Peugeot Expert VU 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Expert VU, Model: Peugeot Expert VU 2016Pages: 520, PDF Size: 11.35 MB
Page 41 of 520
39
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Dimmer dashboardverlichting
F Druk bij ingeschakelde verlichting op deze knop om de lichtsterkte te verhogen.
F
D
ruk bij ingeschakelde verlichting op deze
knop om de lichtsterkte te verlagen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Op het instrumentenpaneel Met touchscreen
F Druk op de toets Instellingen .
F
Sel
ecteer " OPTIES ".
F
Selecteer
" Schermconfiguratie ".
u
kunt het scherm ook uitschakelen. Dit gaat
als volgt:
F
S
electeer het tabblad
" Lichtsterkte ". F
D
ruk op de toets Instellingen
.
F Selecteer Scherm
uitschakelen .
F
Druk op " Bevestigen " om de instelling
op te slaan en het scherm te sluiten.
F Regel de lichtsterkte door de cursor te verschuiven. Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
Druk nogmaals op het scherm (op een
willekeurig gedeelte) om het weer in te
schakelen.
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de dashboardverlichting handmatig aanpassen aan het
licht van de omgeving.
1
Instrumentenpaneel
Page 42 of 520
40
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Boordcomputer
Weergave van de informatie
F Druk herhaaldelijk op deze toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om de verschillende onderwerpen weer te
geven. F
o
f d
ruk op de rolknop op het stuurwiel
(volgens uitvoering). -
A
ctuele informatie:
●
ac
tieradius,
●
a
ctueel brandstofverbruik,
●
d
e teller van het Stop & Start-
systeem.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.tra ject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik. -
t
r
aject
"2":
●
g
emiddelde snelheid,
●
g
emiddeld brandstofverbruik,
●
d
e afgelegde afstand,
v
oor het tweede traject.
- t
r
aject
"1":
●
g
emiddelde snelheid,
●
g
emiddeld brandstofverbruik,
●
d
e afgelegde afstand,
v
oor het eerste traject.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto kan
een 2e traject worden weergegeven.
Instrumentenpaneel
Page 43 of 520
41
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Traject resetten
Instrumentenpaneel met LCD-tekstdisplay
F Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar langer dan
twee seconden in.
F
o
f d
ruk langer dan twee seconden op
de rolknop op het stuurwiel (volgens
uitvoering).
F
Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven
de resettoets van het instrumentenpaneel langer
dan twee seconden in.
Instrumentenpaneel met
LCD-tekst- of matrixdisplay
Met LCD-instrumentenpaneel
F Druk de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar meer dan twee
seconden in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
1
Instrumentenpaneel
Page 44 of 520
42
Enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 8 liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100 km bedraagt. Raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven. Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30 km/h.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend over de laatste verstreken
seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, registreert een teller hoelang de
S
t
o
P
-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Instrumentenpaneel
Page 45 of 520
43
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
gebruik deze toets om uw keuze te
bevestigen.
ge
bruik deze toets om de pagina te
verlaten.
ge
bruik de toetsen aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en druk
vervolgens op de toetsen op het touchscreen.
Menu's
Rijden .Hiermee kunnen bepaalde functies worden
geactiveerd, gedeactiveerd en geconfigureerd.
Connectiviteit .
Radio Media
.
Online navigatie .
Instellen van het geluidsvolume/
onderbreken van het geluid.
Aan/uit. Instellingen
.
Hiermee kunnen de weergave en het
systeem worden geconfigureerd.
Telefoon .
touchscreen
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen alleen uitvoeren als
de auto stilstaat.
Zie voor meer informatie over het
touchscreen de rubriek Audio en
telematica.
1
Instrumentenpaneel
Page 46 of 520
44
Menu "Rijden"
De te configureren functies zijn in de volgende tabel weergegeven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over een bepaalde functie van de rijhulpsystemen.To e t s Desbetreffende functie Aanwijzingen
Initialisatie
bandenspanningscontrole Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
Dodehoekbewaking Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Stop and Start-systeem
uit
schakelen/inschakelen van de functie.
of Lane Departure Warning
System (LDWS)
Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Automatisch uitschakelen
van het grootlicht Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Instrumentenpaneel
Page 47 of 520
45
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
To e t sDesbetreffende functie Aanwijzingen
Configuratie auto
Druk op
o
F
F/
oN o
m een
functie in of uit te schakelen.
Druk op het pictogram van
de functie om een instelling
(verlichtingsduur, enz.) te
wijzigen of aanvullende
informatie weer te geven.
to
egang tot de te configureren functies.
Selecteer of deselecteer de tabs onder aan het touchscreen om de weergegeven functies te sorteren.
-
V
erlichting:
-
"
Bochtverlichting": inschakelen/uitschakelen van de statische bochtverlichting.
-
"
Follow me home-verlichting": inschakelen/uitschakelen van de automatische follow me
home-verlichting.
-
"
Instapverlichting": inschakelen/uitschakelen van de automatische instapverlichting.
-
"
Sfeerverlichting": inschakelen/uitschakelen van de sfeerverlichting.
-
T
oegang:
-
"
Handsfree toegang": inschakelen/uitschakelen van het elektrisch openen/sluiten van een
schuifdeur via het handsfree-systeem.
-
"uw a
uto vergrendelen na het elektrisch sluiten van een schuifdeur via het handsfree-
systeem.": inschakelen/uitschakelen van het automatisch vergrendelen van de auto na het
elektrisch sluiten van een schuifdeur via het handsfree-systeem,
-
A
ssistentie (hulp bij het rijden)
-
"
Ruitenwisser achter bij inschakelen achteruit": inschakelen/uitschakelen van de automatische
werking van de ruitenwisser achter bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
-
"
Weergave adviessnelheid": inschakelen/uitschakelen van de snelheidslimietherkenning en
mogelijkheid om de snelheid in te stellen voor de snelheidsregelaar of -begrenzer.
-
"
Waarschuwing kans op aanrijding en automatisch remmen": inschakelen/uitschakelen van de
waarschuwing bij kans op een aanrijding.
-
"
Detectie verslapping aandacht": inschakelen/uitschakelen van de waarschuwing bij het
verslappen van de aandacht van de bestuurder.
Diagnose
ov
erzicht van de actieve waarschuwingen.
Parkeerhulp Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Instellen snelheidslimieten
op
slaan van snelheden voor de snelheidsbegrenzer of de actieve snelheidsregelaar.
1
Instrumentenpaneel
Page 48 of 520
46
Met touchscreenDatum en tijd instellen
F Selecteer "Instellen tijd-
datum ".
F
D
ruk op de toets Instellingen
om de verschillende menu's weer
te geven.
F
W
ijzig de instellingen in de desbetreffende
velden " Datum" of "Tijd" en druk
vervolgens op " Bevestigen".
F
D
ruk op " Bevestigen " om de
instellingen op te slaan en het
menu te verlaten.
F
Sel
ecteer "
OPTIES ".
F
S
electeer het tabblad " Datum" of "Tijd".
u
kunt de datum en tijd synchroniseren
met het
g
P
S-navigatiesysteem (indien
aanwezig); deze instellingen worden
dan automatisch geregeld.
Met autoradio
F Druk op de toets MENU om het algemene
menu weer te geven.
F
D
ruk op de toets " 7" of " 8" om het menu
Persoonlijke instellingen - configuratie ,
te selecteren en bevestig uw keuze door op
de toets " OK" te drukken..
F
D
ruk op de toetsen " 5" of " 6" en " 7" of
" 8 " om de gewenste waarden voor de
datum en de tijd in te stellen en druk op de
toets
"OK" om uw keuze te bevestigen.
