Peugeot Expert Tepee 2010 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2010, Model line: Expert Tepee, Model: Peugeot Expert Tepee 2010Pages: 237, PDF Size: 11.21 MB
Page 101 of 237

92
Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen voor
een betere veiligheid van de inzittenden
(behalve op de middelste zitplaatsen van
zitrij 2 en 3) bij ernstige aanrijdingen:
ze vormen een aanvulling op de
werking van de veiligheidsgordels met
gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
in dat geval de frontale en zijdelingse
aanrijdingen waaraan de registratiezones
voor een aanrijding worden blootgesteld:
- bij een ernstige aanrijding worden de airbags onmiddellijk opgeblazen en
beschermen ze de inzittenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas
zodat noch het zicht, noch het eventueel
verlaten van de auto door de inzittenden
wordt belemmerd,
- bij een minder ernstige aanrijding of
een aanrijding van achteren en in
bepaalde gevallen waarin de auto over
de kop slaat, treden de airbags niet in
werking. De veiligheidsgordels zorgen
in deze situaties voor een afdoende
bescherming.
De kracht van de aanrijding is afhankelijk
van het soort obstakel en de snelheid van
de auto op dat moment. Wanneer een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op de passagiersstoel
is geplaatst, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Zie in
rubriek 4 het gedeelte "Kinderen aan boord". De airbags werken alleen als het
contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal. Als er
een tweede aanrijding plaatsvindt (tijdens
hetzelfde of een volgend ongeval), werken
de airbags niet meer.
Het activeren van de airbags gaat gepaard
met wat onschadelijke rook en een knal,
als gevolg van de activering van de
pyrotechnische lading die in het systeem is
geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan voor
personen die daar gevoelig voor zijn,
irriterend zijn.
De knal die bij de ontsteking wordt
geproduceerd, kan het gehoor gedurende
een korte periode enigszins verminderen.
AIRBAGS
Page 102 of 237

93
Airbags
VEILIGHEID
4
Gebruiksvoorschrift
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, raadpleeg hiervoor het
PEUGEOT -netwerk. Zij-airbags
Bedek de stoelen uitsluitend met de
goedgekeurde stoelhoezen. Deze
belemmeren het activeren van de zij-airbags
niet. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen, dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Zorg ervoor dat de passagier zijn voeten niet
op het dashboard laat rusten, hij kan anders
ernstig letsel oplopen als de airbag wordt
opgeblazen.
Het is raadzaam niet te roken in de
auto. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen
gaten in de stuurwielbekleding en sla er
niet op.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen. Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding,
dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het
dak; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Page 103 of 237

94
Airbags
Zij-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering)
beschermen de bestuurder en voorpassagier
bij een ernstige zijdelingse aanrijding, om de
kans op borstletsel te verkleinen.
De zij-airbags zijn aan de zijde van de
portieren in de rugleuningen van de
voorstoelen aangebracht. Registratiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór
B. Impactzone opzij Als dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel gaat
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het display, raadpleeg dan het
PEUGEOT-netwerk om het systeem te laten
controleren. De kans bestaat dat de airbags
bij een ernstige aanrijding niet worden
geactiveerd.
Activering
De zij-airbags worden aan de
desbetreffende zijde opgeblazen bij een
ernstige zijdelingse aanrijding binnen (een
gedeelte van) de impactzone opzij ( B ),
loodrecht op de lengteas van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde
van de auto, die zich op een horizontale
ondergrond moet bevinden.
De zij-airbag wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór en het desbetreffende
portierpaneel.
Window-airbags
De window-airbags beschermen de
bestuurder en passagiers (uitgezonderd de
middelste zitplaatsen van zitrij 2 en 3) bij
een ernstige zijdelingse aanrijding, om de
kans op hoofdletsel te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en het bovenste gedeelte van het
interieur.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zij-airbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij ( B ), loodrecht op de
lengteas van de auto en vanaf de buitenzijde
richting de binnenzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond moet
bevinden.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór of achter in de auto en de
ruiten.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan, kan het zijn dat
de airbag niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding wordt de airbag niet
geactiveerd. Storing
Page 104 of 237

96
Kinderen aan boord
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
"Met de rug in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter tot
2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de passagiersstoel vóór
wordt geplaatst, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Anders
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken. "Met het gezicht in de rijrichting"
Aanbevolen op de zitplaatsen achter vanaf
2 jaar.
Wanneer een kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting op de passagiersstoel
vóór wordt geplaatst, mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
KINDERZITJE VÓÓR
De regels voor het vervoeren van kinderen
zijn per land verschillend. Raadpleeg
hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land
goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid
van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen
en een (uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen,
is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk
van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner
dan 1,50 meter dienen in goedgekeurde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van uw
auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd,
- een kind mag nooit op de schoot van een passagier worden vervoerd.
Page 105 of 237

97
Kinderen aan boord
VEILIGHEID
4
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
- twee bevestigingsringen vóór, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven door een sticker,
- één bevestigingsring achter, voor de bevestiging van de bovenste riem, de
TOP TETHER-bevestiging, aangegeven door
een ander label.
Uw auto voldoet aan de nieuwe
ISOFIX-normen.
De plaats van de voorgeschreven
ISOFIX-bevestigingen (volgens uitvoering)
wordt aangegeven met labels.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige,
degelijke en snelle montage van het kinderzitje in
uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee sloten
die eenvoudig aan de twee bevestigingsringen voor
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van
een bovenste bevestigingsriem die kan worden
vastgemaakt aan de bevestigingsring achter.
Zet om de bovenste bevestigingsriem vast te
maken de hoofdsteun van de zitplaats omhoog
en steek de haak tussen de hoofdsteun en
de rugleuning door. Bevestig de haak aan de
bevestigingsring achter en trek de riem aan.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het kind bij
een aanrijding ernstig letsel oplopen.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin staat
vermeld welke ISOFIX-kinderzitjes voor uw auto
zijn gehomologeerd.
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
PEUGEOT-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde niet
kan worden uitgeschakeld, is het absoluut
verboden een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de zitplaatsen voor te bevestigen.
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".
Page 106 of 237

