service reset Peugeot Partner 2020 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: Partner, Model: Peugeot Partner 2020Pages: 260, PDF Size: 7.76 MB
Page 15 of 260
13
Instrumentenpaneel
1Als deze procedure niet werkt, beveilig uw auto
dan op de volgende wijze tegen wegrollen:
►
Parkeer de auto op een vlakke ondergrond.
►
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak: schakel een versnelling in.
►
Bij auto's met een automatische transmissie:
selecteer
P en plaats de meegeleverde
wielblokken voor en achter een van de wielen.
Zie (2).
Brandt permanent, in combinatie
met de melding "Storing
parkeerrem".
De auto kan niet stil blijven staan terwijl de motor
draait.
Als de parkeerrem niet handmatig kan worden
in- en uitgeschakeld, dan is de hendel van de
elektrische parkeerrem defect.
De automatische functies moeten te allen
tijde worden gebruikt: ze worden automatisch
geactiveerd bij een storing in de hendel.
Zie (2).
Laag brandstofniveau
/2
1 1Brandt permanent (lampje of LED),
met de naald in het rode gebied
(afhankelijk van de uitvoering), in combinatie met
een geluidssignaal en een melding.
Het geluidssignaal en de melding worden steeds
vaker herhaald naarmate het niveau in de tank
verder naar nul zakt.
Als het lampje gaat branden, zit er minder dan 6
liter brandstof in de tank.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een
lege brandstoftank te voorkomen. Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is
,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Aanwezigheid van water in het dieselfilterPermanent (met instrumentenpaneel met
LCD-tekstdisplay).
Het dieselfilter bevat water.
Risico van beschadiging van het inspuitsysteem:
voer onmiddellijk (2) uit.
Zelfdiagnosesysteem motorKnippert.
Er is een storing in het
motormanagementsysteem.
De katalysator kan onherstelbaar beschadigd
raken.
Uitvoeren (2) zonder defect.
Permanent.
Er is een storing in de emissieregeling.
Het lampje moet na het starten van de motor
uitgaan.
Snel (3) uitvoeren.
Permanent.
Er is sprake van een kleine
motorstoring.
Zie (3).
Permanent.
Er is sprake van een ernstige
motorstoring.
Zie (1) en dan (2).
Voorgloeien dieselmotorPermanent.
Hoe lang het lampje brandt, is afhankelijk van de weersomstandigheden.
Het contact is aan.
Wacht met starten tot het waarschuwingslampje
uitgaat.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het
contact af. Zet het contact vervolgens weer aan
en wacht opnieuw tot het lampje uitgaat voordat
u de motor start.
Bandenspanning te laagPermanent, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding.
De bandenspanning van een of meerdere wielen
is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset na het afstellen van de druk het
controlesysteem.
Lampje voor waarschuwing te lage
bandenspanning knippert en
brandt vervolgens permanent, en
waarschuwingslampje Service brandt
permanent.
Er is een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem.
Het systeem kan geen lage bandenspanning
meer aangeven.
Controleer de bandenspanning zo snel mogelijk
en zie (3).
Antiblokkeersysteem (ABS)Permanent.
Er is een storing in het
antiblokkeersysteem.
De normale remwerking blijft behouden.
Page 19 of 260
17
Instrumentenpaneel
1GrootlichtassistentPermanent.
De functie is via het touchscreen
ingeschakeld (menu Rijverlichting
/ Auto).
De lichtschakelaar staat in de stand "AUTO".
Blauwe verklikkerlampjes
Grootlicht
Permanent.
De lampen branden.
Zwarte/witte waarschuwingslampjes
Voet op rempedaal
Permanent.
Geen of onvoldoende druk op het
rempedaal.
Bij een automatische transmissie, draaiende
motor en vóór het vrijzetten van de parkeerrem
de selectiehendel uit stand P halen.
Voet op de koppelingPermanent.
Stop & Start: de overschakeling naar
de START-stand wordt afgewezen, omdat het
koppelingspedaal niet volledig wordt ingetrapt.
Trap het koppelingspedaal volledig in.
Automatische ruitenwissersPermanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering van de auto:
–
de kilometerteller geeft de resterende
kilometers
tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
aan of de afgelegde afstand sinds de vorige
verstreken onderhoudsdatum, voorafgegaan
door het teken “-”.
–
een waarschuwingsmelding geeft de
resterende kilometers en de tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of
verstreken is.
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden bij het aanzetten
van het contact.
De afstand tot de eerstvolgende beurt is tussen
de 3.000 en 1.000 km.
Permanent, bij het aanzetten van het
contact.
De onderhoudsbeurt moet binnen 1.000 km
worden uitgevoerd.
Laat spoedig een onderhoudsbeurt aan uw auto
uitvoeren.
Onderhoudssleutel knippertKnippert en brandt vervolgens
permanent, bij het inschakelen van
het contact.
(Bij uitvoeringen met de BlueHDi-dieselmotor,
in combinatie met het waarschuwingslampje
Service.)
Het interval voor de onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat zo spoedig mogelijk een onderhoudsbeurt
aan uw auto uitvoeren.
De weergegeven afstand (in kilometers
of mijlen) wordt berekend op basis van
het aantal afgelegde kilometers en de
verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.
Onderhoudsindicator resetten
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
►
Schakel het contact uit.
► Houd deze toets ingedrukt.
► Zet het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen.
►
Laat de toets los als het display =0
aangeeft;
de sleutel verdwijnt.