sensor TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2022Pages: 758, PDF Size: 160.97 MB
Page 132 of 758

1303-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
free elektrisch bedienbare achter-
klep
Detectiegebied voor werking Smart
entry-systeem met startknop
(Blz. 137)
2Bedien de achterklep met een voet-
beweging door uw voet tot 10 cm
onder de achterbumper te bewegen
en vervolgens weer terug te trek-
ken.
• Voer deze volledige beweging bin-
nen 1 seconde uit.
• De achterklep zal niet in werking tre-
den zolang er een voet wordt gesig-
naleerd onder de achterbumper.
• Raak bij het gebruik van de hands-
free functie van de elektrisch bedien-
bare achterklep de achterbumper
niet aan met uw voet.
• Als er zich in het passagierscompar-
timent of de bagageruimte een
andere elektronische sleutel bevindt,
duurt het mogelijk iets langer dan
normaal voordat de achterklep in
werking treedt.
• In de regen of onder natte omstan-
digheden duurt het mogelijk iets lan-
ger dan normaal voordat de achter-
klep in werking treedt.
• Voer, om de 2 sensoren te activeren,
de voetbeweging uit met de wreef
(tenen omhoog wijzend).• Auto's met een originele verticaal
afneembare Toyota-trekhaak: raad-
pleeg de montage-instructies.
Sensoren regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep
3Als de sensor voor de regeling van
de voetbediening signaleert dat u
uw voet hebt teruggetrokken, klinkt
er na een korte pauze een zoemer
en zal de elektrisch bedienbare ach-
terklep automatisch volledig ope-
nen/sluiten.
Als de voetbeweging wordt uitgevoerd terwijl
de achterklep wordt geopend/gesloten, stopt
de achterklep met bewegen. Door de achter-
klep nogmaals met een voetbeweging te
bedienen beweegt de achterklep in tegenge-
stelde richting.
■Bagageruimteverlichting
●De bagageruimteverlichting gaat branden
als de achterklep wordt geopend.
●Als de bagageruimteverlichting aan wordt
gelaten wanneer het contact UIT wordt
gezet, gaat de verlichting na 20 minuten
automatisch uit.
■Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
Als aan de volgende voorwaarden voldaan is
terwijl de elektrisch bedienbare achterklep is
ingeschakeld (Blz. 577), kan de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch worden
geopend en gesloten.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 130 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 133 of 758

