display TOYOTA C-HR 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2023Pages: 522, PDF Size: 72.38 MB
Page 342 of 522

OPMERKING(Vervolg)
• Bij het parkeren in een smalle ruimtekomt de auto dicht bij nabij
geparkeerde auto's. Als het lijkt alsof
de auto mogelijk iets zal raken, breng
de auto dan tot stilstand door het
rempedaal in te trappen.
• Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden niet
worden gesignaleerd. Controleer of
het gebied rondom uw auto veilig is en
OPMERKING(Vervolg)
breng de auto tot stilstand door het
rempedaal in te trappen als het lijkt
alsof de auto mogelijk iets zal raken.
• Afhankelijk van de omgeving, zoals andere geparkeerde auto's, wordt de
auto mogelijk schuin of deels buiten
de parkeerplaats geparkeerd. Pas de
positie van de auto indien nodig
handmatig aan.
Meldingen multi-informatiedisplay
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan worden bediend of
wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uitgeschakeld, enz., wordt een van de
onderstaande meldingen weergegeven op het multi-informatiedisplay. Neem de juiste
maatregelen overeenkomstig de weergave op het display.
Wanneer bediening niet mogelijk is
Melding Situatie/oplossing
“IPA System Check Visit Your
Dealer” (IPA-systeemcontrole.
Ga naar uw dealer.) Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig.
Zet het contact UIT en start vervolgens het hybridesys-
teem. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de
melding opnieuw wordt weergegeven.
“Currently Unavailable” (mo-
menteel niet beschikbaar) Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
Zet het contact UIT, wacht een poosje en start vervol-
gens het hybridesysteem weer.
Het hybridesysteem werkt niet.
Schakel het hybridesysteem in.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op een sensor.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
De sensor is bevroren.
Zodra de sensor ontdooit, zal het systeem weer normaal
werken.
De 12V-accu is verwijderd en weer geplaatst.
Rijd gedurende ten minste 5 seconden recht vooruit met
een snelheid van ongeveer 35 km/h of hoger.
“Excessive Speed” (snelheid te
hoog) De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer de rijsnelheid
hoger is dan 30 km/h.
Bedien de schakelaar wanneer de rijsnelheid ongeveer
30 km/h of lager is.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
340
Page 347 of 522

WAARSCHUWING!
• Vertrouw niet uitsluitend op het
Simple Intelligent Parking
Assist-systeem. Rijd, net als bij auto's
zonder dit systeem, voorzichtig
vooruit en achteruit terwijl u de
omgeving van de auto in de gaten
houdt.
• Rijd niet achteruit terwijl u op het
multi-informatiedisplay kijkt. Als u
tijdens het achteruitrijden alleen op
het scherm van de monitor let, kan
dat een aanrijding of ongeval tot
gevolg hebben, aangezien het beeld
dat op het scherm van de monitor
wordt weergegeven, kan afwijken
van de werkelijke situatie. Controleer
de omgeving van de auto tijdens het
achteruitrijden altijd visueel, zowel
met als zonder spiegels.
• Rijd langzaam terwijl u bij het
achteruit- en vooruitrijden de
snelheid regelt met het rempedaal.
• Als de kans bestaat dat de auto een
voetganger, een andere auto of een
ander obstakel zal raken, breng de
auto dan tot stilstand door het
rempedaal in te trappen en druk op
de S-IPA-schakelaar om het systeem
uit te schakelen.
•
Gebruik het systeem op een
parkeerplaats met een vlakke
ondergrond.
• Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen, aangezien
het stuurwiel tijdens het gebruik
automatisch wordt gedraaid.
– Het risico bestaat dat een stropdas,
sjaal, uw arm, enz. vast komt te
zitten in het stuurwiel. Zorg dat uw
bovenlichaam niet te dicht bij het
stuurwiel komt. Voorkom ook dat
kinderen te dicht bij het stuurwiel
komen.
– U kunt uzelf tijdens het draaien van
het stuurwiel bezeren als u lange
vingernagels hebt.
