TOYOTA MIRAI 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2022Pages: 578, PDF Size: 99.29 MB
Page 301 of 578

299
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
2Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park en controleer of er
een mogelijk parkeervak wordt
weergegeven op het multimedia-
display.
Als er een parkeerplaats wordt
gesignaleerd waar uw auto kan wor-
den geparkeerd, wordt er een vak
met het beoogde parkeervak weer-
gegeven.
Als het mogelijk is om hier haaks in
te parkeren, selecteer dan het par-
keervak en selecteer vervolgens
om over te schakelen op de
functie haaks inparkeren.
3 Selecteer de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Als het rempedaal wordt losgelaten,
wordt “Moving Forward...” (rijdt naar
voren...) weergegeven en begint de
auto vooruit te rijden.
Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park om de begeleiding
uit te schakelen.
Als de begeleiding wordt uitgeschakeld,
wordt “Advanced Park Cancelled” (Advan-
ced Park uitgesc hakeld) weergegeven.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 300
4Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto stopt in het beoogde
parkeervak.
Als de auto tot stilstand komt, wordt “Advan-
ced Park Finished” (Advanced Park beëin-
digd) weergegeven en wordt de begeleiding
beëindigd.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 299 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 302 of 578

300
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als u selecteert op het multime-
dia-display, zal de op het voltooiings-
scherm van de Parking Assist weer-
gegeven auto draaien.
■Als u merkt dat de auto een voertuig,
object, persoon of greppel in de buurt
te dicht nadert
Trap het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen en zet de selectiehendel in
een andere stand om de koers van de auto te
veranderen. Op dat moment wordt de bege-
leiding onderbroken. Als de toets “Start” ech-
ter wordt geselecteerd, wordt de begeleiding
hervat en beweegt de auto in de richting die
overeenkomt met de geselecteerde stand
van de selectiehendel.
■Als “No available parking space” (geen
parkeervak beschikbaar) wordt weerge-
geven
Zelfs wanneer de auto parallel aan een par-
keervak tot stilstand wordt gebracht, wordt
een ernaast geparkeerde auto mogelijk niet
gesignaleerd. Als in dat geval de auto wordt
verplaatst naar een punt waarop een gepar-
keerde auto kan worden gesignaleerd, kan
de begeleiding worden gestart.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 300 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 303 of 578

301
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
OPMERKING
■Bij gebruik van de functie fileparkeren
●Controleer of er geen obstakels aanwe-
zig zijn binnen de gele afstandslijnen en
tussen de auto en de beoogde parkeer-
plaats. Als er obstakels worden gesig-
naleerd binnen de gele afstandslijnen of
tussen de auto en het beoogde parkeer-
vak, wordt de functie fileparkeren uitge-
schakeld of onderbroken.
●Het beoogde parkeervak kan niet cor-
rect worden ingesteld als het parkeer-
vak zich op een helling bevindt of als er
hoogteverschillen zijn. Hierdoor kan de
auto buiten het beoogde parkeervak of
scheef komen te staan. Gebruik de
functie fileparkeren daarom niet voor dit
soort parkeerplaatsen.
●Als een vlakbij geparkeerde auto smal
is, of zeer dicht tegen de stoeprand aan
geparkeerd staat, wordt uw auto ook
naar een positie dicht tegen de stoep-
rand aan begeleid. Breng, als het ernaar
uitziet dat de auto de stoeprand gaat
raken of van de weg raakt, de auto tot
stilstand door het rempedaal in te trap-
pen en druk vervolgens op de hoofd-
schakelaar van Advanced Park om het
systeem uit te schakelen.
●Wanneer zich aan de binnenzijde van
het parkeervak een muur of ander
obstakel bevindt, komt de auto mogelijk
tot stilstand op een positie net buiten het
ingestelde beoogde parkeervak.
●Afhankelijk van de omgevingscondities,
zoals de positie van andere geparkeerde
auto's, komt de auto mogelijk buiten het
beoogde parkeervak of scheef te staan.
Zet de auto indien nodig handmatig recht
in het parkeervak.
●De auto wordt begeleid naar een positie
die overeenkomt met de vlakbij gepar-
keerde auto, zelfs wanneer er een
obstakel, hoogteverschil of stoeprand
aanwezig is in het parkeervak. Breng,
als het ernaar uitziet dat de auto ergens
tegenaan gaat rijden, de auto tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen
en druk vervolgens op de hoofdschake-
laar van Advanced Park om het sys-
teem uit te schakelen.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 301 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 304 of 578

