sensor TOYOTA C-HR 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2023Pages: 522, PDF Size: 72.38 MB
Page 5 of 522

4.5.9 BSM (Blind Spot Monitor)*.....285
4.5.10 Toyota Parking Assist-sensor*. . 301
4.5.11 RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)
*................310
4.5.12 PKSB (Parking Support Brake)*. 315
4.5.13 Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)
*...320
4.5.14 Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)
*...............323
4.5.15 S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem)
*..........324
4.5.16 GPF-systeem
(benzineroetfilter)........347
4.5.17 Ondersteunende systemen . . . 348
4.6 Rijtips.....................352
4.6.1 Tips voor rijden met een
hybrideauto.............352
4.6.2Rijdenindewinter .........353
5. Voorzieningen in het interieur
5.1 Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming...........358
5.1.1 Airconditioning...........358
5.1.2 Stuurwielverwarming
*/
stoelverwarming*..........363
5.2 Gebruik van de interieurverlichting . . . 364
5.2.1 Overzicht interieurverlichting . . 364
5.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden . . 366
5.3.1 Overzicht van
opbergmogelijkheden.......366
5.3.2 Voorzieningen in de
bagageruimte............368
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in
hetinterieur .................373
5.4.1 Overige voorzieningen in het
interieur ...............373
6. Onderhoud en verzorging
6.1 Onderhoud en verzorging.........376
6.1.1 Reinigen en beschermen van het
exterieurvanuwauto........376
6.1.2 Reinigen en beschermen van het
interieur ...............379
6.2 Onderhoud..................381
6.2.1 Onderhoud en reparatie......381
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud.......383
6.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit
te voeren onderhoud........3836.3.2 Motorkap...............385
6.3.3 Plaatsen van een garagekrik....386
6.3.4Motorruimte .............387
6.3.5 12V-accu (M20A-FXS motor) . . . 395
6.3.6 Banden................397
6.3.7 Bandenspanning..........410
6.3.8Velgen.................411
6.3.9 Interieurfilter............412
6.3.10 Ventilatieopening en filter
batterijpakket (tractiebatterij) . 414
6.3.11 Batterij elektronische sleutel . . 417
6.3.12 Controleren en vervangen van
zekeringen.............419
6.3.13 Lampen...............422
7.Bij problemen
7.1 Belangrijke informatie...........434
7.1.1 Alarmknipperlichten........434
7.1.2 Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . 434
7.1.3 Als de auto onder water staat of het
water op de weg stijgt.......435
7.2 Stappen die genomen moeten worden in
noodgevallen................436
7.2.1 Als uw auto moet worden
gesleept...............436
7.2.2 Als u denkt dat er iets mis is....439
7.2.3 Als een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingszo
emer klinkt..............439
7.2.4 Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven........446
7.2.5 Als de auto een lekke band heeft
(auto's met bandenreparatieset) . 451
7.2.6 Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel) . . . 468
7.2.7 Als het hybridesysteem niet kan
worden gestart...........477
7.2.8 Als de elektronische sleutel niet
goed werkt..............478
7.2.9 Als de 12V-accu is ontladen....479
7.2.10 Als uw auto oververhit raakt . . . 484
7.2.11 Als de auto vast komt te zitten . 488
8. SPECIFICATIES
8.1 Specificaties.................490
8.1.1 Onderhoudsgegevens (brandstof,
oliepeil, enz.).............490
8.1.2 Informatie over brandstof.....497
3
1
2
3
4
5
6
7
8
Page 21 of 522

3Voorstoelen blz. 181
4Achterstoelen blz. 182
5Hoofdsteunen (voor/midden
achter/buitenste zitplaatsen achter)
blz. 183
6Veiligheidsgordels blz. 24
7Consolevak blz. 369
8Vergrendelknoppen binnenzijde
portier blz. 124
9Bekerhouders blz. 369
10Fleshouders blz. 369
1Handgrepen blz. 376
2Make-upverlichting*1blz. 375
3Interieurverlichting/leeslampjes blz.
367
4Schakelaar uitschakelen sensor
antidiefstalsysteem*1blz. 96
5Binnenspiegel blz. 186
6Zonnekleppen*2blz. 375
7Make-upspiegels*1blz. 375
*1: Indien aanwezig
*2: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel
met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (→Blz. 40)
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
19
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 31 of 522

Onderdelen SRS-airbagsysteem
1Sensoren frontale aanrijding
2Aan/uit-schakelaar airbag (indien
aanwezig)
3Voorpassagiersairbag
4Controlelampje PASSENGER AIRBAG
(indien aanwezig)
5Sensoren aanrijding opzij (voor)
6Sensoren aanrijding opzij
(voorportier)
7Gordelspanners en
spankrachtbegrenzers (voor)
8Side airbags
9Curtain airbags
10Positiesensor bestuurdersstoel
(indien aanwezig)
11Bestuurdersairbag
12Knie-airbag (indien aanwezig)
13Waarschuwingslampje SRS
14Airbag-ECU
15Gordelspanners en
spankrachtbegrenzers (buitenste
zitplaatsen achter) (indien aanwezig)
De belangrijkste onderdelen van het
SRS-airbagsysteem zijn hierboven
afgebeeld. Het SRS-airbagsysteem wordt
aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het
activeren van de airbags zorgt een
chemische reactie in de
ontstekingsmechanismen ervoor dat de
airbags snel gevuld worden met
niet-giftig gas om de beweging van de
inzittenden te helpen beperken.WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
1 .1 Voor een veilig gebruik
29
1
Veiligheid en beveiliging
Page 65 of 522

Uitvoeren van de regelgeving
Gebruikersinformatie uitvoering regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformi-
teit
1. BESCHRIJVING IN VOERTUIG GEÏNTEGREERD ECALL-SYSTEEM
1.1.Overzicht, werking en functionaliteiten van het in het voer-
tuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeemO
1.2.De op 112 gebaseerde eCall-dienst is een publieke dienst
van algemeen nut die gratis beschikbaar is.O
1.3.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem is standaard ingeschakeld. Bij een ernstige aanrij-
ding wordt het systeem automatisch geactiveerd door sig-
nalen van sensoren in het voertuig. Het wordt ook
automatisch geactiveerd als de auto is voorzien van een
TPS-systeem dat niet werkt bij een ernstige aanrijding.O
1.4.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem kan indien nodig ook handmatig worden geacti-
veerd. Instructies voor het handmatig activeren van het sys-
teemO
1.5.Als door een ernstige systeemstoring het in het voertuig
geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem wordt uit-
geschakeld, krijgen de inzittenden van het voertuig de vol-
gende waarschuwingO
2. INFORMATIE OVER GEGEVENSVERWERKING
2.1.Elke verwerking van persoonsgegevens die via het in het
voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-systeem
zijn verzameld, moet voldoen aan de regelgeving met be-
trekking tot persoonsgegevens zoals vastgelegd in richtlijn
95/46/EG en 2002/58/EG, en moet met name zijn geba-
seerd op de noodzaak om de vitale belangen van personen te
beschermen, conform artikel 7(d) van richtlijn 95/46/EG.O
2.2.De verwerking van dergelijke gegevens dient strikt beperkt
te blijven tot het doel van het behandelen van de eCall-
noodoproep naar het Europese alarmnummer 112.O
2.3. Soorten gegevens en hun ontvangers
2.3.1.Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde eCall-
systeem kan alleen de volgende gegevens verzamelen en
verwerken: voertuigidentificatienummer, type voertuig
(personenauto of lichte bestelwagen), type brandstof/
aandrijving van het voertuig (benzine/diesel/aardgas/LPG/
elektriciteit/waterstof ), laatste drie locaties en rijrichting
van het voertuig, logbestand van de automatische activering
van het systeem inclusief tijdstip van activering, eventuele
aanvullende gegevens (indien van toepassing)O
2.3.2.De ontvangers van de door het in het voertuig geïnte-
greerde op 112 gebaseerde eCall-systeem verwerkte gege-
vens zijn de relevante openbare alarmcentrales die zijn aan-
gewezen door de publieke autoriteiten van het land waarin
deze centrales zijn gevestigd om als eerste eCall-oproepen
naar het Europese alarmnummer 112 te ontvangen en te
verwerken. Extra informatie (indien beschikbaar):O
1 .3 Noodoproep
63
1
Veiligheid en beveiliging
Page 80 of 522

Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij)
Voor het koelen van het batterijpakket
(tractiebatterij) is er onder de
rechterzijde van de achterstoel een
ventilatieopening aanwezig. Als deze
ventilatieopening wordt afgedekt, kan
het vermogen van het batterijpakket
(tractiebatterij) beperkt worden.
Uitschakelsysteem voor noodgevallen
Het uitschakelsysteem voor
noodgevallen zorgt ervoor dat het
hoogspanningssysteem en de
brandstofpomp worden uitgeschakeld als
de botsingssensor een aanrijding met
een kracht boven een bepaalde
drempelwaarde heeft gesignaleerd, om
de kans op een elektrische schok en
brandstoflekkage tot een minimum te
beperken. Als het uitschakelsysteem voor
noodgevallen in werking is getreden,
kunt u uw auto niet meer starten. Neem
voor het herstarten van het
hybridesysteem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem
Als er een storing in het hybridesysteem
optreedt, of als het systeem onjuist wordt
bediend, wordt automatisch een melding
weergegeven.Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
Als er een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven of als de 12V-accu
wordt losgekoppeld
Mogelijk start het hybridesysteem niet.
Probeer in dit geval het systeem opnieuw te
starten. Neem als het controlelampje READY
niet gaat branden contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de brandstof opraakt
Alsdebrandstofopisenhet
hybridesysteem niet kan worden gestart,
vult u de tank met ten minste de hoeveel-
heid brandstof die nodig is om het waar-
schuwingslampje laag brandstofniveau
(→
blz. 445) uit te laten gaan. Als er
slechts een kleine hoeveelheid brandstof
in de tank zit, kan het hybridesysteem
mogelijk niet worden gestart. (De
standaardhoeveelheid brandstof is
ongeveer 7,5 liter, als de auto op een
vlakke ondergrond staat. Deze waarde
kan afwijken als de auto op een helling
staat. Vul extra brandstof bij wanneer de
auto schuin staat.)
Elektromagnetische golven
• De hoogspanningsonderdelen en
-kabels van hybrideauto's zijn
voorzien van een afscherming voor
elektromagnetische golven en zenden
ongeveer net zo veel
elektromagnetische golven uit als
1 .4 Hybridesysteem
78
Page 96 of 522

1.5.2 Supervergrendeling∗
*: Indien aanwezig
Toegang door onbevoegden wordt
voorkomen door het ontgrendelen van
de portieren zowel van buitenaf als van
binnenuit onmogelijk te maken.
Auto's die met dit systeem zijn uitgerust,
zijn voorzien van labels op de ruiten van
de beide voorportieren.
Inschakelen van de supervergrendeling
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden
de auto verlaten en controleer of alle
portieren gesloten zijn.
Met de instapfunctie (indien aanwezig):
Raak het sensorgedeelte van de
buitenportiergreep voor binnen
5 seconden 2 keer aan.
Met de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op.
Uitschakelen van de supervergrendeling
Met de instapfunctie (indien aanwezig):
Houd de buitenportiergreep voor vast of
druk op de schakelaar van het
openingssysteem van de achterklep.
Met de afstandsbediening:
Druk op
.
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen voor de
supervergrendeling
Schakel de supervergrendeling nooit in
als er zich nog personen in de auto
bevinden, omdat de portieren dan niet
van binnenuit kunnen worden geopend.
1.5.3 Alarm*
*: Indien aanwezig
Het alarm
Met licht en geluid worden alarmsignalen
gegeven wanneer er een inbraakpoging
wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is
ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandigheden geactiveerd:
•
Als een vergrendeld portier of de
vergrendelde achterklep wordt
ontgrendeld of geopend zonder gebruik
te maken van de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening. (De
portieren zullen automatisch opnieuw
worden vergrendeld.)
• De motorkap wordt geopend.
• Indien aanwezig, signaleert de
inbraaksensor een beweging in de
auto. (Iemand dringt de auto binnen.)
• Auto's met glasbreuksensor: De
achterruit wordt aangetikt of
stukgeslagen.
Inschakelen van het alarmsysteem
1 .5 Antidiefstalsysteem
94
Page 98 of 522

M20A-FXS motor
Door alarmsysteem bediende
portiervergrendeling
In de volgende gevallen worden,
afhankelijk van de situatie, de portieren
automatisch vergrendeld om potentiële
indringers buiten de auto te houden:
• Wanneer een in de auto
achtergebleven persoon het portier
ontgrendelt en het alarm wordt
geactiveerd.
• Terwijl het alarm is geactiveerd,
ontgrendelt een in de auto
achtergebleven persoon het portier.
• Bij het opladen of vervangen van de
12V-accu
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet
worden gegarandeerd.
Inbraaksensor (indien aanwezig)
De inbraaksensor signaleert indringers of
een beweging in de auto.
Dit systeem is ontworpen om diefstal te
voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van inbraak
kan niet worden gegarandeerd.Inschakelen van de inbraaksensor
Als het alarm wordt ingeschakeld, wordt
de inbraaksensor automatisch
ingeschakeld. (→Blz. 94)
Uitschakelen van de inbraaksensor
Als u huisdieren of bewegende
voorwerpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
uitschakelt voordat u het alarm instelt,
omdat deze sensor reageert op
bewegingen in de auto.
1. Zet het contact UIT.
2. Druk op de schakelaar voor het
uitschakelen van de sensor van het
antidiefstalsysteem.
Er verschijnt een melding op het
multi-informatiedisplay.
De inbraaksensor zal iedere keer dat
het contact AAN wordt gezet, worden
ingeschakeld.
Uitschakelen en automatisch opnieuw
inschakelen van de inbraaksensor
• Het alarm kan zelfs worden
ingeschakeld wanneer de
inbraaksensor is uitgeschakeld.
• Druk op de startknop of ontgrendel de
portieren met de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening
om de inbraaksensor opnieuw in te
schakelen.
• De inbraaksensor wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld wanneer het
alarmsysteem is uitgeschakeld.
1 .5 Antidiefstalsysteem
96
Page 99 of 522

Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende
gevallen mogelijk het alarm:
• Er bevinden zich nog personen of
huisdieren in de auto.
• Er is een zijruit geopend.
In dit geval registreert de sensor
mogelijk het volgende:
–
Wind of beweging van voorwerpen,
zoals bladeren en insecten, in de auto
– Ultrasoongolven van apparaten,
zoals de inbraaksensoren van
andere auto's
– Het bewegen van mensen buiten de
auto• Loshangende voorwerpen in de auto,
zoals accessoires die los aan de
handgrepen hangen.
• De auto is geparkeerd op een plek
waar extreme trillingen of geluiden
optreden, zoals in een parkeergarage.
• Er wordt ijs of sneeuw van de auto
verwijderd, waardoor de auto
herhaaldelijk wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
• De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
• De auto is blootgesteld aan schokken
die het gevolg zijn van hagel, onweer
of andere van buitenaf komende
herhaalde schokken of trillingen.
OPMERKING
Ervoor zorgen dat de inbraaksensor
goed werkt
• Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking
van de sensoren in negatieve zin
beïnvloed kan worden.
1 .5 Antidiefstalsysteem
97
1
Veiligheid en beveiliging
Page 100 of 522

OPMERKING(Vervolg)
• Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de
openingen van de sensoren.
• Als u andere accessoires installeert
dan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat
tussen de bestuurdersstoel en de
stoel van de voorpassagier, werkt de
inbraaksensor mogelijk minder goed.
1.5.4 Antidiefstallabels*
*: Indien aanwezig
Deze labels moeten de kans op diefstal van
de auto beperken door het vergemakkeli-
jken van de opsporing van onderdelen van
gestolen auto's.
Deze mogen wettelijk niet worden
verwijderd.
1 .5 Antidiefstalsysteem
98
Page 103 of 522

Waarschuwingslampjes Bladzijde
*1Waarschuwingslampje elektrische stuurbe-
krachtiging (rood)Blz. 443
*1Waarschuwingslampje elektrische stuurbe-
krachtiging (geel)Blz. 443
*1, 2Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor
OFF (indien aanwezig)Blz. 443
*1, 2Controlelampje PKSB OFF (indien aanwezig)Blz. 443
*2Controlelampje RCTA OFF (indien aanwezig)Blz. 444
*1, 3Controlelampje Traction ControlBlz. 444
*1Waarschuwingslampje remsysteem (geel)Blz. 444
*1, 4Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)Blz. 444
*2Waarschuwingslampje parkeerremBlz. 445
Waarschuwingslampje laag brandstofniveauBlz. 445
Controlelampje bestuurders- en voorpassa-
giersgordelBlz. 445
Controlelampje achterpassagiersgordels (op
het centrale paneel)Blz. 445
2.1 Instrumentenpaneel
101
2
Instrumentenpaneel