sensor TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2023Pages: 584, PDF Size: 88.99 MB
Page 85 of 584
![TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2023 Instructieboekje (in Dutch) (groen/oranje
[knippert])Controlelampje LDA
(→blz. 230)
(Oranje)Controlelampje LDA OFF
*2
(→blz. 230)
(groen/wit)Controlelampje PDA
(→blz. 235)
(groen/wit)Controlelampje cruise con-
trol (→blz TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2023 Instructieboekje (in Dutch) (groen/oranje
[knippert])Controlelampje LDA
(→blz. 230)
(Oranje)Controlelampje LDA OFF
*2
(→blz. 230)
(groen/wit)Controlelampje PDA
(→blz. 235)
(groen/wit)Controlelampje cruise con-
trol (→blz](/img/14/59930/w960_59930-84.png)
(groen/oranje
[knippert])Controlelampje LDA
(→blz. 230)
(Oranje)Controlelampje LDA OFF
*2
(→blz. 230)
(groen/wit)Controlelampje PDA
(→blz. 235)
(groen/wit)Controlelampje cruise con-
trol (→blz. 248)
(groen/wit)Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control
(→blz. 242)
Controlelampje snelheids-
begrenzer (→blz. 252)
Controlelampje Driving
Assist-informatie*1, 2
(→blz. 255, blz. 266,
blz. 276)
BSM-indicatoren in de bui-
tenspiegels*1, 3(indien aan-
wezig) (→blz. 255)
Controlelampje Toyota Par-
king Assist-sensor OFF*1, 2
(indien aanwezig)
(→blz. 260)
(Knippert)Controlelampje Traction
Control
*1(→blz. 289)
Controlelampje VSC OFF*1, 2
(→blz. 289)
Controlelampje Smart
entry-systeem met start-
knop
*4(→blz. 173)
Controlelampje READY
(→blz. 173)
Controlelampje EV MODE
(→blz. 178)
Waarschuwingslampje par-
keerrem (→blz. 185)
Controlelampje stand-
bystand Brake Hold-
systeem
*1(→blz. 188)
Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking*1
(→blz. 188)
EV-controlelampje
(→blz. 66)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur*5(→blz. 85,
blz. 88)
Controlelampje antidiefstal-
systeem (→blz. 73, blz. 74)
Controlelampje
PASSENGER AIR
BAG
*1, 6(→blz. 38)
Controlelampje ECO-
rijmodus (→blz. 286)
Controlelampje sportmodus
(indien aanwezig)
(→blz. 286)
Controlelampje Custom-
modus (indien aanwezig)
(→blz. 286)
Controlelampje comfortmo-
dus (indien aanwezig)
(→blz. 286)
Controlelampje modus
Sport S (indien aanwezig)
(→blz. 286)
2.1 Instrumentenpaneel
83
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 119 of 584

1. Pak de voorportiergreep vast om alle
portieren te ontgrendelen.*
Zorg ervoor dat u de sensor aan de
achterzijde van de portiergreep
aanraakt.
De portieren en de achterklep kunnen
gedurende 3 seconden na het
vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
*De instellingen voor het
ontgrendelen van de portieren
kunnen worden gewijzigd. (→Blz. 117,
blz. 452)
2. Raak de vergrendelsensor (de
uitholling aan de zijkant van de
voorportiergreep) aan om alle
portieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Afstandsbediening
1. Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ingedrukt houden om de ruiten
*1en
het panoramadak*1, 2te sluiten
2. Ontgrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de ruiten
*1en
het panoramadak*1, 2te openen
*1Deze instelling moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2Indien aanwezigInstellen van de ontgrendelfunctie
(auto's met instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke
portieren met de instapfunctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
1. Zet het contact UIT.
2. Schakel de inbraaksensor van het
alarmsysteem uit om tijdens het
veranderen van de instellingen het
alarm niet onbedoeld te activeren.
(indien aanwezig) (→Blz. 76)
3. Houd de toets
of(indien
aanwezig) ingedrukt en houd
tegelijkertijd de toets
gedurende
ongeveer 5 seconden ingedrukt als
het controlelampje in de sleutel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer
een handeling wordt uitgevoerd, zoals
hieronder is aangegeven. (Als u de
instelling opnieuw wilt wijzigen, laat u de
toetsen los, wacht u ten minste
5 seconden en herhaalt u vervolgens stap
2.)
Multi-
informatiedisplay/
piepsignaalOntgrendelfunctie
Auto's met linkse be-
sturing
(7 inch display)
(12,3 inch display)
Exterieur: 3 keer een
piepsignaal
Interieur: Eén bel-
signaalAls u de portier-
greep van het be-
stuurdersportier
vasthoudt, wordt al-
leen het bestuur-
dersportier ont-
grendeld.
Als u de portier-
greep van het voor-
passagiersportier
vasthoudt, worden
alle portieren ont-
grendeld.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
117
3
Voordat u gaat rijden
Page 120 of 584

Multi-
informatiedisplay/
piepsignaalOntgrendelfunctie
Auto's met rechtse
besturing
(7 inch display)
(12,3 inch display)
Exterieur: 3 keer een
piepsignaal
Interieur: Eén bel-
signaalAls u de portier-
greep van het be-
stuurdersportier
vasthoudt, wordt al-
leen het bestuur-
dersportier ont-
grendeld.
Als u de portier-
greep van het voor-
passagiersportier
vasthoudt, worden
alle portieren ont-
grendeld.
(7 inch display)
(12,3 inch display)
Exterieur: Twee
piepsignalen
Interieur: Eén bel-
signaalAls u een voorpor-
tiergreep vast-
houdt, worden alle
portieren
ontgrendeld.
Voor auto's met een alarm: om te
voorkomen dat het alarm onbedoeld
wordt geactiveerd, moet u de portieren
ontgrendelen met de afstandsbediening
en een portier eenmaal openen en sluiten
als de instellingen zijn gewijzigd. (Als er
binnen 30 seconden nadat op
is
gedrukt geen portier wordt geopend,
worden de portieren weer vergrendeld en
wordt automatisch het alarm
ingeschakeld.) Zet het alarm onmiddellijk
uit wanneer dit geactiveerd wordt.
(→Blz. 74)Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om
aan te geven dat de portieren zijn
vergrendeld/ontgrendeld met behulp van
de instapfunctie
*of de
afstandsbediening. (Vergrendeld:
eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat
de ruiten en het panoramadak
*bediend
worden.
*Indien aanwezig
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen van de auto met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening een portier wordt
geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch
wordt vergrendeld.
Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
op het oppervlak van de
voorportiergreep (auto's met
instapfunctie)
Wanneer de portieren niet kunnen
worden vergrendeld als u de
vergrendelsensor op het oppervlak van
de portiergreep met uw vinger aanraakt,
raak dan de vergrendelsensor aan met uw
handpalm.
Als u handschoenen draagt, doe deze dan
uit.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
118
Page 128 of 584

gelijktijdig vergrendeld. Met
feedbacksignalen wordt aangegeven
dat alle portieren zijn vergrendeld. Als
op de schakelaar wordt gedrukt terwijl
de elektrisch bedienbare achterklep
bezig is te sluiten, stopt de achterklep
met bewegen.
De achterklep sluiten met de
achterklepgreep aan de binnenzijde
Laat de achterklep zakken met behulp
van de achterklepgreep. Vervolgens
klinkt er een zoemer en wordt de
achterklep automatisch gesloten.
Openen en sluiten van de achterklep met
de sensor regeling voetbediening
De handsfree elektrisch bedienbare
achterklep maakt het automatisch
openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep mogelijk door uw
voet onder het midden van de
achterbumper te plaatsen en hem van de
achterbumper vandaan te bewegen.
1. Zorg ervoor dat u zich, met de
elektronische sleutel op zak, binnen
het detectiebereik van het Smartentry-systeem met startknop bevindt.
