TOYOTA C-HR 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2023Pages: 522, PDF Size: 72.38 MB
Page 51 of 522

*3:Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun
indien deze de werking van het baby- of
kinderzitje hindert. Zet anders de
hoofdsteun in de hoogste stand.*4: Gebruik alleen een in de rijrichting
geplaatst baby- of kinderzitje.
Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
Zitpositie
Stoelpositienummer
123
Zitpositie geschikt voor universeel zitje
vastgezet met gordel (Ja/Nee)Ja
Alleen in de
rijrichtingJa Ja
Zitpositie i-Size (Ja/Nee) Nee Ja Ja
Zitpositie geschikt voor zijwaarts geplaatst
zitje (L1/L2/Nee)Nee Nee Nee
Geschikte bevestiging voor tegen de rij-
richting in geplaatst zitje (R1/R2X/R2/R3/
Nee)Nee R1, R2X, R2 R1, R2X, R2
Geschikte bevestiging voor in de rijrichting
geplaatst zitje (F2X/F2/F3/Nee)Nee F2X, F2, F3 F2X, F2, F3
Geschikte bevestiging voor zitkussen (B2/
B3/Nee)Nee B2, B3 B2, B3
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”. Het
baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande
tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor het soort
“bevestiging”.
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informatie
niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van het baby-
of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de verkoper van uw
kinderzitje.
Bevestiging Beschrijving
F3In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, volledige
hoogte
F2 In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
F2X In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
R3Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, volledig
formaat
R2Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner
formaat
R2XTegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner
formaat
R1 Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
L1 Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
L2 Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
B2 Zitkussen
B3 Zitkussen
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
49
1
Veiligheid en beveiliging
Page 52 of 522

Bij het vastzetten van sommige typen baby-
of kinderzitjes op de achterstoel kunnen de
veiligheidsgordels op de plaatsen naast het
zitje mogelijk niet goed worden gebruikt en
komen ze mogelijk in aanraking met het
zitje. Ook kan de werking van de
veiligheidsgordel negatief worden
beïnvloed. Draag uw veiligheidsgordel goed
aansluitend over uw schouder en laag over
uw heupen. Wanneer dit niet het geval is of
wanneer hij in aanraking komt met het zitje,
ga dan ergens anders zitten.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Verstel bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje op de achterstoelen de
voorstoel zodanig dat deze niet in
aanraking komt met het kind of het
baby- of kinderzitje.
•
Indien bij het plaatsen van een
kinderzitje met steunvoet de rugleuning
in de weg zit wanneer u het zitje op de
steunvoet wilt bevestigen, zet dan de
rugleuning naar achteren tot er
voldoende ruimte is.
•Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de gordel-
geleider van het kinderzitje bevindt,
verplaatst u de zitting naar voren.
•Indien bij het plaatsen van een zitkussen
het kind in het baby- of kinderzitje erg
rechtop zit, zet u de rugleuning in een
comfortabelere stand. En als het schou-
derbevestigingspunt van de veiligheids-
gordel zich vóór de gordelgeleider van
het kinderzitje bevindt, verplaatst u de
zitting naar voren.Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie (Latijns-Amerikaanse
landen
*)
*:Guadeloupe, Martinique en Frans-Guyana
Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor
elke zitpositie
De geschiktheid voor elke zitpositie bij
een baby- of kinderzitje (→blz. 51) geeft
met symbolen aan welke typen baby- of
kinderzitjes kunnen worden gebruikt en
de mogelijke zitposities bij het plaatsen.
Ook kunt u het aanbevolen baby- of
kinderzitje dat geschikt is voor uw kind
selecteren.
Controleer anders [Tabel m.b.t. geschiktheid
en aanbevolen baby- en kinderzitjes] voor
de aanbevolen baby- of kinderzitjes.
(→
Blz. 53)
Controleer het geselecteerde baby- of
kinderzitje en het volgende [Voordat u de
geschiktheid van elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje controleert].
Voordat u de geschiktheid van elke
zitpositie bij een baby- of kinderzitje
controleert
1. Controleren van de normen voor
baby- en kinderzitjes.
Gebruik een baby- of kinderzitje dat
voldoet aan de VN ECE R44
*1-ofVN
ECE R129*1, 2-norm.
Het onderstaande erkende keurmerk
staat op de baby- en kinderzitjes.
Controleer of het baby- of kinderzitje
is voorzien van het juiste keurmerk.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
50
Page 53 of 522

