stop start TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019Pages: 690, PDF Size: 111.12 MB
Page 194 of 690

193
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• Als de positie is ingesteld, klinkt de
zoemer 4 maal.
• De volgende keer dat de elektrisch bedienbare achterklep wordt
geopend, stopt hij in de ingestelde
positie.
■Terugzetten van de geopende positie
van de achterklep in de standaardpo-
sitie
Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende 7 seconden ingedrukt.
De zoemer klinkt 4 keer en klinkt na een
pauze nog 2 keer. De volgende keer dat
de elektrisch bedienbare achterklep wordt
geopend, stopt hij in de standaardpositie.
■Wanneer de geopende positie van de
achterklep wordt ingesteld via het
multi-informatiedisplay
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden aange-
past in het multi-informatiedisplay.
( → Blz. 659)
Bij het openen gaat de elektrisch bedien-
bare achterklep open tot de laatste positie
die met de schakelaar op de ach-
terklep of op het multi-informatiedisplay is
ingesteld.
*: Indien aanwezig
■Plaats van antenne (hatchback)
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
Smar t entr y-systeem
met startknop*
De volgende handelingen kun-
nen worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt,
bijvoorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektroni-
sche sleutel altijd bij zich heb-
ben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( →Blz. 177)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep ( →Blz. 183)
Starten van de motor
(→Blz. 265)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 193 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 196 of 690

195
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebespar
ende functie
De energiebesparende functie wordt geac-
tiveerd om te voorkomen dat de batterij
van de elektronische sleutel en de accu
leeg raken wanneer de auto gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige
tijd duren voordat de portieren met het
Smart entry-systeem m et startknop ont-
grendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich
gedurende 2 minuten of langer binnen
een afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-syst eem met startknop
is gedurende 5 dagen of langer niet
gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met start-
knop gedurende 14 dagen of langer niet
is gebruikt, kunnen de portieren alleen
via het bestuurdersportier worden ont-
grendeld. Houd in dat geval de greep
van het bestuurdersportier vast of
gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel om de portieren te
ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de
batterij van de elek tronische sleutel
Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radio-
golven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u inge-
drukt houdt. Controleer of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energiebe-
spaarmodus is ingeschakeld. Druk op een
van de toetsen van de elektronische sleu-
tel om de functie te annuleren.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In
de volgende situaties wordt de communi-
catie tussen de elektronische sleutel en de
auto mogelijk beïnvloed, waardoor het
Smart entry-systeem m et startknop, de
afstandsbediening en de startblokkering
niet goed werken. (Oplossingen:
→ Blz. 636)
●Wanneer de batterij van de elektroni-
sche sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of elek-
tromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u
draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwer-
pen wordt gehouden of erdoor wordt
bedekt
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit alle por-
tieren en ver-
grendel ze
opnieuw.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het con-
tact in stand ACC stond).
Zet het con-
tact UIT en
sluit het
bestuurders-
portier.
Het contact stond UIT
terwijl het bestuurders-
portier geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 195 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 244 of 690

243
3
COROLLA_TMUK_EE 3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Voordat u gaat rijden
■
Openen en sluiten van het pano-
ramadak
Opent het panoramadak
*
Schuif de schakelaar naar achter
en houd de schakelaar vast. Het panora-
madak en het elektrisch bedienbare zon-
nescherm openen automatisch.
Het panoramadak kan worden geopend
vanuit de omhoog gekantelde positie.
*: Door de schakelaar snel in één
van beide richtingen te schuiven en los
te laten, stopt het panoramadak in een
tussenstand.
Sluit het panoramadak
Het panoramadak sluit automatisch volle-
dig.
■Het panoramadak kan worden
bediend als
Het contact AAN staat.
■Bedienen van het panoramadak
nadat het contact UIT is gezet:
Het panoramadak en het elektrisch
bedienbare zonnescherm kunnen nadat
het contact in stand ACC of UIT is gezet
nog ongeveer 45 seconden worden
bediend. Het kan echter niet meer worden
bediend als een van de voorportieren is
geopend.
■Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten een object bekneld
raakt tussen het panoramadak en het
frame, stopt de beweging van het panora-
madak en wordt het weer iets geopend:
●Het panoramadak is aan het sluiten of
naar beneden aan het kantelen.
●Het elektrisch bedienbare zonnescherm
is aan het sluiten.
■Sluiten van zowel het panoramadak
als het elektrisch b edienbare zonne-
scherm
Schuif de schakelaar naar voren.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm
sluit tot halverwege en stopt dan. Het
panoramadak sluit vervolgens volledig.
Daarna sluit het elektrisch bedienbare
zonnescherm volledig.
■Aan portierslot g ekoppelde werking
panoramadak
●Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Het panoramadak kan wor-
den geopend en gesloten met behulp
van de sleutel.
* ( → Blz. 178)
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Het panoramadak kan wor-
den geopend en gesloten met behulp
van de mechanische sleutel.
*
(→ Blz. 637)
●Het panoramadak kan worden geopend
en gesloten met behulp van de
afstandsbediening.
* (→ Blz. 177)*: Deze instellingen moeten aan de per-
soonlijke voorkeur worden aangepast
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 243 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 248 of 690