ASensor regeling voetbediening
BDetectiegebied voor werking
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep
CDetectiegebied voor werking
Smart entry-systeem met
startknop (→blz. 135)
2. Bedien de achterklep met een
voetbeweging door uw voet tot
ongeveer 10 cm onder de
achterbumper te bewegen en
vervolgens weer terug te trekken.
• Voer deze volledige beweging
binnen 1 seconde uit.
• De achterklep zal niet in werking
treden zolang er een voet wordt
gesignaleerd onder de
achterbumper.
• Raak bij het gebruik van de
handsfree functie van de elektrisch
bedienbare achterklep de
achterbumper niet aan met uw voet.
• Als er zich in het
passagierscompartiment of de
bagageruimte een andere
elektronische sleutel bevindt, duurt
het mogelijk iets langer dan normaal
voordat de achterklep in werking
treedt.
• In de regen of onder natte
omstandigheden duurt het mogelijk
iets langer dan normaal voordat de
achterklep in werking treedt.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
126
Page 129 of 584

• Voer, om de 2 sensoren te activeren,
de voetbeweging uit met de wreef
(tenen omhoog wijzend).
• Auto's met een originele verticaal
afneembare Toyota-trekhaak:
raadpleeg de montage-instructies.
ASensoren regeling voetbediening
BDetectiegebied voor werking
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep
3. Als de sensor voor de regeling van de
voetbediening signaleert dat u uw
voet hebt teruggetrokken, klinkt er na
een korte pauze een zoemer en zal de
elektrisch bedienbare achterklep
automatisch volledig openen/sluiten.
Als de voetbeweging wordt
uitgevoerd terwijl de achterklep wordt
geopend/gesloten, stopt de
achterklep met bewegen. Door de
achterklep nogmaals met een
voetbeweging te bedienen beweegt
de achterklep in tegengestelde
richting.
Bagageruimteverlichting
• De bagageruimteverlichting gaat
branden als de achterklep wordt
geopend.
• Als de bagageruimteverlichting aan
wordt gelaten wanneer het contact
UIT wordt gezet, gaat de verlichting na
20 minuten automatisch uit.Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
Als aan de volgende voorwaarden
voldaan is terwijl de elektrisch
bedienbare achterklep is ingeschakeld
(→blz. 452), kan de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch
worden geopend en gesloten.
• Wanneer de achterklep is ontgrendeld
• Als het contact AAN staat, moet
behalve aan de bovenstaande
voorwaarden ook aan een van de
onderstaande voorwaarden worden
voldaan:
– De parkeerrem is geactiveerd.
– Het rempedaal is ingetrapt.
– De selectiehendel staat in stand P.
Voorwaarden voor activering van
sensor regeling voetbediening
• Als de sensor regeling voetbediening
is ingeschakeld en het contact UIT is
gezet
• Als een elektronische sleutel zich in
het werkingsbereik bevindt
Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep is uitgeschakeld, werkt de
elektrisch bedienbare achterklep niet,
maar kan hij handmatig worden
geopend en gesloten.
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep aan het openen is en een
obstakel raakt, wordt de werking
onderbroken.
Functie sluiten en vergrendelen
Als de elektrisch bedienbare achterklep
open is, sluit deze functie de achterklep
waarna alle portieren gelijktijdig worden
vergrendeld. Als de volgende procedures
worden uitgevoerd en er geen
elektronische sleutels van de auto in het
interieur zijn achtergebleven, worden
alle portieren vergrendeld wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep
volledig is gesloten.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
127
3
Voordat u gaat rijden
Page 130 of 584

1. Sluit alle portieren, maar sluit de
elektrisch bedienbare achterklep niet.
2. Druk, terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, op de schakelaar
op het onderste deel van de elektrisch
bedienbare achterklep (→blz. 125).
Er klinkt een andere zoemer dan normaal
en de elektrisch bedienbare achterklep
begint automatisch te sluiten. Wanneer
de elektrisch bedienbare achterklep is
gesloten, worden alle portieren
gelijktijdig vergrendeld. Met
feedbacksignalen wordt aangegeven dat
alle portieren zijn vergrendeld.
