stop start TOYOTA MIRAI 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2021Pages: 574, PDF Size: 96.75 MB
Page 17 of 574

16
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
Overzicht
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 207
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 207
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof .......................................................... Blz. 384
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 435
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 416
Audiosysteem
*2
Airconditioning ........................................................................................ Blz. 335
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 335
Airconditioning ........................................................................................ Blz. 335
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 335
Achterruitverwarming ................................................................................ Blz. 337
Hoofdschakelaar openingssysteem achterklep ................................... Blz. 142
Selectiehendel ......................................................................................... Blz. 185
Wijzigen van de schakelstand ................................................................... Blz. 186
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 419
Startknop.................................................................................................. Blz. 180
Starten van het brandstofcelsyst eem/wijzigen van de modi...................... Blz. 180
Noodstop van het brandstofcelsysteem .................................................... Blz. 416
Als het brandstofcelsysteem niet kan worden gestart ............................... Blz. 450
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 435
Schakelaar stuurverstelling
*1/
ontgrendelingshendel stuurverstelling
*1.............................................. Blz. 153
Afstellen..................................................................................................... Blz. 153
Ergonomisch geheugen ............................................................................ Blz. 148
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 378
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatiesysteem.
D
E
F
G
H
I
J
K
L
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 16 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 24 of 574

23
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
Overzicht
Tellers ....................................................................................................... Blz. 110
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel .............................................................................. Blz. 110
Waarschuwingslampjes/controlelampjes................................................... Blz. 106
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 425
Multi-informatiedisplay ........................................................................... Blz. 114
Display........................................................................................................ Blz. 114
Energiemonitor .......................................................................................... Blz. 126
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 435
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 207
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 207
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof .......................................................... Blz. 384
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 435
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 378
Schakelaar stuurverstelling
*2/ontgrendelingshendel
stuurverstelling
*2..................................................................................... Blz. 153
Afstellen..................................................................................................... Blz. 153
Ergonomisch geheugen ............................................................................ Blz. 148
Startknop.................................................................................................. Blz. 180
Starten van het brandstofcelsyst eem/wijzigen van de modi...................... Blz. 180
Noodstop van het brandstofcelsysteem .................................................... Blz. 416
Als het brandstofcelsysteem niet kan worden gestart ............................... Blz. 450
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 435
Selectiehendel ......................................................................................... Blz. 185
Wijzigen van de schakelstand ................................................................... Blz. 186
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 419
Hoofdschakelaar openingssysteem achterklep ................................... Blz. 142
*1: Raadpleeg de handleiding voor het navigatiesysteem.
*2: Indien aanwezig
E
F
G
H
I
J
K
L
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 23 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 91 of 574

90
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
2-1. Brandstofcelauto
Dankzij de elektromotor (tractiemotor)
kan er soepel en krachtig worden weg-
gereden en geaccelereerd. Deze auto
rijdt ongeveer hetzelfde als auto's met
een benzinemotor zonder dat er speci-
ale handelingen van de bestuurder
nodig zijn. (→Blz. 172) Omdat er geen
motorgeluiden zijn en de auto stil is,
kunnen er werkingsgeluiden die uniek
zijn voor onderdelen van een brandstof-
celauto hoorbaar zijn. (→Blz. 89)
■Regeneratief remmen
In de volgende situaties wekt de auto elektri-
citeit op uit decelereren van de auto tijdens
het rijden.
●Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl er
wordt gereden met de selectiehendel in
stand D.
●Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl er
wordt gereden met de selectiehendel in
stand D.
■Laden van de tractiebatterij
Omdat door het brandstofcelpakket elektrici-
teit wordt opgewekt en de tractiebatterij wordt
opgeladen door regeneratief remmen, hoeft
de batterij niet te worden opgeladen door een
externe bron. Als de auto echter gedurende
lange tijd wordt geparkeerd, raakt de tractie-
batterij langzaam ontladen. Daarom moet u
ervoor zorgen dat er elke paar maanden
gedurende minimaal 30 minuten of 16 km
met de auto gereden wordt.
Als de tractiebatterij volledig ontladen raakt
en u het brandstofcelsysteem niet meer kunt
starten, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Opladen van de 12V-accu
→ Blz. 457
■Parkeren
Omdat er geen motorgeluiden en trillingen
zijn, kan gemakkelijk worden gedacht dat de
brandstofcelauto uit staat, terwijl hij nog
steeds loopt (controlelampje READY brandt).
Zet uit veiligheidsoverwegingen altijd de
selectiehendel in stand P en activeer de par-
keerrem wanneer u de auto parkeert.
Het systeem gedraagt zich mogelijk
anders bij lage buitentemperaturen
omdat het een speciaal koude-startpro-
ces uitvoert om de startprestaties te
verbeteren. (→Blz. 180)
De werkingsgeluiden ( →Blz. 89), het
afvoerproces ( →Blz. 180), enz. zijn
anders dan normaal. Dit duidt echter
niet op een storing.
Gecomprimeerd wate rstofgas kan wor-
den getankt bij waterstofstations.
Raadpleeg voor meer informatie over water-
stof als brandstof en tanken het hoofdstuk
“Openen van de tankdopklep” in deze hand-
leiding. ( →Blz. 211)
Brandstofcelauto's maken in tegenstel-
ling tot auto's met een benzinemotor
geen motorgeluid. Er wordt daarom een
geluid, dat aangepast wordt aan de rij-
snelheid, afgespeeld om mensen in de
buurt te waarschuwen dat de auto
nadert. Het geluid stopt als de rijsnel-
heid hoger wordt dan ongeveer 25
km/h.
■De waarschuwing horen
In de volgende gevallen is het akoestische
voertuigwaarschuwi ngssysteem mogelijk
moeilijk te horen voor mensen in de buurt.
●In gebieden met harde omgevingsgeluiden
●In de wind of regen
Ook is het akoestische voertuigwaarschu-
wingssysteem achter de auto mogelijk moei-
lijker te horen dan vóór de auto omdat het
systeem aan de voorzijde van de auto is
geïnstalleerd.
Rijden met de autoBrandstofcelsysteem
Brandstof tanken
Akoestisch voertuigwaarschu-
wingssysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 90 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 94 of 574

93
2
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
2-1. Brandstofcelauto
Brandstofcelsysteem
Elektromotor (tractiemotor)
Hoogspanningskabels (oranje)
Brandstofcelpakket (brandstofcel en waterstofpomp)
Luchtcompressor
Aircocompressor
■Als “Hydrogen Leakage Detected Visit
Your Dealer” (Waterstoflekkage gesig-
naleerd. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er lekt mogelijk een kleine hoeveelheid
waterstofgas. Laat de auto onmiddellijk nakij-
ken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Als “FCV Sys. OFF Due to Hydrogen
Leak Stop in Safe Place See Manual”
(brandstofcelsysteem UIT ten gevolge
van waterstoflekkage, stop op een vei-
lige plaats, zie handleiding) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
●Er lekt mogelijk waterstofgas.
Als er waterstofgas lekt of een andere sto-
ring wordt gesignaleerd: →Blz. 97
●De airconditioning wordt automatisch uit-
geschakeld.
■Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het brandstofcel-
systeem niet kan worden gestart, vul dan
brandstof bij totdat het waarschuwingslampje
laag brandstofniveau (→ Blz. 432) uitgaat
alvorens opnieuw te proberen te starten. Als
er te weinig brandstof is bijgevuld, kan het
systeem mogelijk niet worden gestart.
■Brandstofcelpakket
●Afhankelijk van de gebruiksomgeving kan
het uitgangsvermogen van de brandstofcel
gedurende de levensduur van de auto
afnemen. Dit zal echter amper effect heb-
ben op de rijprestaties.
●In de volgende situaties neemt het uit-
gangsvermogen van de brandstofcel
mogelijk sneller af dan bij normaal rijden:
• Langdurig gebruik in gebieden met grote hoeveelheden stof
• Langdurig gebruik in gebieden met hoge concentraties zwavel (zoals vulkanen of
warmwaterbronnen)
• Langdurig gebruik in gebieden met hoge concentraties van de volgende stoffen:
- Organische oplosmiddelen, zoals verf en
thinner
- Aminehoudende materialen zoals ammo-
niak
- Chloorhoudende stoffen zoals zoutaanslag
en strooizout
• Er komt zout water terecht in het luchtfilter Het verdient aanbeveling het luchtfilter te
vervangen en de omliggende onderdelen
te reinigen. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige
• Het aantal keren dat het brandstofcelsys- teem is gestart en gestopt is uitzonderlijk
hoog
• Langdurig gebruik bij temperaturen onder het vriespunt
• Er is vervuilde brandstof getankt die niet voldoet aan de ISO-14687-norm
■Waterstoftanks
●De waterstoftanks zijn de hogedrukopslag-
tanks die zijn gevuld met gecomprimeerd
waterstofgas. Er kan worden getankt bij
waterstofstations.
J
K
L
M
N
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 93 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 119 of 574

