Seat Alhambra 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Alhambra, Model: Seat Alhambra 2017Pages: 340, PDF Size: 6.99 MB
Page 81 of 340

Veilig vervoer van kinderen
van het kind, omdat de airbag het kinderzitje
met gr
ot
e kracht treft waardoor het tegen de
rugleuning geslingerd wordt. ATTENTIE
Als u in uitzonderlijke gevallen een kind moet
v er v
oeren op de bijrijdersstoel met de rug
naar het dashboard gekeerd, houd dan reke-
ning met het volgende:
● Schakel de voorairbag van de voorpassa-
gier altijd uit en houd dez
e airbag buiten
werking.
● Het kinderzitje moet door de fabrikant van
het kinder
zitje zijn goedgekeurd voor het ge-
bruik op de bijrijdersstoel met voor- en zijair-
bag.
● Volg de montageaanwijzingen van de fabri-
kant
van het kinderzitje en houd u aan de
waarschuwingen.
● Schuif de voorpassagierstoel helemaal
naar acht
eren en zet hem in de hoogste posi-
tie voor een zo groot mogelijke afstand tot de
voorairbag.
● Zet de rugleuning rechtop.
● Zet de gordelhoogteverstelling in de hoog-
ste po
sitie.
● Beveilig kinderen in de wagen altijd met
een goedgek
eurd bevestigingssysteem dat
aangepast is aan hun gewicht en lengte. Gebruik van het kinderzitje op de ach-
t
erb
ank Indien een kinderzitje op de achterbank ge-
pl
aats
t wordt, moet de voorstoel zo versteld
worden dat het kind over voldoende ruimte
beschikt. Pas daarom de voorstoel aan de
grootte van het kinderzitje en de lengte van
het kind aan. Let daarbij ook op de juiste
houding van de voorpassagier ››› pag. 57.
Verplaats de tweede en derde zitrijen volle-
dig achteruit en vergrendel ze. Plaats de rug-
leuningen verticaal en de hoofdsteunen vol-
ledig naar beneden.
Isofix-kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik
op de achterbank
De zitplaatsen achterin zijn geschikt voor kin-
derzitjes met het Isofix-systeem , dat speci-
aal ontworpen werd voor dit type wagens in
overeenstemming met de norm ECE-R 44.
De Isofix-kinderzitjes zijn ingedeeld in de ca-
tegorieën "specifiek voor de wagen", "be-
perkt" of "semi-universeel".
De fabrikanten van kinderzitjes overhandigen
bij elk Isofix-zitje een wagenlijst met de mo-
dellen waarvoor het betreffende Isofix-zitje
goedgekeurd is. Indien de wagen in de lijst
van de fabrikant staat en het Isofix-kinderzi-
tje behoort tot een categorie van de lijst, mag
het gebruikt worden in deze wagen. Neem zo
nodig contact op met de fabrikant van het kinderzitje om een geactualiseerde automo-
dell
en
lijst aan te vragen.
Groep (ge-
wichtscate- gorie)Isofix-cate-
gorie van het kinderzitjePositie van het zi-tje op de achter- bank
Klasse 0:tot 10 kgEIUF a)
Klasse 0+
tot 13 kgEIUF a)
DIUFa)
CIUFa)
Klasse 1:
9 t/m 18 kg
DIUF a)
CIUFa)
BIUFa)
B1IUFa)
AIUFa)
a)
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes van de categorie "univer-
seel" goedgekeurd voor gebruik in deze groep. ATTENTIE
Als op de tweede zitrij op alle stoelen een
kinder z
itje gemonteerd is, dan is het moge-
lijk dat de stoelen van die zitrij bij een onge-
val niet vanaf de derde zitrij naar voren omge-
klapt kunnen worden. In een noodgeval kun-
nen de personen die op de derde zitrij zitten
de wagen niet zelfstandig verlaten of zichzelf
redden. » 79
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 82 of 340

Veiligheid
●
In geen enk el
geval mag u tegelijkertijd kin-
derzitjes op alle stoelen van de tweede zitrij
inbouwen als andere personen op de derde
zitrij gaan zitten. Geïntegreerd kinderzitje
Inl eidin
g tot themaHet geïntegreerde kinderzitje is enkel ge-
sc
hikt
voor kinderen van groep 2 (15-25 kg)
en groep 3 (22-36 kg) volgens de norm ECE-R
44. ATTENTIE
Kinderen die geen veiligheidsgordel dragen
of niet bev
eiligd zijn met een geschikt beves-
tigingssysteem, kunnen levensgevaarlijk let-
sel oplopen wanneer een airbag geactiveerd
wordt.