Voorbeeld van het weergegeven
nummer van het voorschrift
1Typegoedkeuringsmerk VN ECE
R44*3
De gewichtsklasse van kinderen die
in aanmerking komen voor een zitje
met het typegoedkeuringsmerk VN
ECE R44 wordt weergegeven.
2Typegoedkeuringsmerk VN ECE
R129*3
De lengtecategorie en
gewichtsklasse van kinderen die in
aanmerking komen voor een zitje
met het typegoedkeuringsmerk VN
ECE R129 worden weergegeven.
*1: VN ECE R44 en VN ECE R129 zijn
voorschriften van de VN voor baby-
en kinderzitjes.
*2: De in de tabel genoemde baby- en
kinderzitjes zijn mogelijk niet
verkrijgbaar buiten de EU.
*3: Het weergegeven keurmerk kan
per product verschillend zijn.
2. Controleren van de categorie van het
baby- of kinderzitje.
Controleer het typegoedkeuringsmerk
van het baby- of kinderzitje om te zien
voor welke van de onderstaande
categorieën het zitje geschikt is.
Indien u twijfelt, controleer dan de
gebruikershandleiding van het baby-
of kinderzitje of neem contact op met
de verkoper van het zitje.
• “universeel”
• “semi-universeel”
• “beperkt”• “voertuigspecifiek”
Geschiktheid van elke zitpositie bij een
baby- of kinderzitje
*1, 2, 3
1
*4
*3
2
*3
3
Geschikt voor een “univer-
seel” baby- of kinderzitje
vastgezet met een veilig-
heidsgordel.
Geschikt voor een baby- of
kinderzitje dat is vermeld in
de tabel m.b.t. geschiktheid
en aanbevolen baby- en kin-
derzitjes (→blz. 53).
Geschikt voor i-Size- en
ISOfix-baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel.
Niet geschikt voor baby- of
kinderzitjes.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
51
1
Veiligheid en beveiliging
Page 54 of 522

Gebruik nooit een tegen de
rijrichting in geplaatst baby-
of kinderzitje op de voorpas-
sagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in
stand ON staat.
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren. Als de hoogte van de
passagiersstoel kan worden versteld, dan
moet deze in de hoogste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van een
in de rijrichting geplaatst kinderzitje een
opening aanwezig is tussen het
kinderzitje en de rugleuning, stel de
rugleuning dan af totdat het zitje en de
rugleuning goed contact maken.
*3: Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de werking van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet
anders de hoofdsteun in de hoogste
stand.
*4: Gebruik alleen een in de rijrichting
geplaatst baby- of kinderzitje als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag in
stand ON staat.
Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
Zitpositie
Stoelpositienummer
1
23
Aan/uit-schakelaar airbag
ON OFF
Zitpositie geschikt voor universeel zitje
vastgezet met gordel (Ja/Nee)Ja
Alleen in de
rijrichtingJa Ja Ja
Zitpositie i-Size (Ja/Nee) Nee Nee Ja Ja
Zitpositie geschikt voor zijwaarts ge-
plaatst zitje (L1/L2/Nee)Nee Nee Nee Nee
Geschikte bevestiging voor tegen de
rijrichting in geplaatst zitje (R1/R2X/
R2/R3/Nee)Nee NeeR1, R2X,
R2R1, R2X,
R2
Geschikte bevestiging voor in de rij-
richting geplaatst zitje (F2X/F2/F3/
Nee)Nee NeeF2X, F2,
F3F2X, F2,
F3
Geschikte bevestiging voor zitkussen
(B2/B3/Nee)Nee Nee B2, B3 B2, B3
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigingen”. Het
baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities voor de in de bovenstaande
tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de onderstaande tabel voor het soort
“bevestiging”.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
52
Page 55 of 522

Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de informatie
niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van het baby-
of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of informeer bij de verkoper van uw
kinderzitje.
Bevestiging Beschrijving
F3 In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, volledige hoogte
F2 In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
F2X In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
R3Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, volledig
formaat
R2Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner
formaat
R2XTegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner
formaat
R1 Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
L1 Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
L2 Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
B2 Zitkussen
B3 Zitkussen
Tabel m.b.t. geschiktheid en aanbevolen baby- en kinderzitjes
Gewichtsgroe-
penAanbevolen baby- of kin-
derzitjeZitpositie1
23Aan/uit-schakelaar
airbag
ON OFF
0, 0+
Minder dan 13 kg MIDI 2 (Ja/Nee) Nee Nee Ja Ja
I
9 - 18 kg MIDI 2 (Ja/Nee) Nee Nee Ja Ja
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk niet verkrijgbaar buiten
Latijns-Amerika.
Bij het vastzetten van sommige typen baby-
of kinderzitjes op de achterstoel kunnen de
veiligheidsgordels op de plaatsen naast het
zitje mogelijk niet goed worden gebruikt en
komen ze mogelijk in aanraking met het
zitje. Ook kan de werking van de veiligheid-
sgordel negatief worden beïnvloed. Draag
uw veiligheidsgordel goed aansluitend over
uw schouder en laag over uw heupen.
Wanneer dit niet het geval is of wanneer hij
in aanraking komt met het zitje, ga danergens anders zitten. Het niet in acht nemen
van de voorzorgsmaatregelen kan dodelijk
of ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Verstel bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje op de achterstoelen de
voorstoel zodanig dat deze niet in
aanraking komt met het kind of het
baby- of kinderzitje.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
53
1
Veiligheid en beveiliging
Page 56 of 522

• Indien bij het plaatsen van een
kinderzitje met steunvoet de
rugleuning in de weg zit wanneer u
het zitje op de steunvoet wilt
bevestigen, zet dan de rugleuning
naar achteren tot er voldoende ruimte
is.• Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
• Indien bij het plaatsen van een
zitkussen het kind in het baby- of
kinderzitje erg rechtop zit, zet u de
rugleuning in een comfortabelere
stand. En als het
schouderbevestigingspunt van de
veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje
Controleer aan de hand van de bij het baby- of kinderzitje bijgesloten handleiding de
plaatsing van het zitje.
Plaatsingsmethode Bladzijde
Bevestiging met veilig-
heidsgordel
Blz. 55
Bevestiging onderste
ISOfix-bevestigingspunt
Blz. 56
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
54
Page 57 of 522

Plaatsingsmethode Bladzijde
Bevestiging bevesti-
gingspunt bovenste gor-
del
Blz. 57
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
veiligheidsgordel
Een baby- of kinderzitje plaatsen met
behulp van een veiligheidsgordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding. Als
het desbetreffende baby- of kinderzitje
niet binnen de “universele” categorie valt
(of de benodigde informatie staat niet in
de tabel), raadpleeg dan de “voertuiglijst”
van de fabrikant van het baby- of
kinderzitje voor de diverse mogelijke
montageposities of doe navraag naar de
compatibiliteit bij de verkoper van het
zitje. (→Blz. 42, blz. 47, blz. 50)
1. Als het plaatsen van een baby- of
kinderzitje op de voorpassagiersstoel
onvermijdelijk is, raadpleeg dan
blz. 40 voor het afstellen van de
voorpassagiersstoel.
2. Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. (→Blz. 183)3. Voer de veiligheidsgordel door het
baby- of kinderzitje en steek de gesp
in de gordelsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is. Maak de
veiligheidsgordel goed vast aan het
baby- of kinderzitje aan de hand van
de bijgesloten handleiding.
4. Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsysteem
voor de veiligheidsgordel, zet het zitje
dan vast met een blokkeerclip.
5. Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. (→Blz. 56)
Verwijderen van een baby- of
kinderzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordelslui-
ting in en laat de gordel helemaal oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting
komt het baby- of kinderzitje mogelijk
een stukje omhoog als gevolg van de
terugwerking van de zitting. Maak de
gordelsluiting los terwijl u het baby- en
kinderzitje tegenhoudt.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
55
1
Veiligheid en beveiliging
Page 58 of 522

De veiligheidsgordel rolt automatisch op.
Houd de gordel vast, zodat het oprollen
rustig gebeurt.
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje moge-
lijk gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg
de aanwijzingen van de fabrikant van het
baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet over
een blokkeerclip beschikt, kunt u deze kopen
bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige:
blokkeerclip voor baby- of kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Laat kinderen niet met de
veiligheidsgordel spelen. Als de
veiligheidsgordel om de nek van het
kind draait, kan het kind stikken of
ernstig letsel oplopen. Als dit
gebeurt en de gordelsluiting niet kan
worden losgemaakt, knip de gordel
dan door met een schaar.
• Controleer of de gesp goed in de
gordelsluiting is vergrendeld en of de
veiligheidsgordel niet gedraaid is.
• Beweeg het baby- of kinderzitje naar
links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of
het goed is geplaatst.
• Verstel de rugleuning niet meer
nadat het baby- of kinderzitje is
geplaatst.
• Controleer als er een zitkussen
geplaatst is altijd of de
schoudergordel over het midden van
de schouder van het kind loopt. De
WAARSCHUWING!(Vervolg)
gordel mag niet langs de nek van het
kind lopen, maar mag ook niet van de
schouder van het kind vallen.
• Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
onderste ISOfix-bevestigingspunt
Onderste ISOfix-bevestigingspunten
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
lage bevestigingspunten aanwezig.
(Merktekens geven aan waar de bevesti-
gingspunten zich in de stoelen bevinden.)
Plaatsing van onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinderzitje
niet binnen de “universele” categorie valt
(of de benodigde informatie staat niet in de
tabel), raadpleeg dan de “voertuiglijst” van
de fabrikant van het baby- of kinderzitje
voor de diverse mogelijke montageposities
of doe navraag naar de compatibiliteit bij de
verkoper van het zitje. (→
Blz. 42, blz. 47,
blz. 50)
1. Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de
hoogste stand. (→Blz. 183)
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
56
Page 59 of 522

2. Verwijder de klepjes van de
bevestigingspunten en plaats het
baby- of kinderzitje op de stoel.
De stangen worden achter de klepjes
van de bevestigingspunten geplaatst.
3. Beweeg het baby- of kinderzitje na
het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed
vastzit. (→Blz. 56)
Bij gebruik van een MIDI 2
(Latijns-Amerikaanse landen
*)
Pas de steunpoot en de ISOfix-
koppelingen als volgt aan:
1Vergrendel de ISOfix-koppelingen bij
nr. 2.
2Vergrendel de steunpoot op het punt
waar 6 openingen zichtbaar zijn.
*: Guadeloupe, Martinique en
Frans-Guyana
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Verstel de rugleuning niet meer
nadat het baby- of kinderzitje is
geplaatst.
• Controleer bij het gebruik van de
onderste bevestigingspunten of er
geen vreemde voorwerpen rond de
bevestigingspunten aanwezig zijn en
of de gordel niet klem zit achter het
zitje.
• Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel
Bevestigingspunten bovenste gordel
Voor de buitenste zitplaatsen achter zijn
bevestigingspunten voor de bovenste
gordel aanwezig.
Gebruik de bevestigingspunten voor de
bovenste gordel bij het vastmaken van de
bovenste gordel.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
57
1
Veiligheid en beveiliging
Page 60 of 522

Bovenste gordel vastmaken aan het
bevestigingspunt voor de bovenste
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de
hand van de bijgesloten handleiding.
1.
Zet de hoofdsteun in de hoogste stand.
Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de plaatsing
van het baby- of kinderzitje of de
bovenste gordel hindert. (→Blz. 183)
2. Zet de haak vast aan het
bevestigingspunt voor de bovenste
gordel en trek de bovenste gordel aan.
Controleer of de bovenste gordel
goed vastzit. (→Blz. 56) Wanneer u
het baby- of kinderzitje plaatst terwijl
de hoofdsteun omhoog staat, zorg er
dan voor dat de bovenste gordel
onder de hoofdsteun door loopt.
WAARSCHUWING!
Als er een baby- of kinderzitje wordt
geplaatst
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Bevestig de bovenste gordel stevig
en controleer of de gordel niet
gedraaid is.
• Bevestig de bovenste gordel
uitsluitend aan het bevestigingspunt
voor de bovenste gordel.
• Verstel de rugleuning niet meer
nadat het baby- of kinderzitje is
geplaatst.
• Volg bij het plaatsen van een baby-
of kinderzitje altijd de
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
• Wanneer u het baby- of kinderzitje
plaatst terwijl de hoofdsteun
omhoog staat, nadat de hoofdsteun
omhoog is gezet en de
bevestigingspunt voor de bovenste
gordel vervolgens is vastgemaakt,
zet de hoofdsteun dan niet in een
lagere stand.
1.3 Noodoproep
1.3.1 eCall*1(indien aanwezig)
*1: Werkt binnen het eCall-
dekkingsgebied. De systeemnaam kan
per land verschillend zijn.
1 .2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
58