Seat Arona 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2018, Model line: Arona, Model: Seat Arona 2018Pages: 332, PDF Size: 6.85 MB
Page 301 of 332

Wielen
Banden niet afzonderlijk vervangen, maar
t en min
s
te per as. Kennis van de bandenge-
gevens maakt de juiste keuze gemakkelijker.
Radiaalbanden zijn op de flanken voorzien
van een opschrift voor het bandentype, bijv.:
195/55 R16 91V
Dit betekent:
Bandbreedte in mm
Hoogte-breedteverhouding in %
Code voor het type radiaalbanden Radi-
aal
Diameter van de velgen in inches
Code voor het laadvermogen
Snelheidscode
Op de banden kunnen ook staan:
● een markering van de draairichting
● "Reinforced" als markering voor banden
met v
ersterkte uitvoering.
De productiedatum staat ook op de flank
(eventueel alleen op de buitenzijde van de
band).
"DOT ... 1116 ..." betekent bijvoorbeeld dat
de band in de 11e week van het jaar 2016 is
geproduceerd.
Wij adviseren u om alle werkzaamheden aan
de banden of velgen bij een Technische
Dienst te laten uitvoeren. Deze is met de
noodzakelijke speciale gereedschappen en 195
55
R
16
91
V onderdelen uitgerust, bezit de vereiste vak-
kennis
en is erop ingesteld om oude banden
milieubewust op te slaan en af te voeren.
Bij een Technische Dienst weet men welke
technische mogelijkheden voor de aanpas-
sing en het naderhand plaatsen van banden,
velgen en wieldoppen nodig zijn. ATTENTIE
● Wij a dv
iseren u uitsluitend banden of vel-
gen te gebruiken die door SEAT voor uw mo-
del wagen zijn vrijgegeven. Anders kan de
verkeersveiligheid negatief worden beïnvloed
– gevaar voor ongelukken!
● Alleen in geval van nood en met overeen-
komstig
voorzichtige rijstijl banden gebrui-
ken, die ouder dan 6 jaar zijn.
● Geen gebruikte banden opleggen waarvan
u de "vorige g
ebruiksomstandigheden" niet
kent.
● Wanneer u naderhand wieldoppen mon-
teert, er
op letten dat voldoende luchttoevoer
voor de koeling van het remsysteem is ge-
waarborgd.
● Op alle vier de wielen radiaalbanden van
hetzelfde ty
pe, dezelfde grootte (afrolomtrek)
en met hetzelfde profiel gebruiken. Milieu-aanwijzing
Oude banden moeten overeenkomstig de mi-
lieuv oor
schriften worden opgeslagen en afge-
voerd. Let op
● in een Ser v
icecentrum van SEAT moet geke-
ken worden of velgen en banden met een an-
dere afmeting dan de oorspronkelijke plaat-
sing bij SEAT gemonteerd kunnen worden, en
welke combinaties zijn toegestaan tussen de
vooras (as 1) en achteras (as 2).
● Om technische redenen kunt u normaal ge-
sprok
en de velgen van andere wagens niet
gebruiken. Dit geldt soms zelfs voor velgen
van hetzelfde model wagen. Als u banden of
velgen gebruikt die niet door SEAT voor uw
model zijn goedgekeurd, dan kan de toela-
ting van uw wagen voor de openbare weg on-
geldig worden.
● Als de uitvoering van het reservewiel af-
wijkt
van de banden waarmee wordt gereden
- zoals bij winterbanden - mag het reserve-
wiel alleen in geval van pech korte tijd en met
overeenkomstig voorzichtige rijstijl worden
gereden. Het moet zo snel mogelijk weer door
een normaal wiel worden vervangen. Wielbouten
De constructie van velgen en wielbouten is
op elk
aar af
g
estemd. Bij elke aanpassing
aan andere velgen de erbij behorende wiel-
bouten met de juiste lengte en vorm gebrui-
ken. De bevestiging van de wielen en de
werking van het remsysteem hangt daarvan
af. »
299
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 302 of 332

Aanwijzingen
Soms mag u geen wielbouten van wagens
v an dez
elf
de productieserie gebruiken
››› pag. 270. ATTENTIE
Bij verkeerde behandeling van de wielbouten
kan het w
iel tijdens het rijden losraken - ge-
vaar voor ongevallen!
● Wielbouten moeten schoon zijn en gemak-
kelijk dr
aaien. Zij mogen echter nooit met vet
of olie worden behandeld.
● Alleen die wielbouten gebruiken, die bij de
betreffende
velg horen.
● Wanneer de wielbouten met een te laag
aanhaalmoment
zijn aangetrokken, kunnen
de wielen tijdens het rijden losraken - gevaar
voor ongevallen! Door een te groot aanhaal-
moment kan de wielbout resp. de schroef-
draad worden beschadigd. VOORZICHTIG
Het voorgeschreven aantrekmoment van de
wiel bout
en bij stalen en lichtmetalen velgen
bedraagt 120 Nm. Bandenspanningscontrole*
Afb. 242
Middenconsole: toets van het con-
tr o
l
esysteem van de banden. Het bandenspanningscontrolesysteem verge-
lijkt
de om
w
entelingen en dus de loopcirkel-
diameter van ieder wiel met behulp van de
ESC. Een wijziging in de loopcirkeldiameter
van een wiel wordt aangegeven door het con-
trolelampje van de banden . De loopcirkel-
diameter van een band varieert als:
● De bandenspanning onvoldoende is.
● De bandenstructuur beschadigd is.
● De wagen onevenwichtig geladen is.
● De wielen van een as dragen meer last (bij-
voorbeeld b
ij het rijden met een aanhangwa-
gen of bij het op- en afrijden van steile hellin-
gen).
● De wagen met sneeuwkettingen rijdt.
● Het reservewiel gemonteerd is. ●
Het wiel
van een as werd vervangen.
Bandenspanning instellen
Nadat u de bandenspanning heeft gewijzigd
of een of meerdere wielen heeft vervangen,
moet de nieuwe bandenspanning in het Easy
Connect-systeem worden opgeslagen mid-
dels de toets en de functietoets
S
ETUP ›››
p
ag. 34.
U k u
nt ook de toets ››› afb. 242 ingedrukt
houden, bij ingeschakeld contact, tot een
akoestisch signaal klinkt.
Als de wielen een hoge last dragen (bijvoor-
beeld bij het rijden met een aanhangwagen
of bij een zware belasting), dient de banden-
spanning te worden bijgesteld volgens de
aanbevolen waarde in geval van maximale
belasting (zie de sticker aan de achterzijde
van de portierstijl linksvoor). Indrukken de
toets van het controlesysteem voor banden
om de nieuwe spanningswaarde te bevesti-
gen.
Het controlelampje van het bandenspan-
ningscontrolesysteem licht op
Als de bandenspanning onder de door de be-
stuurder ingestelde waarde komt, zal het
controlelampje van het bandenspannings-
controlesysteem oplichten ››› .
300
Page 303 of 332

Wielen
ATTENTIE
● Wanneer het c
ontrolelampje voor de ban-
den oplicht, onmiddellijk de snelheid vermin-
deren en bruuske rem- of draaimanoeuvres
vermijden. Zo snel mogelijk stoppen en de
staat en de spanning van alle banden contro-
leren.
● De bestuurder draagt de verantwoordelijk-
heid voor de c
orrecte bandenspanning. Daar-
toe dient de spanning regelmatig gecontro-
leerd te worden.
● In bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij spor
tief rijden, winterse weersomstandig-
heden of niet-geasfalteerde wegen) is het
mogelijk dat het controlelampje voor de ban-
den met vertraging of helemaal niet werkt. Let op
Bij het loskoppelen van de accu zal het gele
contr o
lelampje oplichten bij het inschake-
len van het contact. Na een korte rit dient het
lampje uit te gaan. Reservewiel (noodloopwiel)*
Pl aat
s
en gebruik van het noodreser-
vewiel Afb. 243
In de bagageruimte: de subwoofer
uit bou
w
en. U vindt het noodreservewiel onder de laad-
vloer in de b
ag
ag
eruimte en het is met een
wieltje vastgezet.
Gebruik van het noodreservewiel
Het noodreservewiel is alleen bedoeld om
naar een werkplaats te rijden in geval van
een lek of spanningsverlies. Daarom het
noodreservewiel zo snel mogelijk door een
normaal wiel vervangen.