● Kinderen t/m 12 jaar moeten altijd op de
zitpl
aatsen achterin worden vervoerd.
● Schakel de voorairbag van de bestuurder
altijd uit indien, in uitz
onderlijke gevallen,
een kind vervoerd dient te worden op de bij-
rijdersstoel in een kinderzitje met de rug naar
het dashboard gekeerd.
● Beveilig kinderen in de wagen steeds met
een ges
chikt bevestigingssysteem dat aange-
past is aan hun gewicht en lengte.
● Gesp de veiligheidsgordel van de kinderen
steed
s juist om. ATTENTIE
Tijdens het rijden moeten de kinderen steeds
pl aat
snemen in een kinderzitje dat geschikt
is voor hun gewicht en lengte.
● Beveilig kinderen in de wagen steeds met
een ges
chikt bevestigingssysteem dat aange-
past is aan hun gewicht en lengte.
● Gesp de veiligheidsgordel steeds correct
om bij de kinder
en en laat hen een juiste zit-
houding aannemen.
● Het schoudergordelgedeelte moet ongeveer
over het
midden van de schouder lopen en
nooit over de hals of de bovenarm.
● De schoudergordel moet vast op het boven-
lichaam lig
gen.
● Het heupgedeelte van de gordel moet over
het bekken en niet
over de buik lopen en al-
tijd vast aanliggen.
● Rol de gordelband zo nodig op zodat die
strak
tegen het lichaam ligt.
● Vervoer nooit baby's of kinderen op schoot.
● Gebruik steeds een kinderzitje en de veilig-
heidsgor
del voor kinderen kleiner dan 1,50
m. De normale veiligheidsgordel kan letsel
aan de buik en nek veroorzaken.
● In een kinderzitje mag slechts één kind te-
gelijk
vervoerd worden.
● Lees in elk geval de informatie en waar-
schu
wingen van de fabrikant van de kinderzi-
tjes en volg die op.
● Laat een kind nooit alleen achter in het zi-
tje of in de w
agen. ●
Laat w ijz
igingen aan het geïntegreerde kin-
derzitje enkel uitvoeren in een gespeciali-
seerde werkplaats.
● Vervang het kinderzitje of de onderdelen
ervan die be
schadigd zijn geraakt of een on-
geval hebben ondergaan. ATTENTIE
Bij bruusk remmen, plotselinge manoeuvres
of on g
eval, kunnen losse voorwerpen in de
wagen door het interieur geslingerd worden
en letsel veroorzaken.
● Tijdens het rijden mag geen speelgoed of
andere har
de losse voorwerpen in het kinder-
zitje of de stoel achterblijven. 80
Page 83 of 340

Veilig vervoer van kinderen
Geïntegreerd kinderzitje openklappen Afb. 93
Geïntegreerd kinderzitje: zitting omh-
oog br en
g
en. Afb. 94
Geïntegreerd kinderzitje: hoofdsteun
inbou w
en. Zitting omhoog brengen
● Trek de zitting naar voren via de deblok-
k eerhendel
›
›› afb. 93 A in de richting van
de pijl
›
›
› afb. 93 1 .
● Klap beide zijden ››
›
afb. 93 B naar boven,
in de ric htin
g
van de pijl ››› afb. 93 2 .
● Duw de zitting ››
›
afb. 93 C naar achteren
in de ric htin
g
van de pijl ››› afb. 93 3 tot ze
v a
s
tklikt.
De hoofdsteun van het kinderzitje inbouwen
● Bouw de hoofdsteun uit en berg deze veilig
op ›››
pag. 145.
● Vergewis u ervan dat de geleiding van de
gordel
geplaatst is in de hoofdsteun van het
kinderzitje aan de zijde van het raam ››› pag.
81.
● Schuif de hoofdsteun van het kinderzitje in
de geleidin
gen van de overeenkomstige rug-
leuning tot deze juist vastklikt ››› afb. 94.
● Vergewis u ervan dat de stoel en rugleu-
ning acht
eraan goed zijn vastgeklikt door
aan beide te trekken. Gordelverloop met geïntegreerd kin-
derzitj
e Afb. 95
Geïntegreerd kinderzitje: plaatsing
v an de g
or
delband. Afb. 96
Geïntegreerd kinderzitje: verloop van
de g or
del
band met geleidebeugel. Met behulp van de geleidebeugel
››
›
afb. 96,
plaatst u de veiligheidsgordel zo dat het »
81
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 84 of 340

Veiligheid
schoudergedeelte over het midden van de
s c
houder
van het kind loopt.
Geleidebeugel van de gordel
● Maak de geleidebeugel van de gordel vast
aan de zijhoof
dsteun aan de zijde van het
raam. De geleidebeugel wordt bevestigd met
een drukknop.
● Open de bovenste drukknop van de gelei-
debeugel
van de gordel en laat de gordel-
band onder de zijhoofdsteun en langs de ge-
leidebeugel lopen.
● Sluit de drukknop opnieuw.
Verloop v
an de gordels
● Breng de automatische 3-puntsveiligheids-
gordel
onder de zijhoofdsteun.
● Trek aan de gesp van de gordel en breng
de band v
oorzichtig over de borstkas en het
bekken.
● Steek de gesp in het bij het zitje behorende
gordel
slot tot deze hoorbaar vastklikt.
● Trek aan de gordel om te controleren of ook
de ges
p goed vastzit in het slot. ATTENTIE
De veiligheidsgordel biedt enkel een optima-
le be s
cherming tegen ernstig of dodelijk let-
sel wanneer hij goed geplaatst is. ●
Ges p de
veiligheidsgordel steeds correct
om bij de kinderen en laat hen een juiste zit-
houding aannemen.
● Het schoudergedeelte van de gordel moet
over het
midden van de schouder lopen.
● Plaats de gordel steeds vlak en strak over
het lich
aam.
● Rol de gordelband op zodat die strak tegen
het lich
aam ligt.
● Het heupgedeelte van de veiligheidsgordel
moet vóór het
bekken lopen en nooit over de
buik.
● In een kinderzitje mag slechts één kind te-
gelijk
vervoerd worden. Kinderzitje uitbouwen
Afb. 97
Geïntegreerd kinderzitje: zitting om-
l aag br
en
gen. Zitting omlaag brengen
● Trek de zitting naar voren via de deblok-
k eerhendel
›
›› afb. 97 A in de richting van
de pijl 1 .
● Duw de zitting naar onderen aan de cen
tr
a-
le zone B in de richting van de pijl
2 zodat
z e
v
eilig vastklikt ››› . De zijsteunen worden
aut om
ati
sch omlaag geklapt.
De hoofdsteun verwijderen van het kinderzi-
tje
● Open de geleidebeugel van de gordel en
leid hem met de h
and zodat de band vlotter
oprolt en de bekleding niet beschadigd
raakt.
● Breng de hoofdsteun van het kinderzitje
omhoog tot de aan
slag.
● Klap de rugleuning van de stoel achterin
naar v
oren ››› pag. 149.
● Verwijder de hoofdsteun van het kinderzi-
tje.
● Bouw de hoof
dsteunen in. VOORZICHTIG
Wanneer u het geïntegreerde kinderzitje om-
laag br en
gt, drukt u enkel op het midden van
de zitting ››› afb. 97 2 . Anders is het moge-
lijk d at
de zitting verdraait en niet correct
vastklikt. 82
Page 85 of 340

Zelfhulp
Noodgevallen
Z elfhu
lp
In g
eval van nood
EHBO-doos, gevarendriehoek en
brandblussers* Afb. 98
In de achterklep: steun voor de geva-
r endriehoek. Reflecterende vestjes
Sommig
e w
ag
ens hebben een compartiment
in het portier van de bestuurder voor het be-
waren van een reflecterend vest ››› pag. 100.
Gevarendriehoek
Met de achterklep geopend, draait u de ver-
grendeling 90° ››› afb. 98. Steun omlaagklap-
pen en de gevarendriehoek verwijderen. EHBO-doos
In het opberg
vak linksachter bevindt zich een
EHBO-doos ››› pag. 169.