131
3 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Wanneer de achterklep is ontgrendeld
●Als het contact AAN staat, moet naast
bovenstaande voorwaarde aan een van de
onderstaande voorwaarden worden vol-
daan:
• De parkeerrem is geactiveerd.
• Het rempedaal is ingetrapt.
• De selectiehendel staat in stand P (Mul-
tidrive CVT) of de neutraalstand (handge-
schakelde transmissie).
■Voorwaarden voor activering van sen-
sor regeling voetbediening
●Als de sensor regeling voetbediening is
ingeschakeld en het contact UIT is gezet
●Als een elektronische sleutel zich in het
werkingsbereik bevindt
■Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
●Als de elektrisch bedienbare achterklep is
uitgeschakeld, werkt de elektrisch bedien-
bare achterklep niet, maar kan hij handma-
tig worden geopend en gesloten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
aan het openen is en een obstakel raakt,
wordt de werking onderbroken.
■Functie sluiten en vergrendelen
Als de elektrisch bedienbare achterklep open
is, sluit deze functie de achterklep waarna
alle portieren gelijktijdig worden vergrendeld.
Als de volgende procedures worden uitge-
voerd en er geen elektronische sleutels van
de auto in het interieur zijn achtergebleven,
worden alle portieren vergrendeld wanneer
de elektrisch bedienbare achterklep volledig
is gesloten.
1Sluit alle portieren, maar sluit de elek-
trisch bedienbare achterklep niet.
2Druk, terwijl u de elektronische sleutel bij
u hebt, op de schakelaar op het
onderste deel van de elektrisch bedien-
bare achterklep (Blz. 128).
Er klinkt een andere zoemer dan normaal en
de elektrisch bedienbare achterklep begint
automatisch te sluiten. Wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep is gesloten, worden
alle portieren gelijktijdig vergrendeld. Met
feedbacksignalen wordt aangegeven dat alle
portieren zijn vergrendeld.
Auto's met supervergrendeling: De superver-
grendeling wordt in dit geval niet ingescha-
keld.
■Situaties waarin de functie sluiten en
vergrendelen mogelijk niet goed werkt
De functie sluiten en vergrendelen werkt in
de volgende situaties mogelijk niet goed:
●Als op de schakelaar op het onderste
deel van de elektrisch bedienbare achter-
klep (
Blz. 128) wordt gedrukt met de hand
die ook een elektronische sleutel vast heeft
●Als op de schakelaar op het onderste
deel van de elektrisch bedienbare achter-
klep (Blz. 128) wordt gedrukt terwijl de
elektronische sleutel zich in een tas of iets
dergelijks bevindt die op de grond staat
●Als op de schakelaar op het onderste
deel van de elektrisch bedienbare achter-
klep (Blz. 128) wordt gedrukt terwijl de
elektronische sleutel zich niet in de buurt
van de auto bevindt.
■Voorkomen van onbedoeld bedienen
van de sensor regeling voetbediening
Als er zich een elektronische sleutel in het
detectiegebied bevindt, kan de sensor rege-
ling voetbediening mogelijk onbedoeld wor-
den bediend. Pas daarom in de volgende
situaties op:
●Als er een grote hoeveelheid water op de
onderzijde van het midden van de achter-
bumper terechtkomt, bijvoorbeeld wanneer
de auto wordt gewassen of bij zware regen-
val
●Als er vuil wordt weggeveegd van de onder-
zijde van het midden van de achterbumper
●Wanneer er een klein dier of een klein
object, zoals een bal, onder de onderzijde
van het midden van de achterbumper komt
●Wanneer een object onder de onderzijde
van het midden van de achterbumper van-
daan wordt gehaald
●Als iemand zijn/haar benen heen en weer
beweegt wanneer hij/zij op de achterbum-
per zit
●Als iemands benen of een ander lichaams-
deel in aanraking komen met de onderzijde
van het midden van de achterbumper wan-
neer diegene langs de auto loopt
●Wanneer de auto in de buurt van een bron
van elektromagnetische velden, zoals een
parkeerplaats voor betaald parkeren, een
tankstation, een elektrisch verwarmde weg
of tl-lampen, geparkeerd staat die de
gevoeligheid van de sensor regeling voet-
bediening negatief beïnvloedt
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 131 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 134 of 758