Voor het gebruik van het noodreservewiel
zijn er enkele beperkingen. Het noodreserve-
wiel is speciaal voor uw wagenmodel ontwor- pen en het moet daarom niet met een ander
noodreser
vewiel verwisseld worden.
Om de velg van het noodreservewiel mag
geen normale of winterband worden gelegd.
Sneeuwkettingen
Het gebruik van sneeuwkettingen op het
noodreservewiel is om technische redenen
niet toegestaan.
Als u toch met sneeuwkettingen moet rijden
en bandenpech bij een voorwiel hebt, het
noodreservewiel op de plaats van een achter-
wiel plaatsen. Bevestig de sneeuwkettingen
op het achterwiel en verwissel dit met het
lekke voorwiel.
Verwijdering van het reservewiel in wagens
met Beats Audio ®
-systeem (6 luidsprekers +
1 subwoofer)*
Bouw de vloer van het ruim (mat) van de sub-
woofer op onderstaande wijze uit:
● Trek de mat naar boven om hem te verwij-
deren.
● Kop
pel de kabel van de subwoofer
-luid-
spreker los ››› afb. 243 1 .
● Draai het bevestigingswiel linksom 2 .
● Haal de subwoofer-luidspreker en het re-
ser v
ewiel eruit.
● Bij het opnieuw inbouwen van het reserve-
wiel, de s
ubwoofer plaatsen in de richting »
301
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 304 of 332

Aanwijzingen
van de pijl en met de aanduiding "FRONT"
n aar
v
oren.
● Sluit de kabel van de luidspreker opnieuw
aan en draai het w
ieltje krachtig in wijzerzin
om het geheel van subwoofer en wiel stevig
te bevestigen.
Verwijdering van het reservewiel van 16”
(zonder subwoofer)
● Verwijder de verstelbare bodem van de ba-
gageruimt
e om toegang te krijgen tot het
wiel en wagengereedschap ››› pag. 165.
● Maak de band die de doos vasthoudt los
door te drukken op de g
esp.
● Haal de doos met wagengereedschap eruit.
● Draai het bevestigingswieltje linksom en
verw
ijder.
● Druk en draai de schroefdraad 90° links- of
rechtsom en
verwijder.
● Haal het reservewiel weg door te trekken
aan de voor
zijde. ATTENTIE
● Na montag e
van het noodreservewiel moet
u de bandenspanning zo snel mogelijk con-
troleren - gevaar voor ongelukken! U vindt de
bandenspanning aan de achterzijde op de
portierstijl rechtsvoor.
● Rij met het noodreservewiel niet harder
dan 80 km/u (50 mph): gev
aar op ongeluk-
ken! ●
Ac c
eleraties, stevig remmen en snel door
bochten rijden vermijden - gevaar op onge-
lukken!
● Nooit met meer dan één noodreservewiel
rijden - gevaar
voor ongelukken!
● Om de velg van het noodreservewiel mag
geen norma
le of winterband worden gelegd. Winterservice
Wint erb
anden In de winter worden de rij-eigenschappen van
de w
ag
en door w
interbanden beduidend be-
ter. Zomerbanden hebben wegens hun con-
structie (breedte, rubbersamenstelling, pro-
fielvorming) op ijs en sneeuw minder grip.
De bandenspanning voor winterbanden moet
0,2 bar (2,9 psi / 20 kPa) hoger zijn dan voor
zomerbanden (zie sticker aan de achterzijde
van de portierstijl linksvoor).
Gebruik winterbanden op alle vier de wielen.
De toegelaten winterbandenmaten zijn in uw
wagenpapieren aangegeven. Alleen winterra-
diaalbanden gebruiken. Alle in de wagenpa-
pieren aangegeven banden kunnen ook als
winterbanden worden gebruikt.
Winterbanden verliezen grotendeels hun win-
tereigenschappen, als het profiel tot op 4
mm is afgesleten. Voor winterbanden gelden afhankelijk van de
snelheids
code ››› pag. 298, Nieuwe banden
en velgen de volgende snelheidsbeperkin-
gen: ››› max. 160 km/u (99 mph)
m
ax. 180 km/u (112 mph)
m ax. 190 km/u (118 mph)
m
ax. 210 km/u (130 mph)
Bij wagens die de betreffende topsnelheid
van de winterbanden kunnen overschrijden,
moet een sticker in het blikveld van de be-
stuurder zijn aangebracht. Deze stickers zijn
bij de Technische Dienst verkrijgbaar. Houd u
aan de wettelijke bepalingen van elk land.
Op tijd de winterbanden verwijderen, want
op sneeuw- en ijsvrije straten zijn de rij-ei-
genschappen met zomerbanden beter.
Let bij bandenpech op de aanwijzing voor het
reservewiel ››› pag. 298, Nieuwe banden en
velgen. ATTENTIE
De toegestane maximumsnelheid voor win-
terb anden m
ag niet overschreden worden.
Anders raken de banden beschadigd – gevaar
voor ongelukken. Milieu-aanwijzing
Op tijd weer de zomerbanden plaatsen. Op
deze m anier i
s er minder lawaai onder het Q
S
T
H
302
Page 305 of 332

Wielen
rijden, slijten de banden minder en verbruikt
de wag
en minder br
andstof. 303
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 306 of 332

Technische gegevens
Technische gegevens
T ec
hni
sche kenmerken
Wat u moet weten Belangrijk De gegevens in de officiële documenten bij
uw w
ag
en hebben altijd voorrang op de ge-
gevens in dit instructieboekje.
Alle technische gegevens in dit boekje gel-
den voor de modellen met standaarduitrus-
ting in Spanje. De motor waarmee uw wagen
is uitgerust, wordt vermeld op de sticker met
wagengegevens in het Onderhoudsprogram-
ma of in de wagendocumentatie.
Door meeruitvoeringen of speciale type-uit-
voeringen en ook bij speciale wagens en wa-
gens voor andere landen kunnen de aange-
geven waarden afwijken. De afkortingen die in dit hoofdstuk techni-
sc
he g
egevens gebruikt worden
kWKilowatt, aanduiding voor het motorver-
mogen.
pkPaardenkracht, (verouderde) aanduiding
voor het motorvermogen.
bij
omw/minOmwentelingen per minuut van de motor
(toerental).
NmNewtonmeter, eenheid voor het motor-
koppel.
CZCetan-Zahl (cetaangetal), maat voor de
bepaling van de zelfontbranding van de
dieselolie.
RONResearch Octane Number (octaangetal),
maat voor de bepaling van de klopvast-
heid van benzine. Kenmerkende wagengegevens
Afb. 244
Sticker met wagengegevens (baga-
g eruimt
e). Afb. 245
Chassisnummer. Chassisnummer
Het
ch
assisnummer vindt u in het Easy Con-
nect-systeem, op de gegevenssticker van de
304
Page 307 of 332

Technische kenmerken
wagen en onder de voorruit, aan bestuur-
der s
z
ijde ››› afb. 245. Bovendien is het chas-
sisnummer te vinden in het motorcomparti-
ment, aan de rechterzijde. Het nummer is in-
gegraveerd in de bovenste langsligger, maar
is daar deels afgedekt.
Chassisnummer in Easy Connect-systeem
● Kies: toets > functietoets
SETUP > Ser-
vice > Chassisnummer .
T y
pep
laatje
Het typeplaatje zit op de achterste stijl van
het portier rechtsvoor. Wagens voor bepaalde
landen hebben geen typeplaatje.
Sticker met wagengegevens
De sticker met wagengegevens is in de reser-
vewielkuip in de bagageruimte en op de ach-
terzijde van het Onderhoudsprogramma aan-
gebracht.
Op de sticker met wagengegevens staan de
volgende gegevens: ››› afb. 244
Chassisnummer (wagennummer)
Soort auto, model, cilinderinhoud, type
motor, afwerking, motorvermogen en ty-
pe versnellingsbak
Code motor, code versnellingsbak, code
lak buitenzijde en code interieuruitvoe-
ring
Optionele uitrusting en PR-nummers
1 2
3
4 Motorcode
D
e mot
or
code kan worden geraadpleegd in
het instrumentenpaneel bij uitgezette motor
en ingeschakeld contact.
● Houd de toets 0.0/SET op het instrumen-
t enp
aneel
langer dan 15 seconden inge-
drukt.
Gegevens inzake het brand-
stof
verbruik
Brandstofverbruik Het goedgekeurde brandstofverbruik is afge-
l
eid uit
metin
gen uitgevoerd door of onder
toezicht van keuringsinstanties die zijn ge-
certificeerd door de EG conform de geldende
voorschriften op elk moment (voor gedetail-
leerde informatie raadpleegt u het bureau
verantwoordelijk voor publicaties van de Eu-
ropese Unie op EUR-Lex: © Europese Unie,
http://eur-lex.europa.eu/) en geldt voor de
aangegeven wagenkenmerken.
Het brandstofverbruik en de CO 2-uitstoot
kunnen worden geraadpleegd in de docu-
mentatie die wordt overhandigd aan de ko-
per van de wagen op het moment van aan-
schaf.
Het brandstofverbruik en de CO 2-uitstoot
hangen af van de uitrusting/accessoires van elk individueel voertuig alsook van de rijstijl,
de weg
omstandigheden, de verkeerssituatie,
de omgevingscondities, de lading en het
aantal passagiers. Let op
In de praktijk kunt u, t.g.v. alle zojuist ge-
noemde fact or
en, verbruikswaarden verkrij-
gen die afwijken van de berekende waarden
aan de hand van de geldende Europese richt-
lijnen. Gewichten
De waarde voor het leeggewicht geldt voor
het
b
a
sismodel met 90% gevulde brandstof-
tank zonder optionele uitrusting. In de aan-
gegeven waarde zijn 75 kg opgenomen voor
de bestuurder.
Bij speciale modellen en meeruitvoering of
door het naderhand monteren van accessoi-
res kan het leeggewicht toenemen ››› .
ATTENTIE
● Let er
op dat bij het vervoer van zware voor-
werpen de rij-eigenschappen door verplaat-
sing van het zwaartepunt wijzigen - gevaar
voor ongelukken! Pas uw rijstijl en de snel-
heid steeds aan de omstandigheden aan.
● Overschrijd nooit de toelaatbare asbelas-
tingen en het
toelaatbare totaalgewicht.
Wanneer de toelaatbare gewichten » 305
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 308 of 332

Technische gegevens
overschreden worden, veranderen de rij-ei-
gen
s
chappen van de wagen waardoor moge-
lijk ongevallen, lichamelijk letsel en wagen-
schade veroorzaakt kunnen worden. Rijden met een aanhangwagen
Aanhan g
wagengewichtenDe door ons vrijgegeven aanhangwagenge-
wic
ht
en en kogeldrukken zijn in het kader
van intensieve tests bepaald volgens exact
vastgelegde criteria. De goedgekeurde ge-
wichten van aanhangwagens gelden voor wa-
gens in de EU en altijd tot een maximale
snelheid van 80 km/u (50 mph) (in uitzon-
derlijke gevallen zelfs tot 100 km/u (62
mph)). Bij wagens voor andere landen kun-
nen deze waarden afwijken. U moet altijd uit-
gaan van de gegevens op het kentekenbe-
wijs ››› .
K og
el
druk
De maximaal toelaatbare kogeldruk mag niet
hoger zijn dan 55 kg.
In het belang van de rijveiligheid adviseren
wij tijdens het rijden de maximaal toelaatba-
re kogeldruk te benutten. Een te geringe ko-
geldruk heeft een negatieve invloed op het
rijgedrag van de wagen met aanhangwagen. Als de maximaal toelaatbare kogeldruk niet
kan wor
den gehaald (bijv. bij kleine, lege en
lichte eenassige aanhangwagens resp. tan-
demaanhangwagens met een asafstand klei-
ner dan 1,0 m), is ten minste 4% van het
daadwerkelijke aanhangwagengewicht als
kogeldruk wettelijk voorgeschreven. ATTENTIE
● Uit v
eiligheidsoverwegingen mag u met
een aanhangwagen niet sneller rijden dan 80
km/u (50 mph). Dat geldt ook voor landen
waarin een hogere maximumsnelheid geldt.
● Overschrijd nooit het toelaatbare aanhang-
wagen
gewicht en de toelaatbare kogeldruk.