Auto's met supervergrendeling: De
supervergrendeling wordt in dit geval
niet ingeschakeld.
Situaties waarin de functie sluiten en
vergrendelen mogelijk niet goed werkt
De functie sluiten en vergrendelen werkt
in de volgende situaties mogelijk niet
goed:
• Als op de schakelaar
op het
onderste deel van de elektrisch
bedienbare achterklep (→blz. 125)
wordt gedrukt met de hand die ook
een elektronische sleutel vast heeft
• Als op de schakelaar
op het
onderste deel van de elektrisch
bedienbare achterklep (→blz. 125)
wordt gedrukt terwijl de elektronische
sleutel zich in een tas of iets dergelijks
bevindt die op de grond staat
• Als op de schakelaar
op het
onderste deel van de elektrisch
bedienbare achterklep (→blz. 125)
wordt gedrukt terwijl de elektronische
sleutel zich niet in de buurt van de
auto bevindt.
Voorkomen van onbedoeld bedienen
van de sensor regeling voetbediening
Als er zich een elektronische sleutel in
het detectiegebied bevindt, kan de
sensor regeling voetbediening mogelijk
onbedoeld worden bediend. Pas daarom
in de volgende situaties op:• Als er een grote hoeveelheid water op
de onderzijde van het midden van de
achterbumper terechtkomt,
bijvoorbeeld wanneer de auto wordt
gewassen of bij zware regenval
• Als er vuil wordt weggeveegd van de
onderzijde van het midden van de
achterbumper
• Wanneer er een klein dier of een klein
object, zoals een bal, onder de
onderzijde van het midden van de
achterbumper komt
• Wanneer een object onder de
onderzijde van het midden van de
achterbumper vandaan wordt gehaald
• Als iemand zijn/haar benen heen en
weer beweegt wanneer hij/zij op de
achterbumper zit
• Als iemands benen of een ander
lichaamsdeel in aanraking komen met
de onderzijde van het midden van de
achterbumper wanneer diegene langs
de auto loopt
• Wanneer de auto in de buurt van een
bron van elektromagnetische velden,
zoals een parkeerplaats voor betaald
parkeren, een tankstation, een
elektrisch verwarmde weg of
tl-lampen, geparkeerd staat die de
gevoeligheid van de sensor regeling
voetbediening negatief beïnvloedt
• Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, radiozender,
videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig
zijn
• Wanneer de auto geparkeerd staat op
een plek waar objecten, zoals planten,
zich in de buurt van de onderzijde van
het midden van de achterbumper
bevinden
• Als bagage, enz. in de buurt van de
onderzijde van het midden van de
achterbumper wordt geplaatst
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
128
Page 131 of 584

• Als er een accessoire of autohoes
wordt geplaatst/verwijderd in de
buurt van de achterbumper
• Als de auto wordt gesleept
Schakel de werking van de sensor
regeling voetbediening uit om het
onbedoeld bedienen te voorkomen.
Situaties waarin de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet goed
werkt
In de volgende situaties kan de sensor
regeling voetbediening mogelijk niet
goed werken:
• Als een voet onder de onderzijde van
het midden van de achterbumper
aanwezig blijft
• Als er hard met een voet tegen de
onderzijde van het midden van de
achterbumper wordt getrapt of als de
onderzijde van het midden van de
achterbumper een poosje wordt
aangeraakt Als de onderzijde van het
midden van de achterbumper een
poosje is aangeraakt, wacht dan even
voordat u de sensor regeling
voetbediening weer probeert te
bedienen.
• Als een persoon zich te dicht bij de
onderzijde van het midden van de
achterbumper bevindt
• Als een externe bron van
radiografische signalen de
communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto
verstoort (→blz. 137)
• Wanneer de auto in de buurt van een
bron van elektromagnetische velden,
zoals een parkeerplaats voor betaald
parkeren, een tankstation, een
elektrisch verwarmde weg of
tl-lampen, geparkeerd staat die de
gevoeligheid van de sensor regeling
voetbediening negatief beïnvloedt
• Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, radiozender,
videowall, luchthaven of anderelocatie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig
zijn
• Als er een grote hoeveelheid water op
de onderzijde van het midden van de
achterbumper terechtkomt,
bijvoorbeeld wanneer de auto wordt
gewassen of bij zware regenval
• Wanneer er modder, sneeuw, ijs, e.d.
op de onderzijde van het midden van
de achterbumper zit
• Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen
bewegen en in contact kunnen komen
met de achterbumper, zoals planten
• Wanneer een accessoire op de
onderzijde van het midden van de
achterbumper is gemonteerd
Schakel de sensor regeling
voetbediening uit als een accessoire is
gemonteerd.
*
*
Als er een origineel Toyota-
accessoire is gemonteerd, kan,
afhankelijk van het accessoire, de
sensor regeling voetbediening
mogelijk nog wel bediend worden.
Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Bij het opnieuw aansluiten van de
12V-accu
Sluit de achterklep om ervoor te zorgen
dat de elektrisch bedienbare achterklep
correct werkt.
Klembeveiliging
In de elektrisch bedienbare achterklep
zijn rechts en links sensoren geplaatst.
Wanneer de achterklep automatisch
wordt gesloten en de sensoren worden
ingedrukt doordat bijvoorbeeld een
voorwerp bekneld raakt, treedt de
klembeveiliging in werking.
Vanuit die positie beweegt de
achterklep automatisch een stukje in
tegengestelde richting en stopt
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
129
3
Voordat u gaat rijden
Page 133 of 584

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als er op de elektrisch bedienbare
achterklep een zwaar onderdeel
gemonteerd is, werkt de elektrisch
bedienbare achterklep mogelijk niet,
waardoor een storing kan ontstaan,
of kan de elektrisch bedienbare
achterklep na het openen plotseling
dichtvallen, waardoor lichaamsdelen
bekneld kunnen raken en letsel kan
optreden. Neem voor meer
informatie over het plaatsen van
accessoires op de achterklep contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Klembeveiliging
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
• Het is mogelijk dat de
klembeveiliging niet meer werkt als
de achterklep bijna gesloten is. Zorg
ervoor dat uw vingers of andere
zaken niet bekneld raken.
• De vorm van het voorwerp dat klem
komt te zitten, kan ertoe leiden dat
de klembeveiliging niet werkt. Zorg
ervoor dat uw vingers of andere
zaken niet bekneld raken.
Sensor regeling voetbediening
Neem bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Controleer de omgeving op
eventueel aanwezige obstakels of
andere zaken die ervoor kunnen
zorgen dat uw bezittingen klem
komen te zitten.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Raak als u uw voet in de buurt van de
onderzijde van het midden van de
achterbumper plaatst en ervandaan
beweegt de uitlaatpijpen niet aan
totdat deze voldoende zijn afgekoeld,
aangezien het aanraken van een hete
uitlaatpijp brandwonden kan
veroorzaken.
• Gebruik de sensor regeling
voetbediening niet als er weinig
ruimte is onder de achterbumper.
OPMERKING
Achterklepspindels
De achterklep is voorzien van spindels
die de achterklep op zijn plaats houden.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Anders
kunnen de achterklepspindels
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
• Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
spindelstang.
• Raak de pen nooit aan met
handschoenen of andere stoffen
voorwerpen.
• Bevestig geen zware accessoires aan
de achterklep. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige alvorens
accessoires te bevestigen.
• Plaats uw handen nooit op de spindel
en oefen er nooit zijdelingse krachten
op uit.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
131
3
Voordat u gaat rijden
Page 134 of 584

OPMERKING(Vervolg)
Voorkomen van beschadiging van de
elektrisch bedienbare achterklep
• Controleer of er geen ijs zit tussen de
achterklep en de sponning, waardoor
de achterklep niet bediend kan
worden. Wanneer er zich te veel
gewicht op de achterklep bevindt,
kunnen bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep
storingen optreden.
• Oefen geen grote kracht uit op de
achterklep terwijl de elektrisch
bedienbare achterklep in werking is.