1323-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Wanneer de auto zich in de buurt bevindt
van een televisiezendmast, elektriciteits-
centrale, radiozender, videowall, luchtha-
ven of andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden aanwe-
zig zijn
●Wanneer de auto geparkeerd staat op een
plek waar objecten, zoals planten, zich in
de buurt van de onderzijde van het midden
van de achterbumper bevinden
●Als bagage, enz. in de buurt van de onder-
zijde van het midden van de achterbumper
wordt geplaatst
●Als er een accessoire of autohoes wordt
geplaatst/verwijderd in de buurt van de
achterbumper
●Als de auto wordt gesleept
Schakel de werking van de sensor regeling
voetbediening uit om het onbedoeld bedie-
nen te voorkomen.
■Situaties waarin de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet goed werkt
In de volgende situaties kan de sensor rege-
ling voetbediening mogelijk niet goed werken:
●Als een voet onder de onderzijde van het
midden van de achterbumper aanwezig
blijft
●Als er hard met een voet tegen de onder-
zijde van het midden van de achterbumper
wordt getrapt of als de achterbumper een
poosje wordt aangeraakt
Als de onderzijde van het midden van de
achterbumper een poosje is aangeraakt,
wacht dan even voordat u de sensor rege-
ling voetbediening weer probeert te bedie-
nen.
●Als een persoon zich te dicht bij de onder-
zijde van het midden van de achterbumper
bevindt
●Als een externe bron van radiografische
signalen de communicatie tussen de elek-
tronische sleutel en de auto verstoort
(Blz. 139)
●Wanneer de auto in de buurt van een bron
van elektromagnetische velden, zoals een
parkeerplaats voor betaald parkeren, een
tankstation, een elektrisch verwarmde weg
of tl-lampen, geparkeerd staat die de
gevoeligheid van de sensor regeling voet-
bediening negatief beïnvloedt
●Wanneer de auto zich in de buurt bevindt
van een televisiezendmast, elektriciteits-
centrale, radiozender, videowall, luchtha-
ven of andere locatie waar sterke radiogol-
ven of elektromagnetische velden aanwe-
zig zijn
●Als er een grote hoeveelheid water op de
onderzijde van het midden van de achter-
bumper terechtkomt, bijvoorbeeld wanneer
de auto wordt gewassen of bij zware
regenval
●Wanneer er modder, sneeuw, ijs, e.d. op
de onderzijde van het midden van de ach-
terbumper zit
●Als de auto enige tijd geparkeerd is in de
buurt van objecten die kunnen bewegen en
in contact kunnen komen met de achter-
bumper, zoals planten
●Wanneer een accessoire op de onderzijde
van het midden van de achterbumper is
gemonteerd
Schakel de sensor regeling voetbediening uit
als een accessoire is gemonteerd.
*
*
: Als er een origineel Toyota-accessoire is
gemonteerd, kan, afhankelijk van het
accessoire, de sensor regeling voetbedie-
ning mogelijk nog wel bediend worden.
Neem voor meer informatie contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Bij het aansluiten van de accu
Sluit de achterklep om ervoor te zorgen dat
de elektrisch bedienbare achterklep correct
werkt.
■Klembeveiliging
In de elektrisch bedienbare achterklep zijn
rechts en links sensoren geplaatst. Wanneer
de achterklep automatisch wordt gesloten en
de sensoren worden ingedrukt doordat bij-
voorbeeld een voorwerp bekneld raakt, treedt
de klembeveiliging in werking.
Vanuit die positie beweegt de achterklep
automatisch een stukje in tegengestelde rich-
ting en stopt vervolgens.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 132 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 136 of 758

1343-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
WAARSCHUWING
●De vorm van het voorwerp dat klem
komt te zitten, kan ertoe leiden dat de
klembeveiliging niet werkt. Zorg ervoor
dat uw vingers of andere zaken niet
bekneld raken.
■Sensor regeling voetbediening
Neem bij het bedienen van de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
●Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken
die ervoor kunnen zorgen dat uw bezit-
tingen klem komen te zitten.
●Raak als u uw voet in de buurt van de
onderzijde van het midden van de ach-
terbumper plaatst en ervandaan
beweegt de uitlaatpijpen niet aan totdat
deze voldoende zijn afgekoeld, aange-
zien het aanraken van een hete uitlaat-
pijp brandwonden kan veroorzaken.
●Gebruik de sensor regeling voetbedie-
ning niet als er weinig ruimte is onder de
achterbumper.
OPMERKING
■Achterklepspindels
De achterklep is voorzien van spindels die
de achterklep op zijn plaats houden.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kunnen de achterklepspindels
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
●Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
spindelstang.
●Raak de pen nooit aan met handschoe-
nen of andere stoffen voorwerpen.
●Bevestig geen zware accessoires aan de
achterklep. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige alvorens accessoires te bevestigen.
●Plaats uw handen nooit op de spindel en
oefen er nooit zijdelingse krachten op uit.
■Voorkomen van beschadiging van de
elektrisch bedienbare achterklep
●Controleer of er geen ijs zit tussen de
achterklep en de sponning, waardoor de
achterklep niet bediend kan worden.
Wanneer er zich te veel gewicht op de
achterklep bevindt, kunnen bij het
bedienen van de elektrisch bedienbare
achterklep storingen optreden.
●Oefen geen grote kracht uit op de ach-
terklep terwijl de elektrisch bedienbare
achterklep in werking is.
●Voorkom dat de sensoren (aan de rech-
ter- en linkerzijde van de elektrisch
bedienbare achterklep) beschadigd
raken door scherpe voorwerpen. Wan-
neer een sensor is losgenomen, kan de
elektrisch bedienbare achterklep niet
automatisch worden gesloten.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 134 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 137 of 758