De EHBO-doos moet voldoen aan de gelden-
de wettelijke voorschriften. Controleer de ver-
valdatum van de inhoud.
Brandblusser
Onder de bijrijdersstoel vindt u een brand-
blusser.
De brandblusser moet voldoen aan de gel-
dende wettelijke voorschriften, klaar voor ge-
bruik zijn en regelmatig worden geïnspec-
teerd. Controleer het certificeringzegel van de
blusser. ATTENTIE
Losse voorwerpen in het interieur kunnen bij
bruusk e m
anoeuvres, plotseling remmen of
ongevallen hard door het interieur vliegen.
● Controleer of de brandblussers, EHBO-
doos, refl
ecterende vesten en de gevarendrie-
hoek stevig in hun houders zitten. Wagengereedschap*
Pl aat
s Afb. 99
In de bagageruimte, gezien vanuit de
b innen
z
ijde van de wagen: wagengereed-
schap in de holte van de slotplaat. Bij het nakijken van het voertuig in geval van
def
ect, moet
u r
ekening houden met de wet-
telijke voorschriften van elk land.
Naargelang de versie van het model kan het
wagengereedschap zich bevinden in de ba-
gageruimte, in de holte van de slotplaat
››› afb. 99. Maak de veiligheidsriemen los en
verwijder het wagengereedschap. In wagens
die in de fabriek uitgerust zijn met winterban-
den, is er bijkomend gereedschap aanwezig
in een gereedschapskist in de bagageruimte. »
83
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 86 of 340

Noodgevallen
ATTENTIE
Een los gereedschap in de cabine kan heftig
wor den r
ondgeslingerd bij plotselinge ma-
noeuvres, bruusk remmen en ongevallen, en
ernstig letsel veroorzaken.
● Zorg ervoor dat het wagengereedschap in
de bagag
eruimte goed is bevestigd. ATTENTIE
Ongeschikt of beschadigd wagengereed-
sc h
ap kan verwondingen en ongevallen ver-
oorzaken.
● Werk nooit met verkeerd of beschadigd ge-
reeds
chap. Let op
Plaats na gebruik de krik terug in de oor-
spr onk
elijke positie met de krukas om deze
veilig op te bergen. Onderdelen
Afb. 100
Onderdelen van de wagengereed-
s c
h
apset. De wagengereedschapset is afhankelijk van
de uitru
s
tin
g van de wagen. Hieronder wordt
de maximale uitrusting beschreven.
Onderdelen van het wagengereedschap
››› afb. 100
Adapter voor antidiefstalbouten. SEAT ad-
viseert u om de adapter voor de wielbou-
ten altijd in de wagen te houden bij het
wagengereedschap. Aan de voorzijde van
de adapter is het codenummer van de
wielbouten ingeslagen. In geval van ver-
lies, kunt u een andere adapter bestellen
onder vermelding van dat nummer.
Schrijf de code van de wielbouten op en
bewaar deze op een andere plaats dan in
het voertuig.
Sleepoog, kan vastgeschroefd worden.
1
2 Wielsleutel.
Krik
hendel
.
Voordat u de hendel bewaart
in de gereedschapskist moet u die dicht-
vouwen.
Krik. Voordat u de krik bewaart in de ge-
reedschapskist moet u de klauw ervan
volledig dichtvouwen.
Schroevendraaier met binnenzeskant in
de greep voor het eruit en erin draaien
van de losgedraaide wielbouten. Het uit-
einde van de schroevendraaier is verwis-
selbaar. In uw geval bevindt de schroe-
vendraaier zich onder de wielsleutel.
Draadbeugel voor het lostrekken van de
naafdoppen, de ingebouwde wieldoppen
of de doppen van de wielbouten. Let op
De krik heeft doorgaans geen onderhoud no-
dig. Indien dit nodig i s, moet
gesmeerd wor-
den met universeel vet. 3
4
5
6
7
84
Page 87 of 340

Zelfhulp
Opvouwbare wiggen* Afb. 101
Vouw de opvouwbare wiggen uit. De opvouwbare wiggen bevinden zich in het
w
ag
en
gereedschap ››› afb. 100.
