Bluetooth-verbinding".
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
smartphones weergegeven.
Selecteer in de lijst de naam van de gekozen smartphone.
Afhankelijk van het type smartphone, wordt u gevraagd om de overdracht van uw
contacten en berichten goed te keuren.
Verbinding delen
De smartphone kan via 3 verschillende profielen via
het systeem worden verbonden:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de smartphone afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet" moet worden geactiveerd voor online
navigatie (wanneer voor de auto geen
"noodoproep of pechhulpoproep"-diensten
beschikbaar zijn), nadat eerst het delen van de
verbinding van de smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Page 247 of 292

245
PEUGEOT Connect Nav
11Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor het
netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
" Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand te
brengen.
De Wi-Fi-verbinding en Wi-Fi-verbinding delen kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt.
Wi-Fi-verbinding delen
Afhankelijk van de uitvoering.
Een lokaal Wi-Fi-netwerk aanmaken via het
systeem.
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Wifi-verbinding delen".
Selecteer het tabblad "Activering" om Wi-Fi-
verbinding delen in- of uit te schakelen.
En/of
Selecteer het tabblad "Instellingen" om de
netwerknaam en het wachtwoord van het systeem
te wijzigen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Om alle systemen te beschermen tegen
niet-geautoriseerde toegang en om deze zo
goed mogelijk te beveiligen, wordt het gebruik
van een complexe beveiligingscode of een
wachtwoord aanbevolen.
Verbindingen beheren
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Verbinding beheren".
Via deze functie kunt u zien welke online diensten
u gebruikt en welke beschikbaar zijn, en kunt u de
verbindingsmethode wijzigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Frequentie".
Druk op een van de toetsen om automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Zenderlijst" op het vervolgscherm.
Druk op "Frequentie".
Voer de frequentie in via het virtuele toetsenbord.
Voer eerst de eenheden in, en klik dan op het veld
voor decimalen om de waarden achter het decimale
punt in te voeren.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische apparatuur
die niet door het merk is goedgekeurd, zoals een
Page 248 of 292

246
PEUGEOT Connect Nav
FM-DAB volgen
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt u met
"FM-DAB automatisch volgen" dezelfde zender
blijven beluisteren omdat het systeem automatisch
overschakelt op de desbetreffende analoge
FM-zender (indien beschikbaar).
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "FM-DAB" in of uit.
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK".
Als "FM-DAB automatisch volgen" is
geactiveerd, kan er een onderbreking van
een paar seconden zijn wanneer het systeem
schakelt naar "FM"-analoge radio, en in sommige
gevallen kan het volume veranderen.
Wanneer de kwaliteit van het digitale signaal
weer goed is, schakelt het systeem automatisch
weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd niet beschikbaar is als FM-zender
(de optie "FM-DAB" wordt grijs weergegeven), of
USB-lader die is aangesloten op de 12
V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.),
ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit
fenomeen is heel normaal bij de transmissie van
radiogolven, en geven in geen geval een defect
van het audiosysteem aan.
Een zender opslaan
Selecteer een zender of een frequentie.
(zie de desbetreffende rubriek).
Druk op "Voorkeuzezenders".
Houd de toets waaronder u de zender wilt opslaan lang ingedrukt.
De frequentieband wijzigen
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk, om de frequentieband te wijzigen, op "Band…"
rechtsboven op het scherm.
RDS inschakelen/uitschakelen
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio
steeds naar de sterkste frequentie van een zender,
zodat u ernaar kunt blijven luisteren.
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het kan zijn dat het volgen van een
RDS-zender niet in het hele land
beschikbaar is, omdat veel radiozenders geen
dekking hebben in het hele land. Daardoor kan
de zender tijdens het rijden wegvallen.
Tekstberichten weergeven
De functie "Radio-tekstberichten" toont informatie
die door de radiozender wordt uitgezonden en die
betrekking heeft op de zender, of op het nummer
wat op dat moment wordt afgespeeld.
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "Weergeven radiotekst" in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Verkeersinformatie (TA)
beluisteren
De functie TA (Traffic Announcement) geeft
voorrang aan het luisteren naar berichten met
TA-verkeersinformatie. Voor een correcte werking
van deze functie is een goede ontvangst van een
radiozender nodig die deze berichten uitzendt. Zodra
een verkeersinformatiebericht wordt uitgezonden,
wordt de huidige geluidsbron automatisch
onderbroken voor het TA-verkeersinformatiebericht.
Zodra dit bericht is afgelopen, wordt het afspelen
van de vorige media hervat.
Selecteer "Berichten".
Schakel "Verkeersinfo" in of uit.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Digitale radio (DAB, Digital
Audio Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio biedt een betere geluidskwaliteit.
De verschillende "multiplex/bundels" bieden keuze
uit radiozenders die op alfabetische volgorde zijn
gerangschikt.
Druk op Radio Media om het beginscherm
weer te geven.
Druk rechtsboven op het scherm op "Band…" om de
" DAB"-frequentieband weer te geven.
Page 249 of 292

247
PEUGEOT Connect Nav
11FM-DAB volgen
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt u met
"FM-DAB automatisch volgen" dezelfde zender
blijven beluisteren omdat het systeem automatisch
overschakelt op de desbetreffende analoge
FM-zender (indien beschikbaar).
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Radioinstellingen".
Selecteer "Algemeen".
Schakel "FM-DAB" in of uit.
Schakel "Volgen van zenders" in of uit.
Druk op "OK".
Als "FM-DAB automatisch volgen" is
geactiveerd, kan er een onderbreking van
een paar seconden zijn wanneer het systeem
schakelt naar "FM"-analoge radio, en in sommige
gevallen kan het volume veranderen.
Wanneer de kwaliteit van het digitale signaal
weer goed is, schakelt het systeem automatisch
weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt geluisterd niet beschikbaar is als FM-zender
(de optie "FM-DAB" wordt grijs weergegeven), of
als "DAB/FM automatisch volgen" niet is
geactiveerd, wordt het geluid onderbroken als het
digitale signaal te zwak wordt.
Media
USB-poort
Steek de USB-geheugenstick in de USB-poort, of sluit het USB-apparaat via een
kabel (niet meegeleverd) op de USB-poort aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze lijsten
kan enkele seconden of soms enkele minuten
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en het
aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer wanneer het contact wordt ingeschakeld
of wanneer er een USB-geheugenstick wordt
ingestoken, worden de afspeellijsten bijgewerkt.
Het audiosysteem slaat deze lijsten op, zodat deze
sneller worden geladen wanneer ze niet gewijzigd
zijn.
AUX-aansluiting (AUX)
Afhankelijk van de uitrusting
Sluit een draagbaar apparaat (MP3-speler, enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd)
aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar
als "Extra ingang" in de audio-instellingen is
geselecteerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat
af (op een hoog geluidsniveau). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
De bediening vindt plaats via het draagbare
apparaat.
Geluidsbron selecteren
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN".
Selecteer de geluidsbron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering/afhankelijk van het land.
Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort.
De video kan alleen via het touchscreen worden bediend.
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN".
Selecteer Video om de video te starten.
Page 250 of 292

248
PEUGEOT Connect Nav
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit vanaf de
telefoon of het systeem wordt gedaan: controleer of
de door de telefoon en het systeem weergegeven
code identiek zijn.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de telefoon de functie Bluetooth
uit te schakelen en weer in te schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om
verbinding met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken". Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
– "Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),
– "Streaming" (streaming: draadloos
audiobestanden via de telefoon afspelen),
Druk om de USB-geheugenstick te
verwijderen op de pauzetoets om de video te
stoppen en verwijder de geheugenstick.
Het systeem kan videobestanden met de indelingen
MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1, H.264, H.263,
VP8, WMV en RealVideo afspelen.
Streaming via Bluetooth®
Met streaming kunt u via uw smartphone naar audio
luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden
geactiveerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af
(op een hoog geluidsniveau).
Stel dan het geluidsvolume van het audiosysteem in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het zijn
dat u het afspelen van de audio moet starten via de
smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of via de
aanraaktoetsen van het systeem.
Als streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron
beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de
auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audioboeken / podcasts).
De standaardindeling is de indeling per artiest.
Om dit te veranderen moet u terug naar het
eerste niveau in de structuur en kiest u een
andere indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten).
Bevestig uw keuze voordat u in de structuur weer
afzakt naar het gewenste nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten en Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel wordt
niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de bedieningstoetsen
van het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet door
het systeem worden herkend, moeten met een
kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug worden
aangesloten of via Bluetooth-streaming worden
gekoppeld (indien compatibel).
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wma", ".aac", ".flac",
".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen 32 Kbps en
320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.) kunnen
niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen te
kiezen van maximaal 20 tekens die geen speciale
tekens bevatten (zoals, " ? .
; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel voor het draagbare apparaat te gebruiken.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart en
de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-
apparaten. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de telefoon om te kijken welke diensten
beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn ingeschakeld, en de telefoon moet zijn ingesteld op
"zichtbaar voor alle apparaten" (in de
telefooninstellingen).