4
247
COROLLA_TMUK_EE
4
Rijden
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ........... 249
Lading en bagage ............. 256
Rijden met een aanhangwagen ............... 258
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ....................... 264
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop) ....................... 265
Multidrive CVT .................. 270
Handgeschakelde transmissie ..................... 273
Richtingaanwijzer- schakelaar ...................... 276
Parkeerrem ....................... 277
Brake Hold ........................ 280
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar................. 283
Automatic High Beam- systeem .......................... 286
AHS (Adaptive High Beam-systeem) .............. 289
Schakelaar mistlampen .... 292
Ruitenwissers en -sproeiers................... 293
Achterruitenwisser en -sproeier .................... 2974-4. Tanken
Openen van de tankdop ...299
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 301
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) ......................... 312
LTA (Lane Tracing Assist) . 319
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)........... 329
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik............... 337
Dynamic Radar Cruise Control ............................ 348
Cruise control.................... 358
Snelheidsbegrenzer .......... 361
RSA (Road Sign Assist) ....363
Stop & Start-systeem ........ 367
BSM (Blind Spot Monitor) . 375
Toyota Parking Assist- sensor ............................. 383
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) .................... 391
PKSB (Parking Support Brake) ............................. 396
Parking Support Brake- functie (voor stilstaande
objecten) ......................... 402
Parking Support Brake- functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden) .... 408
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) . 412
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 247 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 250 of 690

249
4
COROLLA_TMUK_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■
Starten van de motor
→ Blz. 264, 265
■ Rijden
Multidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→ Blz. 270)
2 Deactiveer de parkeerrem wan-
neer deze in de stand voor hand-
matige bediening staat.
(→ Blz. 277)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het
gaspedaal in om de auto in bewe-
ging te brengen.
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt koppelingspe-
daal de selectiehendel in de 1e
versnelling. ( →Blz. 273)
2 Deactiveer de parkeerrem wan-
neer deze in de stand voor hand-
matige bediening staat.
(→ Blz. 277)
3 Laat het koppelingspedaal gelei-
delijk opkomen. Trap tegelijkertijd
het gaspedaal langzaam in om de
auto in beweging te brengen.
■ Tot stilstand brengen van de
auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
Auto's met Stop & St art-systeem: Als het
Stop & Start- systeem is ingeschakeld,
wordt de motor uitgeschakeld bij het
intrappen van het rempedaal. ( →Blz. 367)
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Zet de selectiehendel in stand P als er
gedurende langere tijd wordt gestopt.
(→Blz. 270)
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Als de auto gedurende langere tijd stil-
staat, zet dan de selectiehendel in stand
N. ( →Blz. 273)
Auto's met Stop & St art-systeem: Als het
Stop & Start- systeem is ingeschakeld,
wordt de motor uitgeschakeld als de
selectiehendel in stand N wordt gezet en
het koppelingspedaal wordt losgelaten.
(→ Blz. 367)
■Parkeren van de auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in
om de auto volledig tot stilstand te
brengen.
2 Activeer de parkeerrem
(→Blz. 277) en zet de selectie-
hendel in stand P. ( →Blz. 270)
Controleer of het waarschuwingslampje
van de parkeerrem brandt.
3Auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop: Zet het contact
UIT om de motor uit te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem
en startknop: Druk op de start-
knop om de motor uit te schake-
len.
4 Laat het rempedaal langzaam
opkomen.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden
de onderstaande procedures:
Rijprocedure
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 249 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 268 of 690

267
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
Multidrive CVT
1 Breng de auto volledig tot stil-
stand.
2 Activeer de parkeerrem
(→Blz. 277) en zet de selectie-
hendel in stand P.
Controleer of het waarschuwingslampje
van de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weer-
gave van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN)
niet wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Handgeschakelde transmissie
1 Breng de auto volledig tot stil-
stand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( →Blz. 277)
Controleer of het waarschuwingslampje
van de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 273)
4 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weer-
gave van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN)
niet wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de
bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gas-
pedaal in terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de
motor terwijl de auto rijdt, vergrendel of
open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledig tot stilstand is
gekomen. Als onder deze omstandighe-
den het stuurslot wordt geactiveerd, kan
dit leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Jaag een nog koude motor nooit op
toeren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmid-
dellijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van
de startknop niet helemaal gaat zoals u
gewend bent, bijvoorbeeld als de start-
knop bij het indrukken iets blijft hangen,
kan dit duiden op een defect. Neem on-
middellijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Uitzetten van de motor
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 267 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 368 of 690

367
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●De helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor trucks,
enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gere-
den waar het verkeer aan de andere
kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn oud.
●Het navigatiesysteem werkt niet.
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die
wordt weergegeven op het navigatiesys-
teem als gevolg van de gebruikte kaart-
gegevens van het navigatiesysteem.
■Weergave verkeersbord snelheidsli-
miet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het
multi-informatiedisplay werd weergege-
ven, wordt datzelfde verkeersbord weer
weergegeven wanneer het contact AAN
wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing in RSA. Ga naar uw dea-
ler) wordt weergegeven
Er is mogelijk een s toring in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur.
( → Blz. 659)
*: Indien aanwezig
■ Als het Brake Hold-systeem niet
is ingeschakeld terwijl de selec-
tiehendel in stand D staat
Uitzetten van de motor
Trap, terwijl u met de selectiehendel
in stand D rijdt, het rempedaal in en
breng de auto tot stilstand.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Opnieuw starten van de motor
Laat het rempedaal los.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat uit.
Stop & Star t-systeem*
Het Stop & Start-systeem scha-
kelt de motor uit en start deze
weer overeenkomstig de bedie-
ning van het rempedaal en de
selectiehendel (Multidrive CVT)
of het koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) als de
auto tot stilstand wordt
gebracht.
Werking Stop &
Start-systeem (auto's met
Multidrive CVT)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 367 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 369 of 690

368
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Als het Brake Hold-systeem is
ingeschakeld terwijl de selectie-
hendel in stand D staat
Het Stop & Start-systeem kan worden
gebruikt wanneer het Brake Hold-sys-
teem is ingeschakeld. (
→Blz. 280)
Uitzetten van de motor
Trap, terwijl u met de selectiehendel
in stand D rijdt, het rempedaal in en
breng de auto tot stilstand.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Als het Brake Hold-systeem is ingescha-
keld, gaat het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking branden. Als het
rempedaal wordt losgelaten, blijft de motor
uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem.
Opnieuw starten van de motor
Trap het gaspedaal in. (Wanneer het
rempedaal wordt losgelaten, wordt de
motor niet opnieuw gestart.)
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem en het controlelampje
Brake Hold-systeem in werking gaan uit.
■ Wanneer de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig
snelheidsbereik is ingescha-
keld terwijl de selectiehendel in
stand D staat (indien aanwezig)
Het Stop & Start-systeem kan worden
gebruikt tijdens een gecontroleerde stop door de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik.
(
→Blz. 337)
Uitzetten van de motor
Tijdens het rijden met de Dynamic
Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik in de afstandsregel-
modus wordt de motor automatisch
uitgeschakeld als de auto volledig tot
stilstand komt als gevolg van een
gecontroleerde stop. (De motor wordt
automatisch uitgeschakeld, zelfs als
het rempedaal niet wordt ingetrapt.)
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Opnieuw starten van de motor
Wanneer de voorligger wegrijdt,
wordt de motor automatisch opnieuw
gestart.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat uit.
■Als de selectiehendel in stand P
wordt gezet
Uitzetten van de motor
1 Trap, terwijl u met de selectiehen-
del in stand D rijdt, het rempedaal
in en breng de auto tot stilstand.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 368 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 370 of 690

369
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De motor wordt door het Stop & Start-sys-
teem uitgezet en het controlelampje van
het Stop & Start-systeem gaat branden.
2
Zet de selectiehendel in stand P.
(→ Blz. 270)
De motor blijft uitgeschakeld.
Mogelijk wordt de motor herstart als de
selectiehendel, direct nadat de motor
door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld, vanuit stand D in stand P wordt
gezet. Bovendien, als de motor niet door
het Stop & Start-systeem wordt uitgescha-
keld wanneer de auto tot stilstand is
gebracht terwijl de selectiehendel in stand
D is gezet, wordt hij mogelijk door het
Stop & Start- systeem uitgeschakeld wan-
neer de selectiehendel in stand P wordt
gezet.
Opnieuw starten van de motor
Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in een andere stand
dan P. ( →Blz. 270)
Als het rempedaal wordt losgelaten nadat
de motor door het Stop & Start-systeem is
uitgeschakeld, wordt de motor opnieuw
gestart wanneer het rempedaal weer
wordt ingetrapt. Als het rempedaal niet
werd losgelaten nadat de motor door het
Stop & Start- systeem is uitgeschakeld,
wordt de motor opnieuw gestart wanneer
de selectiehendel in een andere stand
dan P wordt gezet.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat uit.
■ Uitzetten van de motor
1 Trap het rempedaal in terwijl het
koppelingspedaal geheel inge-
trapt is en breng de auto tot stil-
stand.
2 Zet de selectiehendel in stand N
(→Blz. 273) en laat het koppe-
lingspedaal los.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
■ Opnieuw starten van de motor
Trap het koppelingspedaal in.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat uit.
■Werkingsvoorwaarden
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan
de volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Auto's met Multidrive CVT: Het rempe-
daal wordt stevig ingetrapt. (Behalve
wanneer de auto tot stilstand komt als
gevolg van een gecontroleerde stop tij-
dens het rijden met het Dynamic Radar
Cruise Control-systeem met volledig
snelheidsbereik in de afstandsregelmo-
dus [indien aanwezig])
• Auto's met handgeschakelde transmis- sie: Het koppelingspedaal wordt niet
ingetrapt.
Werking Stop &
Start-systeem (auto's met
handgeschakelde
transmissie)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 369 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 371 of 690

370
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De selectiehendel staat in stand D of P (Multidrive CVT) of de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie).
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
• De geselecteerde rijmodus is de nor-
male modus of de ECO-modus.
• De motorkap is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor mogelijk niet uitgescha-
keld door het Stop & Start-systeem. Dit
wijst niet op een storing van het Stop &
Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De accu wordt periodiek opgeladen.
• De accu is niet voldoende opgeladen, bij- voorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoe-
stand is afgenomen, als de elektrische
belasting hoog is, als de temperatuur van
de accuvloeistof extreem laag is of als de
accu verouderd is.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• De auto staat stil op een steile helling.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Door verkeersdrukte of andere omstan- digheden komt de auto veelvuldig tot
stilstand.
• De auto rijdt op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is extreem
laag of hoog.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losge- nomen en weer aangesloten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem. (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Star t-systeem wordt uit-
geschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingescha- keld. • Het stuurwiel wordt bediend.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectie-
hendel wordt vanuit stand D in stand M,
N of R gezet.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectie- hendel wordt vanuit stand P in een
andere stand gezet.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• Auto's met Multidrive CVT: Het gaspe- daal wordt ingetrapt.
• De uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem wordt ingedrukt.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Wanneer de voorligger wegrijdt wanneer
uw auto tot stilstand is gebracht door het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem
met volledig snelheidsbereik. (indien
aanwezig)
• De rijmodus wordt gewijzigd van de nor- male of ECO-modus in een andere
modus.
●Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem. (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uit-
geschakeld.)
• Het rempedaal wordt pompend of diep
ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvol-
doende.
• Als een schakelaar van het airconditio- ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
■Het St op & St art -systeem kan worden
gebruikt wanneer het Brake Hold-sys-
teem is ingeschakeld.
●Als de motor automatisch opnieuw
wordt gestart door h et Stop & Start-sys-
teem terwijl het Brake Hold-systeem is
ingeschakeld, wordt er nog steeds rem-
kracht uitgeoefend door het Brake
Hold-systeem.
●Als er niet langer aan de bedrijfscondi-
ties voor het Brake Hold-systeem wordt
voldaan ( →Blz. 280) terwijl de motor is
uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem, stopt de werking van het Brake
Hold-systeem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 370 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM