Peugeot Expert VU 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Expert VU, Model: Peugeot Expert VU 2016Pages: 520, PDF Size: 11.35 MB
Page 11 of 520

9
Expert_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Voorzieningen interieur 119-122
- bekerhouder
-
mat
-
zonneklep
-
dashboardkastje
-
opbergvak
-
b
ovenste opbergvak
-
a
ccessoire-aansluitingen, u
S
B,
JACK
ge
reedschapskist
287-289
Kinder zitjes
1
74 -181, 18 4 -185
IS
oF
IX-bevestigingen
1
86 -187, 190 -192
Zijruiten achter
1
24, 195
Vaste eendelige bank
1
10 -112
Stoel en bank achter
1
13 -115
Stickers stoelen
1
16
Passagiersbank vóór met
2 zitplaatsen
10
4 -105
Passagiersbankverwarming
105
Verwarming/ventilatie achter
1
37
Bandenreparatieset
2
87-289, 290-295
Reservewiel, krik, wiel ver wisselen
2
87-289, 296 -302
Voorzieningen
passagierscompartiment
123-124
-
b
agagenet voor hoge belading
-
z
ijruiten achter
Accessoires
271-272
Plafonniers achter
1
42
Lampen plafonnier vervangen
3
12Binnenspiegel 1
45
Plafonnier vóór
1
42
Lampen plafonnier vervangen
3
12Airbags vóór, zij-airbags,
window-airbags
170-173
uit
schakelen airbag vóór aan
passagierszijde
1
72, 177
12V-aansluiting
121
uS
B-aansluiting
122
JACK-aansluiting
122
Voorstoelen
99-103
-
h
andmatige verstelling
-
e
lektrische verstelling
-
tafelstand
-
hoofdsteun
-
stoelverwarming
Veiligheidsgordels
166-168
Vaste eendelige achterbank
1
10 -112
Stoel en bank achter
1
13 -115
Stickers stoelen
1
16
Interieur
.
overzicht
Page 12 of 520

10
Expert_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
onderhoud - ge gevens
Afmetingen 328-331
Identificatie 337
Brandstoftank leeg
(handopvoerpomp)
327
Niveaus controleren
2
78-280
-
olie
-
remvloeistof
-
stuurbekrachtigingsvloeistof
-
koelvloeistof
-
ruitensproeiervloeistof, koplampsproeiers- brandstofadditief (diesel met roetfilter)
Controle van onderdelen 2
81-282
- accu
-
luchtfilter/interieurfilter
-
oliefilter
-
roetfilter
-
remblokken/-schijven
Lampen vervangen
3
03-315
-
voor
-
achter
Plancher cabine
Lampen achter vervangen 3 15
Afmetingen 331 12V-accu
321-325
Motorkapontgrendeling
276on
der de motorkap 2 77
Motoren 332-336
AdBlue® 283-286
ge
wichten
33
2-336
Spaar fase accu, eco-mode
2
70
Zekeringen motorruimte
3
16 -317, 320
overzicht
Page 13 of 520

11
92109
177
11 6 194 186
140 323 276
11 6
107
107
Expert_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Stickers
.
Overzicht
Page 14 of 520

12
Expert_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Door in de dagelijkse praktijk een aantal
aanwijzingen op te volgen kunt u het
brandstofverbruik en de C
o2-uitstoot van uw
auto verminderen.
Eco-rijden
Maak optimaal gebruik van
de versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde
versnellingsbak, rijd dan rustig weg, schakel zo
snel mogelijk de tweede versnelling in en schakel
bij het accelereren bij voorkeur relatief snel over
naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische transmissie
of een elektronisch gestuurde versnellingsbak, gebruik
dan bij voorkeur de automatische stand en trap het
gaspedaal niet bruusk of diep in.
De schakelindicator adviseert u de versnelling
in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op
het instrumentenpaneel weergegeven
schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of een automatische
transmissie wordt de schakelindicator
uitsluitend in de handmatige stand
weergegeven.
Kies voor een soepele
rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij
voorkeur af op de motor in plaats van het
rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal
geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft,
neemt het brandstofverbruik en de C
o2-uitstoot
af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer
beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan
vanaf een snelheid van ongeveer 40 km/h de
snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Gebruik op slimme wijze de
elektrische voorzieningen
Schakel de achterruitver warming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn
als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel
mogelijk
uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als
het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten
niet stationair warmdraaien, maar rijd zo snel
mogelijk weg: uw auto warmt sneller op als u
rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk
multimedia-apparatuur (DVD-speler, MP3-
speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan
om het elektriciteitsverbruik, en dus het
brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto
verlaat.
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog
is opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters
alvorens de airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de
ventilatieroosters geopend.
ge
bruik de voorzieningen in het interieur die de
temperatuurstijging kunnen beperken (blinderingspaneel van
het panoramadak, zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur
is bereikt (behalve bij auto's met een automatische
airconditioning).
Eco-rijden
Page 15 of 520

13
Expert_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de
auto: plaats de zwaarste voor werpen in
de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger, enz.) van uw auto. g
e
bruik liever
een dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het
imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u daarbij aan de
bandenspanning die staat vermeld op de sticker
op de portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het
reservewiel en van de wielen van de aanhanger
of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter
vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het aan
uw situatie aangepaste onderhoudsschema van
de fabrikant.
ui
tvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor:
bij een storing in het SCR-systeem stoot de
auto schadelijke stoffen uit.
g
a z
o spoedig
mogelijk naar het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de uitstoot van
stikstofoxiden terug te brengen tot onder de
wettelijke normen. Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof
uit de tank stroomt.
u
zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000 km het gemiddelde brandstofverbruik zich
stabiliseert.
.
Eco-rijden
Page 16 of 520

14
Instrumentenpaneel met LCD-display
1. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
3.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
4.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph).
5.
Schakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak. A. D
immer verlichting.
B. R esetten van de onderhoudsindicator.
V
olgens uitvoering: resetten van de
dagteller.
D
atum en tijd instellen.
t
i
jdelijk weergegeven informatie:
-
onderhoud,
-
a
ctieradius vloeistof emissieregeling
(AdBlue
®).
6.
Brandstofniveaumeter.
7.
Motorolieniveaumeter.
8.
o
nd
erhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles).
D
eze functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
9.
D
agteller (km of miles).
10.
to
erenteller (x 1000 t /min of rpm).
Meters en displays
Bedieningstoetsen
Instrumentenpaneel
Page 17 of 520

15
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
1. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Brandstofniveaumeter.
3.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
5.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph). A. R
esetten van de onderhoudsindicator.
ti jdelijk weergegeven informatie:
-
onderhoud,
-
a
ctieradius vloeistof emissieregeling
(AdBlue
®).
B. D
immer verlichting.
C.
R
esetten dagteller en tripmeter.
6.
Schakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak.
7.
ond
erhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles), dagteller (km
of miles), weergave van meldingen, ...
8.
t
o
erenteller (x 1000 t /min of rpm).
Meters en displays Bedieningstoetsen
Instrumentenpaneel met LCD tekst-display
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 520

16
Instrumentenpaneel met matrixdisplay
1. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Brandstofniveaumeter.
3.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
5.
Schakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak. A. R
esetten van de onderhoudsindicator. W
eergave logboek
waarschuwingsmeldingen.
W
eergave van de volgende informatie:
-
onderhoud,
-
a
ctieradius vloeistof emissieregeling
(AdBlue
®).
B. D
immer verlichting.
C.
R
esetten van de dagteller.
6.
Z
one voor het weergeven van:
waarschuwingsmeldingen of
meldingen over de status van functies,
boordcomputer, digitale snelheidsmeter
(km/h of mph), ...
7.
o
nd
erhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles). D
eze functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
8.
D
agteller (km of miles).
9.
t
o
erenteller (x 1000 t /min of rpm).
Meters en displays Bedieningstoetsen
Instrumentenpaneel
Page 19 of 520

17
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie
over de werking van een systeem (ingeschakeld of
uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het
geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Een aantal verklikkerlampjes kan op twee
manieren oplichten: permanent of knipperend.
Aan de manier van oplichten in combinatie met
het functioneren van de auto valt af te lezen of
er sprake is van een normale situatie of een
storing. Bij een storing kan het lampje gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en/of een melding.
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van
de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst
dit op een storing in het desbetreffende systeem en
moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij
een waarschuwingslampje gaat branden de
aanvullende informatie, die via een bijbehorende
melding wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel en/of op het display van
het instrumentenpaneel geven aan dat de
desbetreffende functie is ingeschakeld.
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan
dat de desbetreffende functie handmatig is
uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en
verschijnt er een melding.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 520

18
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding. Dit waarschuwingslampje gaat
branden in het geval van een
ernstige storing van de motor, het
remsysteem, de stuurbekrachtiging
enz. of een ernstige elektrische
storing. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Parkeerrem permanent. De parkeerrem is aangetrokken of
niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het verklikkerlampje
uitgaat; trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de parkeerrem
.
Remsysteem permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van PE
u
g
Eo
t
.
A
ls het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel