Peugeot Traveller 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Traveller, Model: Peugeot Traveller 2016Pages: 528, PDF Size: 12.72 MB
Page 151 of 528

149
Traveller-VP_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Instapverlichting
buitenzijde
De instapverlichting is bedoeld om op
donkere plaatsen het lokaliseren van de auto
en het instappen te vergemakkelijken. De
instapverlichting is actief als de lichtschakelaar
in de stand "AUTO" staat en de lichtsensor
weinig omgevingslicht detecteert.
Inschakelen
F Druk op het geopende hangslot van de afstandsbediening of op
de portiergreep van een van de
voorportieren met het "Keyless
entry and start"-systeem.
Uitschakelen
De instapverlichting buitenzijde gaat na een
bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het
afzetten van het contact of het vergrendelen
van de auto.
Programmeren
Het in- en uitschakelen van de functie
instapverlichting en de duur van het branden van
de instapverlichting kunnen worden ingesteld.
Het dimlicht en het parkeerlicht gaan branden
en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld. Activeer of deactiveer in het configuratiemenu
van de auto de functie "
Instapverlichting".
Met touchscreen
Met autoradio
Activeer of deactiveer in het menu
" Persoonlijke instelling - configuratie " de
functie " Instapverlichting ".
4
Verlichting en zicht
Page 152 of 528

150
Traveller-VP_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Activeer of deactiveer in het configuratiemenu
de functie "Rijverlichting ".
Met touchscreen
Met autoradio
Activeer of deactiveer in het menu
"
Persoonlijke instelling - configuratie " de
functie " Rijverlichting ".
u
kunt de statische bochtverlichting desgewenst
uitschakelen via het configuratiemenu van de auto.
Standaard is de statische bochtverlichting
ingeschakeld.
ProgrammerenStatische bochtverlichting
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht
wordt de mistlamp vóór ingeschakeld om de
binnenkant van de bocht extra te verlichten bij
snelheden tot 40 km/h (handig in de stad, op
bochtige wegen, kruispunten, parkeergarages
e n z .) . Met statische bochtverlichting
Zonder statische bochtverlichting
Statische bochtverlichting ingeschakeld
De bochtverlichting wordt in de volgende
gevallen ingeschakeld:
-
b
ij het inschakelen van een
richtingaanwijzer,
of
-
a
ls het stuur wiel ver genoeg wordt
verdraaid.
Statische bochtverlichting werkt niet
De verlichting werkt in de volgende gevallen
niet:
-
b
ij een geringe stuuruitslag,
-
b
ij snelheden boven 40 km/h,
-
a
ls de achteruit is ingeschakeld.
Verlichting en zicht
Page 153 of 528

151
Traveller-VP_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
grootlichtassistent
Dit systeem schakelt automatisch om
tussen dim- en grootlicht, afhankelijk van
de lichtsterkte van de omgeving en de
aanwezigheid van overig verkeer op de weg die
worden geregistreerd door een camera aan de
bovenzijde van de voorruit.
Inschakelen/uitschakelen
F Zet de ring van de lichtschakelaar in de stand "AuTo" o f "dimlicht /grootlicht".
De grootlichtassistent is een
hulpsysteem bij het rijden.
Het blijft de verantwoordelijkheid van
de bestuurder om de verlichting van zijn
auto aan te passen aan de lichtsterkte
van de omgeving, het zicht en het
verkeer.
Het systeem wordt geactiveerd vanaf
25 km/h.
Als de snelheid lager dan 15 km/h
wordt, werkt de functie niet meer.
F
g
e
ef een lichtsignaal
(door de lichtschakelaar
voorbij het zware punt te
bewegen) om de functie in
te schakelen. F
g
e
ef nogmaals een
lichtsignaal om de
werking van de functie te
onderbreken, waarna het
systeem overschakelt op
de modus "automatische
verlichting".
Onderbreken
De bestuurder kan indien nodig op elk moment
zelf overschakelen op grootlicht of dimlicht.
De bestuurder kan indien nodig op elk
moment zelf de verlichting omschakelen
door de lichtschakelaar naar zich toe te
trekken.
Bij het geven van een lichtsignaal wordt
het systeem niet uitgeschakeld.
De status van het systeem blijft na
het afzetten van het contact in het
geheugen opgeslagen.
4
Verlichting en zicht
Page 154 of 528