– Breng in een noodgeval de auto tot
WAARSCHUWING!(Vervolg)
stilstand door het rempedaal in te
trappen en druk op de
S-IPA-schakelaar om het systeem
uit te schakelen.
• Controleer altijd of er voldoende
ruimte is voordat u probeert de auto
te parkeren en het systeem te
bedienen.
WAARSCHUWING!
• Gebruik het systeem in de volgende
situaties niet, aangezien het systeem
u mogelijk niet goed kan
ondersteunen bij het bereiken van de
beoogde parkeerplaats, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
– In een gebied waar geen
parkeerplaatsen zijn
– Op een onverharde parkeerplaats
zonder belijning, bijvoorbeeld op
zand of grind
– Op een parkeerplaats waarbij een
helling of golving in de weg is
– Op een bevroren, met sneeuw
bedekte of gladde weg
– Op asfalt dat door hoge
buitentemperaturen zacht is
geworden
– Als er een obstakel aanwezig is
tussen de auto en het beoogde
parkeervak
– Gebruik van de sneeuwkettingen of
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
• Gebruik geen andere dan de door de
fabrikant aanbevolen banden.
Mogelijk werkt het systeem niet goed.
Neem voor het vervangen van de
banden contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• In de volgende situaties kan het
systeem de auto mogelijk niet op de
ingestelde locatie brengen.
– Als de banden erg versleten zijn of
als de bandenspanning te laag is
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
345
4
Rijden
Page 349 of 522

WAARSCHUWING!(Vervolg)
iemands hand.
– De auto staat erg schuin.
– Bij extreem hoge of lage
temperaturen.
– Er wordt gereden op een golvende
weg, helling, grindweg, in een
gebied waar het gras hoog is, enz.
– Er bevindt zich een bron van
ultrasoongolven in de buurt, zoals
een claxon of sensoren van een
ander voertuig, de motor van een
motorfiets of de luchtremmen van
een groot voertuig.
– Zware regenval of een andere
oorzaak waardoor er te veel water
op uw auto terechtkomt.
– De hoek van de sensor wijkt
mogelijk af wanneer de
ondersteuningsregeling start, zelfs
wanneer er een geparkeerde auto
op de beoogde parkeerplaats staat.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– Monteer geen accessoires binnen
het detectiegebied van de sensor.
4.5.16 GPF-systeem
(benzineroetfilter)
Het benzineroetfiltersysteem
verzamelt met behulp van een
uitlaatgasfilter roetdeeltjes in de
uitlaatgassen. Het systeem werkt om
het filter automatisch te regenereren,
afhankelijk van de voertuigcondities.
Als “Exhaust filter full. See owner’s
manual.” (Uitlaatgasfiltersysteem vol.
Zie handleiding) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
• Deze melding wordt mogelijk
weergegeven wanneer de auto tijdens
het rijden zwaar wordt belast terwijl
roetdeeltjes zich ophopen.
• Het vermogen van het
hybridesysteem (motortoerental)wordt beperkt bij een bepaalde
hoeveelheid roetdeeltjes. Er kan
echter nog met de auto worden
gereden, tenzij het
motorcontrolelampje gaat branden.
• Roetdeeltjes hopen zich sneller op
wanneer er regelmatig korte ritten
worden gereden met de auto,
wanneer er met lage snelheden wordt
gereden of als het hybridesysteem
regelmatig wordt gestart in een
extreem koude omgeving. Overmatige
ophoping van roetdeeltjes kan
worden voorkomen door periodiek
lange afstanden te rijden waarbij het
gaspedaal af en toe wordt losgelaten,
zoals bij het rijden op autowegen en
snelwegen.
