sensor TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2022Pages: 758, PDF Size: 160.97 MB
Page 327 of 758

325
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert (Blz. 85, 87) en
aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of
lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de
rijrichting van de auto, op een afstand van
ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er
harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermogen is
in werking
• De Parking Support Brake stelt vast dat er
onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Het systeem stelt vast dat de aanrijding
voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan-
ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken
nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de
auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan-
ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. (Blz. 306) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
Blz. 305
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Blz. 305
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 325 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 328 of 758

3264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in
de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of te laat
ingetrapt
Blz. 298
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert (Blz. 85, 87) en
aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of
lager.
• Voertuigen die de auto van rechts of links
achter naderen met een snelheid van
ongeveer 8 km/h of meer.
Parking Suppor t Brake-functie (voor voer tuigen die
achterlangs rijden)*
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts of links achter
nadert en het systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding groot is, acti-
veert deze functie de remmen om de kans op een aanrijding met de nade-
rende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Blz. 298
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 326 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 332 of 758

3304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Wijzigen met de S-IPA-schakelaar
Druk op de schakelaar.
Hiermee kunt u schakelen tussen de
functies en de ondersteuningsmodi uit-
of inschakelen.
Telkens wanneer de S-IPA-schakelaar
wordt ingedrukt terwijl het contact AAN
staat en de rijsnelheid ongeveer 30 km/
h of lager is, wijzigt de functie als volgt.
De geselecteerde functie wordt weer-
gegeven op het bedieningsdisplay op
het multi-informatiedisplay (Blz. 330).
Elke keer dat de S-IPA-schakelaar
ingedrukt wordt terwijl de selectie-
hendel niet in stand P staat, wijzigt
de modus als volgt:
Modus automatisch fileparke-
renModus automatisch achteruit
inparkeren
*Uit
Elke keer dat de S-IPA-schakelaar
ingedrukt wordt terwijl de selectie-
hendel in stand P staat, wijzigt de
modus als volgt:
Modus parkeerplaats fileparkeren
verlatenUit
*: De modus automatisch achteruit inparke-
ren kan worden ingeschakeld wanneer
aan de desbetreffende werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan (Blz. 336). Wanneer
er niet aan de werkingsvoorwaarden
wordt voldaan, wordt hij uitgeschakeld.
Het begeleidingsscherm wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
Weergave bediening
Geeft de bedrijfsconditie van het Simple
Intelligent Parking Assist-systeem weer.
Stopweergave
Trap wanneer dit brandt het rempedaal in en
breng de auto direct tot stilstand.
Indicator mate van assistentie
Geeft een statusbalk weer waarop wordt
aangegeven hoe ver de auto is verwijderd
van zijn stoppositie/wat de positie is waarbij
de ondersteuningsregeling eindigt.
Icoon S-IPA-schakelaar
Wordt weergegeven wanneer de ondersteu-
ningsmodus kan worden gewijzigd en het
systeem kan worden uit- of ingeschakeld
met de S-IPA-schakelaar.
Weergave Toyota Parking Assist-
sensor/weergave portierpositie
(open/dicht)
Blz. 302
Weergave automatische bediening
Wijzigen van de
ondersteuningsmodus
Begeleidingsscherm
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 330 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 333 of 758

331
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
van het stuurwiel
Geeft weer wanneer het stuurwiel automa-
tisch wordt bediend.
Adviesweergave
Volg de op het display getoonde aanwijzin-
gen op en voer de aangegeven handelingen
uit. In de afbeelding wordt als voorbeeld een
display getoond waarop staat aangegeven
dat het rempedaal moet worden ingetrapt
om de rijsnelheid te regelen en dat u moet
controleren of de omgeving veilig is.
■Controlelampje S-IPA in het instrumen-
tenpaneel (Blz. 87)
Dit controlelampje gaat branden wanneer het
stuurwiel automatisch wordt bediend door het
Simple Intelligent Parking Assist-systeem.
Nadat de regeling wordt beëindigd, knippert
het controlelampje korte tijd en dooft het ver-
volgens.
■Pop-updisplay Toyota Parking Assist-
sensor
Als het Simple Intelligent Parking Assist-sys-
teem in werking is en de PKSB (Parking Sup-
port Brake) een obstakel signaleert, ver-
schijnt automatisch een pop-updisplay van
de Toyota Parking Assist-sensor op het bege-
leidingsscherm (Blz. 302), ongeacht of de
PKSB (Parking Support Brake) is in- of uitge-
schakeld. (Blz. 302)
De ondersteuningsmodus wordt in de
volgende gevallen geannuleerd of
gestopt.
De ondersteuningsregeling wordt
geannuleerd wanneer
De functie voor het behoud van de
temperatuur van het systeem in wer-
king is
Er een systeemstoring is
Het systeem heeft bepaald dat de
omgeving van de parkeerplaats niet
geschikt is voor verdere ondersteu-
ning
Pak wanneer de ondersteuningsrege-
ling wordt geannuleerd het stuurwiel
stevig vast, trap het rempedaal in en
breng de auto tot stilstand.
Begin nogmaals vanaf het begin, aan-
gezien het systeem al geannuleerd is.
Wanneer u verdergaat met handmatig
parkeren, bedien dan het stuurwiel
zoals u dat normaal ook zou doen.
De ondersteuningsregeling wordt
gestopt wanneer
Het stuurwiel wordt bediend
De rijsnelheid wordt tijdens de
ondersteuningsregeling hoger dan
7 km/h
Het PKSB-systeem (Parking Support
Brake) werkt
Wanneer de ondersteuningsregeling
wordt gestopt, kan deze weer worden
hervat door de aanwijzingen op het
scherm te volgen.
Annuleren of stoppen van de
ondersteuningsmodus
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 331 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 338 of 758

3364-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Werkingsvoorwaarden modus automa-
tisch fileparkeren
●Rijd langzaam (met een snelheid waarbij
de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de modus automatisch file-
parkeren goed te laten werken. Houd de
auto parallel aan de weg (of stoeprand)
terwijl u een afstand van ongeveer 1 m tot
de geparkeerde auto's aanhoudt.
●De functie kan niet worden gebruikt wan-
neer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
●De zijsensoren voor en zijsensoren achter
worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen.
Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is
(Blz. 354).
●Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan
de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de Parallel Parking Assist-
modus niet worden bediend.
●Wanneer de omgeving van de parkeer-
plaats niet kan worden gesignaleerd, werkt
de Parallel Parking Assist-modus mogelijk
niet.
●De begeleiding blijft werken totdat de rij-
snelheid ongeveer 30 km/h of hoger wordt
of totdat de functie wordt uitgeschakeld
met de S-IPA-schakelaar.
■Timing voor het indrukken van de S-IPA-
schakelaar
In de volgende gevallen werkt de ondersteu-
ningsmodus mogelijk ook tijdens de stappen
die worden gevolgd bij het parkeren met
behulp van de modus automatisch fileparke-
ren. Voer in deze gevallen echter de parkeer-
procedures uit overeenkomstig de informatie
op het multi-informatiedisplay.
●In stap 1 wordt de S-IPA-schakelaar inge-
drukt nadat de beoogde parkeerplaats al is
gepasseerd.
Als de auto niet is gestopt in stap 1, kunt u
door de S-IPA-schakelaar 1 keer in te druk-
ken terwijl de auto rijdt, “Parallel Parking”
(fileparkeren) selecteren en direct verder-
gaan naar stap 2.
●De auto wordt naar de positie in stap 3
gereden zonder dat de S-IPA-schakelaar
wordt ingedrukt. Vervolgens wordt na het
in stand R zetten van de selectiehendel de
S-IPA-schakelaar ingedrukt.
OPMERKING
■Bij gebruik van de stand fileparkeren
●Als er kuilen of hellingen in de weg zit-
ten, kan de beoogde parkeerplaats niet
goed worden ingesteld. Daardoor wordt
de auto mogelijk schuin of deels buiten
de parkeerplaats geparkeerd. Gebruik in
deze gevallen de Parallel Parking
Assist-modus niet.
●Als de geparkeerde auto waarachter u
wilt parkeren erg smal is, of zeer dicht
tegen de stoeprand aan geparkeerd
staat, begeleidt de ondersteuningsrege-
ling uw auto ook naar een positie dicht
tegen de stoeprand aan.
Als de kans bestaat dat de auto de
stoeprand of een ander obstakel zal
raken of als de kans bestaat dat de
stand van de wielen afwijkt van de
beoogde parkeerplaats, breng de auto
dan tot stilstand door het rempedaal in
te trappen en druk op de S-IPA-schake-
laar om het systeem uit te schakelen.
●Wanneer zich aan de binnenzijde van
de parkeerplaats een muur of ander
obstakel bevindt of wanneer een andere
geparkeerde auto deels op de weg
staat, wordt de beoogde parkeerplaats
ingesteld op een positie waarbij de auto
iets uitsteekt op de weg.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 336 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 344 of 758

