reset Peugeot Boxer 2020 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2020Pages: 196, PDF Size: 5.19 MB
Page 14 of 196

12
Instrumentenpaneel
Na enkele seconden schakelt het display weer
over naar de normale weergave.
Motoroliekwaliteit
Dit verklikkerlampje knippert bij het
starten van de motor en er verschijnt,
volgens uitvoering, een melding op het
instrumentenpaneel: het systeem heeft een
verslechtering van de kwaliteit van de motorolie
gedetecteerd. De motorolie moet zo snel
mogelijk worden ververst.
Dit tweede verklikkerlampje gaat samen
met het eerste verklikkerlampje branden
als de olie niet is ververst en de kwaliteit van de
olie een nieuwe grenswaarde heeft
overschreden. Als dit verklikkerlampje met
regelmatige intervallen gaat branden, vul dan zo
snel mogelijk motorolie bij.
Voor de 3,0 l HDi-motoren zal het
toerental beperkt worden tot 3000 t/min
en vervolgens tot 1500 t/min zolang de olie
niet is ververst. Laat de motorolie verversen
om te voorkomen dat er schade aan de motor
ontstaat.
De onderhoudsindicator
resetten
In een bevoegde werkplaats met
diagnosegereedschap kan het permanent
knipperen van het waarschuwingslampje na elke
servicebeurt worden uitgeschakeld.
Als u zelf onderhoud aan het voertuig uitvoert,
reset de onderhoudsindicator dan als volgt.
► Steek de sleutel in het contactslot.► Draai deze in de stand MAR - ON.► Druk tegelijkertijd het rem- en koppelingspedaal langer dan 15 seconden in.
Zie de controlelijst in het
onderhoudsschema van de fabrikant die
bij aflevering van het voertuig wordt
meegeleverd.
Herinnering
onderhoudsinformatie
Druk kort op de toets MODE voor toegang
tot de onderhoudsindicaties.
Gebruik de pijlen omhoog/omlaag om de
service-intervallen en de kwaliteit van de
motorolie te bekijken.
Wanneer u nog een keer op de toets MODE
drukt, gaat u terug naar de verschillende menu's
op het display.
Als u lang op de toets drukt, gaat u terug naar
het beginscherm.
Menu... Select... Hiermee kunt
u ...
Service Service (km/
mijl tot onder-
houdsbeurt) Het reste-
rende aantal
kilometer /
mijl tot de vol-
gende onder
-
houdsbeurt
weergeven.
Olie verversen
(km/mijlen tot
olie verversen) Het
resterende
aantal mijl /
kilometer tot
de volgende
keer olie
verversen
weergegeven.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de
configuratie van het
voertuig (MODE).
Koelvloeistoftemperatuur
Page 120 of 196

11 8
In geval van pech
► Monteer het reservewiel door de 2 gaten (M) uit de lijnen met de 2 bijbehorende assen N.► Draai de bouten met de hand vast.
Schroef de bouten in deze volgorde aan.
► Draai ze vast met de wielsleutel (D) en
wielstang ( B).
► Zet het voertuig omlaag met de wielsleutel (D) en wielstang ( B), en verwijder dan de krik.► Draai de bouten weer vast met de wielsleutel (D) en wielstang (B).
Laat het aanhaalmoment van de
wielbouten en de bandenspanning van
het reservewiel zo snel mogelijk door een
dealer van de fabrikant of een gekwalificeerde
werkplaats controleren.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
Controleer als uw voertuig is uitgerust
met een
bandenspanningscontrolesysteem de
bandenspanning en reset het systeem.
5 - Berg het wiel met de
lekke band op
U moet het wiel met de lekke band of het
reservewiel onder het voertuig terugplaatsen om
het liersysteem te blokkeren.
Controleer of het goed in de ruimte onder
de vloer is bevestigd.
Wanneer het wiel niet goed is geplaatst, kan
de veiligheid in gevaar komen.
► Plaats het wiel aan de achterkant van het voertuig.
Bij stalen velgen:
► Hang de steun (I) aan het buitenste deel.► Schroef de hendel (H) om de beugel en de
stalen velg vast te zetten.
Bij lichtmetalen velgen:
Page 180 of 196

178
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
Als u terugkomt in de auto, wordt de laatste met
het systeem verbonden telefoon automatisch
weer verbonden binnen 30 seconden na
het aanzetten van het contact (Bluetooth
®
geactiveerd).
Om het profiel voor het automatisch verbinden
te wijzigen selecteert u in de lijst de telefoon.
Selecteer vervolgens de gewenste parameter.
Het systeem is compatibel met de volgende
profielen: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP.
Automatisch opnieuw verbinden
Bij het aanzetten van het contact wordt de
telefoon die bij het afzetten van het contact
met het systeem was verbonden automatisch
opnieuw verbonden. Voorwaarde is dat deze
verbindingswijze tijdens de koppelingsprocedure
is geactiveerd (zie vorige pagina's).
De verbinding wordt bevestigd door de weergave
van een melding en de naam van de telefoon.
Beheer van
telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een
apparaat met het systeem worden
verbonden of de verbinding worden
verbroken, en kan een koppeling ongedaan
worden gemaakt.
Druk op "Instellingen ". Selecteer "Telefoon/Bluetooth
®" en selecteer
vervolgens de telefoon in de lijst van gekoppelde
apparaten.
Selecteer "Verbinden" of "Verbinding
verbreken ", "Apparaat verwijderen" of
"Apparaat toevoegen", "Opslaan onder
favorieten", "T ekstberichten Aan",
"Downloaden " in de lijst van opties.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op deze stuurwieltoets om het
gesprek aan te nemen.
of
Druk op de toets "Aannemen" die op het scherm
wordt weergegeven.
Wanneer u een telefoongesprek voert terwijl
een ander gesprek in de wacht staat, kunt u
overschakelen van het ene naar het andere
gesprek met de toets "Schak. tussen
gesprekken " of kunt u beide gesprekken
samenvoegen in een "conference call" met de
toets "Confer.".
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuurwieltoets om een
gesprek te weigeren.
of
Druk op de toets "Negeren" die op het scherm
wordt weergegeven.
Bellen
Een nieuw nummer bellen
Het is raadzaam de telefoon NIET tijdens
het rijden te gebruiken. Stop op een
veilige plaats of gebruik bij voorkeur de
stuurkolomschakelaars.
Druk op "PHONE".
Druk op de toets Toetsenbord.
Toets het telefoonnummer in op het toetsenbord
en druk vervolgens op de toets " Bellen" om het
nummer te bellen.
Een contact bellen
Druk op "PHONE".
Druk op de toets "Telefoonboek" of op
de toets "Recente oproepen".
Selecteer het contact in de weergegeven lijst om
het desbetreffende nummer te bellen.
Gegevens auto
Druk op "MEER" om menu's met
informatie over het voertuig weer te
geven:
Buitentemperatuur
Toont de buitentemperatuur.
Klok
Toont de klok.Kompas
Toont de richting waarin u rijdt.
Traject
– Huidige informatie, Traject A, Traject B.
Toont de boordcomputer.
Houd de toets "Traject A" of "Traject B" ingedrukt
om de gegevens van het betreffende traject te
resetten.
Configuratie
Druk op deze toets om het menu Instellingen weer te geven:
Display (Weergave)
– Brightness (Helderheid).– Stel de lichtsterkte van het scherm in.– Display mode (Weergavemodus).– Stel de weergavemodus in.– Language (Taal).– Kies de taal voor het display.– Unit of measurement (Maateenheid).– Stel de meeteenheden voor het verbruik,
afstand en temperatuur in.– Touch screen beep (Pieptoon touchscreen).– Activeer of deactiveer het geluidssignaal wanneer er een toets op het scherm wordt
aangeraakt.
– Display Trip B (Weergave traject B).– Geef Traject B op het scherm voor de bestuurder weer.
Voice commands (Gesproken commando's)
Page 181 of 196

