TOYOTA GR86 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: GR86, Model: TOYOTA GR86 2022Pages: 582, PDF Size: 92.58 MB
Page 301 of 582

299
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Controle van de accuvloeistof
Controleer of het niveau zich tussen het
bovenste en het onderste streepje
bevindt.
Bovenste streepje
Onderste streepje
Als het vloeistofniveau op of onder het
onderste streepje staat, moet gedestilleerd
water worden bijgevuld.
■Bijvullen van gedestilleerd water
1Verwijder de vuldop.
2Vul gedestilleerd water bij.
Als het bovenste streepje niet zichtbaar is,
controleer dan het vloeistofniveau van
bovenaf door recht in de vulopening te kij-
ken.
3Draai de vuldop na het bijvullen
weer goed vast.
■Voorzorgsmaatregelen voor het opla-
den van de accu
Tijdens het opladen van de accu ontstaat het
licht ontvlambare en explosieve waterstof.
Let daarom voorafgaand aan het laden op
het volgende:
●Als de accu in de auto is gemonteerd,
moet voorafgaand aan het opladen de
massakabel worden losgenomen.
●Controleer of de acculader tijdens het aan-
sluiten en losnemen van de accuklemmen
is uitgeschakeld.
■Na het opladen/aansluiten van de accu
De motor slaat mogelijk niet aan. Volg de
onderstaande procedure om het systeem te
initialiseren.
1Zet de selectiehendel in stand P (auto-
matische transmissie) of trap het rempe-
daal in terwijl de selectiehendel in stand
N staat (handgeschakelde transmissie).
2Open en sluit een van de portieren.
3Start de motor opnieuw.
●Nadat de accu losgenomen is geweest, is
het wellicht niet meteen mogelijk om de
portieren met het Smart entry-systeem met
startknop te ontgrendelen. Gebruik in dat
geval de afstandsbediening of de mechani-
sche sleutel om de portieren te vergrende-
len of ontgrendelen.
●Start de auto met het contact in stand
ACC. De auto kan mogelijk niet worden
gestart als het contact UIT staat. De motor
werkt vanaf de tweede poging echter nor-
maal.
●De stand van het contact wordt door de
auto opgeslagen. Als de accu wordt losge-
nomen en weer aangesloten, keert het
contact terug naar de stand die was gese-
lecteerd voordat de accu werd losgeno-
men. Controleer of het contact UIT is gezet
voordat u de accu losneemt. Wees extra
voorzichtig als niet bekend is wat de stand
van het contact was voordat de accu werd
losgenomen.
Neem, als de motor na meerdere pogingen
nog niet start, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 299 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 302 of 582

3006-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Als het sproeierreservoir op LOW staat,
vul dan ruitensproeiervloeistof bij.
■Gebruik van de peilstok
Het ruitensproeiervloeistofniveau kan worden
gecontroleerd door in de peilstok te kijken
naar het niveau van de ruitensproeiervloei-
stof. Als het niveau lager is dan de tweede
opening van onderen (merkteken LOW) moet
er ruitensproeiervloeistof worden bijgevuld.
Actueel vloeistofniveau
WAARSCHUWING
■Chemicaliën in de accu
Accuzuur is giftig en bijtend en kan het
ontstaan van het licht ontvlambare en
explosieve waterstof veroorzaken. Neem
bij werkzaamheden bij of aan de accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht
om dodelijk of ernstig letsel te voorkomen:
●Veroorzaak geen vonken met gereed-
schap.
●Rook nooit en steek nooit een lucifer of
een aansteker aan bij de accu.
●Voorkom dat ogen, huid of kleren in
contact komen met de elektrolyt.
●Adem of slik nooit elektrolyt in.
●Gebruik een veiligheidsbril als u bij de
accu bezig bent.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Een veilige plaats voor het opladen
van de accu
Laad de accu altijd op in een open ruimte.
Laad de accu niet op in een garage of in
een afgesloten ruimte waar onvoldoende
ventilatie is.
■Noodmaatregelen met betrekking tot
elektrolyt
●Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met
water en schakel direct medische hulp in.
Blijf zo mogelijk water met een spons of
doek op de ogen deppen, terwijl u naar
een arts of het ziekenhuis gaat.
●Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water.
Als het pijn doet of brandt, roept u meteen
medische hulp in.
●Als er elektrolyt op uw kleding terecht-
komt
De elektrolyt kan via de kleding op uw huid
terechtkomen. Trek onmiddellijk de kle-
ding uit en volg, indien nodig, de proce-
dure zoals hierboven beschreven.
●Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk.
Schakel zo snel mogelijk medische hulp
in.
OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij
draaiende motor. Controleer ook of alle
accessoires zijn uitgeschakeld.
■Bijvullen van gedestilleerd water
Vul niet te veel bij. Anders kan er bij inten-
sief laden accuvloeistof lekken, waardoor
corrosie kan worden veroorzaakt.
Bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 300 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 303 of 582

