stop start Peugeot Expert 2019 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2019, Model line: Expert, Model: Peugeot Expert 2019Pages: 324, PDF Size: 13.19 MB
Page 5 of 324
3
.
.
Rijadviezen 138
Starten/afzetten van de motor 1 40
Parkeerrem
144
Hill Start Assist
1
44
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
1
45
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
1
45
Schakelindicator
1
46
Automatische transmissie
1
46
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
1
50
Stop & Start
1
52
Bandenspanningscontrolesysteem
154
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene
adviezen
15 6
Head-up display
1
58
Snelheden opslaan
1
59
snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviessysteem
160
Snelheidsbegrenzer
162
Snelheidsregelaar - specifieke adviezen
1
64
Snelheidsregelaar
1
65
adaptieve cruise control
1
67
Active Safety Brake met Distance Alert en
intelligente noodremassistentie
1
71
Lane Departure Warning System
1
74
Vermoeidheidsherkenningssysteem
175
dodehoekbewaking
176
Parkeerhulp
178
Achteruitrijcamera, binnenspiegel
1
80
Visiopark 1
1
80Compatibiliteit van brandstoffen 1
85
Ta n k e n 18 5
Tankbeveiliging diesel
1
87
Sneeuwkettingen
187
Trekhaak
188
Ec o - mode
189
Allesdragers/Imperiaal
189
Motorkap
19
0
Motor
191
Niveaus controleren
1
91
Controles
1
94
AdBlue
® (BlueHDi) 1 96
Onderhoudstips 1 99
Gevarendriehoek
200
Brandstoftank leeg (diesel)
20
0
Gereedschapskist
201
Bandenreparatieset
202
Reservewiel
20
6
Een lamp vervangen
2
11
Een zekering vervangen
2
17
12V- ac c u
219
Slepen
2
22Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
224
Afmetingen
2
28
Identificatie
23
1
Rijden
Praktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Toegang tot aanvullende video's
bit.ly/helpPSA
Audio en telematica
Bluetooth-audiosysteem
PEUGEOT Connect Radio
PEUGEOT Connect Nav
.
Inhoudsopgave
Page 6 of 324
4
Cockpit
Afhankelijk van de uitvoering van de
auto zijn de opbergvakken wel of niet
voorzien van een klep. Deze configuratie
is uitsluitend ter illustratie.
Stuurkolomschakelaars
1.Dashboardkastje
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde (in het dashboardkastje)
2. 12V-aansluiting (120 W)
Houd u aan dit vermogen om te
voorkomen dat het accessoire beschadigd
raakt 3.
USB-aansluiting
4. Jack-aansluiting
5. Instrumentenpaneel
6. Opbergruimte
Bekerhouder
7. Gekoeld dashboardkastje (indien
aanwezig).
Via een ventilatieopening, indien
geopend, bij draaiende motor en
ingeschakelde airconditioning
8. Bovenste dashboardkastje
9. 220V-aansluiting (150 W, indien
aanwezig).
Houd u aan dit vermogen om te
voorkomen dat het accessoire
beschadigd raakt.
10. Claxon
11. Plafonnier
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels
en airbag vóór aan passagierszijde
Binnenspiegel
Spiegel naar achterpassagiers
Toetsen noodoproep en pechhulpoproep
12 . Verwarming
Handbediende airconditioning
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling
Ontwasemen - ontdooien voorruit en
voorste zijruiten
Ontwasemen - ontdooien achterruit
13. Knop "START/STOP"
14 . Versnellingsbakbediening 15.
Monochroom display in combinatie met
audiosysteem
Touchscreen bij PEUGEOT Connect
Radio of PEUGEOT Connect Nav
16. Ontgrendelingshendel motorkap
17. Zekeringen dashboard
18. Head-up display
1. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3. Bediening audiosysteem (afhankelijk van
de uitvoering)
Overzicht
Page 7 of 324
5
4.Bediening snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar adaptieve
snelheidsregelaar
5. Rolknop voor het selecteren
van de weergavemodus van het
instrumentenpaneel
6. Toets functie gesproken commando's
(afhankelijk van de uitvoering)
Instellen geluidsvolume (afhankelijk van
de uitvoering)
7. Bediening audiosysteem (afhankelijk van
de uitvoering)
Centraal schakelaarpaneel
1.Vergrendelen/ontgrendelen van binnenuit
2. Elektrisch bediende schuifdeur links
3. Elektrische kinderbeveiliging
4. Elektrisch bediende schuifdeur rechts
5. Selectieve vergrendeling cabine en
laadruimte
6. Alarmknipperlichten
7. DSC/ASR-systeem
8. Bandenspanningscontrolesysteem
9. Stop & Start
10. Voorruitverwarming
Schakelaars aan de zijkant
1.Grip Control
2. Head-up display
3. Parkeerhulp
4. Extra ver warming / ventilatie
5. Alarm
6. Handmatige hoogteverstelling koplampen
7. Lane Departure Warning System
8. Dodehoekbewaking
9. Grootlichtassistent
Stickers
Rubriek Achterdeuren
Rubriek Moduwork.