Als het motorcontrolelampje gaat
branden of “Engine Maintenance
Required. Visit Your Dealer.” (Motor
moet worden onderhouden. Ga naar
uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
De hoeveelheid opgehoopte
roetdeeltjes heeft een bepaald niveau
overschreden. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Voorkomen dat het
benzineroetfiltersysteem niet goed
werkt
• Gebruik geen andere brandstof dan
het voorgeschreven type brandstof
• Breng geen wijzigingen aan de
uitlaatpijp aan
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
347
4
Rijden
Page 351 of 522

Alsuopdrukt om het systeem uit te
schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk
gemakkelijker los krijgen door te
‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door
snel in te drukken en weer los te laten.
Er verschijnt een melding op het
multi-informatiedisplay. Druk nogmaals
op
om het systeem weer in te
schakelen.
Uitschakelen van de TRC, VSC en Trailer
Sway Control
Schakel de TRC, VSC en Trailer Sway
Control uit door
langer dan
3 seconden ingedrukt te houden terwijl
de auto stilstaat.
Het controlelampje VSC OFF gaat
branden en de melding wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals opom het systeem
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash
Safety-systeem), wordt de PCS ook
uitgeschakeld (alleen Pre-Crash-
waarschuwing is beschikbaar). Het
waarschuwingslampje PCS gaat branden
en er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay. (→Blz. 255)
Wanneer de melding dat de TRC is
uitgeschakeld wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Als de
melding niet verdwijnt neem dan contact
op met een erkende Toyota-dealer ofhersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Bijgeluiden en trillingen die worden
veroorzaakt door ABS, Brake Assist,
VSC, Trailer Sway Control, TRC en Hill
Start Assist Control
• Het is mogelijk dat u tijdens het
starten van het hybridesysteem of bij
het wegrijden een geluid in de
motorruimte hoort wanneer het
rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een
storing in een van deze systemen.
• De volgende verschijnselen kunnen
zich voordoen als bovenstaande
systemen in werking zijn. Geen van
deze verschijnselen duidt op een
storing.
– Er kunnen trillingen gevoeld
worden in de carrosserie en de
stuurinrichting.
– Nadat de auto tot stilstand is
gekomen, kan het geluid van een
elektromotor hoorbaar zijn.
Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk
werkingsgeluiden van de ECB te horen.
Dit duidt echter niet op een storing.
• Werkingsgeluiden vanuit de
motorruimte die zich voordoen
wanneer het rempedaal wordt
bediend.
• Wanneer het bestuurdersportier
wordt geopend, kan aan de voorzijde
van de auto een geluid hoorbaar zijn
dat afkomstig is van het remsysteem.
• Werkingsgeluiden vanuit de
motorruimte die zich voordoen
wanneer nadat na het uitschakelen
van het hybridesysteem een of twee
minuten zijn verstreken.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
349
4
Rijden
Page 386 of 522

WAARSCHUWING!
In de motorruimte bevinden zich allerlei
mechanismen en vloeistoffen die
plotseling in beweging kunnen komen,
heet kunnen worden of elektrisch geladen
kunnen worden. Neem onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht om dodelijk
of ernstig letsel te voorkomen.
Tijdens werkzaamheden in de
motorruimte
• Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact AAN)
niet op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven en het
controlelampje READY uit is.
• Houd handen, kleding en
gereedschap uit de buurt van de
ventilator als die in werking is.
•
Raak de motor, de
vermogensregeleenheid, de radiateur,
het uitlaatspruitstuk, enz. niet direct na
het rijden aan, aangezien deze
onderdelen heet kunnen zijn. De olie en
andere vloeistoffen kunnen ook heet
zijn.
• Laat geen brandbare voorwerpen,
zoals een stuk papier of een doek,
achter in de motorruimte.
• Rook niet, veroorzaak geen vonken
en voorkom open vuur in de buurt
van de 12V-accu. De brandstof- en
accudampen zijn licht ontvlambaar.
• Wees uiterst voorzichtig als u aan de
12V-accu werkt. De accu bevat
namelijk het giftige en corrosieve
zwavelzuur.