152
Traveller-VP_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Activeer of deactiveer in het menu Rijden de
functie " Automatisch uitschakelen van het
grootlicht ".
er k
unnen storingen in de werking van het
systeem optreden:
-
a
ls het zicht slecht is (bijvoorbeeld bij
sneeuwval, zware regenval of dichte
mist, ...),
-
a
ls het gedeelte van de voorruit voor
de camera vuil, beslagen of bedekt is
(bijvoorbeeld met een sticker),
-
a
ls de verlichting van uw auto wordt
weerkaatst door spiegelende of
reflecterende panelen (bijvoorbeeld
verkeersborden).
Bij te dichte mist wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld.
Het systeem signaleert geen:
-
w
eggebruikers die geen verlichting
voeren, zoals voetgangers,
-
w
eggebruikers van wie de
verlichting wordt afgeschermd
(bijvoorbeeld door een vangrail op
de snelweg),
-
w
eggebruikers die zich aan de top
of de voet van een steile helling,
in een bocht of op een zijweg
bevinden.
Met touchscreen Met autoradio
Inschakelen van het systeem:
ui
tschakelen van het systeem:
F
D
ruk op deze knop: het lampje
ervan gaat branden, het systeem
is uitgeschakeld.
F
D
ruk op deze knop: het lampje
ervan dooft, het systeem is
ingeschakeld.
Verlichting en zicht
Page 155 of 528

153
Traveller-VP_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Activeer of deactiveer in het configuratiemenu
van de auto de functie "Sfeerverlichting".
Met touchscreenMet autoradio
Activeer of deactiveer in het menu
"
Persoonlijke instelling - configuratie " de
functie " Sfeerverlichting ".
Programmeren
Het in- en uitschakelen van de functie
sfeerverlichting en de lichtsterkte van de
sfeerverlichting kunnen worden ingesteld.
Sfeerverlichting
De gedempte interieurverlichting verbetert het
zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt. Als het buiten donker is, gaat de verlichting
van de plafonnier vóór en het panoramadak
(indien aanwezig) automatisch branden als de
parkeerlichten worden ingeschakeld.
De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de
parkeerlichten worden uitgeschakeld.
Inschakelen
Verstel de halogeenkoplampen afhankelijk van
de belading van uw auto om verblinding van
medeweggebruikers te voorkomen.
0 - 1 of 2 personen voorin.
1 - 5 personen.
2 - 6 - 9 personen.
3 - Bestuurder + maximaal toegestane
belading.
Stand "0" : basisinstelling.
Koplampen handmatig
in hoogte verstellen
4
Verlichting en zicht
Page 156 of 528

154
Traveller-VP_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Ruitenwisserschakelaar
Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers
handmatig in.
Instellen
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto zijn
verschillende instellingen mogelijk:
-
a
utomatische werking van de ruitenwissers
vó ó r,
-
a
utomatisch inschakelen van de
ruitenwisser achter bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.
Ruitenwissers vóór
Selectiehendel wissnelheid: zet de hendel in de
gewenste stand.
Uitvoering met handbediende
ruitenwissers (interval)
Uitvoering met automatische ruitenwissers
Hoge snelheid (hevige neerslag).
Normale snelheid (matige regenval).
Interval (wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid).
uit
.
eén
keer wissen (de hendel omlaag
duwen of kort naar u toe trekken en
vervolgens loslaten).
of
Automatisch wissen (omlaag
duwen en vervolgens loslaten).
eén
keer wissen (de hendel even
naar u toe trekken).
Schakel de ruitenwissers niet in
als de voorruit droog is. Controleer
voordat u bij extreem koud of warm
weer de ruitenwissers inschakelt of de
ruitenwisserbladen niet vastzitten aan
de voorruit.
Verwijder onder winterse
omstandigheden sneeuw, ijs of rijp
van de voorruit, van het gebied
rondom de ruitenwisserarmen
en de ruitenwisserbladen en van
het voorruitrubber alvorens de
ruitenwissers in te schakelen.
Verlichting en zicht
Page 157 of 528

155
Traveller-VP_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Automatische ruitenwissers vóór
Inschakelen
Duw de hendel één keer omlaag.
De ruitenwissers maken één slag om
het inschakelen te bevestigen.
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en
er verschijnt een melding.
Duw de hendel nog een keer omlaag
of zet de hendel in een andere
stand (Int., 1 of 2).
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat uit en er
verschijnt een melding.
Uitschakelen
elke keer als het contact meer
dan 1 minuut is afgezet, moet u
de automatische werking van de
ruitenwissers opnieuw activeren door
de hendel één keer omlaag te duwen.
De ruitenwissers worden automatisch ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen
detecteert. De snelheid van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid neerslag.
Dek de regensensor, die zich
gecombineerd met de lichtsensor aan
de bovenzijde van de voorruit achter de
binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking van
de ruitenwissers uit als de auto wordt
gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen
van de automatische ruitenwissers tot
de voorruit ontdooid is.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in
de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
P
e
ugeo
T
-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.uit .
Interval.
Wissen en sproeien (gedurende
enige tijd).
Ruitenwisser achter
4
Verlichting en zicht
Page 158 of 528