301
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Controleer of de slijtage-indicatoren op
de banden te zien zijn. Controleer de
banden tevens op ongelijkmatige slij-
tage, zoals overmatige slijtage aan een
zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspan-
ning van het reservewiel ook als het
niet gebruikt wordt.
Nieuw loopvlak
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt
aangegeven met de tekst TWI of de indicatie
op de wang van de band.
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
Banden
Vervang of verwissel banden
afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 301 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 304 of 582

3026-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Vervang de band als de slijtage-indicatoren
te zien zijn.
■Wanneer moeten banden worden ver-
vangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een
band.
●De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of barsten die
zo diep zijn dat het binnenmateriaal zicht-
baar wordt en bulten die duiden op een
interne beschadiging
●Een band vaak leegloopt of niet goed kan
worden gerepareerd vanwege de grootte
of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als u er niet zeker van
bent.
■Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten
altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of
nauwelijks met de banden is gereden en de
banden niet beschadigd lijken te zijn.
■Brede banden
In het algemeen slijten brede banden eerder
en kan de grip op besneeuwde en/of gladde
wegen beperkt zijn in vergelijking met stan-
daard banden. Gebruik daarom winterban-
den of sneeuwkettingen op besneeuwde
en/of gladde wegen en rijd voorzichtig waar-
bij u uw snelheid aanpast aan de toestand
van de weg en de weersomstandigheden.
■Als de profieldiepte van winterbanden
minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de
winterbanden verloren.
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van
de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voor-
zorgsmaatregelen kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rij-
eigenschappen tot gevolg hebben, waar-
door een ongeval kan ontstaan met moge-
lijk dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
●Zorg dat alle 4 de banden de voorge-
schreven maat hebben en dat hun merk
en profiel identiek zijn.
●Gebruik uitsluitend de door Toyota voor-
geschreven bandenmaat.
●Gebruik alleen radiaalbanden.
●Gebruik geen zomer-, all-season- en
winterbanden door elkaar.
●Gebruik nooit banden onder uw auto die
zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan
het verleden onbekend is, loopt u extra
risico.
OPMERKING
■Brede banden
Het gebruik van brede banden kan leiden
tot meer schade aan de velg bij het rijden
op een slecht wegdek. Let daarom goed
op de volgende punten:
●Zorg ervoor dat de banden de juiste
spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller
beschadigd raken.
●Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge
of scherpe voorwerpen aan of erover-
heen. Anders kunnen de banden en vel-
gen ernstig beschadigd raken.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 302 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 305 of 582

303
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.
Vo o r
Voor een gelijkmatige bandenslijtage en een
langere levensduur van de banden adviseert
Toyota de wielen te wisselen met hetzelfde
interval als de controle van de banden.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde
bandenspanning kan op het
multi-informatiedisplay worden weer-
gegeven.
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder gewaarschuwd door mid-
del van een melding op het scherm
en een waarschuwingslampje.
(→Blz. 342)
OPMERKING
■Als tijdens het rijden in elke band een
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te
laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking
van de banden vermindert. Bovendien
kunnen de banden zelf en de velgen en
carrosserie beschadigd raken bij het rijden
over onverharde wegen.
Wisselen van banden
A
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 303 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 306 of 582

3046-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Bandenspanning
●Nadat met de startknop stand AAN gese-
lecteerd is, kan het enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven. Het kan ook enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven nadat de banden op spanning zijn
gebracht.
●De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn
gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet overeenkomt met de
OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu-
nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating
die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs,
vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger
is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings-
sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden-
spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• Wanneer u in de buurt van een televisie-
zendmast, elektriciteitscentrale, tanksta-
tion, radiozender, videowall, luchthaven of
andere locatie rijdt waar sterke radiogolven
of elektromagnetische velden aanwezig
zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Als de bandenpositiegegevens niet juist wor-
den weergegeven als gevolg van slechte ont-
vangst van de radiogolven, kan de weergave
worden hersteld door verder te rijden en zo
de ontvangst van de radiogolven te verande-
ren.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd.
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 304 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 307 of 582

