Krik Peugeot Partner 2020 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: Partner, Model: Peugeot Partner 2020Pages: 260, PDF Size: 7.76 MB
Page 162 of 260

160
In geval van pech
Brandstoftank leeg
(diesel)
Bij auto's met dieselmotor is het in het geval
van een lege brandstoftank noodzakelijk om het
brandstofsysteem te ontluchten.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan
uw startpoging en herhaal de procedure.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de
Tankbeveiliging (diesel) .
Met 1.6 BlueHDi (Euro 6.1)
► Zet het contact aan (zonder de motor te
starten).
►
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
►
Herhaal deze handelingen 10 keer
.
►
Start de motor
.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan
uw startpoging en herhaal de procedure.
Met 1.5 BlueHDi (Euro 6.2/ 6.3)
► Zet het contact aan (zonder de motor te
starten).
►
W
acht ongeveer 1 minuut en zet het contact
af.
►
Start de motor
.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan
uw startpoging en herhaal de procedure.
Geen BlueHDi-motoren
► Open de motorkap en maak indien nodig de
sierkap los om de handopvoerpomp te kunnen
bereiken.
► Bedien de handopvoerpomp totdat u
weerstand voelt (de eerste keer indrukken
kan zwaar zijn).
►
Bedien de startmotor om de motor te starten
(als de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan
ongeveer 15 seconden voordat u het opnieuw
probeert).
►
Als de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp en
vervolgens de startmotor opnieuw
.
►
Breng de sierkap aan, klem deze vast en sluit
de motorkap.
Boordgereedschap
► Schuif de stoel(en) naar voren voor
eenvoudigere toegang.
Toegang tot het
gereedschap
Met een bandenreparatieset
De set bevindt zich onder de rechtervoorstoel.
Uitvoeringen met reservewiel
De krik bevindt zich onder de rechtervoorstoel.
Het gereedschap bevindt zich onder de
linkervoorstoel.
Beschrijving van
gereedschap
1. Blok om de auto tegen wegrollen te
beveiligen.
2. Afneembaar sleepoog.
3. Torxsleutel.
Voor het verwijderen van de achterlichten om
een lamp te vervangen.
Met een bandenreparatieset
4.Een 12V-compressor, een flacon
afdichtmiddel en een sticker met de
snelheidslimiet
Voor het tijdelijk repareren en het op
spanning brengen van een band.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de bandenreparatieset .
Page 163 of 260

161
In geval van pech
8Met een bandenreparatieset
4.Een 12V-compressor, een flacon
afdichtmiddel en een sticker met de
snelheidslimiet
Voor het tijdelijk repareren en het op
spanning brengen van een band.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de bandenreparatieset .
Uitvoeringen met reservewiel
5.Wielsleutel.
Hiermee kunnen de wielbouten worden
verwijderd en kan de krik worden uit- en
ingedraaid.
6. Krik.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7. Verwijdergereedschap voor sierdoppen/
wieldoppen (afhankelijk van de uitrusting)
Hiermee kunnen de sierdoppen van de
wielbouten van een lichtmetalen velg of
de naafdop van een stalen velg worden
verwijderd (waar van toepassing).
8. Dop voor het verwijderen van slotbouten
Hiermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
verwijderd.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het reservewiel.
Al het gereedschap is specifiek bestemd
voor uw auto. Van welk gereedschap uw
auto is voorzien, is afhankelijk van de
uitvoering van de auto.
Gebruik het niet voor andere doeleinden.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het verwisselen van een wiel met
een beschadigde band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese regelgeving
zoals deze is vastgelegd in de Richtlijn
2006/42/EG over machines.
Bepaalde delen van de krik, zoals de
schroefdraad of de verbindingen kunnen
letsel veroorzaken: vermijd aanraking.
Verwijder voorzichtig alle smeervetresten.
Bandenreparatieset
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
De bandenreparatieset bestaat uit een
compressor en een flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren,
zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste
lekke banden worden gerepareerd, als
Page 166 of 260

164
In geval van pech
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
In het geval van een lekke band kunt u het wiel
met het bij de auto geleverde gereedschap
verwisselen volgens de onderstaande
procedure.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de
gereedschapsset .
►
Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
►
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek, dragen
van een reflecterend veiligheidsvest, enz.)
conform de regels die gelden in het land waar u
zich bevindt.
►
Zet het contact af.
Toegang tot het reservewiel
► Het reservewiel is bereikbaar vanaf de
achterzijde van de auto.
► Als uw auto is uitgerust met een trekhaak,
krik de auto dan aan de achterzijde op
(uitsluitend bij punt B
) tot er voldoende ruimte is
om het reservewiel te kunnen verwijderen.
Het reservewiel uit de houder
verwijderen
► Open de achterklep of achterdeuren
(afhankelijk van de uitvoering).
► Open de achterdeuren (of achterklep) om
bij de in de dorpel geplaatste bout van de
reservewielhouder te komen.
► Draai de bout los met behulp van de
wielsleutel totdat de reservewielhouder
laag genoeg hangt om de haak van de
reservewielhouder los te maken.
► Haal de reservewielhouder los van de haak
en plaats het reservewiel naast het te vervangen
wiel.
Het reservewiel terug in de houder
plaatsen
► Plaats het wiel voor de reservewielhouder.
► Beweeg het reservewiel geleidelijk in de
reservewielhouder door het heen en weer
(van links naar rechts) te bewegen totdat het
bevestigingsgedeelte van de haak vrij komt.
► Haak de houder aan de haak en draai de
bout daarna met de hendel van de wielsleutel
vast totdat de bout goed is vastgedraaid.
Een wiel verwijderen
Stilzetten van de auto
Parkeer de auto op een plaats waar u
het verkeer niet hindert en zorg ervoor dat
deze op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
Auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel de eerste
versnelling in om de wielen te blokkeren,
trek de parkeerrem aan, tenzij deze in de
automatische stand staat, en zet het contact
af.
Page 167 of 260

165
In geval van pech
8Het reservewiel terug in de houder
plaatsen
► Plaats het wiel voor de reservewielhouder.
► Beweeg het reservewiel geleidelijk in de
reservewielhouder door het heen en weer
(van links naar rechts) te bewegen totdat het
bevestigingsgedeelte van de haak vrij komt.
►
Haak de houder aan de haak en draai de
bout daarna met de hendel van de wielsleutel
vast totdat de bout goed is vastgedraaid.
Een wiel verwijderen
Stilzetten van de auto
Parkeer de auto op een plaats waar u
het verkeer niet hindert en zorg ervoor dat
deze op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
Auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel de eerste
versnelling in om de wielen te blokkeren,
trek de parkeerrem aan, tenzij deze in de
automatische stand staat, en zet het contact
af.
Auto met een automatische transmissie:
selecteer stand P om de wielen te blokkeren,
trek de parkeerrem aan, tenzij deze in de
automatische stand staat, en zet het contact
af.
Controleer of de lampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel blijven branden.
De inzittenden moeten de auto hebben
verlaten en zich op een veilige plaats
bevinden.
Plaats indien nodig een wielblok achter het
wiel kruislings tegenover het te verwisselen
wiel.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op
de krik steunt; gebruik een bok.
Wiel met wieldop
Demonteren: verwijder eerst de wieldop
door deze met behulp van de wielsleutel
bij de ventielopening los te wippen en
vervolgens los te trekken.
Monteren: breng de wieldop aan; plaats
daartoe de opening in lijn met het ventiel en
druk de wieldop vervolgens rondom vast met
de palm van uw hand.
► Als uw auto is uitgerust met stalen velgen,
verwijder dan de wieldop met gereedschap 7
.
►
Als uw auto is uitgerust met lichtmetalen
velgen, verwijder dan de sierdop van de
wielbouten met gereedschap 7
.
►
Als uw auto is uitgerust met slotbouten, zet
dan dop 8
op wielsleutel 5 om de slotbout los te
draaien.
►
Draai
de andere bouten iets los (zonder ze te
verwijderen) met uitsluitend wielsleutel 5.
Wiel met wieldop
Demonteren: verwijder eerst de wieldop
door deze met behulp van de wielsleutel
bij de ventielopening los te wippen en
vervolgens los te trekken.
Page 168 of 260

166
In geval van pech
► Plaats het voetstuk van de krik op de grond,
recht onder een van de twee krikpunten A
of B.
Gebruik het krikpunt aan de onderzijde van de
auto dat zich het dichtste bij het te verwisselen
wiel bevindt.
► Draai krik 6 naar buiten totdat de kop van de
krik krikpunt A of B raakt; het contactvlak van
krikpunt A of B moet goed in het middelste deel
van de kop van de krik steken.
►
Krik de auto op totdat er voldoende
ruimte tussen het wiel en de grond is om het
reservewiel te monteren.
Kans op letsel!
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op
een gladde of losse ondergrond kan de krik
wegglijden.
Plaats de krik uitsluitend bij krikpunt A of
B onder de auto en zorg ervoor dat het
contactvlak van de auto goed in het middelste
deel van de kop van de krik staat. Anders
kan de auto beschadigd raken en/of de krik
wegzakken.
► Verwijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
►
V
erwijder het wiel.
Monteren van een wiel
► Plaats het wiel op de naaf.
► Draai de bouten met de hand vast.
►
Draai de slotbout met de wielsleutel ( 5
) en de
dop (8) handvast.
►
Draai de overige wielbouten met alleen de
wielsleutel ( 5
) handvast.
► Laat de auto weer volledig zakken.
► Vouw de krik (6) op en verwijder deze.
► Draai de slotbout (indien aanwezig) met de
wielsleutel ( 5) en de dop (8) vast.
► Draai de overige wielbouten met alleen de
wielsleutel ( 5) vast.
► Berg het gereedschap op.
Stalen reservewiel of noodreservewiel
monteren
Indien de auto is voorzien van lichtmetalen
velgen, raken de ringen de stalen velg of
het noodreservewiel niet. Als de bouten
volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische
draagvlak van de bouten dat het reservewiel
stevig vastzit.
Page 169 of 260

167
In geval van pech
8► Laat de auto weer volledig zakken.
► V ouw de krik (6) op en verwijder deze.
► Draai de slotbout (indien aanwezig) met de
wielsleutel ( 5
) en de dop (8) vast.
►
Draai de overige wielbouten met alleen de
wielsleutel ( 5
) vast.
►
Berg het gereedschap op.
Stalen reservewiel of noodreservewiel
monteren
Indien de auto is voorzien van lichtmetalen
velgen, raken de ringen de stalen velg of
het noodreservewiel niet. Als de bouten
volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische
draagvlak van de bouten dat het reservewiel
stevig vastzit.
Na het verwisselen van het wiel
Berg het wiel met de lekke band correct
op in de reservewielhouder.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de lekke band controleren. Na nadere
inspectie kan de technicus u vertellen of
de band gerepareerd kan worden of moet
worden vervangen.
Bepaalde rijhulpsystemen moeten
worden uitgeschakeld, bijv. Active Safety
Brake.
Controleer als uw auto is uitgerust met
een bandenspanningscontrolesysteem
de bandenspanning en reset het systeem.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Wiel met naafdop
Monteren: plaats de naafdop met de
inkeping tegenover het ventiel en druk de
rand ervan vervolgens rondom met de hand
vast.
Op deze sticker staat de
bandenspanning aangegeven.
Een lamp vervangen
Onder bepaalde weersomstandigheden
(zoals een lage temperatuur of vocht)
kan er een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
ontstaan; dit verdwijnt als de lampen enkele
minuten branden.
De koplampunits zijn voorzien van een
koplampglas van polycarbonaat met een
speciale vernislaag:
►
gebruik voor het schoonmaken van de
koplampen nooit een droge doek of een
schuur-, schoonmaak- of oplosmiddel.
►
gebruik een spons met zeepwater of een
pH-neutraal product,
►
wanneer u met een hogedrukreiniger
hardnekkig vuil probeert te verwijderen,
houd de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten en de
randen ervan gericht, om beschadiging
van de vernislaag en de afdichtrubbers te
voorkomen.
Bij het vervangen van lampen moet het
contact en de verlichting minstens enkele
Page 247 of 260

245
Trefwoordenregister
H
Halogeenlampen 168
Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak,
handgeschakeld
104–105, 110, 154
Handopvoerpomp
160
Handrem
100, 155
Handsfree set
196–197, 210–211, 234–235
Helderheid
212
Het opslaan van de snelheid
126
Hill Assist Descent Control (HADC)
82–83
Hill Descent Control
82–83
Hill-Holder ~ Hill Start Assist
103–104
Hoofdsteunen achter
48
Hoofdsteunen verstellen
49
Hoofdsteunen vóór
49
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~
Stuurverstelling
45
Hulpoproep
75–77
I
Identificatiegegevens 188
Identificatieplaatjes constructeur
188
Identificatie (stickers)
188
Indeling interieur ~ Interieurindeling
49
Inductielader
51
Infraroodcamera
11 3
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank
(inhoud)
143–144
Instapverlichting 70
Instellingen van het systeem
212, 238
Instrumentenpaneel
9, 113
Interieurbeveiliging
38
Interieurfilter
58, 154
Interieurfilter (vervangen)
154
J
Jack 233
Jack-aansluiting
194, 233
Jack-kabel
233
K
Kentekenplaatverlichting 172
Keyless entry and start
24, 26–30, 98–99
Kinderbeveiliging
94
Kinderen
85, 92
Kinderen (veiligheid)
94
Kinderzitjes
85, 89–90, 92
Kinderzitjes (conventioneel)
92
Kleurcode lak
188
Klimaatregeling
61
Klokje (instellen)
213, 239
Koelvloeistof
153
Koelvloeistoftemperatuur
17
Koelvloeistoftemperatuurmeter
17
Koplampen
170
Koplampverstelling
71
Krik 164
L
Laadschot 52
Laadzone
26, 34–35, 53
Laden accu ~ Accu laden
176–177
Lak
159, 188
Lampen
168
Lampen (vervangen)
167–168
Lampen vervangen
167–168, 170
Lampen (vervangen, referenties)
168
Lane Departure Warning System
129, 134
LED-verlichting
69, 168
Lekke band
161–162, 164
Lendensteun
43
Lendensteun, verstelling
43
Lichtschakelaar
67, 69
Lokaliseren van de auto
25
Luchtfilter
154
Luchtfilter (vervangen)
154
Luchtrecirculatie
60
M
Matten 49, 113
Mat verwijderen
49
Meldingen
237
Menu
209
Menu's (audio)
203–204, 218–219