156
Traveller-VP_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Deactiveer de automatische werking van
de ruitenwisser achter bij sneeuwval of
strenge vorst en bij montage van een
fietsendrager op de achterklep. Deze functie is standaard geactiveerd.
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld op het
moment dat u de achteruitversnelling inschakelt, wordt
automatisch de ruitenwisser achter ingeschakeld.
Activeer of deactiveer in het configuratiemenu
van de auto de functie "Ruitenwisser achter
bij inschakelen achteruit ".
Met autoradio
Activeer of deactiveer in het menu
"Persoonlijke instelling - configuratie " de
functie " Ruitenw. aan bij achteruit ".
Met touchscreen Activeren/Deactiveren
Deze functie kan worden geactiveerd of
gedeactiveerd via het configuratiemenu van de auto.
F Trek de ruitenwisserschakelaar naar u
toe. De ruitensproeiers treden in werking,
waarna enige tijd de ruitenwissers worden
ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.
De koplamsproeiers worden alleen geactiveerd
als de dimlichten branden en de auto rijdt.
Bij auto's met dagrijverlichting moet de
lichtschakelaar in de stand dimlichten worden
gezet om de koplampsproeiers te activeren.
Ruitensproeiers vóór en
koplampsproeiers
Bij auto's met automatische
airconditioning wordt tijdens het
bedienen van de ruitensproeiers vóór
automatisch de luchttoevoer afgesloten
om stank in het interieur te voorkomen.
Te laag niveau ruiten-/
koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers en het niveau van het
reservoir te laag is, verschijnt dit pictogram
op het instrumentenpaneel in combinatie
met een geluidssignaal en een melding.
Het pictogram verschijnt als het contact wordt
aangezet of als de schakelaar wordt bediend,
zolang het reservoir niet gevuld is.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreservoir bij of
laat het bijvullen.
Verlichting en zicht
Page 159 of 528

157
Traveller-VP_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
* Volgens land van bestemming.
Voorruit- en
ruitensproeierverwarming*
Bij koud weer ver warmt deze functie de voorruit
en de ruitensproeiers.In zone 1 ontdooit de ver warming het gedeelte
bij de ruitenwisserbladen als deze bij vorst of
sneeuw zijn vastgevroren.
In zone 2 verbetert de ver warming het zicht
door ophoping van sneeuw te voorkomen als
de ruitenwissers in werking zijn.
Inschakelen
F Druk bij draaiende motor op deze toets; het lampje van de toets
gaat branden.
De werkingsduur is afhankelijk van de
buitentemperatuur.
Druk nogmaals op deze toets om de functie
weer uit te schakelen; het lampje van de toets
gaat uit.
Speciale stand van de
ruitenwissers vóór
Deze stand maakt het mogelijk de
ruitenwissers los te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen
worden gereinigd of de ruitenwissers worden
vervangen. In de winter kan deze stand tevens
worden gebruikt om de ruitenwissers los te
zetten van de voorruit.
om e
en goede werking van de
ruitenwissers te behouden adviseren wij u:
-
v
oorzichtig met de ruitenwissers
om te gaan,
-
d
e ruitenwissers regelmatig te
reinigen met zeepsop,
-
d
e ruitenwissers niet te gebruiken
om een stuk karton tegen de
voorruit te houden,
-
d
e ruitenwissers te vervangen
zodra ze tekenen van slijtage
vertonen.
F
A
ls de ruitenwisserschakelaar binnen een
minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, worden de ruitenwissers in de
verticale stand gezet.
F
Z
et het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers na de werkzaamheden weer
in de ruststand te zetten.
4
Verlichting en zicht
Page 160 of 528

158
Traveller-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Alarmknipperlichten
Bij een noodstop - afhankelijk van de mate
van remvertraging, als het ABS ingrijpt, maar
ook als er een aanrijding wordt gesignaleerd,
worden de alarmknipperlichten automatisch
ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F u kunt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Lichtsignaal van de richtingaanwijzers om het
overige verkeer te waarschuwen in het geval
van file, pech, slepen of een ongeval.
urgence-oproep of
A ssistance-oproep
Hiermee kunt u een noodoproep of
hulpoproep doen naar de hulpdiensten of de
desbetreffende P
e
ugeo
T
-helpdesk.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de Audio en
telematica en in het bijzonder over het
gebruik van deze voorziening.
F
D
ruk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Veiligheid