305
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Laat de identificatiecodes van de ban-
denspanningssensoren en -zenders
registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
(→Blz. 307)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Bij het wisselen van wielen.
Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning (bijvoorbeeld omdat u de rij-
snelheid aanzienlijk gaat verande-
ren).
Als de bandenmaat wordt aange-
past.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er
water in de bandenspanningssensoren
terechtkomen en kunnen ze vast gaan
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje.
Anders kunnen de dopjes vast komen te
zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
(→Blz. 304)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 305 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 308 of 582

3066-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
4Houd de resetschakelaar van het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem ingedrukt tot het waar-
schuwingslampje lage bandenspan-
ning 3 keer langzaam knippert.
5Laat het contact nog enkele minu-
ten AAN staan en zet het vervol-
gens UIT.
■Als u per ongeluk op de resetknop van
het waarschuwingssysteem voor lage
bandenspanning drukt
Als de initialisatie is uitgevoerd, breng dan de
banden op de voorgeschreven spanning en
initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem opnieuw.
■Initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de resettoets indrukt
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer opnieuw de initi-
alisatie uit.
■Als de initialisatie van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem niet vol-
tooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in
enkele minuten. In de volgende gevallen wor-
den de instellingen echter niet opgeslagen en
zal het systeem niet goed werken. Laat, als
herhaalde pogingen de bandenspanning op
te slaan mislukken, de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Als de resetschakelaar van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer knippe-
ren.
●Na het initialiseren knippert het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning gedu-
rende 1 minuut en blijft het tijdens het rij-
den nog gedurende 10 minuten branden.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Druk niet op de resetknop van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem voor-
dat de banden op de voorgeschreven
spanning zijn gebracht. Anders kan het
voorkomen dat het waarschuwingslampje
voor de lage bandenspanning niet gaat
branden terwijl de bandenspanning te laag
is, of wel gaat branden terwijl de banden-
spanning in orde is.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 306 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 309 of 582

307
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
De bandenspanningssensoren en -zen-
ders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren. Laat de identifica-
tiecodes registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de bandenspan-
ningssensoren en -zenders van twee sets
banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de nor-
male banden als de winterbanden vooraf zijn
geregistreerd, is het niet nodig om de identifi-
catiecodes te registreren wanneer de nor-
male banden worden vervangen door winter-
banden.
Naast de set identificatiecodes van de senso-
ren van het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem die al bij de auto is geregis-
treerd, kan een tweede set identificatiecodes
worden geregistreerd.
Er kan een tweede set identificatiecodes van
de sensoren van het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden geregistreerd
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als er 2 sets identificatiecodes zijn geregis-
treerd, kunnen beide sets identificatiecodes
worden geselecteerd.
1Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet het contact AAN.
2Druk de resetschakelaar van het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem binnen 3 seconden 3 keer
achter elkaar in.
3Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat 3 seconden
branden en vervolgens 3 keer knip-
peren.
4Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat gedurende 1
minuut knipperen en blijft vervol-
gens branden.
5Als de wijziging van de identificatie-
code is voltooid, dooft het waar-
schuwingslampje lage bandenspan-
ning.
Controleer of de spanning van de banden
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
Registreren van
identificatiecodesWijzigen van de set
identificatiecodes
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 307 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 310 of 582

3086-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P
(automatische transmissie) of in de
achteruitversnelling (handgescha-
kelde transmissie).
Zet de motor af.
■Krik en krikslinger
Uw auto is voorzien van een bandenrepara-
tieset. Daarom is uw auto niet uitgerust met
een krik en een krikslinger voor het verwisse-
len van een wiel. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige om een krik
en een krikslinger aan te schaffen.
●Krik
●Krikslinger
Sleepoog
Schroevendraaier
Krikslinger (indien aanwezig)
Ver vangen van een band
Krik de auto uitsluitend op met de
krik onder een van de aangegeven
kriksteunpunten.
Als de auto wordt opgekrikt terwijl
de krik niet goed is geplaatst, kan
de auto beschadigd raken of van
de krik vallen en ernstig letsel ver-
oorzaken.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige als het vervangen van de
band moeilijk gaat.
Voor het opkrikken van de auto
Plaats van de krik en het gereedschap
A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 308 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM