Peugeot Expert VU 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Expert VU, Model: Peugeot Expert VU 2016Pages: 520, PDF Size: 11.35 MB
Page 91 of 520

89
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Het sluiten wordt bevestigd door het
gedurende enkele seconden knipperen
van de richtingaanwijzers in combinatie
met een geluidssignaal.
De bewegingsrichting wordt omgekeerd
als tijdens de beweging van de
schuifdeur de voetbeweging nogmaals
wordt gemaakt.
Afhankelijk van de uitvoering van de
auto worden de buitenspiegels bij het
vergrendelen elektrisch ingeklapt.
Sluiten
Functie "Handsfree toegang " geactiveerd via
het configuratiemenu van de auto.
F
B
eweeg, ter wijl u de afstandsbediening
op zak hebt binnen de detectiezone A , uw
voet onder de zijkant van de achterbumper
aan de zijde van de schuifdeur die u wilt
sluiten.
Zodra de schuifdeur is gesloten, wordt
de auto automatisch vergrendeld als de
functie " Automatische vergrendeling
handsfree-functie " is geselecteerd in het
configuratiemenu van de auto.
Met autoradio
Met touchscreen
Activeer of deactiveer in het menu
" Persoonlijke instelling - configuratie " de
functie " Handsfree toegang ".
Uitschakelen
De handsfree-functie is standaard
ingeschakeld.
De functie kan worden uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Automatische vergrendeling
De auto wordt automatisch vergrendeld nadat
de schuifdeur via de handsfree-functie is
gesloten.
De automatische vergrendeling kan worden
uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Als uw auto niet is voorzien van het
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende
ongeveer 2 seconden branden van de
richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels ingeklapt. Activeer of deactiveer in het configuratiemenu
van de auto de functie "
Handsfree toegang".
Als u wilt dat de schuifdeuren na het sluiten
automatisch worden vergrendeld of juist niet,
activeer of deactiveer dan de functie " Handsfree
toegang automatische vergrendeling ".
Storing
Als tijdens het gebruik van de functie een
geluidssignaal bestaande uit drie piepjes is te
horen, is er een storing in het systeem.
Raadpleeg het PEugEot- netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.
2
toegang tot de auto
Page 92 of 520

90
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Zorg ervoor dat het sluiten of openen
van de schuifdeuren niet gehinderd
wordt door voorwerpen of personen.
Zorg er met name voor dat kinderen
zich tijdens het bedienen van de
schuifdeuren niet kunnen bezeren.
Als de optie "
Automatische
vergrendeling handsfree-functie "
is geselecteerd in het menu van de
auto, controleer dan na het sluiten van
de schuifdeur zorgvuldig of de auto is
vergrendeld.
De auto wordt namelijk niet
vergrendeld:
-
a
ls het contact aan staat,
-
a
ls een van de deuren of de
achterklep geopend of niet goed
gesloten is,
-
a
ls zich een "Keyless entry and
start"-afstandsbediening in de auto
bevindt.
Als uw voetbeweging meerdere keren
geen effect heeft, wacht dan enkele
seconden alvorens het opnieuw te
proberen.
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld bij zware neerslag of
opeenhoping van sneeuw.
Als de functie niet werkt, controleer dan
of uw afstandsbediening niet blootstaat
aan elektromagnetische straling
(smartphone, enz.).
De functie werkt mogelijk minder goed
bij het gebruik van een beenprothese.
oo
k als een trekhaakkogel is
gemonteerd, werkt de functie mogelijk
niet correct. De schuifdeur kan mogelijk plotseling
worden geopend of gesloten:
-
a
ls een trekhaakkogel is
gemonteerd,
-
b
ij het aan- of afkoppelen van een
aanhanger,
-
b
ij het bevestigen of ver wijderen
van een fietsendrager,
-
b
ij het op een fietsendrager zetten
of er van af halen van fietsen,
-
w
anneer u iets achter de auto
neerzet of oppakt,
-
a
ls een dier de bumper nadert,
-
b
ij het wassen van de auto,
-
b
ij werkzaamheden aan de auto,
-
b
ij het ver wisselen van een wiel.
om e
en plotselinge werking van de
functie te voorkomen, is het raadzaam
om de sleutel uit de buurt te houden
of de functie uit te schakelen via het
configuratiemenu van de auto.
toegang tot de auto
Page 93 of 520

91
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als de linker achterdeur niet goed is
gesloten (bij de rechter achterdeur
wordt dit niet gesignaleerd):
-
b
randt bij stilstaande auto
en draaiende motor dit
verklikkerlampje in combinatie
met een waarschuwingsmelding
die gedurende enkele seconden
wordt weergegeven,
-
b
randt tijdens het rijden
(wagensnelheid hoger dan
10 km/h) dit verklikkerlampje
in combinatie met een
geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding die
gedurende enkele seconden
wordt weergegeven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de sleutel
,
de afstandsbediening of het Keyless
entr y and star t -systeem en in het
bijzonder het ontgrendelen van de auto.
Achterdeuren
De twee achterdeuren zijn symmetrisch.
De linker achterdeur is voorzien van een slot.
F
t
rek
, als de achterdeuren zijn ontgrendeld
(afhankelijk van de uitvoering met de
sleutel, met de afstandsbediening of via het
Keyless entry and start-systeem), aan de
handgreep van de achterdeur. F
t
r
ek nadat u de linker achterdeur hebt
geopend de hendel A naar u toe om de
rechter achterdeur te openen.
Van buitenaf
Sluiten
F Sluit eerst de rechter en vervolgens de linker achterdeur.
Als eerst de linker achterdeur
wordt gesloten, voorkomt een
aanslag op de zijkant van de
rechter achterdeur dat deze
kan worden gesloten.
2
toegang tot de auto
Page 94 of 520

92
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
De deurvangers (afhankelijk van de uitvoering)
maken het mogelijk de achterdeuren met een
hoek van ongeveer 90° tot 180° te openen.
F t
r
ek als de deur is geopend aan de gele
hendel.
Bij het sluiten van de deur komt de deurvanger
automatisch in zijn oorspronkelijke stand terug.
Bij het parkeren van de auto met
de achterdeuren 90° geopend,
bedekken de deuren de achterlichten.
geb
ruik een gevarendriehoek
of een andere signalering die
door de regelgeving en wetten
van uw land voorgeschreven is
om andere weggebruikers, die in
dezelfde richting rijden en anders
niet opmerken dat u stilstaat, te
waarschuwen.
Openen tot ongeveer 180° Openen tot ongeveer 235°
De uitklapbare scharnieren (volgens uitvoering)
hebben drie standen die het mogelijk maken
de achterdeuren open te zetten in een hoek
van
90°, 180° of 235°.
F
Z
et de achterdeur open in de gewenste
stand.
toegang tot de auto
Page 95 of 520

93
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als de kinderbeveiliging is
ingeschakeld, werkt de hendel niet.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
kinderbeveiliging.
Van binnenuit
Openen
Selectieve ontgrendeling van
de cabine en de laadruimte
uitgeschakeld en auto vergrendeld.
Selectieve ontgrendeling van
de cabine en de laadruimte
ingeschakeld en auto vergrendeld.
Achterdeuren of auto volledig ontgrendeld.
F
B
eweeg deze hendel omlaag om de auto
volledig te ontgrendelen en de rechter
achterdeur te openen. F
B
eweeg deze hendel omlaag om de
laadruimte te ontgrendelen en de rechter
achterdeur te openen.
F
B
eweeg deze hendel omlaag om de rechter
achterdeur te openen.
Sluiten
F Sluit eerst de rechter achterdeur en vervolgens de linker achterdeur.
Auto vergrendeld en kinderbeveiliging
uitgeschakeld.
F
B
eweeg deze hendel omlaag om de auto
volledig te ontgrendelen en de rechter
achterdeur te openen.
Auto vergrendeld.
F
B
eweeg deze hendel omlaag om de auto
volledig te ontgendelen en de rechter
achterdeur te openen.
Auto ontgrendeld.
F
B
eweeg deze hendel omlaag om de rechter
achterdeur te openen. Auto ontgrendeld en kinderbeveiliging
uitgeschakeld.
F
B
eweeg deze hendel omlaag om de rechter
achterdeur te openen.
2
toegang tot de auto
Page 96 of 520

94
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de sleutel,
de afstandsbediening of het Keyless
entr y and star t -systeem en in het
bijzonder het ontgrendelen van de auto. Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de sleutel
,
de afstandsbediening of het Keyless
entr y and star t-systeem en in het
bijzonder het vergrendelen van de auto.
Achterklep
F trek, als de achterklep is ontgrendeld (afhankelijk van de uitvoering met de
sleutel, met de afstandsbediening of via
het Keyless entry and start-systeem), aan
de handgreep en beweeg de achterklep
vervolgens omhoog.
Openen
F trek de achterklep omlaag met behulp van de lus
aan de binnenzijde en vergrendel de achterklep.
Sluiten Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in het systeem van de centrale
vergrendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
F Klap indien nodig de achterbank (indien
aanwezig) naar voren om van binnenuit bij
het slot te komen.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Als de achterklep niet goed is
gesloten:
-
brandt bij stilstaande auto en draaiende motor
dit verklikkerlampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding die gedurende enkele
seconden wordt weergegeven,
-
brandt tijdens het rijden (wagensnelheid hoger dan
10 km/h) dit verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en een waarschuwingsmelding die
gedurende enkele seconden wordt weergegeven.F Steek een kleine schroevendraaier in de opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
toegang tot de auto
Page 97 of 520

95
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal.
Alarm
Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een van de te openen carrosseriedelen
(waaronder ook de motorkap) probeert te openen.
Automatische
beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de
accu, de knop of de kabels van de sirene
uit te schakelen of te beschadigen.
Raadpleeg het PEugEo t- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats alvorens wijzigingen
aan het alarmsysteem aan te brengen.
Interieurbeveiliging Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
bewegingen in het interieur worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
Dit systeem treedt uitsluitend in werking als er
bewegingen in de cabine
worden waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen,
als iets of iemand de auto binnendringt of als iets
of iemand in de cabine beweegt.
Het alarm gaat niet af als iets of iemand de
laadruimte binnendringt.
Als uw auto is uitgerust met een
programmeerbaar verwarmings-/
ventilatiesysteem en dit systeem is
ingeschakeld, kan de interieurbeveiliging
niet worden gebruikt.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
programmeerbare verwarmings-/
ventilatiesysteem .
F Vergrendel de auto met het "Keyless entry
and start"-systeem.
Totale beveiliging
Inschakelen
F Vergrendel de auto met de afstandsbediening.
of
Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop zal één keer per
seconde knipperen en de richtingaanwijzers
knipperen gedurende ongeveer 2 seconden.
Na het vergrendelverzoek met de
afstandsbediening of met het "Keyless entry
and start"-systeem wordt de omtrekbeveiliging
na 5 seconden en de interieurbeveiliging na
45
seconden geactiveerd.
Indien een van de te openen carrosseriedelen
(portier, schuifdeur, achterklep/achterdeur,
motorkap) niet goed is gesloten, wordt de auto
niet vergrendeld, maar wordt de beveiliging na
45 seconden wel ingeschakeld. F
Z
et het contact af en verlaat de auto.
2
toegang tot de auto
Page 98 of 520