118
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Eco Score
De volgende 3 Eco-rijmethoden worden
geëvalueerd op 5 niveaus: soepel wegrijden
vanuit stilstand, rijden zonder plotselinge
acceleratie en soepel tot stilstand komen. Bij
stilstaande auto wordt er een Eco-score van
maximaal 100 weergegeven.
Score
Eco-status wegrijden vanuit stil-
stand
Eco-status rijden met constante
snelheid
Eco-status tot stilstand brengen
De 3 situaties worden tijdens het rijden met
de iconen weergegeven.
Lezen van het staafdisplay:
Na het wegrijden wordt de Eco Score pas
weergegeven als de rijsnelheid hoger wordt
dan ongeveer 30 km/h.
Telkens als de auto wegrijdt, wordt de Eco
Score gereset en wordt een nieuwe evalua-
tie gestart. Als het brandstofcelsysteem stopt, wordt de
huidige totaalscore weergegeven.
*
*
: De score wordt alleen weergegeven wan- neer “Eco Score” wordt geselecteerd voor
“Trip Summary” (overzicht rit).
(→ Blz. 120)
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score” werkt niet wan-
neer
De begeleiding milieubewust bedienen gas-
pedaal/”Eco Score” werkt niet in de volgende
situaties:
●De indicator van het brandstofcelsysteem
werkt niet.
●Er wordt met de auto gereden terwijl de
Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik is ingeschakeld.
■Weergave informatie ondersteu-
nend systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden weergege-
ven:
LTA (Lane Tracing Assist)
(→Blz. 231)
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik ( →Blz. 245)
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde weergave
Hiermee kan de volgende aan het navi-
gatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven.
Routebegeleiding
Kompasdisplay (weergave noorden
boven/weergave rijrichting boven)
ScoreStaafdisplay
Niet
beoor-
deeld
Laag
Hoog
A
B
C
D
Weergave informatie
ondersteunend systeem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 118 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 145 of 574

144
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties kunnen storingen optre-
den in de communicatie tussen de elektroni-
sche sleutel en de auto, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering mogelijk niet
goed werken: (Oplossingen: →Blz. 452)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• Een andere elektronische sleutel of afstandsbediening die radiogolven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 144 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 182 of 574