Wanneer de toelaatbare gewichten overschre-
den worden, veranderen de rij-eigenschappen
van de wagen waardoor mogelijk ongevallen,
lichamelijk letsel en wagenschade veroor-
zaakt worden. Wielen
B anden
s
panning en wielbouten Bandenspanning
D
e s
tic
ker met de bandenspanningswaarden
vindt u aan de achterzijde op de portierstijl
linksvoor. De daar aangegeven waarden voor
de bandenspanning gelden voor koude ban-
den. De verhoogde bandenspanning bij war-
me banden niet verlagen ››› .De spanning van de winterbanden is zoals
die
v
an de
zomerbanden plus 0,2 bar
(2,9 psi / 20 kPa).
Wielbouten
Na het verwisselen van een wiel moet u het
aanhaalmoment van de wielbouten zo snel
mogelijk laten controleren met een moments-
leutel ››› . Het aanhaalmoment bij stalen en
lic htmet
al
en velgen bedraagt 120 Nm. ATTENTIE
● Ten min s
te eenmaal per maand de banden-
spanning controleren. De juiste waarden voor
de bandenspanning zijn van groot belang. Als
de bandenspanning te laag of te hoog is, be-
staat vooral bij hoge snelheden het gevaar
voor ongevallen!
● Wanneer de wielbouten met een te klein
aanhaalmoment
zijn gemonteerd, kunnen de
wielen tijdens het rijden losraken - gevaar
voor ongevallen! Door een te groot aanhaal-
moment kan de wielbout resp. de schroef-
draad worden beschadigd. Let op
Wij adviseren u om u in de werkplaats van
een officiël e de
aler te laten informeren over
de afmetingen van de velgen, banden en
sneeuwkettingen. 306
Page 309 of 332

Technische kenmerken
Motorgegevens B en
z
inemotor 1.0 TSI 70 kW (95 pk)
Vermogen in kW (pk) bij omw/minMaximumkoppel (Nm bij omw/min)Aantal cilinders / cilinderinhoud (cm3
)Brandstof
70 (95)/5.000-5.500175/2.000-3.5003/999Super 95 ROZ/Normal 91 ROZ a)
a)
Met licht vermogensverlies.
Vermogens en gewichtenSchakelbak
Maximumsnelheid (km/u)173 (IV)
Acceleratie 0-80 km/u (s)7,2
Acceleratie 0-100 km/u (s)11,2
Toelaatbaar totaalgewicht (kg)1.615-1.700 a)
Rijklaar gewicht (met bestuurder) (kg)1.165
Toegestane voorasbelasting (kg)850
Toegestane achterasbelasting (kg)815-900b)
Toegestane dakbelasting (kg)75
Aanhangwagengewicht ongeremd (kg)580
Aanhangwagengewicht geremd op hellingen tot 8% (kg)1.100
Aanhangwagengewicht geremd op hellingen tot 12% (kg)1.000
a)
Verschilt afhankelijk van de uitrusting (Splitting).
b) Verschilt afhankelijk van de achterveer. 307
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 310 of 332

Technische gegevens
Benzinemotor 1.6 MPI 81 kW (110 pk)Vermogen in kW (pk) bij omw/minMaximumkoppel (Nm bij omw/min)Aantal cilinders / cilinderinhoud (cm3
)Brandstof
81 (110)/5.800155/3.800-4.0004/1.598Super 95 ROZ/Normal 91 ROZ a)
a)
Met licht vermogensverlies.
Vermogens en gewichtenSchakelbak
Maximumsnelheid (km/u)181 (IV)
Acceleratie 0-80 km/u (s)7
Acceleratie 0-100 km/u (s)10,7
Toelaatbaar totaalgewicht (kg)1.595-1.680 a)
Rijklaar gewicht (met bestuurder) (kg)1.156
Toegestane voorasbelasting (kg)b)
Toegestane achterasbelasting (kg)b)
Toegestane dakbelasting (kg)75
Aanhangwagengewicht ongeremd (kg)570
Aanhangwagengewicht geremd op hellingen tot 8% (kg)b)
Aanhangwagengewicht geremd op hellingen tot 12% (kg)b)
a)
Verschilt afhankelijk van de uitrusting (Splitting).
b) Gegevens niet beschikbaar bij redactiesluiting. 308