302
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Beschrijving functie
Door bij het verlaten van een filepar-
keerplek de richting waarin u wilt wegrij-
den te selecteren, begeleidt de functie
wegrijden na fileparkeren het wegrijden
door het wijzigen van de stand van de
selectiehendel en het bedienen van het
stuurwiel, het rempedaal en het gaspe-
daal om de auto te begeleiden naar een
positie vanaf waar u het parkeervak
kunt verlaten.
■Verlaten van een parkeervak met
behulp van de functie wegrijden
na fileparkeren
1 Druk met ingetrapt rempedaal en de
selectiehendel in stand P op de
hoofdschakelaar van Advanced
Park en controleer of het selectie-
scherm voor de vertrekrichting
wordt weergegeven op het multime-
dia-display.
2 Selecteer de richting waarin u wilt
vertrekken door de richtingaanwij-
zerschakelaar te bedienen
(→Blz. 188).
De vertrekrichting kan ook worden geselec-
teerd door een pijl op het multimedia-display
te selecteren.
3 Trap het rempedaal in en selecteer
de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Druk op de hoofdschakelaar van Advanced
Park om de begeleiding uit te schakelen.
Als de begeleiding wordt uitgeschakeld,
wordt “Advanced Park Cancelled” (Advan-
ced Park uitgesc hakeld) weergegeven.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 303
4Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto zich in een positie
bevindt waarin u het parkeervak
kunt verlaten.
Trap, als de auto stopt in een positie waarin
u het vak kunt verlaten, het rempedaal of
gaspedaal in. “Advanced Park Finished”
(Advanced Park beëindigd) wordt weergege-
ven en de begeleiding wordt beëindigd. Pak
het stuurwiel vast en rijd vooruit.
Functie wegrijden na
fileparkeren
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 302 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 305 of 578

303
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als u merkt dat de auto een voertuig,
object, persoon of greppel in de buurt
te dicht nadert
Trap het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen en zet de selectiehendel in
een andere stand om de koers van de auto te
veranderen. Op dat moment wordt de bege-
leiding onderbroken. Als de toets “Start” ech-
ter wordt geselecteerd, wordt de begeleiding
hervat en beweegt de auto in de richting die
overeenkomt met de geselecteerde stand
van de selectiehendel.
■Functie wegrijden na fileparkeren
●Als de bestuurder terwijl de begeleiding in
werking is bepaalt dat de auto het parkeer-
vak kan verlaten en het stuurwiel bedient,
wordt de begeleiding op die positie beëin-
digd.
●Gebruik de functie wegrijden na fileparke-
ren niet in een andere situatie dan bij het
verlaten van een fileparkeerplek. Trap het
rempedaal in, breng de auto tot stilstand
en druk vervolgens op de hoofdschakelaar
van Advanced Park om de begeleiding uit
te schakelen als de begeleiding onbedoeld
in werking is getreden.
■Situaties waarin de functie wegrijden na
fileparkeren niet werkt
In de volgende situaties werkt de functie
wegrijden na fileparkeren niet:
●Als er in de vertrekrichting auto's staan te
wachten bij een verkeerslicht
●Als er een auto stilstaat in het gebied ach-
ter de plek van waaruit de auto vertrekt
●Als er wordt gesignaleerd dat er zich een
muur, pilaar of persoon in de buurt van een
zijsensor voor of achter bevindt
●Wanneer de auto geparkeerd staat op een
stoeprand en een zijsensor het wegdek
signaleert
●Als er geen auto geparkeerd staat vóór de
auto
●Als er heel veel ruimte zit tussen de voor-
zijde van de auto en een geparkeerde auto
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 303 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 306 of 578

304
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Functie wegrijden na fileparkeren
Rijd in de volgende situatie voorzichtig
omdat de zijsensoren obs takels mogelijk
niet juist detecteren, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
●Als er een object aanwezig is in een
gebied dat buiten het detectiebereik van
de zijsensoren valt
Obstakel
●Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals
de volgende:
• Dunne objecten zoals draden, hekken en touwen
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage objecten
• Hoge objecten waarbij het bovenste deel uitsteekt
• Bewegende objecten zoals mensen of dieren
Mensen worden mogelij k ook niet gesigna-
leerd als ze bepaalde soorten kleding dra-
gen. Controleer altijd de omgeving van de
auto.
●Als er zich een gat of geul in de vertrek-
richting bevindt
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 304 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 307 of 578

305
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Beschrijving functie
De geheugenfunctie kan worden
gebruikt om te parkeren in een eerder
geregistreerd parkeervak, zelfs als er
geen vak is aangebracht en er geen
ernaast geparkeerde auto's zijn.
Er kunnen maximaal 3 parkeervakken
worden geregistreerd.
■Registreren van een parkeervak
1 Breng de auto tot stilstand op een
punt haaks op het midden van het
beoogde parkeervak.
1 m 2
Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park en selecteer vervol-
gens .
3 Selecteer de positie en richting van
het parkeervak.
Geheugenfunctie
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 305 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 308 of 578

