verlichting TOYOTA BZ4X 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2023Pages: 586, PDF Size: 90.62 MB
Page 5 of 586

5.2.5 Brake Hold-systeem........211
5.3 Bedienen van verlichting en
ruitenwissers................213
5.3.1 Lichtschakelaar...........213
5.3.2 AHS
(Adaptive High Beam-systeem)
*. 215
5.3.3 AHB (Automatic High Beam)*...219
5.3.4 Schakelaar mistlampen......222
5.3.5 Ruitenwissers en -sproeiers....222
5.4 Gebruik van de ondersteunende
systemen...................225
5.4.1 Software-update..........225
5.4.2 Toyota Safety Sense........227
5.4.3 Bestuurderscamera
*........234
5.4.4 PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . 235
5.4.5 LTA (Lane Tracing Assist).....244
5.4.6 LDA (Lane Departure Alert)....248
5.4.7 RSA (Road Sign Assist).......252
5.4.8 Dynamic Radar Cruise Control . . 256
5.4.9 Cruise control............263
5.4.10 Snelheidsbegrenzer
*.......265
5.4.11 Noodstopsysteem.........268
5.4.12 BSM (Blind Spot Monitor)
*....270
5.4.13 SEA (Safe Exit Assist)*......275
5.4.14 Toyota Parking Assist-sensor*. . 279
5.4.15 RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)
*................288
5.4.16 RCD (Rear Camera Detection)*. 293
5.4.17 PKSB (Parking Support Brake)*. 296
5.4.18 Stilstaande objecten voor en
achter de auto
*...........300
5.4.19 Bewegend voertuig achter de
auto
*.................302
5.4.20 Voetgangers achter de auto*. . 303
5.4.21 Stilstaande objecten rond de auto
(auto's met Advanced Park) . . . 306
5.4.22 Toyota Teammate Advanced
Park
*.................307
5.4.23 SNOW-modus*...........341
5.4.24 X-MODE*..............342
5.4.25 Ondersteunende systemen . . . 346
5.5 Rijtips.....................351
5.5.1 Rijden in de winter.........351
5.5.2 Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's.............353
6. Voorzieningen in het interieur
6.1 Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming...........358
6.1.1 Regeling ALL AUTO (ECO).....358
6.1.2 Automatische airconditioning . . 359
6.1.3 Op afstand bedienbare
airconditioning...........365
6.1.4 Stuurwielverwarming
*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*..........367
6.2 Gebruik van de interieurverlichting . . . 369
6.2.1 Overzicht interieurverlichting . . 369
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden . . 371
6.3.1 Overzicht van
opbergmogelijkheden.......371
6.3.2 Voorzieningen in de
bagageruimte............374
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen
in het interieur................378
6.4.1 Elektrisch bedienbaar
zonnescherm
*............378
6.4.2 Overige voorzieningen in het
interieur...............379
7. Onderhoud en verzorging
7.1 Onderhoud en verzorging.........390
7.1.1 Reinigen en beschermen van het
exterieur van uw auto........390
7.1.2 Reinigen en beschermen van het
interieur van uw auto........393
7.2 Onderhoud..................395
7.2.1 Onderhoud en reparatie......395
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud.......397
7.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te
voeren onderhoud.........397
7.3.2 Motorkap...............398
7.3.3 Plaatsen van een garagekrik....399
7.3.4 Elektromotorcompartiment....400
7.3.5 Banden................406
7.3.6 Vervangen van een band......418
7.3.7 Bandenspanning..........424
7.3.8 Velgen.................425
7.3.9 Interieurfilter............426
7.3.10 Batterij elektronische sleutel . . 429
7.3.11 Controleren en vervangen van
zekeringen.............430
7.3.12 Lampen...............432
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Page 12 of 586

GMotorkap blz. 398
Openen blz. 398
In geval van oververhitting blz. 473
Waarschuwingsmeldingen blz. 449
Lampen voor verlichting buitenzijde tij-
dens rijden
(Vervangingsmethode: blz. 432)
HKoplampen/parkeerlichten
voor/dagrijverlichting blz. 213
Richtingaanwijzers blz. 207
IAchterlichten blz. 213
Richtingaanwijzers blz. 207
Remlichten
Noodstopsignaal blz. 346
JAchterlichten blz. 213
Mistachterlicht*1, 2blz. 222
Achteruitrijlicht
De transmissie in stand R zetten
blz. 202
KKentekenplaatverlichting blz. 213
LAchterlichten blz. 213
MRichtingaanwijzers blz. 207
*1Indien aanwezig
*2Deze zijn mogelijk aan de andere kant geplaatst, afhankelijk van de regio.
Dashboard (auto's met linkse besturing)
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
10
Page 13 of 586

AStartknop blz. 198
Starten van het EV-systeem/wijzigen
van de functies blz. 198, blz. 201
Noodstop van het EV-systeem
blz. 436
Als het EV-systeem niet kan worden
gestart blz. 466
Waarschuwingsmeldingen blz. 449
BDraaiknop transmissie blz. 203
Wijzigen van de schakelstand blz. 203
Voorzorgsmaatregelen bij slepen
blz. 437
CTellers blz. 130
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 130, blz. 132
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 126
Als de waarschuwingslampjes gaan
branden blz. 442
DMulti-informatiedisplay blz. 133
Display blz. 133
Als een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven blz. 449
ERichtingaanwijzerschakelaar blz. 207
Lichtschakelaar blz. 213
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 213
Mistachterlicht blz. 222
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers blz. 222
Gebruik blz. 222
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 405
Koplampsproeiers
*1blz. 222
Waarschuwingsmeldingen blz. 449
GSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 436
HOntgrendelingshendel motorkap
blz. 398
IOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 173
Verstellen blz. 173
JAirconditioning blz. 359
Gebruik blz. 359
Achterruitverwarming blz. 361
KMultimediasysteem*2
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
11
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 14 of 586

Schakelaars (auto's met linkse besturing)
ADraaiknop
koplampverstelling*1blz. 215
BAutomatic High
Beam-schakelaar*1blz. 219
Schakelaar Adaptive High
Beam-systeem
*1blz. 215
CToets elektrisch bedienbare
achterklep*1blz. 151
DRegeneratieboostschakelaar blz. 206
EBrake Hold-schakelaar blz. 211
FParkeerremschakelaar blz. 208
Activeren/deactiveren blz. 208
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 352
Waarschuwingszoemer/-melding
blz. 442, blz. 449
GToets ECO MODE blz. 207
HCameraschakelaar*1, 2
IHoofdschakelaar Advanced
Park*1blz. 307
JSchakelaar VSC OFF blz. 347
KGrip Control-schakelaar*1blz. 342
LToets X-MODE*1blz. 342
MToets SNOW*1blz. 341
NToets ODO TRIP blz. 132
ODimmer dashboardverlichting
blz. 132
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
12
Page 17 of 586

Dak (auto's met linkse besturing)
ABinnenspiegel blz. 174
BZonnekleppen*1blz. 379
CMake-upspiegels blz. 379
DSchakelaars elektrisch bedienbaar
zonnescherm*2blz. 378
EInterieurverlichting*3blz. 370
Leeslampjes blz. 371
FToets SOS blz. 51
GUitschakeltoets
inbraaksensor*2blz. 61
Uitschakeltoets inbraaksensor en
hellingsensor
*2blz. 61
*1Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel
met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (→Blz. 39)
*2Indien aanwezig
*3De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
15
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 18 of 586

Dashboard (auto's met rechtse besturing)
AStartknop blz. 198
Starten van het EV-systeem/wijzigen
van de functies blz. 198, blz. 201
Noodstop van het EV-systeemblz. 436
Als het EV-systeem niet kan worden
gestart blz. 466
Waarschuwingsmeldingen blz. 449
BDraaiknop transmissie blz. 203
Wijzigen van de schakelstand blz. 203
Voorzorgsmaatregelen bij slepenblz. 437
CTellers blz. 130
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 130, blz. 132
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 126
Als de waarschuwingslampjes gaan
branden blz. 442
DMulti-informatiedisplay blz. 133
Display blz. 133
Als een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven blz. 449
ERichtingaanwijzerschakelaar blz. 207
Lichtschakelaar blz. 213Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 213
Mistachterlicht blz. 222
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers blz. 222
Gebruik blz. 222
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 405
Koplampsproeiers blz. 222
Waarschuwingsmeldingen blz. 449
GSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 436
HOntgrendelingshendel motorkap
blz. 398
IOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 173
Verstellen blz. 173
JAirconditioning blz. 359
Gebruik blz. 359
Achterruitverwarming blz. 361
KMultimediasysteem*
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
16
Page 19 of 586

*Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
AToets ECO MODE blz. 207
BCameraschakelaar*1, 2
CHoofdschakelaar Advanced
Park*1blz. 307
DSchakelaar VSC OFF blz. 347
EGrip Control-schakelaar*1blz. 342
FToets X-MODE*1blz. 342
GToets SNOW*1blz. 341
HRegeneratieboostschakelaar blz. 206
IBrake Hold-schakelaar blz. 211
JParkeerremschakelaar blz. 208
Activeren/deactiveren blz. 208
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 352
Waarschuwingszoemer/-melding
blz. 442, blz. 449
KToets elektrisch bedienbare
achterklep*1blz. 151
LAutomatic High
Beam-schakelaar*1blz. 219
Schakelaar Adaptive High
Beam-systeem
*1blz. 215
MDraaiknop
koplampverstelling*1blz. 215
NToets ODO TRIP blz. 132
ODimmer dashboardverlichting
blz. 132
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
17
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 22 of 586