181
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
●Als het brandstofcelsysteem wordt gestart
bij lage temperaturen, wordt “FCV Sys.
OFF Due to Cold Stop in Safe Place See
Owner’s Manual” (brandstofcelsysteem
UIT ten gevolge van kou, stop op een vei-
lige plaats, zie handlei ding) mogelijk weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Het brandstofcelsysteem is bevroren en kan
niet worden gestart. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het uitgangsvermogen wordt tijdelijk
beperkt totdat het brandstofcelsysteem
volledig op bedrijfstemperatuur is.
●Als de tractiebatterij extreem koud is (tem-
peratuur lager dan ongeveer -30°C) als
gevolg van de buitentemperatuur, kan het
brandstofcelsysteem mogelijk niet worden
gestart. Probeer in dat geval het brandstof-
celsysteem nogmaals te starten nadat de
temperatuur van de tractiebatterij is opge-
lopen omdat bijvoorbeeld de buitentempe-
ratuur is gestegen.
■Als het brandstofcelsysteem niet kan
worden gestart
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 80)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
●Controleer of de tankdopklep gesloten is.
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart als de tankdopklep open is. Sluit de
tankdopklep alvorens het systeem te star-
ten. ( →Blz. 213)
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een brandstofcelauto
→ Blz. 89
■Als de 12V-accu is ontladen
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart met het Smart entry-systeem met
startknop. Raadpleeg Blz. 455 om het brand-
stofcelsysteem opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
→ Blz. 132
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
→ Blz. 144
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
→ Blz. 145
■Als op het multi-informatiedisplay
“Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop;
raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto direct nakijken door uw
Toyota-dealer.
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai daarbij
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het brand-
stofcelsysteem in ko rte tijd herhaaldelijk
wordt in- en uitgeschakeld. Wacht in dat
geval met het bedienen van de startknop.
Na ongeveer 10 seconden zal de elektro-
motor van het stuurslot weer functioneren.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 181 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 183 of 574

182
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
■Als het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als er een storing in het brandstofcel-
systeem zit
→ Blz. 435
■Batterij elektronische sleutel
→ Blz. 405
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het brandstofcelsys-
teem niet gestart.
●Als u probeert het brandstofcelsysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het brandstofcelsys-
teem in sommige gevallen mogelijk niet.
Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet
een paar seconden voordat u het brand-
stofcelsysteem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 452 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen.
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 191)
3 Zet de selectiehendel in stand P.
(→Blz. 187)
Controleer of de schakelstandindicator P
aangeeft en of het waarschuwingslampje
parkeerrem brandt.
4Druk op de startknop.
Het brandstofcelsysteem stopt en de weer-
gave van het instrumentenpaneel dooft (de
schakelstandindicator dooft een paar secon-
den na de weergave van het instrumenten-
paneel).
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het instru-
mentenpaneel.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van het brandstofcel-
systeem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het brandstofcelsysteem te star-
ten. Trap onder geen enkele voorwaarde
het gaspedaal in bij het starten van het
brandstofcelsysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het brandstofcelsys-
teem zich voordoet terwijl de auto rijdt,
vergrendel of open de portieren dan niet
totdat de auto veilig en volledig tot stil-
stand is gekomen. De stuurslotfunctie
wordt geactiveerd, wat kan leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
OPMERKING
■Bij het starten van het brandstofcel-
systeem
Indien het brandstofcel systeem moeilijk
start, laat uw auto dan onmiddellijk contro-
leren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld al s de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het
brandstofcelsysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 182 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 184 of 574