• Wees voorzichtig, want remvloeistof
is gevaarlijk voor uw handen en ogen
en kan gelakte oppervlakken
beschadigen. Als u remvloeistof op
uw handen of in uw ogen krijgt, spoel
ze dan onmiddellijk met schoon
water. Raadpleeg een arts als u last
blijft houden.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Werkzaamheden bij de elektrische
koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat,
kunnen de elektrische koelventilatoren
automatisch worden ingeschakeld als
de airconditioning wordt ingeschakeld
en/of als de koelvloeistoftemperatuur
hoog is. (→Blz. 391)
Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen
te beschermen tegen rondvliegend of
vallend materiaal, een straal vloeistof,
enz.
OPMERKING
Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot
overmatige motorslijtage door vuil in de
inlaatlucht.
Als het remvloeistofniveau te laag of
te hoog is
Het is normaal dat het
remvloeistofniveau iets lager wordt door
slijtage van de remblokken of door een
hoog vloeistofniveau in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet
worden bijgevuld, kan dit duiden op een
serieus probleem.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
384
Page 396 of 522

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als u elektrolyt op de huid krijgt,
dient u de desbetreffende plaats zeer
grondig te wassen. Als het pijn doet
of brandt, roept u meteen medische
hulp in.
•
Als u elektrolyt op uw kleding krijgt, kan
deze erdoorheen op de huid komen.
Trek onmiddellijk de kleding uit en volg,
indien nodig, de procedure zoals
hierboven beschreven.
• Als u per ongeluk elektrolyt inslikt,
moet u veel water of melk drinken.
Schakel zo snel mogelijk medische
hulp in.
WAARSCHUWING!
Wanneer het vloeistofniveau van de
12V-accu te laag is
Gebruik de 12V-accu niet wanneer er
onvoldoende vloeistof in de 12V-accu
zit. Anders zou de 12V-accu kunnen
ontploffen.
Accukabels van de 12V-accu
losnemen
Neem de negatieve (-) accupool niet los
van de carrosseriezijde. De losgenomen
negatieve (-) accupool kan in contact
komen met de positieve (+) accupool,
waardoor dodelijk of ernstig letsel als
gevolg van een kortsluiting kan
ontstaan.
OPMERKING
Wanneer de 12V-accu wordt
opgeladen
Laad de 12V-accu nooit op wanneer het
hybridesysteem in werking is.
Controleer ook of alle accessoires zijn
uitgeschakeld.
Bijvullen van gedestilleerd water
Vul niet te veel bij. Anders kan er bij
intensief laden accuvloeistof lekken,
waardoor corrosie kan worden
veroorzaakt.Ruitensproeiervloeistof
Vul in de volgende situaties
ruitensproeiervloeistof bij:
• Een sproeier werkt niet.
•
Er verschijnt een waarschuwi-
ngsmelding op het multi-
informatiedisplay. (indien aanwezig)
WAARSCHUWING!
Bij het bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als
het hybridesysteem warm is of nog
werkt. Ruitensproeiervloeistof bevat
alcohol en kan vlam vatten als het
bijvoorbeeld op hete motoronderdelen
wordt gemorst.
OPMERKING
Vul het reservoir uitsluitend met
ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries
in plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van
uw auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen
ruitensproeiervloeistof meer kan
worden gesproeid.
Verdunnen van
ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water. Raadpleeg de op het
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
394
Page 401 of 522

8. Wanneer de initialisatie is voltooid,
wordt er een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay en
knippert het waarschuwingslampje
lage bandenspanning 3 keer.
Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders
zijn voorzien van een unieke identificatie-
code. Bij het vervangen van een banden-
spanningssensor en -zender is het nood-
zakelijk om de identificatiecode te regis-
treren. Laat de identificatiecodes registre-
ren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Wanneer moeten banden worden
vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
• De slijtage-indicatoren zijn te zien op
een band.
• De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of
barsten die zo diep zijn dat het
binnenmateriaal zichtbaar wordt en
bulten die duiden op een interne
beschadiging
• Een band vaak leegloopt of niet goed
kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u er niet zeker van bent.
Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de
bandenspanningssensor en -zender niet
is geregistreerd, werkt het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
niet correct. Na ongeveer 10 minuten
rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende
1 minuut knipperen en het blijft daarna
branden om aan te geven dat er een
storing in het systeem aanwezig is.Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten
altijd door gekwalificeerd werkplaatspe-
rsoneel worden gecontroleerd, zelfs als er
niet of nauwelijks met de banden is
gereden en de banden niet beschadigd
lijken te zijn.
Periodieke controle van de
bandenspanning
Het bandenspanningswaarschuwings-
systeem vervangt de periodieke controle
van de bandenspanning niet. Controleer
daarom ook zelf regelmatig de
bandenspanning.
Als de profieldiepte van winterbanden
minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van
de winterbanden verloren.
Situaties waarin het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt
•
Onder de volgende omstandigheden
werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
– Als er niet-originele Toyota-velgen
zijn gemonteerd.
– Er is een band vervangen door een
exemplaar dat niet overeenkomt
met de OE-specificaties (Original
Equipment).
– Er is een band vervangen door een
exemplaar dat niet de
voorgeschreven maat heeft.
–
Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.– Er is een run-flat band met
ondersteunende ring gemonteerd.
– Als de ruiten zijn voorzien van een
coating die de ontvangst van de
radiografische signalen nadelig
beïnvloedt.
– Als de auto bedekt is met sneeuw of
ijs, vooral bij de wielen of de
wielkasten.
– Als de bandenspanning aanzienlijk
hoger is dan de voorgeschreven
waarde.
–
Als er banden zonder bandenspan-
ningssensor en -zender zijn gebruikt.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
399
6
Onderhoud en verzorging
Page 402 of 522

– Als de identificatiecode op de
bandenspanningssensoren en
-zenders niet is geregistreerd in de
bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU.
• In de volgende situaties kunnen de
prestaties worden beïnvloed.
–
In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, ra-
diozender, videowall, luchthaven of
andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden
aanwezig zijn
– Als u een draagbare radio, mobiele
telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos
communicatiemiddel bij u draagt
• Wanneer de auto geparkeerd is, kan
het langer duren voordat de
waarschuwing verschijnt of verdwijnt.
•
Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
De initialisatieprocedure
• Voer de initialisatie uit na het op
spanning brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
• Als u het contact tijdens de
initialisatie per ongeluk UIT hebt
gezet, dan is het niet noodzakelijk de
resettoets in te drukken, omdat de
initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de
volgende keer AAN wordt gezet.
• Als u per ongeluk de resettoets
indrukt wanneer initialiseren niet
nodig is, breng de banden dan op de
juiste spanning wanneer ze koud zijn
en voer opnieuw de initialisatie uit.
Waarschuwingen
bandenspanningswaarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
is gebaseerd op de omstandigheden
waaronder het systeem geïnitialiseerdis. Daarom laat het systeem mogelijk
zelfs een waarschuwing zien wanneer de
bandenspanning niet laag genoeg is of
wanneer de druk hoger is dan de druk
die was ingesteld tijdens het initialiseren
van het systeem.
Als de initialisatie van het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
niet voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in
enkele minuten. In de volgende gevallen
worden de instellingen echter niet
opgeslagen en zal het systeem niet goed
werken. Laat, als herhaalde pogingen de
bandenspanning op te slaan mislukken,
de auto zo snel mogelijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als het systeem wordt geïnitialiseerd,
knippert het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer en
verschijnt de melding voor het
instellen niet op het
multi-informatiedisplay.
• Nadat er na de initialisatie gedurende
een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat
het gedurende 1 minuut heeft
geknipperd.
Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de
bandenspanningssensoren en -zenders
van twee sets banden kunnen worden
geregistreerd. Als de identificatiecodes
voor zowel de normale banden als de
winterbanden vooraf zijn geregistreerd, is
het niet nodig om de identificatiecodes te
registreren wanneer de normale banden
worden vervangen door winterbanden.
Neem voor meer informatie over het
wijzigen van identificatiecodes contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
400
Page 416 of 522

OPMERKING(Vervolg)
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen
overmatige kracht uit op de klauwen.
Anders kunnen de klauwen beschadigd
raken.
6.3.10 Ventilatieopening en filter
batterijpakket (tractiebatterij)
Voer regelmatig een visuele controle uit
op stof en verontreinigingen van de
ventilatieopening van het
batterijpakket (tractiebatterij) om te
voorkomen dat het brandstofverbruik
beïnvloed wordt. Als “Maintenance
required for Traction battery cooling
parts. See owner’s manual.”
(Onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij, zie
handleiding) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay, moet de
ventilatieopening worden gereinigd
volgens onderstaande procedure:
Schoonmaken van de ventilatieopening
Verwijder het stof van de
ventilatieopening met een stofzuiger of
iets dergelijks.
Zorg ervoor dat u alleen een vacuüm
gebruikt om stof en verontreinigingen op
te zuigen. Als er perslucht wordt gebruikt
om verontreinigingen te verwijderen,
kunnen de verontreinigingen in de
ventilatieopening geblazen worden.
(→Blz. 416)Als stof en verontreinigingen niet
volledig kunnen worden verwijderd
Als de verontreinigingen niet volledig
kunnen worden verwijderd met de
afdekkap van de ventilatieopening in
gemonteerde toestand moet de afdekkap
worden verwijderd en moet het filter
worden gereinigd.
1. Zet het contact UIT.
2. Gebruik een
kruiskopschroevendraaier om de clip
te verwijderen.
3. Verwijder de kap van de
ventilatieopening.
1Trek aan de kap zoals aangegeven
in de afbeelding om de
5 klemmen los te maken. Begin
bij de klem in de rechter
bovenhoek.
2Trek de kap in de richting van de
voorzijde van de auto om hem te
verwijderen.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
414
Page 418 of 522

8. Plaats de clip.
Schoonmaken van de ventilatieopening
• Stof in de ventilatieopening kan de
koeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) beïnvloeden. Als het
laden/ontladen van het batterijpakket
(tractiebatterij) beperkt wordt, kan de
afstand waarover gereden kan worden
op de elektromotor (tractiemotor)
kleiner worden en kan het
brandstofverbruik toenemen.
Controleer en reinig de
ventilatieopening regelmatig.
• Onjuist omgaan met de kap en het
filter van de ventilatieopening kan
schade eraan tot gevolg hebben.
Indien u twijfels hebt over het
schoonmaken van het filter, neem dan
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als “Maintenance required for Traction
battery cooling parts See owner’s
manual.” (Onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij. Zie
handleiding) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
• Verwijder de afdekkap van de
ventilatieopening en reinig het filter
als deze melding wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 414)
• Start na het reinigen van de
ventilatieopening het hybridesysteem
en controleer of dewaarschuwingsmelding niet langer
wordt weergegeven. Het kan tot
20 minuten rijden met de auto na het
starten van het hybridesysteem duren
voordat de waarschuwingsmelding
uitgaat. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige wanneer de
waarschuwingsmelding na ongeveer
20 minuten rijden niet verdwijnt.
WAARSCHUWING!
Bij het schoonmaken van de
ventilatieopening
• Zet het contact UIT om het
hybridesysteem uit te schakelen
alvorens de ventilatieopening
schoon te maken.
• Maak de ventilatieopening niet
schoon met water of andere
vloeistoffen. Als er water op het
batterijpakket (tractiebatterij) of
andere componenten terechtkomt,
kan dit leiden tot een storing of
brand.
Bij het verwijderen van de afdekkap
van de ventilatieopening
Raak de servicestekker die zich in de
buurt van de ventilatieopening bevindt
niet aan. (→Blz. 79)
OPMERKING
Bij het schoonmaken van de
ventilatieopening
Gebruik bij het reinigen van de
ventilatieopening alleen een stofzuiger
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
416