306
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4Pas met behulp van de pijltoetsen
de positie van het te registreren par-
keervak aan en selecteer vervol-
gens de toets OK.
5 Selecteer de toets “Start”.
Er klinkt een zoemer, er wordt een melding
met betrekking tot de werking weergegeven
op het multi-informatiedisplay en de begelei-
ding wordt gestart.
Als u merkt dat de auto een voertuig, object,
persoon of greppel in de buurt te dicht
nadert: → Blz. 307
Als het rempedaal wordt losgelaten,
wordt “Moving Forward...” (rijdt naar
voren...) weergegeven en begint de
auto vooruit te rijden.
6 Voer de handelingen uit overeen-
komstig de weergegeven adviezen
totdat de auto stopt in het beoogde
parkeervak.
7 Controleer de positie waarop de
auto tot stilstand is gekomen. Pas
indien nodig de positie van het te
registreren parkeervak aan met
behulp van de pijltoetsen en selec-
teer vervolgens de registratietoets.
“Registration Completed” (registratie vol-
tooid) wordt weergegeven op het scherm
van het multimediasysteem.
Registreer het parkeervak alleen als
er geen obstakels aanwezig zijn bin-
nen het met de dikke lijnen aange-
geven gebied.
De mate waarin de positie van het te
registreren parkeervak kan worden
aangepast, is beperkt.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 306 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 309 of 578

307
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Bij het parkeren in een met behulp
van de geheugenfunctie geregis-
treerd parkeervak
1 Breng de auto tot stilstand op een
punt haaks op het midden van het
beoogde parkeervak.
1 m
2 Druk op de hoofdschakelaar van
Advanced Park en controleer of er
een mogelijk parkeervak wordt
weergegeven op het multimedia-
display.
3 Als de toets MODE wordt weerge-
geven, selecteer deze dan om de
geheugenfunctie te wijzigen.
4 Selecteer het gewenste parkeervak
en druk vervolgens op de toets
“Start”. Voer de procedure voor de functie
haaks inparkeren uit vanaf stap
3.
(→Blz. 296)
■Als u merkt dat de auto een voertuig,
object, persoon of greppel in de buurt
te dicht nadert
Trap het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen en zet de selectiehendel in
een andere stand om de koers van de auto te
veranderen. Op dat moment wordt de bege-
leiding onderbroken. Als de toets “Start” ech-
ter wordt geselecteerd, wordt de begeleiding
hervat en beweegt de auto in de richting die
overeenkomt met de geselecteerde stand
van de selectiehendel.
■Bij het overschrijven van een geregis-
treerd parkeervak
Als het maximale aantal parkeervakken is
geregistreerd en wordt geselecteerd,
kan een geregistreerd parkeervak worden
geselecteerd en vervolgens worden over-
schreven met een nieuw parkeervak.
■Als er meerdere parkeervakken zijn
geregistreerd
Selecteer het gewenste parkeervak en druk
vervolgens op de toets “Start”.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 307 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 310 of 578

308
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
OPMERKING
■Bij gebruik van de geheugenfunctie
●De geheugenfunctie is een functie die u
begeleidt bij het parkeren in een eerder
geregistreerd parkeervak. Als de toe-
stand van het wegdek, de auto of de
omgeving anders is dan bij de registra-
tie, wordt het parkeervak mogelijk niet
goed gesignaleerd of wordt u niet bege-
leid tot het punt waarop het parkeren
helemaal is afgerond.
●Registreer een parkeervak niet in
onderstaande situaties, omdat het inge-
stelde parkeervak dan mogelijk niet kan
worden geregistreerd of begeleiding
later wellicht niet mogelijk is.
• Als een cameralens vuil is
• Als het regent of sneeuwt
• In het donker (als de omgeving niet vol- doende verlicht is)
●In de volgende situaties kan een par-
keervak mogelijk niet worden geregis-
treerd.
• Als er zich vóór het parkeervak een stoep bevindt
• Als er onvoldoende ruimte aanwezig is tussen de weg en het parkeervak
• Als het wegdek rond het parkeervak niet zodanig afwijkt dat Advanced Park het
kan herkennen
●Als een parkeervak is geregistreerd in
een van de volgende situaties, wordt de
begeleiding later mogelijk niet gestart of
is begeleiding naar de geregistreerde
positie wellicht niet mogelijk.
• Als er schaduwen over het parkeervak vallen (er bevindt zich een carport
boven het parkeervak, enz.)
• Als er bladeren, afval of andere objec- ten in het parkeervak liggen die kunnen
bewegen
• Als het wegdek rond het parkeervak eenzelfde zich herhalend patroon heeft
(klinkers, enz.)
●In de volgende situaties kan Advanced
Park u mogelijk niet begeleiden naar de
geregistreerde parkeerplaats:
• Als er schaduwen over het parkeervak vallen
• Als er een object wordt gesignaleerd in het geregistreerde parkeervak
• Wanneer er een voetganger of passe- rend voertuig wordt gesignaleerd tijdens
de begeleiding
• Als de positie waarin de auto stilstaat bij het starten van de begeleiding afwijkt
van de positie tijdens het uitvoeren van
de registratie
• Als het geregistreerde parkeervak niet kan worden bereikt door de aanwezig-
heid van parkeerblokken, enz.
• Als het wegdek rond het parkeervak is gewijzigd (wegdek is verslechterd of
vernieuwd)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 308 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM