display Peugeot Bipper 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: Bipper, Model: Peugeot Bipper 2011Pages: 180, PDF Size: 5.2 MB
Page 139 of 180

137
7
SNEL WEER OP WE
G
Accu
Accu's bevatten stoffen die schadelijk
zijn voor de gezondheid, zoals
zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens
de wettelijke voorschriften worden afgevoerd
en mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
erkend verzamelpunt.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is. Dit doet u bij
uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem op de volgende manier:
- druk op de ontgrendelingsknop E
om de
stekker F
los te kunnen maken,
- maak de stekker F
van de controlesensor
G
los.
Maak de controlesensor G
nooit los van de
metalen minpool H
, behalve als de accu
vervangen wordt.
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door een dealer van het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan
vervanging toe is.
Na het monteren van de accu door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats duurt het even
voordat het Stop & Start-systeem weer zal
werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk
van klimatologische omstandigheden en de
laadtoestand van de accu (kan tot
ongeveer 8 uur duren).
Voordat u de accu gaat opladen
Laad om explosie- en brandgevaar te
voorkomen de accu alleen op in een goed
geventileerde ruimte en uit de buurt van
vonken of open vuur.
Probeer nooit een bevroren accu op te
laden: laat de accu eerst ontdooien om
explosiegevaar te voorkomen. Breng een
accu nadat deze bevroren is geweest bij een
specialist die controleert of de accu inwendig
niet is beschadigd en of er geen scheuren
in de wanden zitten, waardoor het giftige en
bijtende accuzuur kan gaan lekken.
Voordat u de accupoolklemmen losmaakt
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Wacht 2 minuten na het uitzetten van het
contact alvorens de accu los te koppelen.
Sluit de ruiten en de portieren voordat de
accupoolklemmen worden losgemaakt.
Nadat u de accupoolklemmen hebt
aangesloten
Wacht na het opnieuw aansluiten van de
accupoolklemmen en het aanzetten van
het contact 1 minuut voor u de auto start,
hierdoor kunnen de elektrische systemen
geïnitialiseerd worden. Neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats wanneer hierna
toch storingen optreden.
Nadat de accu langdurig losgekoppeld is
geweest, moeten de volgende functies
geïnitialiseerd worden:
- de instellingen van het display (datum,
tijd, taal, afstandseenheden en
temperatuur),
- de voorkeuzezenders van de autoradio,
- de centrale vergrendeling.
Bepaalde instellingen van de auto zijn
gewist, raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om deze
opnieuw in te stellen.
Page 158 of 180

156
Brandstof
BRANDSTOF TANKEN
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer
45 liter
.
Te laag brandstofniveau
Als het minimale brandstofniveau
is bereikt, gaat dit lampje
branden. Er bevindt zich op
dat moment nog ongeveer
6
liter
brandstof in de tank .
Tank bij
de eerstvolgende gelegenheid om te
voorkomen dat u met een lege tank strandt. Het tanken dient met afgezette motor
te
geschieden.
- Open de brandstoftankklep.
- Houd met één hand de tankdop vast.
- Steek met uw andere hand de sleutel
in het slot en draai deze een derde
omwenteling.
- Verwijder de tankdop en hang deze op
aan de haak aan de binnenzijde van de
klep.
ONDERBREKING
BRANDSTOFTOEVOER
Bij een zware aanrijding worden de
brandstoftoevoer en de elektrische voeding
van de auto automatisch onderbroken.
Gelijktijdig worden de deuren automatisch
ontgrendeld en gaan de plafonniers
branden. Er verschijnt een melding op
het display van het instrumentenpaneel,
afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
Draai de sleutel in de stand STOP
om
ontlading van de accu te voorkomen.
Controleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstoflekkage is.
Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem is afgezet; zet in
dat geval altijd het contact af met de
sleutel.
Als de brandstoftankklep geopend is,
blokkeert een veiligheidssysteem het
openschuiven van de zijdeur (Combi).
Op een sticker aan de binnenzijde van
de klep staat de voorgeschreven soort
brandstof aangegeven.
Bij het openen van de dop kan een geluid
van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit
wordt veroorzaakt door een vacuüm en
is een normaal verschijnsel dat wordt
veroorzaakt door de afdichting van het
brandstofcircuit.
Laat het vulpistool bij het aftanken van de
auto nooit meer dan 3 keer automatisch
uitspringen. Indien dit wel gebeurt, kunnen
er storingen optreden.
Vergrendel na het tanken de vuldop en sluit
de tankklep.
Page 167 of 180

165
7
SNEL WEER OP WE
G
Controles
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
interval van de niveaucontrole.
Raadpleeg de bladzijden in het
onderhoudsboekje, die betrekking
hebben op de motoruitvoering van uw auto,
voor het laten controleren van de belangrijkste
niveaus en bepaalde onderdelen volgens het
onderhoudsschema van de constructeur.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen
zoals het remsysteem te optimaliseren,
worden door PEUGEOT specifieke
producten geselecteerd en aangeboden.
Vanwege de kans op beschadiging van het
elektrisch systeem is het reinigen van de
motorruimte met een hogedrukreiniger niet
toegestaan.
Roetfilter (1.3 HDi 75)
Als aanvulling op de katalysator levert dit
filter een actieve bijdrage aan het verbeteren
van de luchtkwaliteit door het tegenhouden
van onverbrande vuildeeltjes. Ook wordt
zwarte uitlaatrook voorkomen.
Dit filter, dat is opgenomen in het
uitlaatsysteem, slaat roetdeeltjes op.
De motormanagementcomputer regelt
automatisch en periodiek de verbranding
van de opgeslagen roetdeeltjes
(regeneratie).
De regeneratie vindt plaats als aan
bepaalde voorwaarden met betrekking tot
het aantal opgeslagen roetdeeltjes en de
gebruiksomstandigheden van de auto wordt
voldaan. Als er een regeneratie plaatsvindt,
kunt u dit merken aan enkele verschijnselen
(een hoger stationair toerental, inschakelen
van de koelventilator, meer rook uit de
uitlaat en hogere temperatuur van de uitlaat)
die geen gevolgen hebben voor de werking
van de auto en het milieu.
Nadat u langdurig met lage snelheden
hebt gereden of nadat de motor langdurig
stationair heeft gedraaid, kan het in
uitzonderlijke gevallen voorkomen dat
waterdamp bij de uitlaat zichtbaar is bij het
gas geven. Dit is niet van invloed op de
werking van de auto of het milieu.
Verzadiging/regeneratie
Bij het gevaar van verstopping
van het roetfilter gaat dit lampje
branden in combinatie met een
melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Deze waarschuwing wijst op een
beginnende verzadiging van het roetfilter
(veelvuldige stadsritten: lage snelheden,
verkeersopstoppingen…).
Om het filter te regenereren wordt
aangeraden zo spoedig mogelijk, als de
verkeerssituatie en -regels dit toelaten,
gedurende ongeveer 15 minuten met
een snelheid van meer dan 60 km/h en
een toerental hoger dan 2000 t/min te
gaan rijden (tot het lampje uitgaat en de
waarschuwing verdwijnt).
Zet de motor niet af voordat de regeneratie
voltooid is: als de regeneratie vaak wordt
onderbroken, kan de motorolie voortijdig
vervuild raken. Het wordt afgeraden om het
regeneratieproces te voltooien terwijl de
auto stilstaat.
Storing
Als deze waarschuwing aanwezig blijft,
negeer deze dan niet. De waarschuwing
duidt op een storing in het uitlaatsysteem/
roetfilter.
Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Elektronisch bediende
versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
interval van de niveaucontrole.
Vanwege de hoge uitlaattemperatuur
als gevolg van de normale werking
van het roetfilter is het raadzaam de auto
uit de buurt van brandbaar materiaal
(gras, dorre bladeren, dennenaalden, ...)
te parkeren om brandgevaar te voorkomen.
Page 174 of 180

172
Cockpit
BESTUURDERSPLAATS
Instrumentenpaneel, displays,
tellers ............................................ 21
Verklikkerlampjes........................22-28
Meters.........................................29-30
Lichtschakelaar...........................41-42
Follow me home verlichting ............. 42
Parkeerlichten.................................. 41
Motorkap openen........................... 159
Zekeringen..............................149-151
Ruitenwissers voor/achter ............... 43
Ruitensproeiers ............................... 43
Boordcomputer ................................ 68
Stuurwiel, verstellen ........................ 48
Claxon ........................................... 114
Cockpit............................................... 7
Ruitbediening................................... 47
Buitenspiegels ................................. 46
Confi guratie - persoonlijke
instellingen ...............................68-71
Tijd instellen ..................................... 70
Koplampverstelling .......................... 42
Mistlampen vóór/mistachterlicht ...... 42
Dimmer dashboardverlichting .......... 30
Snelheidsregelaar.......................44-45
Starten, contactslot .................... 18, 34