3424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Overzicht van functies
Stop op het punt waarbij het midden
van de beoogde parkeerplaats vrijwel
haaks op de auto staat. Als de parkeer-
plaats kan worden gesignaleerd, kan
de begeleidingsfunctie voor vooruitrij-
den worden gebruikt. Bovendien wordt
er afhankelijk van de parkeerplaats en
andere omstandigheden en indien
nodig ondersteuning verleend bij het
maken van meerdere keermanoeuvres.
1Stop op het punt waarbij het midden
van de beoogde parkeerplaats vrij-
wel haaks op de auto staat. Druk
vervolgens 2 keer op de S-IPA-scha-
kelaar om de modus automatisch
achteruit inparkeren te selecteren.
WAARSCHUWING
■Gebruik van de modus parkeerplaats
fileparkeren verlaten
Rijd in de volgende situatie voorzichtig
omdat de sensoren opzij objecten mogelijk
niet juist detecteren, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
Als er een object aanwezig is in een
gebied dat buiten het detectiebereik van
de sensoren opzij valt.
Object
OPMERKING
■Gebruik van de modus parkeerplaats
fileparkeren verlaten om weg te rijden
●Gebruik de modus parkeerplaats filepar-
keren verlaten niet in een andere situa-
tie dan bij het verlaten van een filepar-
keerplek.
Trap het rempedaal in, breng de auto tot
stilstand en druk vervolgens de S-IPA-
schakelaar in om de ondersteuningsre-
geling uit te schakelen als de ondersteu-
ningsregeling onbedoeld in werking
treedt.
●Het detectiebereik van de sensoren
(Blz. 306) is beperkt. Controleer of het
gebied rondom uw auto veilig is. Breng,
als de kans bestaat dat er iets wordt
geraakt, de auto tot stilstand door het
rempedaal in te trappen.
●Mogelijk kunnen objecten die zich dicht
bij de grond bevinden niet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied
rondom uw auto veilig is en breng de
auto tot stilstand door het rempedaal in
te trappen als het lijkt alsof de auto
mogelijk iets zal raken.
●Controleer bij het wegrijden of het
gebied rondom uw auto veilig is.
Naast andere auto's parkeren
(modus automatisch achteruit
inparkeren)
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 342 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 348 of 758

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●De functie kan niet worden gebruikt wan-
neer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
●De zijsensoren voor en zijsensoren achter
worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen.
Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is
(Blz. 354).
●Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan
de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de modus automatisch ach-
teruit inparkeren niet worden bediend.
●Wanneer de omgeving van de parkeer-
plaats niet kan worden gesignaleerd, werkt
de modus automatisch achteruit inparke-
ren mogelijk niet.
●Als er, afhankelijk van de conditie van de
parkeerplaats, onvoldoende ruimte is vóór
de auto om de parkeerprocedure uit te
voeren, kan de beoogde parkeerplaats
mogelijk niet worden bereikt.
Beoogde parkeerplaats
Muur
■Tips voor het gebruik van de modus
automatisch achteruit inparkeren
1Laat een ruimte van ongeveer 1 m tussen
uw auto en de geparkeerde auto's en rijd
richting de beoogde parkeerplaats. Als de
ruimte tussen uw auto en de geparkeerde
auto's te groot is, kunnen de zijsensoren
voor en zijsensoren achter de gepar-
keerde auto's mogelijk niet signaleren.
1 m
2Stop op het punt waarbij het midden van
de beoogde parkeerplaats vrijwel haaks
op de auto staat. Druk bovendien pas op
de S-IPA-schakelaar wanneer de auto
volledig tot stilstand is gebracht.
OPMERKING
■Tips voor het gebruik van de modus
automatisch achteruit inparkeren
●Als er kuilen of hellingen in de weg zit-
ten, kan de beoogde parkeerplaats niet
goed worden ingesteld. Daardoor wordt
de auto mogelijk schuin of deels buiten
de parkeerplaats geparkeerd. Gebruik in
deze gevallen de modus automatisch
achteruit inparkeren niet.
●Bij het parkeren in een smalle ruimte
komt de auto dicht bij nabij geparkeerde
auto's. Als het lijkt alsof de auto mogelijk
iets zal raken, breng de auto dan tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen.
●Mogelijk kunnen objecten die zich dicht
bij de grond bevinden niet worden
gesignaleerd. Controleer of het gebied
rondom uw auto veilig is en breng de
auto tot stilstand door het rempedaal in
te trappen als het lijkt alsof de auto
mogelijk iets zal raken.
●Afhankelijk van de omgeving, zoals
andere geparkeerde auto's, wordt de
auto mogelijk schuin of deels buiten de
parkeerplaats geparkeerd. Pas de positie
van de auto indien nodig handmatig aan.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 346 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 349 of 758

347
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan worden bediend of
wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uitgeschakeld, enz., wordt een van
de onderstaande meldingen weergegeven op het multi-informatiedisplay. Neem de
juiste maatregelen overeenkomstig de weergave op het display.
■Wanneer bediening niet mogelijk is
Meldingen multi-informatiedisplay
MeldingSituatie/oplossing
“IPA System Check Visit Your Dealer”
(IPA-systeemcontrole. Ga naar uw
dealer.)
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig.
Zet het contact UIT en start vervolgens de
motor.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de melding opnieuw
wordt weergegeven.
“Currently Unavailable”
(momenteel niet beschikbaar)
Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
Zet het contact UIT, wacht enige tijd en start
vervolgens de motor opnieuw.
De motor draait niet.
Start de motor.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op een sensor.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
De sensor is bevroren.
Zodra de sensor ontdooit, zal het systeem
weer normaal werken.
De accu is verwijderd en weer geplaatst.
Rijd gedurende ten minste 5 seconden recht
vooruit met een snelheid van ongeveer 35 km/h
of hoger.
“Excessive Speed” (snelheid te hoog)
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer de rij-
snelheid hoger is dan 30 km/h.
Bedien de schakelaar wanneer de rijsnelheid
ongeveer 30 km/h of lager is.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 347 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 355 of 758