Dak (auto's met rechtse besturing)
ABinnenspiegel blz. 174
BZonnekleppen*1blz. 379
CMake-upspiegels blz. 379
DSchakelaars elektrisch bedienbaar
zonnescherm*2blz. 378
EInterieurverlichting*3blz. 370
Leeslampjes blz. 371
FToets SOS blz. 51
GUitschakeltoets
inbraaksensor*2blz. 61
Uitschakeltoets inbraaksensor en
hellingsensor
*2blz. 61
*1Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel
met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (→Blz. 39)
*2Indien aanwezig
*3De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
20
Page 32 of 586

• De voorruit kan barsten.
• Het EV-systeem wordt uitgezet.
(→Blz. 73)
• Alle portieren worden ontgrendeld.
(→Blz. 144)
• Het remsysteem en de remlichten
worden automatisch aangestuurd.
(→Blz. 347)
• De interieurverlichting gaat
automatisch branden. (→Blz. 370)
• De alarmknipperlichten worden
automatisch ingeschakeld.
(→Blz. 436)
• Als een van de volgende situaties zich
voordoet, verstuurt het systeem
automatisch een noodoproep naar het
eCall-controlecentrum. De locatie van
de auto wordt doorgegeven (zonder
dat de toets SOS hoeft te worden
ingedrukt) en een medewerker zal
proberen om met de inzittenden te
praten om de ernst van de situatie
vast te stellen en te bepalen of hulp
nodig is. Als de inzittenden niet in
staat zijn om te communiceren,
behandelt de medewerker de oproep
automatisch als een noodgeval en
schakelt hij of zij de noodzakelijke
hulpdiensten in. (→Blz. 50)
– Een airbag is geactiveerd.
– Een gordelspanner is geactiveerd.
– De auto is betrokken bij een
ernstige aanrijding van achteren.
Voorwaarden voor activering van de
airbags (airbags voor)
• De airbags voor worden geactiveerd
als een bepaalde drempelwaarde
wordt overschreden (vergelijkbaar
met een frontale aanrijding met een
snelheid van ongeveer 20 - 30 km/h
tegen een muur die niet kan bewegen
of vervormen). Deze drempelsnelheid
kan in de volgende situaties echter
veel hoger liggen:
– Wanneer de auto iets raakt dat kan
bewegen en/of vervormen, zoals
een geparkeerde auto of
lantaarnpaal–Wanneer de auto betrokken raakt bij een
ongeval waarbij de neus van de auto
onder een vrachtwagen terechtkomt
• Afhankelijk van het type aanrijding
worden mogelijk alleen de
gordelspanners geactiveerd.
Voorwaarden voor activering van de
airbags (side airbags, curtain airbags
en centrale airbag voor)
• De side airbags, curtain airbags en
centrale airbag voor worden
geactiveerd als een bepaalde
drempelwaarde wordt overschreden
(vergelijkbaar met ter plaatse van het
passagierscompartiment aangereden
worden met een snelheid van
ongeveer 20 - 30 km/h door een
ongeveer 1.500 kg wegend voertuig,
komend vanuit een richting die haaks
staat op de positie van de auto).
•
Beide curtain airbags worden geactiveerd
bij een aanrijding van links of rechts opzij.
• Beide curtain airbags worden mogelijk
ook geactiveerd bij een zware frontale
aanrijding.
Omstandigheden waarbij de airbags
geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding
De airbags voor en de curtain airbags
kunnen ook geactiveerd worden bij
zware stoten tegen de onderkant van de
auto. Zie de afbeelding voor een aantal
voorbeelden.
• Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
• In of over een diepe kuil rijden
• Hard neerkomen
1 .1 Voor een veilig gebruik
30
Page 78 of 586

2.2 Laden
2.2.1 Laaduitrusting
Laaduitrusting en benamingen
AAC-laadcontact
BLaadindicator (→blz. 79) en
verlichting laadcontact
CDC-laadcontact
DKlep laadaansluiting (→blz. 77)
EWaarschuwingslabel/
identificatielabel (→blz. 77)
FAC-laadkabel*(→blz. 0)
GLaadaansluiting
*: Raadpleeg de meegeleverde gebruikershandleiding voor de juiste hantering van en
voorzorgsmaatregelen voor de AC-laadkabel.
2.2 Laden
76