183
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
■Uitschakelen van het brandstofcelsys-
teem bij lage temperaturen
●Als de startknop wordt ingedrukt en het
brandstofcelsysteem wordt uitgeschakeld
bij lage temperaturen, kan het uitstoten
van water via de uitlaatpijp langer duren
dan normaal om te voorkomen dat de
vloeistof in het brandstofcelpakket
bevriest.
●Als “FCV System Purge in Progress Purge
will Stop Automatically” (uitstoot brandstof-
celsysteem bezig, uitstoot stopt automa-
tisch) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, kunt u de auto gewoon
verlaten.
●Het uitstoten van water kan ook langer
duren als het systeem wordt uitgeschakeld
voordat het brandstofcelsysteem volledig
op bedrijfstemperatuur is.
●Tijdens het uitstoten van water zijn sis-
sende en andere geluiden normaal.
( → Blz. 89)
●Tanken is geen probleem als er water
wordt uitgestoten. Het uitstootproces wordt
na een aantal minuten automatisch uitge-
voerd en er wordt mogelijk een witte mist
uitgestoten. Dit duidt echter niet op een
storing.
■Parkeren van de auto bij koud weer
●Er wordt mogelijk automatisch water uitge-
stoten via de uitlaatpijp, zelfs wanneer het
brandstofcelsysteem is uitgeschakeld, om
te voorkomen dat vloeistof in het brand-
stofcelpakket, waterstofleidingen, enz.
bevriest. Er kan ook waterdamp worden
uitgestoten, maar dit duidt niet op een sto-
ring.
●Tijdens het uitstoten van water zijn sis-
sende en andere geluiden normaal.
( → Blz. 89)
■Bij een storing in de schakelregeling
Wanneer wordt geprobeerd om het contact
UIT te zetten terwijl de schakelregeling defect
is, wordt het contact mogelijk in stand ACC
gezet. In dit geval kan het contact UIT wor-
den gezet door de parkeerrem te activeren
en nogmaals de startknop in te drukken.
Laat de auto onmiddellijk controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als er een
storing aanwezig is in het systeem.
■Functie automatisch selecteren van
stand P
→ Blz. 188
■Uitstoot van water (H2O-toets)
→ Blz. 196
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het brandstofcel-
systeem in een noodgeval
●Als u in een noodgeval het brandstofcel-
systeem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze ten
minste 3 keer kort achter elkaar in.
(→ Blz. 416)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
brandstofcelsysteem tijdens het rijden
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor
zal het sturen veel zwaarder gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Druk op de startknop om het brandstof-
celsysteem opnieuw te starten nadat dit
ten gevolge van een noodsituatie is uit-
geschakeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 183 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 197 of 574

196
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Als op de toets H2O wordt gedrukt ter-
wijl het controlelampje READY brandt,
stoot de auto water uit.
Als de toets nogmaals wordt ingedrukt,
stopt de uitstoot van water.
Er worden meldingen over de uitstoot van
water uit het systeem en het voltooien van
de uitstoot weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
■Functie voor afvoer van water bij koud
weer
Het is mogelijk dat onder de volgende
omstandigheden het automatisch wateraf-
voersysteem van het brandstofcelsysteem
niet goed werkt. Mogelijk kan het brandstof-
celsysteem niet worden gestart doordat het
brandstofcelpakket, de waterstofleidingen,
enz. bevroren zijn.
●Bij het vervoeren of slepen van de auto
wanneer het vriest
●Wanneer de kabels van de 12V-accu zijn
losgenomen wanneer het vriest
Bedien preventief de functie voor afvoer van
water aan de hand van de onderstaande pro-
cedure om te voorkomen dat water in het
systeem bevriest.
1 Zet het contact AAN en druk op de toets
H
2O.
Controleer of de melding “Active Purge Mode
ON” (modus actieve uitstoot AAN) wordt
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
2 Trap het rempedaal in en druk op de
startknop om het brandstofcelsysteem te
starten.
Controleer of het controlelampje READY
gaat branden.
3 Druk op de startknop om het brandstof-
celsysteem uit te schakelen.
Het water wordt automatisch afgevoerd. (lan-
ger dan bij de normale afvoer van water)
■Uitstoot van water tijdens parkeren
De functie voor afvoer van water voorkomt de
uitstoot van water tijdens parkeren niet volle-
dig. De uitstootcapaciteit tijdens parkeren wij-
zigt afhankelijk van de buitentemperatuur en
de werkingsvoorwaarden.
Als het controlelampje READY blijft branden
nadat het water is afgevoerd, wordt er moge-
lijk water gegenereerd en uitgestoten tijdens
parkeren.
Uitstoot van water
(toets H
2O)
Als het brandstofcelsysteem is uit-
geschakeld, wordt er automatisch
water via de uitlaatpijp uitgesto-
ten.
Om de ophoping van water in par-
keergarages, enz. te beperken,
kunt u het water vóór het parkeren
handmatig afvoeren.
H2O-toets
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 196 Friday, November 6, 2020 11:27 AM