ESP PEUGEOT PARTNER TEPEE 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: PARTNER TEPEE, Model: PEUGEOT PARTNER TEPEE 2020Pages: 216, PDF Size: 8.52 MB
Page 11 of 216

9
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Rode lampjes
STOPBrandt permanent,, in
combinatie met een
ander lampje en een
melding op het display. Een ernstige storing, gaat
branden in combinatie
met de verklikkerlampjes
"Remvloeistofniveau",
"Motoroliedruk en -temperatuur",
"Koelvloeistoftemperatuur",
"Elektronische remdrukregelaar"
en "Stuurbekrachtiging". Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats.
Koelvloeistof
-t
emperatuur en
-niveau Brandt permanent,
met de naald in het
rode gebied. Een abnormale
temperatuurtoename.
Zet de auto stil en zet het contact af. Laat de motor
vervolgens afkoelen.
Controleer visueel het niveau.
Knippert. Er is een afname in het
koelvloeistofniveau. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Motoroliedruk en
-temperatuur Brandt permanent
tijdens het rijden. Onvoldoende druk of overmatige
temperatuur.
Zet de auto stil en zet het contact af. Laat de motor ver volgens
afkoelen. Controleer visueel het niveau. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het controleren van de niveaus
.
Brandt permanent, ondanks
dat het niveau correct is.Een ernstige storing.Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom accu Brandt permanent. Een storing in het laadcircuit.
Controleer de accupolen. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de accu .
Knippert.De actieve functies zijn op
stand-by gezet (eco-mode). Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de accu
.
Brandt permanent, terwijl de
controles zijn uitgevoerd.Een storing in de ontsteking of
het injectiesysteem. Laat dit nakijken door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 12 of 216

10
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Gordel niet
vastgemaakt Brandt permanent en
knippert vervolgens. De bestuurder en/of de
voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt. Trek aan de gordel en steek de gesp in de
gordelsluiting.
In combinatie met een
geluidssignaal, blijft
vervolgens branden. Tijdens het rijden: de
veiligheidsgordel van de
bestuurder en/of voorpassagier is
niet vastgemaakt. Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door
even aan de riem te trekken.
Stuurbekrachtiging Brandt permanent. Er is een storing in de
stuurbekrachtiging. De conventionele werking van de stuurinrichting,
zonder bekrachtiging, blijft behouden.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Por tier, achterklep
of motorkap
geopend Brandt permanent in
combinatie met een
melding op het display. Een van de te openen
carrosseriedelen is niet goed
gesloten. Controleer of alle te openen carrosseriedelen gesloten
zijn.
Parkeerrem Brandt permanent. De parkeerrem is aangetrokken
of niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het lampje uitgaat; trap
het rempedaal in.
RemvloeistofniveauBrandt permanent. Een te laag remvloeistofniveau.
Vul bij met door PEUGEOT goedgekeurde
remvloeistof.
+ Elektronische
remdrukregelaar
Brandt permanent,
ondanks dat het
niveau correct is, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS
.Er is een storing in het systeem. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet de auto stil en zet het contact af.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 13 of 216

11
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Oranje lampjes
ServiceBrandt tijdelijk. Kleine storingen of
waarschuwingen.Raadpleeg het logboek waarschuwingen op het display of het scherm.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de
boordcomputer.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Brandt permanent. Ernstige storingen.
Emissieregelsysteem
EOBDKnippert of brandt
permanent.Er is een storing in het systeem.
EOBD (European On Board Diagnosis)
is een Europees diagnosesysteem
dat de emissieregeling bewaakt en
er voor zorgt dat de auto voldoet aan de
normen voor de uitstoot van:
-
CO
(koolmonoxide),
-
H
C (koolwaterstoffen),
-
N
Ox (stikstofoxide); de
samenstelling van het uitlaatgas
wordt gecontroleerd door
de lambdasondes achter de
katalysatoren,
-
fijnstof.De katalysator kan beschadigd raken:
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laag
brandstofniveau Brandt permanent,
met de naald van
de meter in het rode
gebied. Als dit lampje gaat branden, zit
er nog ongeveer 8
liter brandstof
in de tank, afhankelijk van de
rijstijl en het motortype. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
zonder brandstof komt te staan. Dit lampje gaat elke
keer na het aanzetten van het contact branden zolang
er niet voldoende brandstof getankt is.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Knippert. De brandstoftoevoer is
onderbroken na een ernstige
aanrijding. Herstel de toevoer.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over brandstof
.
1
Instrumentenpaneel
Page 14 of 216