135
3 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
OPMERKING
■Functie sluiten en vergrendelen
Bij het sluiten van de elektrisch bedien-
bare achterklep met de functie sluiten en
vergrendelen klinkt er een andere zoemer
dan normaal voordat de elektrisch bedien-
bare achterklep begint te sluiten.
Als u een andere zoemer dan normaal
hoort, weet u zeker dat het sluiten van de
achterklep correct is begonnen.
Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep volledig is gesloten, wordt bovendien
met feedbacksignalen aangegeven dat
alle portieren zijn vergrendeld.
Controleer voordat u de auto achterlaat of
de feedbacksignalen hebben geklonken
en dat alle portieren zijn vergrendeld.
■Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de sensor regeling voet-
bediening
De sensor regeling voetbediening bevindt
zich achter aan de onderzijde van het mid-
den van de achterbumper. Neem de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht om
ervoor te zorgen dat de elektrisch bedien-
bare achterklep goed werkt:
●Houd de onderzijde van het midden van
de achterbumper te allen tijde schoon.
Als de onderzijde van het midden van de
achterbumper vuil is of bedekt is met
sneeuw, werkt de sensor regeling voetbe-
diening mogelijk niet. Verwijder in dat
geval het vuil of de sneeuw, verplaats de
auto en controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
●Breng geen coatings die een vochtaan-
trekkend effect hebben of andere coa-
tings aan op de onderzijde van het mid-
den van de achterbumper.
●Parkeer de auto niet in de buurt van
objecten die kunnen bewegen en in
contact kunnen komen met de onder-
zijde van het midden van de achterbum-
per, zoals planten.
Als de auto enige tijd geparkeerd is in de
buurt van objecten die kunnen bewegen
en in contact kunnen komen met de onder-
zijde van het midden van de achterbum-
per, zoals planten, werkt de sensor rege-
ling voetbediening mogelijk niet. Verplaats
in dat geval de auto en controleer vervol-
gens of de sensor regeling voetbediening
werkt. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige als de
sensor niet werkt.
●Stel de sensor regeling voetbediening
en zijn omgeving niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als de sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving blootgesteld zijn aan krach-
tige schokken, werkt de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet goed meer.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de sensor
regeling voetbediening in de volgende
situaties niet werkt.
• De sensor regeling voetbediening of zijn
omgeving zijn blootgesteld aan krach-
tige schokken.
• Er zitten krassen of beschadigingen op
de onderzijde van het midden van de
achterbumper.
●Demonteer de achterbumper niet.
●Breng geen stickers aan op de achter-
bumper.
●Breng geen lak aan op de achterbum-
per.
●Deactiveer de sensor regeling voetbe-
diening als er op de elektrisch bedien-
bare achterklep een zwaar onderdeel
gemonteerd is.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 135 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 142 of 758

1403-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de vergren-
delsensor, worden maximaal tweemaal
achter elkaar identificatiesignalen getoond.
Vervolgens worden geen identificatiesigna-
len gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dat geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een
afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. (Blz. 139)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de ontgrendelsen-
sor van het portier aan en controleer of de
portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 140 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 151 of 758

149
3 3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
Druk op de toets om de functie uit te schake-
len. (Het controlelampje gaat ook uit.)
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren (auto's met binnen-
spiegel met automatische antiverblin-
dingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 149 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 161 of 758

4
159
4
Rijden
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ................160
Lading en bagage ..................167
Rijden met een
aanhangwagen....................168
4-2. Rijprocedures
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem
en startknop) .......................176
Startknop (auto's met
Smart entry-systeem
en startknop) .......................178
Multidrive CVT .......................182
Handgeschakelde
transmissie ..........................186
Richtingaanwijzerschakelaar ..189
Parkeerrem ............................190
Brake Hold .............................193
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar......................195
Automatic High Beam ............198
AHS (Adaptive High
Beam-systeem) ...................201
Schakelaar mistlampen .........204
Ruitenwissers en -sproeiers ..205
Achterruitenwisser
en -sproeier .........................208
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ........2104-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ..............212
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem) ...................223
LTA (Lane Tracing Assist).......230
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling) ................239
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik ....................247
Dynamic Radar Cruise
Control .................................258
Cruise control .........................267
Snelheidsbegrenzer ...............270
RSA (Road Sign Assist) .........273
Stop & Start-systeem .............277
BSM (Blind Spot Monitor).......286
Toyota Parking Assist-sensor .301
RCTA (Rear Crossing
Traffic Alert)..........................310
PKSB
(Parking Support Brake) ......316
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)...323
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die
achterlangs rijden) ...............326
S-IPA (Simple Intelligent
Parking Assist-systeem) ......327
Rijmodusselectieschakelaar...356
Uitlaatgasfiltersysteem ...........357
Ondersteunende systemen ....358
4-6. Rijtips
Rijden in de winter..................363
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 159 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 197 of 758

195
4 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De koplampen, de dagrijver-
lichting (Blz. 195) en alle verlich-
ting die hieronder genoemd is, wor-
den automatisch in- en uitgescha-
keld.
2 De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
3 De koplampen en alle hierbo-
ven genoemde lichten gaan bran-
den.
■De AUTO-modus kan worden gebruikt
als
Het contact AAN staat.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en de parkeerrem
wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar
in de stand . (Brandt helderder dan de
parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting is niet
ontworpen voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht signa-
leren, waardoor het automatische koplamp-
systeem mogelijk onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand
of staat: De koplampen en mist-
lampen voor (indien aanwezig) worden
automatisch uitgeschakeld als het contact
in stand ACC of UIT wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend.
●Wanneer de lichtschakelaar in stand
staat: De koplampen en alle overige ver-
lichting worden automatisch uitgeschakeld
als het contact in stand ACC of UIT staat
en het bestuurdersportier geopend wordt.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen,
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand OFF en daarna terug in stand
of .
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig
of automatisch worden bediend.
Bedieningsinstructies
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 195 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 200 of 758

1984-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Wagon (auto's zonder achterruiten-
wisser)
Wagon (auto's met achterruitenwis-
ser)
*: Indien aanwezig
1Druk de Automatic High Beam-
schakelaar in.
Aantal inzittenden en
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading3
BestuurderMaximale
belading4
Aantal inzittenden en
hoeveelheid bagage
Stand knop
InzittendenHoeveelheid
bagage
BestuurderGeen0
Bestuurder
en voorpas-
sagier
Geen0
Alle zitplaat-
sen bezetGeen1,5
Alle zitplaat-
sen bezetMaximale
belading2,5
BestuurderMaximale
belading3,5
Automatic High
Beam-systeem*
Het Automatic High Beam-sys-
teem gebruikt een camerasensor
aan de bovenzijde van de voorruit
om de helderheid van de verlich-
ting van tegenliggers en voorlig-
gers, straatverlichting, enz. te
beoordelen en schakelt, indien
nodig, het grootlicht automatisch
in en uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig
en houd hierbij de omgeving in de gaten
en schakel indien nodig handmatig het
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van
het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van de Automatic
High Beam
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 198 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM