ESP Peugeot RCZ 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: RCZ, Model: Peugeot RCZ 2011Pages: 276, PDF Size: 17 MB
Page 50 of 276

48
Dit display wordt automatisch uit- en ingeklapt.
Het is echter ook mogelijk om het display uit te klappen, in te klappen of
af te stellen met de volgende knoppen:
- uitklappen of inklappen met de knop A
,
- afstellen van de hoek met de knop B
.
Het display is ook voorzien van een beveiliging tegen beknellen.
TOEGANG TOT HET WEGKLAPBARE DISPLAY
Uitklappen van het display
)
Druk als het display is ingeklapt op de knop A
om het uit te klappen.
Het display klapt automatisch uit bij het aanzetten van het contact,
het inschakelen van het audio- en telematicasysteem, een uitgaand
telefoongesprek, het geven van een gesproken commando en het
ontvangen van een waarschuwingsmelding die gekoppeld is aan het
pictogram STOP.
Inklappen van het display
)
Druk als het display is uitgeklapt op de knop A
om het in te
klappen.
Als het audio- en telematicasysteem is uitgeschakeld, wordt het display
ongeveer drie seconden na het afzetten van het contact automatisch
ingeklapt.
Wanneer u het display laat inklappen terwijl het audio- en
telematicasysteem is ingeschakeld, zal het display automatisch
weer uitklappen bij een uitgaand telefoongesprek, het geven
van een gesproken commando of het ontvangen van een
waarschuwingsmelding die gekoppeld is aan het pictogram STOP. Wanneer u wenst dat het display automatisch wordt uit- of
ingeklapt als het audio- en telematicasysteem wordt in- of
uitgeschakeld, mag het display niet worden ingeklapt gedurende
de werking van het audio- en telematicasysteem.
Beveiliging tegen beknellen
Als het display bij het uitklappen of inklappen op een obstakel stuit,
stopt het display onmiddellijk met bewegen en beweegt het vervolgens
enkele millimeters terug.
Druk na het verwijderen van het obstakel nogmaals op de knop om het
display uit of in te klappen.
Page 73 of 276

3/
ERGONOMIE EN COMFORT
TOEGANG TOT DE ACHTERBANK
ACHTERBANK
Achterbank met twee zitplaatsen, met een vaste zitting en een
neerklapbare rugleuning, beide uit één stuk.
De hoofdsteunen achter kunnen niet worden verwijderd.
NEERKLAPPEN VAN DE RUGLEUNING VAN DE ACHTERBANK
TERUGPLAATSEN VAN DE RUGLEUNING VAN DE ACHTERBANK
Let er voor uw veiligheid en die van uw pasagiers op dat de rugleuning
bij het terugplaatsen goed vergrendeld wordt.
)
Open het kofferdeksel.
)
Trek aan de handgreep onder de hoedenplank om de rugleuning te
ontgrendelen.
Plaats bij het vervoeren van lange voorwerpen geen lading
zwaarder dan 30 kg op de achterzijde van de rugleuning.
Plaats geen scherpe voorwerpen op de achterzijde van de
rugleuning om te voorkomen dat deze beschadigd raakt.
)
Controleer of de zitting van de voorstoel ver genoeg naar voren staat.
)
Trek de hendel omhoog om de rugleuning naar voren te klappen.
Bij het terugduwen keert de rugleuning terug in de oorspronkelijke stand.
De rugleuning kan worden neergeklapt om de bagageruimte te vergroten.
De bediening voor het ontgrendelen van de rugleuning bevindt zich in
de bagageruimte.
)
Controleer of de voorstoelen ver genoeg naar voren zijn geschoven.
)
Controleer of er geen voorwerpen op de achterbank liggen.
)
Bevestig de gespen van de veiligheidsgordels aan de daarvoor
bevestigde punten tussen de hoofdsteunen.
)
Klap de rugleuning neer op de zitting.
Page 101 of 276

5/
VEILIGHEID
RICHTINGAANWIJZERS
Wanneer bij een snelheid van meer dan 60 km/h de
richtingaanwijzers na meer dan 20 seconden nog niet zijn
uitgeschakeld, wordt automatisch het knippergeluid versterkt.
)
Links: duw de hendel omlaag, voorbij het zware punt.
)
Rechts: duw de hendel omhoog, voorbij het zware punt.
ALARMKNIPPERLICHTEN
Gebruik de alarmknipperlichten om het overige verkeer te waarschuwen
in het geval van file, pech, slepen of een ongeval.
)
Druk deze knop in: de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
AUTOMATISCH INSCHAKELEN VAN DE
ALARMKNIPPERLICHTEN
Bij een noodstop worden de alarmknipperlichten, afhankelijk van de
mate van remvertraging, automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de alarmknipperlichten uit.
)
U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door de
knop in te drukken.
Als het ESP/ASR wordt uitgeschakeld, worden de alarmknipperlichten
ook niet meer automatisch ingeschakeld. Raadpleeg de rubriek
"Stabiliteitscontrolesystemen - § Uitschakelen".
Page 105 of 276

5/
VEILIGHEID
ANTISLIPREGELING (ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITSPROGRAMMA (ESP)
De antislipregeling verbetert de tractie van de wielen om doorslippen
te voorkomen, door in te grijpen op de remmen van de aangedreven
wielen en op het motorkoppel.
Het elektronisch stabiliteitsprogramma grijpt in via de remmen van één
of meer wielen en via het motorkoppel om de auto (binnen de grenzen
van de natuurkundige wetmatigheden) weer in de juiste koers te
brengen.
Inschakelen
De systemen worden automatisch ingeschakeld zodra de motor wordt
gestart.
De systemen worden geactiveerd zodra de wielen te weinig grip hebben of
de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting.
In dat geval gaat dit controlelampje op het instrumentenpaneel
knipperen.
TRACTIECONTROLE OP BESNEEUWDE WEGEN
(INTELLIGENT TRACTION CONTROL)
Deze auto is uitgerust met een systeem dat zorgt voor extra tractie op
besneeuwde wegen: Intelligent Traction Control
.
Deze automatische functie is permanent geactiveerd om situaties met
weinig grip op te sporen, zoals wegrijden en verplaatsen van de auto in
verse en diepe sneeuw of over platgereden sneeuw.
In dergelijke omstandigheden beperkt de Intelligent Traction Control
het doorslippen van de wielen om voor een optimale grip te zorgen. Zo
wordt de aandrijving en de bestuurbaarheid verbeterd.
In barre rijomstandigheden (diepe sneeuw, modder, enz.) kan het nuttig
zijn het ESP/ASR
tijdelijk uit te schakelen, zodat de wielen kunnen
slippen, waardoor ze meer grip zouden kunnen vinden.
Het is raadzaam om het systeem zodra het kan weer in te schakelen.
Onder gladde omstandigheden is het raadzaam te rijden op
winterbanden.
Page 106 of 276

104
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto vastzit in de modder,
sneeuw, in mulle grond,...) kan het nuttig zijn de systemen ASR en ESP
uit te schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en weer grip kunnen
krijgen.
)
Druk op de knop "ESP OFF"
, die zich in het midden van het
dashboard bevindt.
Als dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel en het
verklikkerlampje van de knop branden, zijn de systemen ASR
en ESP uitgeschakeld.
Hierdoor wordt eveneens het automatisch inschakelen van de
alarmknipperlichten uitgeschakeld.
Opnieuw inschakelen:
Deze systemen worden automatisch weer ingeschakeld als het contact
opnieuw wordt aangezet.
)
U kunt ook nogmaals op de knop "ESP OFF"
drukken om de
systemen handmatig weer in te schakelen.
Hierdoor wordt eveneens het automatisch inschakelen van de
alarmknipperlichten weer ingeschakeld.
Storing
De systemen ASR en ESP zorgen voor meer veiligheid tijdens het
rijden. De bestuurder mag zich echter nooit laten verleiden tot het
nemen van meer risico's of het te hard rijden.
De goede werking van de systemen wordt verzekerd door de
naleving van de voorschriften van de constructeur op het gebied
van:
- de wielen (banden en velgen),
- de onderdelen van het remsysteem,
- de elektronische componenten,
- procedures met betrekking tot montage en werkzaamheden.
Laat de systemen na een aanrijding controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het display, duidt dit op een
storing in deze systemen.
Laat de systemen controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.