F
D
ruk op de toets " 5" of " 6" om het menu
Configuratie display , te selecteren en
bevestig uw keuze door op de knop "OK"
te drukken.
Zonder autoradio
F Druk deze toets herhaaldelijk in om de volgende parameters weer te geven:
-
uren,
-
minuten,
-
t
ijdsaanduiding in 12 of 24 uur.
Instrumentenpaneel
Page 49 of 520
47
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Uitklappen/inklappen van de sleutel
Wanneer u deze knop niet indrukt,
kan de afstandsbediening beschadigd
raken.
Met de sleutel met afstandsbediening kunt
de auto ontgrendelen of vergrendelen door
de centrale vergrendeling te bedienen via het
portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens
voor de lokalisatie van de auto, het openen
en sluiten van de tankdop en het starten of
afzetten van de motor, en maakt deel uit van de
diefstalbeveiliging.
Sleutel, afstandsbediening
Dit afzonderlijk ontgrendelen van
de cabine
en de laadruimte is een
diefstalbeveiliging.
Hiermee kunt u voorkomen dat iemand
de laadruimte in gaat ter wijl u zelf in de
cabine bent, of omgekeerd.
Waarvoor dient de
volledige of selectieve
ontgrendeling?
Bij de volledige ontgrendeling worden alle
te openen carrosseriedelen (voorportieren,
schuifdeuren en achterdeuren/achterklep) van
de auto ontgrendeld.
De knoppen van de afstandsbediening
werken niet meer als het contact aan staat.
Bij de selectieve ontgrendeling worden alleen
de deuren van de cabine of alleen die van de
laadruimte (schuifdeuren en achterdeuren/
achterklep) ontgrendeld.
Sleutel
De sleutel kunt u gebruiken om de centrale
vergrendeling via het slot te bedienen om de
auto te ontgrendelen of vergrendelen.
Dezelfde sleutel dient ook voor het openen
en sluiten van de tankdop en het starten of
afzetten van de motor.
F
D
ruk op deze knop om de sleutel uit of in te
klappen.
2
toegang tot de auto
Page 50 of 520
48
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
F Inschakelen van de selectieve ontgrendeling van de cabine en
de laadruimte : zet het contact
aan en houd deze knop langer
dan twee seconden ingedrukt.
Het lampje van de knop gaat branden.
Er klinkt een geluidssignaal en er wordt,
afhankelijk van de uitvoering, een melding
weergegeven om het inschakelen of
uitschakelen te bevestigen. F
uitschakelen van de selectieve
o ntgrendeling en weer overschakelen op
de volledige ontgrendeling van de auto:
zet het contact aan en houd deze knop
langer dan twee seconden ingedrukt.
Het lampje van de knop gaat uit.
Het selectief ontgrendelen van de cabine en
de laadruimte is standaard ingeschakeld.
Volledig
ontgrendelen
Met de afstandsbediening
F Druk op een van deze knoppen
(afhankelijk van de uitvoering)
om de auto te ontgrendelen. Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
twee
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt. Afhankelijk van de uitvoering
worden de ruiten geopend als deze
knop ingedrukt wordt gehouden.
Zodra u de knop loslaat, stopt het
openen van de ruiten.
Met de sleutel
Met de afstandsbediening,
uitvoeringen met elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
F Houd om de auto volledig te ontgrendelen
en ook de schuifdeur
te openen de knop
ingedrukt tot de
schuifdeur opengaat.
F
D
ruk op deze knop om de auto
volledig te ontgrendelen zonder
de schuifdeur te openen.
Programmeren
F Draai om de auto volledig te ontgrendelen de
sleutel in de richting van de voorzijde van de auto.
F trek vervolgens aan de handgreep om het portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
uitgeschakeld. Het alarm zal worden geactiveerd
door het openen van een portier en kan worden
uitgeschakeld door het contact aan te zetten.
Selectieve ontgrendeling van de cabine
en de laadruimte uitgeschakeld.
toegang tot de auto