353
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Sensoren
Signaleren de auto om de parkeerplaats
te helpen bepalen.
Hatchback
Zijsensoren voor
Zijsensoren achter
Wagon
Zijsensoren voor
Zijsensoren achter
■Voorzorgsmaatregelen tijdens het
gebruik
●Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de modus automatisch achter-
uit inparkeren
Beoogde parkeerplaats
●Het detectiegebied van de sensor bij het
gebruik van de Parallel Parking Assist-
modus
Beoogde parkeerplaats
●Wanneer er een auto geparkeerd staat ach-
ter de beoogde parkeerplaats, wordt deze
als gevolg van de afstand mogelijk niet
gesignaleerd. Ook wordt, afhankelijk van de
vorm van de auto en andere omstandighe-
den, de detectieafstand mogelijk korter of is
signalering wellicht niet mogelijk.
Voorzorgsmaatregelen tijdens
het gebruik
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 353 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM
Page 357 of 758

355
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Controleer altijd of er voldoende ruimte
is voordat u probeert de auto te parke-
ren en het systeem te bedienen.
●Gebruik het systeem in de volgende
situaties niet, aangezien het systeem u
mogelijk niet goed kan ondersteunen bij
het bereiken van de beoogde parkeer-
plaats, wat een ongeval tot gevolg kan
hebben.
• In een gebied waar geen parkeerplaat-
sen zijn
• Op een onverharde parkeerplaats zon-
der belijning, bijvoorbeeld op zand of
grind
• Op een parkeerplaats waarbij een hel-
ling of golving in de weg is
• Op een bevroren, met sneeuw bedekte
of gladde weg
• Op asfalt dat door hoge buitentempera-
turen zacht is geworden
• Als er een obstakel aanwezig is tussen
de auto en het beoogde parkeervak
• Gebruik van de sneeuwkettingen of het
compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Gebruik geen andere dan de door de
fabrikant aanbevolen banden. Mogelijk
werkt het systeem niet goed. Neem voor
het vervangen van de banden contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●In de volgende situaties kan het sys-
teem de auto mogelijk niet op de inge-
stelde locatie brengen.
• Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is
• De auto is zeer zwaar beladen
• De auto staat schuin doordat bagage
e.d. zich aan één kant van de auto
bevindt
• De parkeerplaats is voorzien van weg-
verwarming om te voorkomen dat het
wegdek bevriest
Laat in eventuele andere gevallen waarbij
de instelde positie en de positie van de
auto erg verschillen de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len met betrekking tot de modus par-
keerplaats fileparkeren verlaten in acht.
De modus parkeerplaats fileparkeren
verlaten is een functie die wordt gebruikt
bij het wegrijden van een parkeerplaats
na het fileparkeren. Deze functie kan
echter mogelijk niet worden gebruikt
wanneer obstakels of mensen worden
gesignaleerd vóór de auto. Gebruik
deze functie uitsluitend bij het wegrijden
van een parkeerplaats na het fileparke-
ren. Wanneer de stuurregeling in wer-
king is, schakel dan het systeem uit met
de S-IPA-schakelaar of bedien het
stuurwiel om de regeling te beëindigen.
●Als de modus parkeerplaats fileparkeren
verlaten in de volgende gevallen
abusievelijk wordt gebruikt, raakt de
auto mogelijk een obstakel.
De functie voor het verlaten van de par-
keerplaats wordt gebruikt in een richting
waar zich een obstakel bevindt, maar
het obstakel wordt niet gesignaleerd
door de zijsensoren (bijvoorbeeld wan-
neer de auto direct naast een paal
staat).
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht, aangezien de sensoren
mogelijk niet meer goed werken, wat
een ongeval tot gevolg kan hebben.
• Stel de sensor niet bloot aan sterke
schokken door er tegen te slaan, enz.
Anders werken de sensoren mogelijk
niet goed.
• Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren. De apparatuur werkt
mogelijk niet goed als gevolg van bloot-
stelling aan een sterke waterdruk. Wan-
neer de bumper iets raakt, werkt de
apparatuur mogelijk niet goed meer als
gevolg van een storing in de sensor.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book Page 355 Wednesday, October 20, 2021 10:58 AM