Peugeot Expert VU 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Expert VU, Model: Peugeot Expert VU 2016Pages: 520, PDF Size: 11.35 MB
Page 121 of 520

119
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Matten
gebruik, wanneer u een nieuwe mat
bevestigt aan bestuurderszijde, uitsluitend de
bevestigingen uit het bijgeleverde zakje.
BevestigenVerwijderen
Terugplaatsen
om te voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:
-
g
ebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen
is verplicht.
-
g
ebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Bij gebruik van niet door PE
u
g
Eo
t
goedgekeurde matten kan de
bediening van de pedalen worden
gehinderd en kan de werking van de
snelheidsregelaar/-begrenzer negatief
worden beïnvloed.
De door PE
u
g
Eo
t goedgekeurde
matten zijn voorzien van twee
bevestigingen onder de stoel.
Verwijderen van de mat aan de bestuurderszijde:
F
z
et de stoel in de achterste stand,
F
m
aak de bevestigingen los,
F
v
erwijder vervolgens de mat.
te
rugplaatsen van de mat aan de bestuurderszijde:
F
l
eg de mat goed op zijn plaats,
F
d
ruk de bevestigingen vast,
F
c
ontroleer of de mat goed vastzit.
Zonneklep
De zonneklep beschermt tegen zonlicht dat van
voren of van de zijkant komt en is voorzien van een
make-upspiegel met verlichting (afhankelijk van de
uitvoering).
De zonneklep aan bestuurderszijde is voorzien van
een opbergmogelijkheid voor tolkaarten, tickets, ...
F open als het contact aan is het afdekkapje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
Voorzieningen in het interieur
3
Ergonomie en comfort
Page 122 of 520

120
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Opbergvakken in de
voorportieren
Vloeistof die in de bekerhouder wordt
vervoerd (bijvoorbeeld in een mok)
en wordt gemorst, kan bij contact met
schakelaars op het dashboard en de
middenconsole storingen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig bij het gebruik
van de bekerhouder.
Dashboardkastje
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde en kunnen een fles water, de
boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.
Opbergvak
In dit vak kunnen een fles water, de
boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.
F
D
ruk op het linker gedeelte van de knop om
het opbergvak te openen en begeleid het
deksel met de hand tot een klik aangeeft
dat het volledig is geopend.
Afhankelijk van de uitvoering treedt de
verlichting in werking zodra het opbergvak
wordt geopend.
Als de auto is voorzien van airconditioning,
beschikt het kastje over een luchttoevoerkanaal
waaruit dezelfde (gekoelde) lucht stroomt als uit
de ventilatieroosters van het interieur.
Houd tijdens het rijden het opbergvak
gesloten om verwondingen bij
een aanrijding of een noodstop te
voorkomen.
Ergonomie en comfort
Page 123 of 520

121
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Bovenste opbergvak
Het opbergvak bevindt zich bovenop het
dashboard, achter het stuurwiel.
Druk op de knop om het deksel (volgens
uitvoering) te openen en beweeg het deksel
omhoog tot het open blijft staan.
Beweeg om het opbergvak te sluiten het deksel
omlaag en druk vervolgens kort op het midden
van het deksel.
Het morsen van vloeistof kan kortsluiting
veroorzaken, wat tot brand kan leiden.
12V-aansluiting(en)
(afhankelijk van de uitvoering)
F open, wanneer u een 12V-accessoire (maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het kapje en sluit een geschikte
adapter aan.
Houd u aan het maximaal toegestane
vermogen om schade aan uw
apparatuur te voorkomen. Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PE
u
g
Eo
t is
goedgekeurd, zoals een lader met u SB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen
in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in
de weergave van de displays.
3
Ergonomie en comfort
Page 124 of 520