De opvouwbare wiggen uitvouwen ● Til de steunplaat op ›››
afb. 101 1 .
● Plaats de twee "bevestigingsranden" van
de bev e
s
tigingsplaat in de lange openingen
van de onderplaat 2 .
C orr
ect
gebruik
De opvouwbare wiggen kunnen gebruikt wor-
den voor het vastzetten van het wiel dat dia-
gonaal staat tegenover het wiel dat verwis-
seld moet worden.
De wiggen moeten recht voor en achter het
wiel geplaatst worden en kunnen enkel ge-
bruikt worden op een vlakke ondergrond. ATTENTIE
Als de opvouwbare wiggen niet op de ge-
sc hikt
e manier uitgevouwd of gebruikt wor-
den, kan dit leiden tot ongelukken en ernstig
letsel.
● Gebruik nooit beschadigde wiggen.
● Gebruik nooit opvouwbare wiggen om het
voert
uig te immobiliseren op hellingen. Wiel verwisselen*
Inl eidin
g tot thema Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
pag. 45
Alle versies van de Alhambra bevatten Ban-
denafdichtset TMS (Tyre Mobility System).
Indien het wiel verwisseld moet worden,
staat zowel bij de dealers als bij de afdeling
Reserveonderdelen het vereiste gereedschap
ter beschikking:
● krik,
● wielsleutel,
● klem voor de doppen van de wielbouten.
De wag
en is uitgerust met antilekbanden. De
banden alleen verwisselen om de zomerban-
den door winterbanden te vervangen. Zie
››› pag. 306 De wagen is enkel voorzien van het benodig-
de gereed
schap om de wielen te verwisselen
als die af fabriek uitgerust is met winterban-
den. Anders moet u een gespecialiseerde
werkplaats opzoeken om de wielen te laten
verwisselen.
Vervang de banden alleen zelf nadat u de wa-
gen op een veilige plaats heeft geparkeerd
en als u vertrouwd bent met de nodige werk-
zaamheden en veiligheidsvoorschriften én
over het juiste gereedschap beschikt! Roep
anders de hulp van vakmensen in. ATTENTIE
Het verwisselen van een wiel kan gevaarlijk
zijn, met n
ame op de vluchtstrook of in de
berm. Let op het volgende om het gevaar voor
verwondingen te beperken:
● Breng de wagen tot stilstand zodra dit op
een vei
lige wijze mogelijk is. Parkeer de wa-
gen op een veilige afstand van het langsrij-
dende verkeer om de band te vervangen.
● Bij het verwisselen van een wiel dienen alle
inzitt
enden, en met name kinderen, zich op
veilige afstand van de werkzaamheden te be-
vinden.
● Zet de alarmlichten aan om andere wegge-
bruikers
te waarschuwen.
● Let erop dat de ondergrond vlak en stevig
is. Gebruik, indien nodig, een br
ede en stevi-
ge voet om de krik te ondersteunen. » 85
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 88 of 340

Noodgevallen
●
Als
u zelf het wiel verwisselt, dient u de no-
dige werkzaamheden te kennen. Roep anders
de hulp van vakmensen in.
● Gebruik uitsluitend geschikt en onbescha-
digd gereed
schap als u een wiel wilt verwis-
selen.
● Schakel de motor uit, schakel de elektroni-
sche p
arkeerrem in en zet de keuzehendel in
stand P -of de versnellingshendel in een ver-
snelling- om het risico te verminderen dat de
wagen zich onbedoeld verplaatst.
● Nadat u een band hebt vervangen, contro-
leer onmiddel
lijk het aanhaalmoment van de
wielbouten met een betrouwbare moments-
leutel. ATTENTIE
Als de wieldoppen niet de juiste zijn of ver-
keer d w
orden gemonteerd, kan dit ongevallen
en aanzienlijke schade veroorzaken.
● Verkeerd gemonteerde wieldoppen kunnen
tijdens het
rijden loskomen en de andere
weggebruikers in gevaar brengen.
● Geen beschadigde wieldoppen op de wie-
len monter
en.
