TOYOTA MIRAI 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2021Pages: 574, PDF Size: 96.75 MB
Page 331 of 574

330
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-6. Rijtips
Voer, afhankelijk van de omstandighe-
den, de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet
met kracht te openen en zet de rui-
tenwissers niet aan als deze vastge-
vroren zijn. Giet warm water over het
bevroren gedeelte om het ijs te laten
smelten. Veeg het water direct weg
om te voorkomen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige
sneeuw van de luchtinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van
een juiste werking van de aanjager
van het aircond itioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of
sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, op
het chassis, rond de banden of op
de remmen, en verwijder deze
indien dat het geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de
onderzijde van uw schoenen voordat
u in de auto stapt. Verhoog de snelheid geleidelijk, houd
een veilige afstand tussen u en uw
voorligger en pas de snelheid aan aan
de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectiehen-
del in stand P, maar activeer de par-
keerrem niet. De parkeerrem kan
vastvriezen en bij het deactiveren niet
vrij komen. Blokkeer bij het parkeren
van de auto de wielen zonder de par-
keerrem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan
gevaarlijk zijn omdat de auto onver-
wacht in beweging kan komen, hetgeen
kan leiden tot een ongeval.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettin-
gen.
De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting (diameter 3 mm)
Dwarsketting (diameter 4 mm)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
Voordat u met de auto gaat
rijden
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
Kiezen van sneeuwkettingen
A
B
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 330 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 332 of 574

331
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-6. Rijtips
Rijden
De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen op de achter-
wielen. Gebruik geen sneeuwkettingen om
de voorwielen.
●Plaats sneeuwkettingen zo strak mogelijk
om de achterwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Om de ruitenwissers voor te kunnen
optillen wanneer er veel sneeuw of
vorst wordt verwacht, moeten de ruiten-
wissers voor met de ruitenwisserhendel
vanuit de ruststand in de servicestand
gezet worden. ( →Blz. 209)
Wetgeving met betrekking
tot het gebruik van
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
Ruitenwissers voor
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 331 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 333 of 574

332
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-6. Rijtips
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 332 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 334 of 574

6
333
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6
Voorzieningen in het interieur
Voorzieningen inhet interieur
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
ALL AUTO-regeling................ 334
Automatische airconditioning ..................... 335
Automatische airconditioning achter .......... 343
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming/
stoelventilatoren .................. 345
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ............... 348
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden .......... 351
Voorzieningen bagageruimte ...................... 354
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het
interieur
Toyota Multi-Operation Touch................................... 356
Elektrisch bedienbaar zonnescherm....................... 357
Overige voorzieningen in het interieur ......................... 359
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 333 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 335 of 574

334
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
6-1.Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
*: Indien aanwezig
Selecteer van de Toyota Multi-Ope-
ration Touch, geef het scherm “Klimaat-
regeling stoel/stuur” weer en selecteer .
De indicator op het bedieningsscherm voor
de ALL AUTO-regeling gaat branden; de
automatische airconditi oning, stoelverwar-
ming, stoelventilatoren en stuurwielverwar-
ming werken in de automatische modus.
Wanneer een van de systemen handmatig
wordt bediend, dooft de indicator. Alle ove-
rige functies blijven echter in de automati-
sche modus werken.
■Automatische airconditioning
(→Blz. 335)
De temperatuur kan voor elke zitplaats
afzonderlijk worden ingesteld.
■Stoelverwarming (indien aanwe-
zig) en -ventila toren (indien aan-
wezig) ( →Blz. 345)
Verwarming of ventilatie wordt automa-
tisch geselecteerd overeenkomstig de
ingestelde temperatuur van de aircon-
ditioning, de buitentemperatuur, enz.
■Stuurwielverwarming (indien aan-
wezig) ( →Blz. 345)
De stuurwielverwarming werkt automa-
tisch overeenkomstig de ingestelde
temperatuur van de airconditioning, de
buitentemperatuur, enz.
■Detectiefunctie passagier
De stoelverwarming en -ventilator werken
automatisch als er een passagier is gesigna-
leerd op de voorpassagiersstoel.
■Bediening stoelverwarming/stoelventi-
lator
Wanneer de automatische modus is geselec-
teerd met de schakelaar voor de stoelverwar-
ming/stoelventilator, vi ndt er geen signalering
van passagiers plaats.
■Werking stoelverwarming achter (auto's
met 3-ZONE-klimaatregeling)
De stoelverwarming achter wordt niet gere-
geld door de ALL AUTO-regeling.
ALL AUTO-regeling*
De stoelverwarming (indien aan-
wezig), stoelventilatoren (indien
aanwezig) en stuurwielverwarming
(indien aanwezig) worden elk auto-
matisch geregeld overeenkomstig
de ingestelde temperatuur van de
airconditioning, de buitentempera-
tuur, de temperatuur in de auto,
enz. De ALL AUTO- regeling zorgt
voor comfortabele omstandighe-
den zonder dat elk systeem moet
worden afgesteld.
Inschakelen van de
ALL AUTO-regeling
Bediening van elk systeem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 334 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 336 of 574