.
Overzicht
Page 22 of 324
20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Voet op de
koppeling Permanent.
Stop & Start: de overschakeling naar
de START-stand wordt afgewezen,
omdat het koppelingspedaal niet
volledig wordt ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
Groene verklikkerlampjes
Automatische
ruitenwissers
Permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
+
of Autom. dimmen
grootlicht
Permanent.
Het systeem is geactiveerd via het
touchscreen (menu Rijden / Auto ).
De lichtschakelaar staat in de stand
"AUTO ".
Voet op het
rempedaal
Brandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische transmissie,
bij draaiende motor en vóór het vrijzetten van de
parkeerrem, de selectiehendel uit stand P
te halen.
Om bij uitvoeringen met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, met de selectiehendel in stand N , de
motor te kunnen starten.
Voet op het
rempedaal Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn plaats
te houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling oververhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 324
21
Stop & Star tPermanent. Wanneer de auto stopt, zet het Stop &
Start-systeem de motor in de STOP-
stand.
Verklikkerlampje
knippert tijdelijk. De STOP-modus is momenteel niet
beschikbaar of de START-modus
wordt automatisch geactiveerd.
DodehoekbewakingPermanent.
De functie is geactiveerd.
Waarschuwing
verlaten rijstrook Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Er wordt een rijstrookmarkering
aan de rechterzijde (of linkerzijde)
overschreden. Stuur de andere kant op om de auto weer op de juiste
koers te brengen.
RichtingaanwijzersKnippert, met
geluidssignaal.
De richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.
Parkeerlichten Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Dimlicht Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Mistlampen vóór Permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 324
28
Met touchscreen
De helderheid kan verschillend worden
ingesteld voor de dag en de nacht.
F
S
electeer in het menu Instellingen
de optie
" Lichtsterkte ".
Of selecteer " OPTIES",
" Schermconfiguratie " en ver volgens
" Lichtsterkte ".
F
S
tel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de schuif te verplaatsen.
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
Weergave van de informatie
Doe het volgende om achtereenvolgens de
verschillende functies van de boordcomputer
weer te geven:
Met de toetsen op het stuurwiel
F Druk op de rolknop op het stuurwiel .
F
D
ruk op deze knop aan het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
Op het instrumentenpaneel
F Druk op deze toets. De volgende actuele informatie zal worden
weergegeven:
-
d
e actieradius,
-
h
et actuele brandstofverbruik,
-
d
e tijdteller van het Stop & Start-systeem.
-
t
raject "
1" gevolgd door traject " 2"
(afhankelijk van de uitvoering); gemiddelde
snelheid, gemiddeld brandstofverbruik en
de afgelegde afstand tijdens ieder traject.
De trajecten 1 en 2 zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject 1 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject 2 voor een
maandelijks verbruik.
Traject resetten
De reset wordt uitgevoerd als het traject wordt
weergegeven.
F
D
ruk langer dan twee seconden op
deze toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
Instrumentenpaneel
Page 31 of 324
29
F Druk langer dan 2 seconden op deze toets. F
D
ruk langer dan twee seconden op de knop
op het stuurwiel .
Enkele definities
Actieradius
(km of mijl)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt afleggen (afhankelijk van het
gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers). Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
worden streepjes weergegeven.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden streepjes in plaats
van waarden worden weergegeven, neem dan
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Deze waarde kan variëren door een gewijzigde
rijstijl of het rijden op een helling, waardoor
het actuele brandstofverbruik aanzienlijk kan
wijzigen.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens .
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Teller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Datum en tijd instellen
Zonder audiosysteem
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 324
32
Geïntegreerde sleutel
Hiermee kan de auto vergrendeld en
ontgrendeld worden als de afstandsbediening
niet werkt:
-
l
ege batterij, accu ontladen of
losgekoppeld, ...
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
Als het inbraakalarm is geactiveerd,
zal het geluidssignaal dat klinkt bij
het met de sleutel (geïntegreerd in de
afstandsbediening) openen van een
portier, bij het aanzetten van het contact
stoppen.
Keyless entrée and start met de
elektronische sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen,
vergrendelen en starten terwijl u de
afstandsbediening op zak houdt in het
detectiegebied " A".
De functie handsfree-toegang werkt
niet en de portieren kunnen niet worden
geopend als het contact A AN (stand
Accessoires) is gezet met de knop
"START/STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het star ten en
afzetten van de motor, Keyless entrée
and star t en in het bijzonder de stand
"contact aan".
Lokaliseren van de auto
F Trek aan de knop 1 om de sleutel 2 uit de behuizing te verwijderen. Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren zonder de auto te ontgrendelen.
F
D
ruk op deze knop.
De plafonniers worden ingeschakeld en de
richtingaanwijzers knipperen ca. 10 seconden.
Verlichting inschakelen met
de afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van de auto. Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
in te schakelen (inschakelen van
het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de knop een tweede keer in
te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 39 of 324
37
Met de Keyless Entry and
Start-afstandsbediening op
zak
Voor vergrendelen van de auto met de
afstandsbediening in detectiegebied A.
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Als u de Keyless entrée and start-
afstandsbediening op zak hebt, drukt
u op het merkteken van een van de
voorportiergrepen om de auto volledig te
vergrendelen.
Met achterklep
F Als u de Keyless entrée and start- afstandsbediening op zak hebt, drukt u op
de vergrendelknop van de achterklep om de
auto te vergrendelen.
Als u een van de
vergrendelknoppen ingedrukt
houdt, worden de ruiten gesloten
(afhankelijk van de uitvoering).
De ruit stopt zodra de knop wordt
losgelaten.
Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruiten
niet kunnen bezeren.Supervergrendeling
F Als u de auto wilt vergrendelen, drukt u op de merktekens van een van
de portiergrepen (voorportier(en),
handbediende schuifdeur(en) of linker
achterdeur). De supervergrendeling schakelt de buiten-
en binnenportiergrepen uit en de knop
voor de centrale vergrendeling op het
dashboard.
De claxon blijft werken.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.Met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier naar de achterzijde van
de auto om de super vergrendeling in te
schakelen.
F
Draai binnen vijf seconden de sleutel
nogmaals in de richting van de achterzijde.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de supervergrendeling in te
schakelen.
F
Druk binnen 5 seconden na het
vergrendelen nogmaals op deze
knop.
Als de auto niet is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto,
worden de buitenspiegels tegelijkertijd
ingeklapt.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen de auto
nooit, zelfs niet voor een korte tijd, zonder
de afstandsbediening mee te nemen.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels elektrisch
ingeklapt.
2
Toegang tot de auto
Page 43 of 324
41
Zonder Keyless entry and start
Met Keyless entry and start
F Zet het contact aan door op de knop "START/STOP " te drukken.
F
Z
et bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak
de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het
koppelingspedaal volledig in.
F
S
electeer bij een auto met een
automatische transmissie stand
P
en trap ver volgens het rempedaal
stevig in.
F
S
electeer bij een auto met
een elektronisch gestuurde
versnellingsbak stand N en trap
ver volgens het rempedaal stevig in.
Neem als de storing na het synchroniseren
niet is verholpen zo snel mogelijk contact op
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
F
Z
et het contact af.
F
D
raai de sleutel terug in de stand 2
(contact A AN) .
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op
de knop met het gesloten hangslot.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig. F
S
teek de mechanische sleutel
(ondergebracht in de afstandsbediening) in
het slot om de auto te ver- of ontgrendelen.
F
H
oud de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom tot het
contact aan wordt gezet.
Centrale vergrendeling/
ontgrendeling
Handmatig
F Druk op deze toets om de centrale vergrendeling van de auto (portieren,
achterklep en achterdeuren) vanuit het
interieur te bedienen. Het lampje van de
toets gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op de toets om de auto
volledig te ontgrendelen. Het lampje in de
toets gaat uit.
Dit lampje gaat ook uit als één of meer
te openen carrosseriedelen afzonderlijk
worden ontgrendeld.
De centrale vergrendeling werkt niet als
een van de portieren is geopend.
2
Toegang tot de auto