12
ABSBrandt permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking van uw auto blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
ASR/DSC Knippert. In werking treden van de ASR- of
DSC-regeling. Het systeem verbetert de tractie en zorgt er voor dat de
auto beter bestuurbaar blijft.
Brandt permanent. Een storing in de ASR- of DSC-
regeling.
Bijv. een te lage bandenspanning.
Bijv. controleren van de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats (wielsensor,
hydraulisch regelorgaan, enz.).
Te lage
bandenspanningBrandt permanent.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Deze controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+
Knippert en brandt
vervolgens permanent, in
combinatie met het lampje
Ser vice en, afhankelijk van
de uitvoering, de weergave
van een
melding.
Het bandenspanningscontrolesysteem
is defect of de sensor van een van de
wielen wordt niet gedetecteerd.De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Airbag vóór/zij-
airbag Knippert of brandt
permanent. Een storing in een airbag. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de airbags.
Uitschakeling van
de airbag vóór aan
passagierszijde Brandt permanent.
Vrijwillige uitschakeling van deze
airbag wanneer een kinderzitje
met "de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel wordt geplaatst.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de airbags
.
Instrumentenpaneel
Page 15 of 216

13
RoetfilterBrandt permanent. Een storing van het roetfilter
(brandstofadditiefniveau, kans
op verstopping enz.). Laat het filter controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus
.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
AdBlue
®
(BlueHDi-diesel)Brandt permanent
sinds het contact is
aangezet in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding van het
aantal kilometers dat u
nog kunt rijden.De resterende actieradius ligt
tussen de 2400 en 600 km.Vul zo snel mogelijk AdBlue® bij.
+ AdBlue
®
(BlueHDi-diesel)
Knippert, in
combinatie met het
branden van het
lampje Service, een
geluidssignaal en
een melding van het
aantal kilometers dat
u nog kunt rijden. De resterende actieradius ligt
tussen de 600 en 0
km.U moet
AdBlue
® bijvullen om te voorkomen dat de
motor niet meer kan worden gestar t. .
Knippert, in
combinatie met het
branden van het
lampje Service, een
geluidssignaal en
een melding dat het
starten geblokkeerd
is. Het AdBlue
®-reser voir is
leeg: het starten van de
motor wordt geblokkeerd
door het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem. Om de motor opnieuw te kunnen starten, moet
u
AdBlue® bijvullen.
Het betreffende reservoir moet worden bijgevuld met
minimaal 5
liter AdBlue
®.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue
®.
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 216

14
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-diesel)Brandt permanent
sinds het contact
is aangezet, in
combinatie met het
branden van het
lampje Ser vice en het
lampje zelfdiagnose
motor, een
geluidssignaal en een
melding. Er is een tijdelijke storing in het
SCR-emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Knippert sinds het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van
het lampje Ser vice
en het lampje
zelfdiagnose motor,
een geluidssignaal
en een melding met
betrekking tot de
resterende actieradius. Nadat er 50
km met deze
waarschuwing is afgelegd,
wordt de storing in het
emissieregelsysteem bevestigd.
U kunt nog maximaal 1100
km
afleggen voordat het systeem het
starten van de motor blokkeert. Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om te voorkomen dat de motor niet meer kan
worden gestart
.
Knippert sinds het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van
het lampje Ser vice en
het lampje zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal
en een melding dat het
starten van de motor is
geblokkeerdU hebt de actieradius
overschreden die is toegestaan
na de bevestiging van de storing
in het emissieregelsysteem:
het starten van de motor
wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem. Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk
dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 17 of 216

15
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Mistachterlicht Brandt permanent. Handmatig ingeschakeld. Het mistachterlicht werkt alleen als de parkeerlichten
of het dimlicht ingeschakeld is.
Schakel het mistachterlicht bij normaal zicht uit om
een bekeuring te voorkomen.
Dit licht is fel rood.
Groene lampjes
ECOBrandt permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand
gezet (bij rood licht, stopbord,
opstopping enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
Richtingaanwijzer
links Knippert, met
geluidssignaal. Een verandering van richting
waarbij de lichtschakelaar wordt
gebruikt. Beweeg de hendel omlaag.
Richtingaanwijzer
rechts Knippert, met
geluidssignaal. Een verandering van richting
waarbij de lichtschakelaar wordt
gebruikt. Beweeg de hendel omhoog.
Mistlampen vóór Brandt permanent. Handmatig ingeschakeld. De lichten werken alleen als de parkeerlichten of het
dimlicht ingeschakeld is.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 216