• Voorkom dat de sensoren (aan de
rechter- en linkerzijde van de
elektrisch bedienbare achterklep)
beschadigd raken door scherpe
voorwerpen. Wanneer een sensor is
losgenomen, kan de elektrisch
bedienbare achterklep niet
automatisch worden gesloten.
Functie sluiten en vergrendelen
Bij het sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep met de functie
sluiten en vergrendelen klinkt er een
andere zoemer dan normaal voordat de
elektrisch bedienbare achterklep begint
te sluiten.
Als u een andere zoemer dan normaal
hoort, weet u zeker dat het sluiten van
de achterklep correct is begonnen.
Wanneer de elektrisch bedienbare
achterklep volledig is gesloten, wordt
bovendien met feedbacksignalen
aangegeven dat alle portieren zijn
vergrendeld.
Controleer voordat u de auto achterlaat
of de feedbacksignalen hebben
geklonken en dat alle portieren zijn
vergrendeld.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van de sensor regeling voetbediening
De sensor regeling voetbediening
bevindt zich achter aan de onderzijde
van het midden van de achterbumper.
Neem de volgende
OPMERKING(Vervolg)
voorzorgsmaatregelen in acht om
ervoor te zorgen dat de elektrisch
bedienbare achterklep goed werkt:
• Houd de onderzijde van het midden
van de achterbumper te allen tijde
schoon.
• Als de onderzijde van het midden van
de achterbumper vuil is of bedekt is
met sneeuw, werkt de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet.
Verwijder in dat geval het vuil of de
sneeuw, verplaats de auto en
controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt.
• Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
• Breng geen coatings die een
vochtaantrekkend effect hebben of
andere coatings aan op de onderzijde
van het midden van de achterbumper.
• Parkeer de auto niet in de buurt van
objecten die kunnen bewegen en in
contact kunnen komen met de
onderzijde van het midden van de
achterbumper, zoals planten.
• Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen
bewegen en in contact kunnen
komen met de onderzijde van het
midden van de achterbumper, zoals
planten, werkt de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet.
Verplaats in dat geval de auto en
controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
• Stel de sensor regeling voetbediening
en zijn omgeving niet bloot aan
krachtige schokken.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
132
Page 135 of 584

OPMERKING(Vervolg)
• Als de sensor regeling voetbediening
of zijn omgeving blootgesteld zijn aan
krachtige schokken, werkt de sensor
regeling voetbediening mogelijk niet
goed meer. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de sensor
regeling voetbediening in de
volgende situaties niet werkt.
– De sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving zijn blootgesteld aan
krachtige schokken.
– Er zitten krassen of beschadigingen
op de onderzijde van het midden
van de achterbumper.
• Demonteer de achterbumper niet.
• Breng geen stickers aan op de
achterbumper.
• Breng geen lak aan op de
achterbumper.
• Deactiveer de sensor regeling
voetbediening als er op de elektrisch
bedienbare achterklep een zwaar
onderdeel gemonteerd is.
Aanpassing van de geopende positie
van de achterklep (auto's met een
elektrisch bedienbare achterklep)
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast.
1. Stop de beweging van de achterklep
in de gewenste positie. (→Blz. 124)
2. Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de
achterklep gedurende 2 seconden
ingedrukt.
• Als de positie is ingesteld, klinkt de
zoemer 4 maal.
• De volgende keer dat de elektrisch
bedienbare achterklep wordt
geopend, stopt hij in de ingestelde
positie.Terugzetten van de geopende positie
van de achterklep in de
standaardpositie
Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende 7 seconden ingedrukt.
De zoemer klinkt 4 keer en klinkt na een
pauze nog 2 keer. De volgende keer dat
de elektrisch bedienbare achterklep
wordt geopend, stopt hij in de
standaardpositie.
Wanneer de geopende positie van de
achterklep wordt ingesteld via het
multi-informatiedisplay
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast via het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 452)
Bij het openen gaat de elektrisch
bedienbare achterklep open tot de laatste
positie die met de schakelaar
op de
achterklep of op het multi-
informatiedisplay is ingesteld.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
133
3
Voordat u gaat rijden