Peugeot Expert VU 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Expert VU, Model: Peugeot Expert VU 2016Pages: 520, PDF Size: 11.35 MB
Page 31 of 520
29
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Automatische
ruitenwissers permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Grootlichtassistentpermanent.
De lichtschakelaar staat in de
stand "AUTO" en de functie is
ingeschakeld.
Het grootlicht gaat branden als de
hoeveelheid omgevingslicht en de
verkeerssituatie het toestaan. De camera boven aan de voorruit stuurt het in- en
uitschakelen van het grootlicht aan, afhankelijk van de
hoeveelheid omgevingslicht en de verkeerssituatie.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de grootlichtassistent
.
Stop & Star t permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de S
t
o
P
-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
e n z .) . Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (S
tA
R
t-
stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De S
t
o
P
-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
S
t
A
R
t-
stand gezet.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t -systeem.
Dodehoekbewakingpermanent.
De functie dodehoekbewaking is
geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de dodehoekbewaking
.
Lane Departure
Warning System
permanent.
Het Lane Departure Warning System
is geactiveerd. Het Lane Departure Warning System is ingeschakeld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Lane Departure Warning
System
.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 520
30
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar één stand naar
achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Richtingaanwijzer
linksknippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechtsknippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
tr
ek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Instrumentenpaneel
Page 33 of 520
31
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Als bij draaiende motor de wijzer of de
grafische meter (afhankelijk van de uitvoering)
zich bevindt in:
- zone A, is de koelvloeistoftemperatuur in
orde,
-
zone B, is de koelvloeistoftemperatuur
te hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het
waarschuwingslampje STOP gaan branden,
in combinatie met een geluidssignaal
en een waarschuwingsmelding op het
touchscreen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
om k
oelvloeistof bij te vullen:
F
l
aat de motor ten minste één uur afkoelen,
F
d
raai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeistof: kans op
brandwonden. Vul niet bij tot boven het
maximumniveau (aangegeven op het
reservoir).
Koelvloeistoftemperatuur Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze termijn wordt berekend op basis van de laatste
reset van de onderhoudsindicator en is afhankelijk
van het aantal afgelegde kilometers en de verstreken
tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
heeft de mate van vervuiling van de motorolie
ook invloed op de berekening (volgens land van
bestemming).
Controle
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 520
32
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5 seconden de onderhoudssleutel branden. De
kilometerteller geeft de resterende kilometers tot
de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft de
kilometerstand aan.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5
seconden de sleutel knipperen om aan te geven
dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig
mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
wordt deze waarschuwing, zodra het contact
is aangezet, gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display. Voorbeeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
Instrumentenpaneel
Page 35 of 520
33
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
kan de sleutel ook eerder gaan branden,
afhankelijk van de kwaliteit van de motorolie
(volgens land van bestemming).
De afname van de kwaliteit van de motorolie
is afhankelijk van de rijomstandigheden van
de auto.Op 0 zetten van de
onderhoudsindicatorAls u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5 minuten. Het op 0
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
u
kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert,
zet dan het contact af en:
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
F Druk op deze knop en houd
deze ingedrukt,
F
Z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
L
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt. F
D ruk op deze knop.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 520
34
Motorolieniveaumeter
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact
het motorolieniveau enkele seconden
weergegeven, gelijktijdig met de
onderhoudsindicator.Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct Te weinig olie
Storing motorolieniveaumeterOliepeilstok
2 merktekens op de peilstok:
-
A = maxi; het olieniveau
mag nooit boven dit niveau
uitkomen,
-
B
= mini; als het olieniveau
niet boven het niveau B
uitkomt, moet het voor
de motor van uw auto
voorgeschreven type
motorolie worden bijgevuld
via de vulopening.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor de plaats van de peilstok en
het bijvullen van motorolie bij de
dieselmotor
.
Als het motorolieniveau te laag is, wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Als het motorolieniveau in orde is, wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven. Als de motorolieniveaumeter defect is, wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven. Raadpleeg het PE
ugEo
t
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 37 of 520
35
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Actieradiusindicatoren
AdBlue®
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is. Actieradius groter dan 2400 km
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
F
Sel
ecteer vervolgens
" Diagnose ".
Bij een actieradius van meer dan 5000 km
wordt er geen exacte waarde weergegeven. Als het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch een melding over de actieradius
weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actieradius wordt tijdelijk weergegeven. Afhankelijk van de uitrusting van uw auto kunt u
deze informatie bekijken op het touchscreen. F
S
electeer het menu Rijden
.Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit verklikkerlampje
branden in combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende
hoeveelheid vloeistof.
F Selecteer "
OPTIES".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over AdBlue
®, het
SCR-systeem en in het bijzonder het
bijvullen van AdBlue
®.
Als uw auto is uitgerust met een LCD-instrumentenpaneel,
wordt "No StA Rt IN" weergegeven.
tijdens het rijden wordt de melding elke
300 km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Neem contact op met het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om AdBlue
®
te laten bijvullen.
u
kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
1
Instrumentenpaneel
Page 38 of 520
36
Actieradius tussen 0 en 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, knippert dit
verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal
en een melding (bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief
bij: Starten geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid vloeistof.
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau
Als het contact wordt aangezet,
knippert dit verklikkerlampje in
combinatie met een geluidssignaal
en de melding " Vul brandstofadditief
bij: Starten geblokkeerd".
om d
e motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om
de benodigde hoeveelheid vloeistof te
laten bijvullen.
Als u zelf vloeistof bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8 liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over AdBlue
®, het
SCR-systeem en in het bijzonder het
bijvullen van AdBlue
®
Als uw auto is uitgerust met een LCD-instrumentenpaneel,
wordt "No StA Rt IN" weergegeven. Als uw auto is uitgerust met een LCD-instrumentenpaneel,
wordt "N
o
S
tA
R
t
IN" weergegeven.
tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang er geen
vloeistof is bijgevuld.
Neem contact op met het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om AdBlue
®
te laten bijvullen.
u
kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd vloeistof wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart. Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Instrumentenpaneel
Page 39 of 520
37
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Starten geblokkeerd
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze verklikkerlampjes branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling: Starten geblokkeerd".
u hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
o verschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PE
ugEo
t
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als een storing in het SCR-systeem wordt gedetecteerd
Er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat de storing in het SCR-systeem is
bevestigd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het PEu gEo t- netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem.
Als een storing wordt
gedetecteerd
Deze verklikkerlampjes gaan branden in
combinatie met een geluidssignaal en de
melding "Storing emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Tijdens de geautoriseerde rijfase (tussen
1100 km en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(nadat 50 km is gereden ter wijl de melding van
de storing permanent wordt weergegeven),
gaan deze verklikkerlampjes branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300 km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de
resterende hoeveelheid additief kunt rijden.
Als uw auto is uitgerust met een LCD-instrumentenpaneel,
wordt "No
StA Rt IN" weergegeven.
tijdens het rijden wordt de melding elke 30 seconden
weergegeven zolang de storing in het SCR-systeem niet
is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra het
contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden gestart. Als uw auto is uitgerust met een LCD-instrumentenpaneel,
wordt "N
o
S
tA
R
t
IN" weergegeven.
1
Instrumentenpaneel
Page 40 of 520
38
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl). De
eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van
het display.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers weer
sinds de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
F Druk bij aangezet contact op deze knop tot de dagteller
op 0 staat.
Instrumentenpaneel