179
Audio- en telematicasysteem op het touchscreen
12Toont de klok.
Kompas
Toont de richting waarin u rijdt.
Traject
– Huidige informatie, Traject A, Traject B.
Toont de boordcomputer.
Houd de toets "Traject A" of "Traject B" ingedrukt
om de gegevens van het betreffende traject te
resetten.
Configuratie
Druk op deze toets om het menu
Instellingen weer te geven:
Display (Weergave)
– Brightness (Helderheid).– Stel de lichtsterkte van het scherm in.– Display mode (Weergavemodus).– Stel de weergavemodus in.– Language (Taal).– Kies de taal voor het display .– Unit of measurement (Maateenheid).– Stel de meeteenheden voor het verbruik,
afstand en temperatuur in.– Touch screen beep (Pieptoon touchscreen).– Activeer of deactiveer het geluidssignaal wanneer er een toets op het scherm wordt
aangeraakt.
– Display Trip B (Weergave traject B).– Geef Traject B op het scherm voor de bestuurder weer.
Voice commands (Gesproken commando's)
– Voice response time (Reactietijd systeem
gesproken commando's).
– Stel de lengte van de reactie van het spraaksysteem in.– Display list of commands (Een lijst met
commando's weergeven).
– Geef suggesties voor verschillende opties weer tijdens een spraaksessie.
Clock and Date (Tijd en datum)
– Time setting and format (Tijd en formaat
instellen).
– De tijd instellen.– Display time mode (Tijd weergeven).– Activeer of deactiveer de weergave van de digitale klok op de statusbalk.– Synchro time (Tijd synchroniseren).– Activeer of deactiveer de automatische tijdweergave.– Date setting (Datum instellen).– De datum instellen.Safety/Assistance (Veiligheid/Assistentie)– Reversing camera (Achteruitrijcamera).– Toont de achteruitrijcamera in de
achteruitversnelling.– Camera delay (Vertraging camera).– Laat het beeld van de achteruitrijcamera maximaal 10 seconden of tot een snelheid van
18 km/u zien.
Lighting (Verlichting)
– Daytime running lamps (Dagrijverlichting).– Activeer of deactiveer de automatische verlichting van de koplampen bij het starten.
Doors & locking (Portieren en vergrendeling)
– Autoclose (Automatisch sluiten).– Activeer of deactiveer het automatisch vergrendelen van de portieren wanneer het
voertuig rijdt.
Audio
– Equalizer.– Stel de lage, middelhoge en hoge tonen in.– Balance/Fade (Balans/fader).– Stel de balans van de luidsprekers voor en achter, en links en rechts in.– Druk op de toets in het midden van de pijlen voor een evenwichtige instelling.– Volume/Speed (Volume/Snelheid).– Selecteer de gewenste parameter; de optie wordt gemarkeerd weergegeven.– Volume.– Optimaliseer de kwaliteit van de audio bij laag volume.– Automatic radio (Automatische radio).– Stel de radio in bij het opstarten of gebruik de laatste instelling toen de contactsleutel in STOP
werd gezet.
– Radio switch-off delay (Vertraging
uitschakeling radio).
– Stel de parameter in.– AUX vol. Setting (Volume-instelling AUX).– Stel de parameters in.Telephone (Telefoon)/Bluetooth®
– Connected tels (Verbonden telefoons).– Start de Bluetooth®-verbinding van het
geselecteerde mobiele apparaat.
– Verwijder het geselecteerde apparaat.
Page 191 of 196

189
Trefwoordenregister
Lichtschakelaar 50Lichtsignaal 50Luchtfilter 106Luchtfilter (vervangen) 106
M
Matten 80
Menu 14, 170–171, 174, 176, 179Menu's (audio) 170–171Menustructuren display 170–171, 174, 176, 179Middenconsole 4Milieu 5Mistachterlicht 50Mistlampen vóór 50Motoren 133–134Motorkap 102Motorolie 104–105Motorolieniveaumeter 11–12
N
Niveau AdBlue® 106Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau 12, 105Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau 105Niveaus 104–105Niveaus controleren 103–105
Niveaus en controles 103–105Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof ~ Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau 105Noodremassistentie ~ Brake Assist System (BAS) 56, 93Nulstelling onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator resetten 11–12
O
Oliefilter 106Oliefilter (vervangen) 106Olieniveau 104Oliepeilstok 104Olieverbruik 104Onder de motorkap ~ Motorruimte 103Onderhoudscontroles 11–12, 106Onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator 11–12Opbergvak boven voorruit 42–45Opbergvakken 42–44Openen motorkap ~ Motorkap, openen 102Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht 134
P
Parkeerhulpsystemen (algemene adviezen) 79Parkeerlichten 50Plafonnier achter 47
Plafonniers 47Plafonnier voor 42–44, 46Pyrotechnische gordelspanners 60
R
Radar (waarschuwingen) 80Radio 161, 170, 172
Radiozender 161, 170Regelmatige controles ~ Controles 106–107Regelmatig onderhoud 80, 106Regeneratie roetfilter 106–107Remblokken 107Remmen 107Remschijven 107Remvloeistof 104–105Reservewiel 108, 113–114, 116–118Richtingaanwijzers 50Rijadviezen 5, 69–70Rijden 69–70Rijhulpcamera (waarschuwingen) 80Rijhulpsystemen (algemene adviezen) 79Roetfilter 106–107Ruitbediening 29Ruitensproeiervloeistof 104–105Ruitenwissers 53Ruitenwisserschakelaar 53