airbag off TESLA MODEL S 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TESLA, Model Year: 2015, Model line: MODEL S, Model: TESLA MODEL S 2015Pages: 164, PDF Size: 22.08 MB
Page 39 of 164

Airbags
VEILIGHEIDSMIDDELEN3.17
Frontairbag passagier uitschakelen
Als u een kind op de voorstoel aan passagierszijde laat zitten (in een kinderzitje of op een zitverhoging) controleer dan altijd eerst of de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. Dat voorkomt dat de airbag het kind verwondt bij een aanrijding.
OPMERKING: Plaats kinderen bij voorkeur in een goedgekeurd kinderzitje achterin de auto.
Tik op Controls > Settings > Safety & Security > Passenger Airbag om deze airbag in- en uit te schakelen.
De status (ON/OFF) van de frontairbag aan passagierszijde wordt in de rechter bovenhoek van het touchscreen aangegeven.
U kunt de airbag aan passagierszijde ook in- en uitschakelen door op de statusindicator te drukken, zoals bovenstaand is aangegeven.
Neem onmiddellijk contact op met Tesla als hier wordt aangegeven dat de airbag ingeschakeld (ON) is, terwijl u de airbag handmatig hebt uitgeschakeld of andersom.
OPMERKING: De Model S heeft een capacitief touchscreen dat mogelijk niet werkt als u gewone handschoenen draagt. Als het scherm bij aanraking niet reageert, doe dan uw handschoenen uit of gebruik handschoenen met speciale vingertoppen voor touchscreens.
WA A R S C H U W I N G : Z e t n i e m a n d i n d e rechter voorstoel als de airbag aan passagierszijde niet lijkt te werken. Neem direct contact op met een Tesla Service Center om dit zo snel mogelijk te laten verhelpen.
WA A R S C H U W I N G : P l a a t s n o o i t e e n k i n d in een kinderzitje of op een zitverhoging op de rechter voorstoel als de airbag is ingeschakeld. Dit kan ernstig letsel veroorzaken met de dood tot gevolg.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k g e e n stoelhoezen in de Model S. Dat zou bij een aanrijding de goede werking van de zijairbags kunnen verstoren. Het kan ook de werking van het systeem voor het detecteren van inzittenden verstoren.
Page 121 of 164

Reinigen
ONDERHOUD7.15
Interieur reinigen
Controleer en reinig het interieur regelmatig, dan blijft het mooi en voorkomt u vroegtijdige slijtage. Verwijder vuil en vlekken altijd zo snel mogelijk. Gebruik een zachte doek (microvezel) gedrenkt in een mengsel van warm water en een milde zeep (vooraf testen op een minder zichtbaar onderdeel) om de verschillende onderdelen van het interieur te reinigen. Maak het oppervlak meteen droog met een niet-pluizende doek om vlekken te voorkomen.
Ruiten
Kras niet en gebruik ook geen schurende middelen op de ruiten en spiegels. Hierdoor zou de toplaag van de spiegel of de bedrading van de achterruitverwarming beschadigd kunnen raken.
Airbags
Zorg dat er geen vuil op airbags terechtkomt. Dit zou de goede werking kunnen verstoren.
Dashboard en kunststof oppervlakken
Poets de bovenkant van het dashboard niet. Glanzende oppervlakken kunnen reflecteren en uw zicht ernstig belemmeren.
Leren bekleding
Leer is een natuurlijk materiaal dat kan verkleuren, vooral de lichtere kleuren. Wit en lichtbruin leer is voorzien van een coating die het materiaal beschermt tegen vuil. Verwijder vuil en vlekken zo snel mogelijk met een zachte doek, gedrenkt in een mengsel van warm water en een milde zeep. Wrijf zachtjes met een ronddraaiende beweging. Maak het dan droog met een niet-pluizende doek. Het gebruik van oplosmiddelen en in de handel verkrijgbare leerreinigers wordt afgeraden, deze kunnen verkleuringen veroorzaken en het leer uitdrogen.
Stoffen bekleding
Ve r w i j d e r v u i l e n v l e k k e n z o s n e l m o g e l i j k m e t een zachte doek, gedrenkt in een mengsel van warm water en een milde zeep. Wrijf zachtjes met een ronddraaiende beweging. Maak het dan droog met een niet-pluizende doek. Maak de stoelen regelmatig met een stofzuiger schoon.
Vloerbedekking
Maak vloerbedekking niet te nat. Gebruik voor hardnekkig vuil een geschikte bekledingreiniger.
Ve i l i g h e i d s g o r d e l s
Tr e k d e g o r d e l h e l e m a a l u i t o m d e z e s c h o o n t e vegen. Gebruik nooit een oplosmiddel of een chemisch reinigingsmiddel. Laat de gordel in uitgetrokken toestand aan de lucht drogen, niet in de felle zon.
Te s l a o p k l a p b a n k
Maak de stoelen regelmatig met een stofzuiger schoon. Veeg de stoelen met een zachte, in warm water gedrenkte doek schoon. U kunt ook een speciale reiniger voor autobekledingen gebruiken. Trek de gordel helemaal uit om deze schoon te vegen. Laat de gordel aan de lucht drogen, niet in de felle zon.
To u c h s c r e e n e n i n s t r u m e n t e n p a n e e l
Reinig het touchscreen en het instrumentenpaneel met een zachte, niet-pluizende doek en een speciaal middel voor het reinigen van schermen en displays. Gebruik geen reinigingsmiddelen (zoals ruitenreinigers), geen zeem en geen droge statisch geladen doek (zoals pas gewassen microvezeldoekjes).
Ve rc h r o o m d e e n m e t a l e n o p p e r v l a k ke n
Poetsmiddelen, cleaners en harde doeken kunnen de toplaag van verchroomde en metalen oppervlakken beschadigen.
Aanwijzingen
WA A R S C H U W I N G : N e e m d i r e c t c o n t a c t op met Tesla als u een beschadiging aan een veiligheidsgordel of een airbag ziet.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g d a t e r g e e n water, zeep of stukken poetsdoek in de oprolautomaat van de veiligheidsgordel kan komen.
AANWIJZING: Het gebruik van oplosmiddelen (incl. alcohol), bleekmiddelen, citrus, wasbenzine en producten op siliconenbasis voor het reinigen van onderdelen in het interieur kan schade veroorzaken.
Page 160 of 164