335
6
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Toetsen temperatuurregeling links
Toets luchtcirculatieregeling
Toets verhogen aanjagersnelheid
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid wor-
den automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
De airconditioning kan worden bediend via het bedieningspaneel voor de
airconditioning en het aircobedieningsscherm op de Toyota Multi-Opera-
tion Touch.
Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse
besturing.
Verder zijn de positie van het disp lay en de knoppen per systeem verschil-
lend.
Raadpleeg Blz. 356 voor meer informatie over de Toyota Multi-Operation
Touch.
Bedieningspaneel airconditioning
A
B
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 335 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 337 of 574

336
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Toets verlagen aanjagersnelheid
Toets “Keuze”
Toetsen temperatuurregeling rechts
Toets DUAL of 3-ZONE
Toets buitenlucht-/recirculatiemodus
Toets ECO-modus airconditioning
Toets A/C
Selectietoets bedieningsscherm airconditioning achter
Toets automatische modus
Toets voorruitverwarming
Toets achterruit- en buitenspiegelverwarming
Toets OFF
■Wijzigen van de ingestelde tempe-
ratuur
Druk op van de temperatuurtoet-
sen op het bedieningspaneel van de
airconditioning of selecteer van
de temperatuurtoetsen op het aircobe-
dieningsscherm om de temperatuur te
verhogen.
Druk op van de temperatuurtoet-
sen op het bedieningspaneel van de
airconditioning of selecteer van
de temperatuurtoetsen op het aircobe-
dieningsscherm om de temperatuur te
verlagen.
Als de toets ingedrukt wordt gehouden of als u uw vinger op de toets houdt, wordt de tem-
peratuur steeds verder verhoogd of ver-
laagd.
Als de indicator van de toets A/C niet brandt,
blaast het systeem lucht met de omgevings-
temperatuur of verwarmde lucht in het interi-
eur.
■Instellen van de aanjagersnelheid
Druk op de toets voor het verhogen van
de aanjagersnelheid op het bedie-
ningspaneel van de airconditioning of
selecteer de toets voor het verhogen
van de aanjagersnelheid op het airco-
bedieningsscherm om de aanjagersnel-
heid te verhogen.
Druk op de toets voor het verlagen van
de aanjagersnelheid op het bedie-
ningspaneel van de airconditioning of
selecteer de toets voor het verlagen
van de aanjagersnelheid op het airco-
bedieningsscherm om de aanjagersnel-
heid te verlagen.
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 336 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 338 of 574

337
6
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Druk op de toets OFF op het bedie-
ningspaneel voor de airconditioning om de
aanjager uit te schakelen.
■Wijzigen van de luchtcirculatie-
modus
Selecteer de toets voor de luchtcircula-
tieregeling op het aircobedienings-
scherm.
De luchtcirculatiemodus verandert iedere
keer dat de toets wordt geselecteerd.
: Er stroomt lucht naar het bovenli-
chaam
: Er stroomt lucht naar het bovenli-
chaam en de voeten
: Er stroomt lucht naar de voeten
: Er stroomt lucht naar de voeten en
de voorruitverwarming is in werking
■Schakelen tussen buitenluchtmo-
dus en recirculatiemodus
Selecteer de toets voor de buitenlucht-
/recirculatiemodus op het aircobedie-
ningsscherm.
Iedere keer dat de toets wordt geselecteerd,
wijzigt de modus tussen buitenluchtmodus
en recirculatiemodus.
Wanneer de recirculatiemodus is geselec-
teerd, brandt het controlelampje op de toets
buitenlucht-/recirculatiemodus.
■In-/uitschakelen van de koel- en
ontvochtigingsfunctie
Selecteer de toets A/C op het aircobe-
dieningsscherm.
Wanneer de functie is ingeschakeld, brandt
het controlelampje op de toets A/C.
■ECO-modus airconditioning
De airconditioning wordt zo bediend dat
er prioriteit wordt gegeven aan een laag
brandstofverbruik door de aanjager-
snelheid te verlagen, enz.
Selecteer de toets voor de ECO-modus
van de airconditioning op het aircobe-
dieningsscherm.
Wanneer de ECO-modus voor de airconditi-
oning is ingeschakeld, brandt de indicator
van de toets voor de ECO-modus van de air-
conditioning.
■Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om
de voorruit en de zijruiten voor te ont-
wasemen.
Druk op de toets voor de voorruitver-
warming op het bedieningspaneel voor
de airconditioning.
Zet, als de recirculat iemodus is ingescha-
keld, de toets voor de buitenlucht-/recircula-
tiemodus in de buitenluchtmodus. (Mogelijk
gaat dit automatisch.)
Verhoog de aanjagersnelheid en de tempe-
ratuur om de voorruit en zijruiten snel te ont-
wasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd
nogmaals op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming om terug te keren naar de
vorige modus.
Als de voorruitverwarming is ingeschakeld,
brandt het controlelampje op de schakelaar
voorruitontwaseming.
■Ontwasemen van de achterruit en
buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming worden gebruikt om de achterruit
te ontwasemen en om regendruppels,
dauw en ijs van de buitenspiegels te
verwijderen.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 337 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 339 of 574