16
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Signaleert Acties/Opmerkingen
Dimlicht/
dagrijverlichting Brandt permanent.
Een handmatige selectie of het
automatisch inschakelen van de
verlichting. Draai de ring van de lichtschakelaar in de tweede
stand.
Inschakeling van het dimlicht
zodra het contact wordt
aangezet: dagrijverlichting
(afhankelijk van het
verkoopland).
Blauwe lampjes
Grootlicht Brandt permanent. De lichtschakelaar is naar u toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Lampjes op het display StatusSignaleert Acties/Opmerkingen
Snelheidsregelaar Brandt permanent. De snelheidsregelaar is
geselecteerd. Handmatig selecteren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de snelheidsregelaar
.
SnelheidsbegrenzerBrandt permanent. De begrenzer is geselecteerd. Handmatig selecteren.
Zie de desbetreffende rubrieken voor meer informatie
over de snelheidsbegrenzer.
SchakelindicatorBrandt permanent.Een advies waarbij geen
rekening is gehouden met
de situatie op de weg en de
verkeersdrukte. Schakel bij een handgeschakelde versnellingsbak
de juiste versnelling in om het brandstofverbruik
te verminderen. De bestuurder blijft altijd zelf
verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van
een schakeladvies van het systeem.
Instrumentenpaneel
Page 60 of 216

58
Verspreiding parfum instellen
Parfumeur verwijderenGeurpatroon vervangen
F Draai aan de verchroomde knop om de
hoeveelheid par fum in te stellen:
-
n
aar links voor minder,
-
n
aar rechts voor meer.
F
D
raai de verchroomde knop volledig naar
links om de par fumeur uit te schakelen. F
D
ruk de knop in en draai deze een
kwartslag naar links tot de aanslag.
F
V
er wijder de par fumeur uit het dashboard.
F
V
ervangen de geurpatroon.
De navulverpakking voor de par fumeur bestaat
uit een geurpatroon B en de afgedichte houder C
.
F
V
erwijder de beschermfolie D .
F
P
laats de kop van geurpatroon B op knop A
van de parfumeur.
F
V
erdraai de geurpatroon een kwartslag om
deze in de knop te vergrendelen en ver wijder
de houder.
F
B
reng de par fumeur op zijn plaats aan.
U kunt de geurpatronen op elk moment
vervangen en de aangesproken geurpatronen in
hun originele houder bewaren.
De knop van de par fumeur A maakt geen
deel uit van de geurpatroon. De geurpatronen
worden zonder par fumeurknop A geleverd. De knop van de par fumeur A kan alleen samen
met een geurpatroon in het multifunctionele
dak worden aangebracht.
Zorg dus altijd dat u over de knop A en een
geurpatroon beschikt.
Deze patronen zijn verkrijgbaar bij het
PEUGEOT-netwerk.
Parfumeur plaatsen
Na het aanbrengen of ver vangen van de
geurpatroon:
F
p
laats de par fumeur terug,
F
d
raai deze een kwartslag naar rechts.
Ergonomie en comfort
Page 69 of 216

67
Airconditioning
De airconditioning werkt alleen bij draaiende
motor.Druk op de toets om de
airconditioning in te schakelen;
het lampje gaat branden. Druk
nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen; het
lampje gaat uit.
De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtopbrengst is ingesteld op 0.
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
1. Comfortprogramma AUTO.
2. Temperatuurregeling bestuurderszijde/
passagierszijde.
3. Regeling luchtverdeling.
4. Regeling luchtopbrengst.
5. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie.
6. In-/uitschakelen van de airconditioning. Om het interieur maximaal te verkoelen
of te ver warmen is het mogelijk de
minimale waarde 15 of de maximale
waarde 27 te overschrijden door verder te
draaien tot respectievelijk LO of HI wordt
weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij het
instappen veel lager (of hoger) is dan
de ingestelde waarde, heeft het geen
zin om voor een optimale temperatuur
de ingestelde waarde te wijzigen. Het
systeem compenseert automatisch en zo
snel mogelijk het temperatuurverschil.
Automatische werking
Comfortprogramma AUTO
Comfortwaarde bestuurder of
voorpassagier
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op een temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit.
Dit is de normale stand van de airconditioning. F
D
ruk op deze toets. Het symbool
AUTO wordt weergegeven. Om bij koude motor de toevoer van koude lucht
te beperken, wordt de ventilatie geleidelijk op
het optimale niveau gebracht.
Voor uw comfort worden de instellingen van de
airconditioning de volgende keer dat uw auto
wordt gestart, gehandhaafd.
De automatische werking wordt uitgeschakeld
als u handmatig een instelling wijzigt (het
symbool AUTO verdwijnt).
Afhankelijk van het geselecteerde comfortniveau
regelt het systeem de luchtverdeling, de
luchtopbrengst en de luchttoevoer om het
comfort en de luchtcirculatie in het interieur
optimaal te houden. U hoeft het systeem niet
meer zelf bij te regelen.
F Draai deze knop naar links of
naar rechts om deze waarde
te verlagen of verhogen. Een
waarde van rond de 21 zorgt
voor een optimaal comfort.
Afhankelijk van uw wensen is
een waarde tussen 18 en 24
gebruikelijk.
Dek de zonnesensor op het dashboard
niet af.
3
Ergonomie en comfort