96
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Uitschakelen
F Druk op deze ontgrendelknop van de afstandsbediening.
of
F
o
n
tgrendel de auto met het "Keyless entry
and start"-systeem.
Als de auto automatisch opnieuw wordt
vergrendeld (als 30 seconden zijn
verstreken zonder dat een van de te
openen carrosseriedelen is geopend),
wordt het alarmsysteem automatisch
weer ingeschakeld.
Het alarmsysteem is uitgeschakeld: het
verklikkerlampje van de knop is uit en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende
ongeveer 2 seconden.
Beveiliging - met alleen de
omtrekbeveiliging ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging uit om te
voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
i
emand in de auto aanwezig is,
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd.
Interieurbeveiliging
Uitschakelen F
Z
et het contact af en druk binnen
10 seconden op deze toets en
houd deze ingedrukt tot het
verklikkerlampje blijft branden.
F
S
tap uit.
Inschakelen
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit. F
V
ergrendel onmiddellijk de auto
met de afstandsbediening of met
het "Keyless entry and start"-
systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt
ingeschakeld: het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
om d
e interieurbeveiliging uit te schakelen
moet deze procedure elke keer na het afzetten
van het contact worden uitgevoerd.
F
S
chakel de omtrekbeveiliging
uit door de auto te ontgrendelen
met de afstandsbediening of met
het "Keyless entry and start"-
systeem. F
Schakel het alarmsysteem
weer volledig in door de
auto te vergrendelen met de
afstandsbediening of met het
"Keyless entry and start"-systeem.
Het verklikkerlampje van de knop knippert weer
één keer per seconde.
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop
snel knippert bij het ontgrendelen van
de auto met de afstandsbediening of
met het "Keyless entry and start"-
systeem, is het alarm tijdens uw
afwezigheid afgegaan.
Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.
toegang tot de auto
Page 99 of 520

97
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Storing afstandsbediening
om de alarmsystemen uit te schakelen:
F on tgrendel de auto met de sleutel (in de
afstandsbediening bij uitvoeringen met
Keyless entry and start) in het slot van het
bestuurdersportier.
F
o
p
en het portier; het alarm gaat af.
F
Z
et het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel (in
de afstandsbediening bij uitvoeringen met
Keyless entry and start) in het slot van het
bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact
het verklikkerlampje van de knop blijft
branden, duidt dit op een storing in
het systeem.
Laat het systeem controleren door
het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Automatisch inschakelen
Deze functie is niet beschikbaar, optioneel of
standaard.
Het systeem wordt 2 minuten nadat het
laatste te openen carrosseriedeel is gesloten,
automatisch ingeschakeld.
F
o
m h
et afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep
te voorkomen, moet eerst op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
worden gedrukt of moet de auto
ontgrendeld worden met het "Keyless entry
and start"-systeem.
2
toegang tot de auto
Page 100 of 520

98
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
2. Schakelaar ruitbediening passagierszijde
Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest, moet de
ruitbediening opnieuw gereset worden.
F
o
p
en de ruit volledig en sluit de ruit.
te
lkens als de schakelaar omhoog wordt
getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
F
L
aat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten.
F
H
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal één seconde omhoog getrokken.Elektrisch bedienbare ruiten
u kunt de ruiten op twee manieren bedienen:
tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor
een korte periode, altijd de sleutel mee.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit iets
tussen de ruit en de sponning bekneld raakt,
moet de ruit weer worden geopend. Druk
daarvoor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruiten van de
passagiers bedient, moet hij er zeker van zijn
dat niets het correcte sluiten van de ruiten
hindert.
De bestuurder moet er zeker van zijn dat de
passagiers op de juiste manier gebruik maken
van de elektrische ruitbediening.
Let er goed op dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruiten niet kunnen bezeren.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot aan het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. De ruit
stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten,
opent of sluit de ruit volledig. Druk nogmaals
op de schakelaar om het openen of sluiten te
stoppen.
De elektrische ruitbediening wordt
uitgeschakeld:
-
o
ngeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact.
-
a
ls bij afgezet contact een voorportier
wordt geopend.
Beveiliging tegen beknellen
(volgens uitvoering)
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar om de ruit helemaal te openen.
t
r
ek
vervolgens binnen 4 seconden de schakelaar
omhoog tot de ruit volledig is gesloten.
ti
jdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
toegang tot de auto