● Erop letten dat de ventilatie en koeling van
de remmen niet w
ordt onderbroken of ver-
minderd. Dit geldt ook als later wieldoppen
worden geplaatst. Als er onvoldoende lucht
doorstroomt, kan de remweg aanzienlijk wor-
den verlengd. VOORZICHTIG
Demonteer en monteer de wieldoppen weer
voor z
ichtig om schade aan de wagen te voor-
komen. Bandenreparatie
Banden af
dichtset TMS (Tyre Mobility
System)* Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
pag. 44
Dankzij de bandenafdichtset* (Tyre Mobility
System) kan een beschadiging of een lek ver-
oorzaakt door scherpe voorwerpen met een
maximale doorsnede van ca. 4 mm deugde-
lijk worden gerepareerd. Haal het scherpe
voorwerp, bijv. de schroef of spijker, niet uit
de band.
Breng eerst het afdichtmiddel aan op de
band en controleer na ongeveer 10 minuten
onmiddellijk de spanning.
Als de wagen meer dan een beschadigde
band heeft, roep dan de hulp van vakmensen
in. De bandenafdichtset is enkel bestemd om
een band te vullen.
Gebruik enkel de bandenafdichtset als de
wagen goed geparkeerd staat, als u de nodi-
ge werkzaamheden en veiligheidsvoorschrif-
ten goed kent én over de juiste bandenaf- dichtkit beschikt! Roep anders de hulp van
vakmensen in.
D
e bandenafdichtkit mag niet worden ge-
bruikt in de volgende gevallen:
● Als de velg beschadigd is.
● Als de buitentemperatuur lager is dan ca.
-20 °C (-4 °F).
● A
ls de snee of het gat in de band groter is
dan 4 mm.
● Al
s u met zeer lage bandenspanning of le-
ge band he
bt gereden.
● Als de houdbaarheidsdatum van de fles af-
dichtkit
is verstreken. ATTENTIE
Het gebruik van de bandenafdichtset kan ge-
vaarlijk
zijn, met name bij het vullen van de
band op de vluchtstrook of in de berm. Let op
het volgende om het gevaar voor verwondin-
gen te beperken:
● Breng de wagen tot stilstand zodra dit op
een vei
lige wijze mogelijk is. Parkeer de wa-
gen op een veilige afstand van het langsrij-
dende verkeer om de band te vullen.
● Let erop dat de ondergrond vlak en stevig
is.
● Al
le inzittenden, en met name kinderen,
moeten z
ich altijd op een veilige afstand van
de werkzaamheden bevinden.
● Zet de alarmlichten aan om andere wegge-
bruikers
te waarschuwen.86
Page 89 of 340

Zelfhulp
●
Gebruik de b
andenafdichtset alleen als u
vertrouwd bent met de uit te voeren werk-
zaamheden. Roep anders de hulp van vak-
mensen in.
● Gebruik de bandenafdichtset alleen om in
geva
l van nood de dichtstbijzijnde gespeciali-
seerde werkplaats te bereiken.
● Vervang de met de afdichtbandenset gere-
pareer
de band zo snel mogelijk vervangen.
● Het dichtmiddel is schadelijk voor de ge-
zondheid en en moet onmid
dellijk van de
huid verwijderd worden.
● Bewaar de bandenafdichtset altijd buiten
het bereik
van kinderen.
● gebruik nooit geen krik, ook al is die voor
uw wag
en goedgekeurd.
● Om het risico te verminderen dat de wagen
zich onbedoel
d verplaatst, schakel altijd de
motor uit, schakel de elektronisch parkeer-
rem in en zet de keuzehendel in stand P of
schakel in een lagere versnelling bij een
schakelbak. ATTENTIE
Een met dichtmiddel gevulde band heeft niet
dezelf de rij
eigenschappen als een gewone
band.
● Rij hiermee nooit sneller dan 80 km/h (50
mph). ●
Vermijd ac c
eleraties, stevig remmen en
snel door bochten rijden.
● Rijd slechts 10 minuten op de maximum-
snelheid v
an 80 km/u (50 mph) en controleer
vervolgens de toestand van de band. Milieu-aanwijzing
Verwijder het gebruikt of vervallen dichtmid-
del v
olgens de wettelijke bepalingen. Let op
● De fl e
ssen dichtmiddel zijn verkrijgbaar bij
SEAT-dealers.
● Instructies van de fabrikant van de bande-
nafdic
htset in acht nemen. Onderdelen van de bandenafdichtset*
Afb. 102
Standaardweergave: inhoud van de
b anden
af
dichtset. De bandenafdichtset zit in de bagageruimte
onder de
vloerbek
l
eding. Het bevat de vol-
gende componenten ››› afb. 102:
Ventielsleutel
Sticker die de maximum toegelaten snel-
heid aanduidt "max. 80 km/h" of "max.
50 mph"
Vulpijp met dop
Luchtcompressor
Schakelaar ON/OFF
Ontluchtingsbout 1)
Bandenspanningsindicator 1)
»
1 2
3
4
5
6
7
1)
Deze kan ook in de pompslang ingebouwd zijn.
87
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 90 of 340

Noodgevallen
Buis voor bandenspanning
12 V
s
teker
Fles met afdichtmiddel
Reserve-inzetstuk voor het ventiel
Het ventieluitbouwsysteem 1 heeft aan de
onderk ant
een gl
euf voor het ventiel. Het
ventiel kan alleen zo worden in- of uitge-
draaid. Hetzelfde geldt voor het reserveven-
tiel 11 .
ATTENTIE
Bij het oppompen kunnen de pompslang en
de lucht c
ompressor heet worden.
● Bescherm handen en huid tegen aanraking
van hete onder
delen.
● Leg de hete luchtcompressor en de hete
pompsl
ang niet op brandbare materialen.
● Laat het apparaat afkoelen voor dat u het
opbergt
.
● Als er geen luchtdruk bereikt kan worden
van 2,0 bar (29 p
si / 200 kPa), dan is de band
te ernstig beschadigd. In dit geval kan de
band niet worden gevuld met het vulmiddel.
Rijd niet verder. Roep de hulp van vakmensen
in. VOORZICHTIG
De luchtcompressor zou na maximum 8 minu-
ten moet en uit
geschakeld worden om te voor-
komen dat hij oververhit raakt. Laat hem
eerst enkele minuten afkoelen alvorens hem
weer aan te zetten. 8
9
10
11 Controle na 10 minuten rijden
Draai de pompslang weer
›››
afb. 102 8 vast
en contr o
leer de bandendruk op de manome-
ter 7 .
Gelijk of l
ager dan 1,3 bar (19 psi/130 kPa):
● Rijd dan niet verder! De band k
on niet vol-
doende afgedicht worden met de bandenaf-
dichtset.
● Roep de hulp van vakmensen in ›››
.
Gelijk of hog
er dan 1,4 bar (20 psi/140 kPa):
● Corrigeer de bandenspanning tot de juiste
waar de ›
›› pag. 300.
● Rijd voorzichtig naar de meest nabij gele-
gen ge
specialiseerde garage met een snel-
heid van maximaal 80 km/u (50 mph).
● Vraag in de garage om de beschadigde
band te
vervangen. ATTENTIE
Rijden met een niet afgedichte band is ge-
vaarlijk en k
an ongevallen en ernstig letsel
veroorzaken.
● Rijd niet verder als de bandendruk 1,3 bar
of lag
er is (19 psi/130 kPa).
● Roep de hulp van vakmensen in. Ruitenwisserbladen vervangen
R uit
en
wisserbladen voor en achter
vervangen Lees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›
pag. 55.
De ruitenwisserbladen zijn standaard voor-
zien van een laagje grafiet. Deze laag zorgt
ervoor dat de ruit stil wordt geveegd. Als het
grafietlaagje beschadigd is, wordt de ruit met
meer lawaai schoongeveegd.
Controleer de toestand van de wisserbladen
regelmatig. Als de ruitenwisserbladen het
glas krassen , dan moet u deze bij beschadi-
ging vervangen en bij verontreiniging
schoonmaken ››› .
B e
s
chadigde ruitenwisserbladen direct ver-
vangen. Deze zijn verkrijgbaar in gespeciali-
seerde werkplaatsen. ATTENTIE
Versleten of vieze ruitenwisserbladen vermin-
deren het
zicht en verhogen het risico op on-
gevallen en ernstig letsel.
● Vervang de ruitenwisserbladen altijd wan-
neer ze be
schadigd of versleten zijn, of wan-
neer ze de voorruit niet meer goed schoonve-
gen. 88