vi
INDEXINDEX
touchscreenBedieningsorganen .........................................5-4Instellingen ......................................................... 5-6lichtsterkte ......................................................... 5-2overzicht ............................................................. 5-2reinigen .............................................................. 7-15Software-updates ......................................... 5-27Tow-stand ............................................................... 9-3TPMSbandenspanningsensor vervangen ........... 7-9overzicht ............................................................. 7-8storing .................................................................. 7-9traction control .................................................. 4-25transporterenJack-stand .......................................................... 9-3lierkabel bevestigen .......................................9-3Model S in Neutraal laten staan ................. 9-3wielen blokkeren ............................................. 9-4trekhaken .................................................................8-4Tuneln ..................................................................... 5-17
U
Units & Format ....................................................... 5-6USB-apparatenaansluiting ........................................................ 5-19audiobestanden afspelen van ................... 5-18USB-poorten ......................................................... 5-19
V
veiligheidsaanwijzingen ..................................... 9-3veiligheidsgordelsbij een aanrijding ............................................. 3-5dragen ..................................................................3-4gordelspanners ................................................. 3-5overzicht .............................................................3-4reinigen .............................................................. 7-15testen ................................................................... 3-5vastmaken ..........................................................3-4veiligheidsaanwijzingen ................................ 3-6veiligheidsgordel en zwanger .....................3-4veiligheidsinformatieairbags ............................................................... 3-18kinderzitjes ....................................................... 3-10naar achteren gerichte kinderzitjes ........ 3-14veiligheidsgordels ........................................... 3-6ventilatie ...................................................... 5-10, 5-11ventilatieroosters ................................................. 5-11ventileren, open dak ...........................................2-12vergrendelenmet sleutel .......................................................... 2-2touchscreen gebruiken ..................................2-4walk-away ........................................................... 2-5wegrijden ............................................................ 2-5veringautomatische aanpassing ........................... 5-12controlelampjes .............................................. 5-12handbediening ................................................ 5-12
Jack-stand ........................................................ 5-13verkeersinformatie ............................................. 5-17verlichtingalarmknipperlichten ...................................... 4-16binnenverlichting ........................................... 4-13bochtverlichting ............................................. 4-15exterieur ............................................................ 4-13headlights after exit ...................................... 4-15interieur ............................................................. 4-13koplampen ........................................................ 4-13mistlampen ....................................................... 4-13richtingaanwijzers .......................................... 4-16verlichting buitenzijde, bediening ................ 4-13verlichting laadcontact ...................................... 6-6versnelling .............................................................. 4-8versnellingen, schakelen ................................... 4-8Verwarmde ruitenwissers ................................ 4-17verwarmde ruitenwissers ...................... 4-17, 4-18verwarmingoverzicht .............................................................5-8tips voor de bediening .................................. 5-11VIN (Voertuigidentificatienummer) ...............8-2vloeistoffenBatterij (hoogspanning) .............................. 7-18rem ...................................................................... 7-19ruitensproeier ................................................. 7-20vervangen van ...................................................7-2vloerbedekking, reinigen ................................. 7-15Voertuigidentificatienummer (VIN) ...............8-2volumeregeling ............................................ 4-3, 5-2voorkeuren, instellen .......................................... 5-6vrij rollen .................................................................. 4-9
W
waarschuwingslampjesABS ..................................................................... 4-23airbag .................................................................. 3-18bandenspanning .............................................. 7-4Jack-stand ........................................................ 5-13luchtvering ........................................................ 5-12overzicht van .................................................... 4-11traction control .............................................. 4-25Wagenhoogte ........................................................8-5walk-away vergrendeling ..................................2-5wasstraten ............................................................. 7-14wielentechnische gegevens ..................................... 8-8uitlijnen van ........................................................7-5vervangen ........................................................... 7-7Wiggen .................................................................... 9-4winterbanden ......................................................... 7-7