97
Kinderen aan boord
VEILIGHEID
4
ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
- twee bevestigingsringen vóór, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven door een sticker,
- één bevestigingsring achter, voor de bevestiging van de bovenste riem, de
TOP TETHER-bevestiging, aangegeven door
een ander label.
Uw auto voldoet aan de nieuwe
ISOFIX-normen.
De plaats van de voorgeschreven
ISOFIX-bevestigingen (volgens uitvoering)
wordt aangegeven met labels.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige,
degelijke en snelle montage van het kinderzitje in
uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee sloten
die eenvoudig aan de twee bevestigingsringen voor
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van
een bovenste bevestigingsriem die kan worden
vastgemaakt aan de bevestigingsring achter.
Zet om de bovenste bevestigingsriem vast te
maken de hoofdsteun van de zitplaats omhoog
en steek de haak tussen de hoofdsteun en
de rugleuning door. Bevestig de haak aan de
bevestigingsring achter en trek de riem aan.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het kind bij
een aanrijding ernstig letsel oplopen.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin staat
vermeld welke ISOFIX-kinderzitjes voor uw auto
zijn gehomologeerd.
De procedure voor kinderzitjes en de
functie uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde zijn gelijk voor het hele
PEUGEOT-gamma.
Als de airbag aan passagierszijde niet
kan worden uitgeschakeld, is het absoluut
verboden een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de zitplaatsen voor te bevestigen.
Zie rubriek 4, gedeelte "Airbags".
Page 107 of 237

98
Kinderen aan boord
Het RÖMER Duo Plus ISOFIX-kinderzitje
(gewichtsgroep B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst .
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aa n de bovenste
ISOFIX bevestiging, TOP TETHER genoemd.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitpla atsen die niet zijn voorzien van ISOFIX bevestiging en.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitpla ats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebrui ksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
ISOFIX-KINDERZITJE AANBEVOLEN DOOR PEU GEOT EN GOEDGEKEURD VOOR UW AUTO
Page 108 of 237

99
Kinderen aan boord
VEILIGHEID
4
IUF : Zitplaats geschikt voor het bevestigen
van een universeel gehomologeerd ISOFIX-
kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
en een riem aan de bovenzijde, waarmee
het zitje wordt bevestigd aan de bovenste
bevestigingsring van de zitplaatsen van de
auto met ISOFIX-bevestigingen.
OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES
Dit overzicht geeft de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-
bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzit jes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast h et ISOFIX-logo aangegeven met een
letter ( A t/m G ).
IL-SU : Zitplaats geschikt voor de
bevestiging van een semi-universeel
gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting en een steun
of een ISOFIX-kinderzitje met de rug in de
rijrichting of reiswieg met een riem aan de
bovenzijde of steun.
X : Zitplaats niet geschikt voor het
bevestigen van een kinderzitje.
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaarVan ca.
Van 9 tot 18 kg
(groep 1)
1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg
"rug in de
rijrichting"
"rug in de
rijrichting"
"gezicht in de
rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Buitenste zitplaatsen 2e zitrij met
tweezitsbank op 1e zitrij
IL-SU IL-SU IL-SU IUF, IL-SU
Buitenste zitplaatsen 2e zitrij met losse
stoelen op 1e zitrij
IL-SU X IL-SU X IL-SU IUF, IL-SU
Achterzitplaatsen 3e zitrij IL-SU X IL-SU X IL-SU IUF, IL-SU
Reiswieg : deze wordt bevestigd aan de
onderste ISOFIX-bevestigingen van een
zitplaats en neemt de twee achterzitplaatsen
in beslag.
Page 109 of 237

100
Kinderen aan boord
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Peugeot die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen
worden vastgemaakt:
Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
L2
"KIDDY Life"
Het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht voor het vervoeren van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg).
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L3
"RECARO Start".
L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
L5
"RÖMER KIDFIX"
Kan worden bevestigd op de ISOFIX-bevestigingen van de auto.
Het kind wordt door de veiligheidsgordel op zijn pl aats gehouden.
Page 110 of 237

101
Kinderen aan boord
VEILIGHEID
4
2e
zitrij Buitenste
zitplaatsen
U U U U
Middelste zitplaats U U U U
3 e
zitrij Buitenste
zitplaatsen
U U U U
Middelste zitplaats U U U U
a: Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiege n en "autobedjes" mogen niet op de passagiersstoel vóór worden bevestigd .
b: raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvor ens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
U : zitplaats geschikt voor de bevestiging van ee n universeel gehomologeerd kinderzitje met een veil igheidsgordel, zowel met de "rug in de
rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting ".
BEVESTIGING KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL
Dit overzicht geeft de mogelijkheden weer met betr ekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgorde l, van een universeel gehomologeerd
kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Plaats
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Minder dan 13 kg
(Groep 0 (a) en 0+) Tot ongeveer 1 jaar
Van 9 tot 18 kg
(Groep 1) Van 1 tot
ongeveer 3 jaar
Van 15 tot 25 kg
(Groep 2) Van 3 tot
ongeveer 6 jaar
Van 22 tot 36 kg
(Groep 3) Van 6 tot
ongeveer 10 jaar
1e zitrij (b) Losse stoel
U U U U
Tweezitsbank,
buitenste zitplaats
U U U U
Tweezitsbank,
middelste zitplaats
L1 L2 L2, L3, L4 L2, L3, L4