122
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
JACK-aansluiting
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten
om muziekbestanden via de geluidsinstallatie
van de auto te kunnen beluisteren.
De muziekbestanden worden beheerd via het
draagbare apparaat.Raadpleeg voor meer informatie over
het gebruik van deze voorziening de
rubriek Audio en telematica .
Sjorogen
Voorzieningen
in de
laadruimte
Zet uw lading vast met de sjorogen op de vloer
van de laadruimte.
om
veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de zwaarste lading zo ver mogelijk
naar voren (bij de cabine) te plaatsen.
Zet de lading stevig vast met de sjorogen op de
vloer van de laadruimte. Afhankelijk van de uitvoering van de auto
maken de volgende inrichtingen uw laadruimte
compleet.
USB-aansluiting
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod® of een uSB-stick.
Via deze aansluiting kunt u de audiobestanden
op uw draagbare apparatuur beluisteren via de
luidsprekers van uw audiosysteem.
u
kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of de toetsen van de autoradio.
ti
jdens het gebruik van de u
S
B-
aansluiting kan de draagbare apparatuur
automatisch worden opgeladen.
ti
jdens het laden wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van
de draagbare apparatuur hoger is dan de
door de auto geleverde stroomsterkte.
Raadpleeg de rubriek Audio en
telematica voor meer informatie over het
gebruik van deze voorziening.
Ergonomie en comfort
Page 125 of 520

123
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Schot
Het schot achter de voorstoelen beschermt
de bestuurder en voorpassagiers tegen
schuivende lading.
Een scheidingswand met of zonder ruit scheidt
de laadruimte af van de cabine.
Bagagenet voor hoge
belading
Voorzieningen in het
passagierscompartiment
Afhankelijk van de uitvoering is het
passagierscompartiment voorzien van de
volgende voorzieningen.
Met dit bagagenet kan de auto tot aan het dak
worden beladen:
-
a
chter de voorstoelen (1e zitrij) als de
stoelen (en banken) op de 2e en 3e zitrij
zijn neergeklapt of verwijderd,
-
a
chter de stoelen (en banken) op de
2e zitrij, als de stoelen (en banken) op de
3e zitrij zijn neergeklapt of verwijderd.
Bovenste bevestigingspunten
Onderste bevestigingspunten
(achter de 1e zitrij)
Als uw auto is uitgerust met eendelige banken
of vaste stoelen en banken:
F
M
aak aan beide zijden van het dak
(bovenaan) de sierkapjes los.
F
B
reng aan beide zijden van de 2e zitrij
de bevestigingspunten aan in de
verankeringen op de vloer (zoals hierboven
afgebeeld).
3
Ergonomie en comfort
Page 126 of 520

124
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Plaatsen van het net
Maak aan de bovenzijde de sierkapjes los en
breng aan de onderzijde de bevestigingspunten
aan (zoals hiervoor reeds beschreven).
F
K
lap de stoelen en banken op de 2e en
3e zitrij (volgens uitvoering) neer (in de
tafelstand) of ver wijder ze.
F
R
ol het bagagenet voor hoge belading uit.
F
B
evestig de haken aan de bovenzijde
van het net in de daarvoor bestemde
bevestigingspunten in het dak (eerst de
ene en vervolgens de andere zijde).
F
L
aat de riemen maximaal ontspannen.
F
B
evestig het net aan de onderste
bevestigingspunten aan beide zijden achter
de 1e zitrij of aan de sjorogen aan beide
zijden achter de 2e zitrij.
F
S
pan het net met behulp van de riemen.
F
C
ontroleer of het net goed is bevestigd en
gespannen.
gebruik hiervoor nooit de ISoF IX-bevestiging
die is bedoeld voor de bovenste riem van een
kinderzitje met
t
o
p t
e
ther-bevestiging.
De zijruiten van de 2e zitrij (volgens uitvoering)
kunnen worden geopend.
Zijruiten 2e zitrij
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
kinderbeveiliging van de zijruiten
achter.
ti
jdens het rijden moeten deze ruiten zijn
gesloten of in een van de standen zijn vastgezet.
F
K
nijp de twee knoppen in en schuif de ruit
open.
F
Breng aan beide zijden van de 2e zitrij de
b evestigingspunten aan in de verankeringen op de
vloer en draai deze een kwart omwenteling om ze te
vergrendelen (zoals hierboven afgebeeld).
Plaats ze zo dicht mogelijk bij het uiteinde van de rail.
Als uw auto is uitgerust met stoelen en banken
of individuele stoelen op rails :
Onderste bevestigingspunten
(achter de 2e zitrij)
F gebruik de sjorogen.
Ergonomie en comfort
Page 127 of 520

125
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Temperatuur
Luchtopbrengstregeling
F Draai aan de knop om de
gewenste luchtopbrengst
te verkrijgen.
Wanneer de knop van de
luchtopbrengstregeling in de laagste stand
staat (uitschakeling van het systeem),
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld. Er blijft door de rijwind echter nog
wel een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Verwarming / ventilatie
F Draai de knop van " LO"
(koel) naar " HI" (warm)
om de temperatuur naar
behoefte in te stellen.
Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Beenruimte. Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
De luchtverdeling kan worden aangepast door
meerdere toetsen in te drukken.
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Door de toevoer van buitenlucht wordt
voorkomen dat de voorruit en de zijruiten
beslaan.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen
dat de luchtkwaliteit in het interieur
achteruitgaat en de ruiten beslaan.
u kunt deze stand bovendien tijdelijk gebruiken om
s neller warme of koele lucht te verkrijgen.
F Druk op deze toets om deze lucht in het interieur te laten
recirculeren. Het verklikkerlampje
gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets
om de toevoer van buitenlucht
weer in te schakelen. Het
verklikkerlampje gaat uit.
3
Ergonomie en comfort
Page 128 of 520

126
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
De airconditioning werkt alleen als de motor draait.
Handbediende airconditioning
Temperatuur
F Draai de knop van "LO"
(koel) naar " HI" (warm)
om de temperatuur naar
behoefte in te stellen.
Luchtopbrengst
F Draai de knop om de gewenste luchtopbrengst
te verkrijgen.
Wanneer de knop van de
luchtopbrengstregeling in de minimumstand
staat (uitschakeling van het systeem), wordt
het thermische comfort niet meer geregeld.
Er blijft door de rijwind echter nog wel een
kleine luchtstroom gehandhaafd.
Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Beenruimte. Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
De luchtstroom kan worden verdeeld door
meerdere toetsen in te drukken.
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Door de toevoer van buitenlucht wordt
voorkomen dat de voorruit en de zijruiten
beslaan.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen
dat de luchtkwaliteit in het interieur
achteruitgaat en de ruiten beslaan.
u
kunt deze stand bovendien tijdelijk
gebruiken om sneller warme of koele
lucht te verkrijgen.
F
D
ruk op deze toets om deze lucht
in het interieur te laten recirculeren.
Het verklikkerlampje gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets
om de toevoer van buitenlucht
weer in te schakelen. Het
verklikkerlampje gaat uit.
Ergonomie en comfort
Page 129 of 520

127
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Airconditioning
Aan
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, bij draaiende motor en mits de
ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
om s
neller koele lucht te verkrijgen
kunt u gedurende enige tijd de
recirculatiestand inschakelen.
Schakel daarna de toevoer van
buitenlucht weer in. F
D
ruk op deze toets. Het
verklikkerlampje gaat branden. F
D
ruk nogmaals op deze toets.
Het verklikkerlampje gaat uit.
Uit
De airconditioning werkt niet als de
regeling voor de luchtopbrengst is
uitgeschakeld. Als de airconditioning is uitgeschakeld,
kunnen onaangename verschijnselen
optreden (vocht, beslagen ruiten).
3
Ergonomie en comfort
Page 130 of 520

128
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Instelling op een waarde van ongeveer
21 biedt een optimaal comfort. Desgewenst
kunt u een andere waarde instellen, die
gebruikelijk tussen 18 en 24 ligt.
Het is raadzaam het verschil tussen de
instellingen links en rechts niet meer dan
3 te laten bedragen.
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
Voor het beste compromis tussen
thermisch comfort en een laag
geluidsniveau.
Voor een aangenaam comfort en
een zo laag mogelijk geluidsniveau,
aangezien de aanjagersnelheid
beperkt wordt. Voor een doeltreffende en
dynamische luchttoevoer.
F
D
ruk herhaaldelijk op de
toets "
AUTO ".
Automatisch programma
"comfort" TemperatuurF Duw de impulstoets
omlaag om de waarde te
verlagen of omhoog om
de waarde te verhogen.
om b
ij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
ventilatie geleidelijk op het optimale
niveau gebracht.
Bij koud weer wordt de warme lucht
uitsluitend naar de voorruit, de zijruiten
en de beenruimte van de passagiers
verdeeld.
Het geactiveerde programma wordt zoals
hieronder beschreven weergegeven op het display:
Het is mogelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, terwijl
de overige functies automatisch worden
geregeld.
Zodra u een instelling wijzigt, verdwijnt het
symbool " AUTO".
Handmatige stand
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk naar wens instellen.
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op de temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit.
Ergonomie en comfort