338
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Druk op de toets voor de achterruit- en
buitenspiegelverwarming op het bedie-
ningspaneel voor de airconditioning.
De buitenspiegelverwarming schakelt na 15
minuten automatisch uit.
Als de toets achterruit- en buitenspiegelver-
warming is ingeschakeld, brandt het contro-
lelampje op de toets achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
■Bedieningsscherm voor opties
Selecteer de toets “Keuze” om het
bedieningsscherm voor opties weer te
geven.
De functies kunnen in en uit worden gescha-
keld.
Wanneer de functie is ingeschakeld, gaat de
indicator op het scherm branden.
Geconcentreerde luchtcirculatiemo-
dus voorstoel (S-FLOW-modus)
(indien aanwezig) ( →Blz. 340)
Hiermee kunt u het vorige scherm
weergeven.
Voorruitverwarming (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 341)
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto
hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk
beslaan. Wanneer de koel- en ontvochti-
gingsfunctie wordt ingeschakeld, wordt de
lucht die via de uitstroomopeningen
stroomt ontvochtigd en wordt de voorruit
efficiënt ontwasemd.
●Als u de koel- en ontvochtigingsfunctie uit-
schakelt, zullen de ruiten mogelijk sneller
beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd
en om de auto te helpen koelen wanneer
het buiten warm is.
●Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recir-
culatiemodus automat isch ingeschakeld
afhankelijk van de inges telde temperatuur
of de temperatuur in de auto.
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna
0°C daalt
De ontvochtigingsfuncti e werkt mogelijk niet,
zelfs niet wanneer de toets A/C wordt gese-
lecteerd.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
●In de ECO-rijmodus wordt de airconditio-
ning als volgt bediend voor een laag
brandstofverbruik:
• Het brandstofcelsysteem en de werking van de compressor worden geregeld om
de verwarm-/koelcapaciteit te beperken
• Wanneer de automatische modus is geko- zen, wordt de aanjagersnelheid beperkt
●Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
• Wijzig de aanjagersnelheid
• Schakel de ECO-rijmodus uit ( →Blz. 320)
• Schakel de ECO-modus van de airconditi- oning uit
●Als de ECO-rijmodus wordt ingeschakeld,
wordt de ECO-modus van de airconditio-
ning automatisch ingeschakeld. Zelfs in
dat geval kan de ECO-modus van de air-
conditioning worden ui tgeschakeld door de
toets voor de ECO-modus van de aircondi-
tioning te selecteren.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
A
B
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 338 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 340 of 574

339
6
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●Om geuren die bij het inschakelen van de
airconditioning optreden te onderdrukken,
wordt de luchtcirculatiemodus mogelijk
gewijzigd om lucht naar de voeten te bla-
zen of stopt het systeem kortstondig met
lucht blazen direct nadat de airconditioning
in de automatische modus wordt ingescha-
keld.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
■Interieurfilter
→ Blz. 320
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: →Blz. 485)
1 Druk op de toets AUTO op het
bedieningspaneel voor de aircondi-
tioning.
2 Wijzig de ingestelde temperatuur.
3 Druk op de toets OFF op het bedie-
ningspaneel voor de airconditioning
om de werking te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi worden
bediend, dooft het controlelampje van
de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld
voor de andere functies dan die worden
bediend.
■Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch
geregeld op basis van de gekozen tempera-
tuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van de schakelaar
voor de automatische modus kan de aanja-
ger even worden uitgeschakeld tot er vol-
doende warme of koude lucht voorhanden is.
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer.
Het verschil tussen de buitentemperatuur
en de temperatuur van de voorruit zorgt
ervoor dat de buitenkant van de voorruit
beslaat, waardoor het zicht wordt belem-
merd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het spiegeloppervlak van de buiten-
spiegels niet aan wanneer de buitenspie-
gelverwarming is ingeschakeld.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat, als het brandstofcelsysteem is uitge-
schakeld, de aircondi tioning niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk is.
Gebruik van de automatische
modus
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 339 Friday, November 6, 2020 11:27 AM