TOYOTA PROACE 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: PROACE, Model: TOYOTA PROACE 2020Pages: 430, PDF Size: 48.7 MB
Page 91 of 430

91
Proace_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2019
Als de linker achterdeur niet goed is gesloten (bij de rechter achterdeur wordt dit niet gesignaleerd):- brandt bij stilstaande auto en draaiende motor dit verklikkerlampje in combinatie met een waarschuwingsmelding die gedurende enkele seconden wordt weergegeven,- brandt tijdens het rijden (wagensnelheid hoger dan 10 km/h) dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en een waarschuwingsmelding die
gedurende enkele seconden wordt weergegeven.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de sleutel, de afstandsbediening of het Smar t entry-systeem met startknop, in het bijzonder voor het volledig of selectief ontgrendelen.
Achterdeuren met
ruiten
De achterdeuren met ruiten zijn asymmetrisch.De linker achterdeur is voorzien van een slot.
F Trek na het ontgrendelen van de auto (met behulp van de sleutel, de afstandsbediening of het Smart entry-systeem met startknop, afhankelijk van de uitrusting) aan de portiergreep.
F Trek nadat u de linker achterdeur hebt geopend de hendel A naar u toe om de rechter achterdeur te openen.
Van buitenaf
Sluiten
F Sluit eerst de rechter en ver volgens de linker achterdeur.
Als eerst de linker achterdeur wordt gesloten, voorkomt een aanslag op de zijkant van de rechter achterdeur dat deze kan worden gesloten.
2
Toegang tot de auto
Page 92 of 430

92
Proace_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2019
De deur vangers (afhankelijk van de uitvoering) maken het mogelijk de achterdeuren met een hoek van ongeveer 90° tot 180° te openen.F Trek als de deur is geopend aan de gele hendel.Bij het sluiten van de deur komt de deur vanger automatisch in zijn oorspronkelijke stand terug.
Bij het parkeren van de auto met de achterdeuren 90° geopend, bedekken
de deuren de achterlichten. Gebruik een gevarendriehoek of een andere signalering die door de regelgeving en wetten van uw land voorgeschreven is om andere weggebruikers, die in dezelfde richting rijden en anders niet opmerken dat u stilstaat, te waarschuwen.
Openen tot ongeveer 180°Openen tot ongeveer 250°
De uitklapbare scharnieren (volgens uitvoering) hebben drie standen die het mogelijk maken de achterdeuren open te zetten in een hoek van 90°, 180° of 250°.
F Zet de achterdeur open in de gewenste stand.
Toegang tot de auto
Page 93 of 430

93
Proace_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2019
Als de kinderbeveiliging is ingeschakeld, werkt de hendel niet.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de kinderbeveiliging.
Van binnenuit
Openen
Selectieve ontgrendeling van de cabine en de laadruimte uitgeschakeld en auto vergrendeld.
Selectieve ontgrendeling van de cabine en de laadruimte ingeschakeld en auto vergrendeld.
Achterdeuren of auto volledig ontgrendeld.
F Beweeg deze hendel omlaag om de auto volledig te ontgrendelen en de rechter achterdeur te openen.
F Beweeg deze hendel omlaag om de laadruimte te ontgrendelen en de rechter achterdeur te openen.
F Beweeg deze hendel omlaag om de rechter achterdeur te openen.
Sluiten
F Sluit eerst de rechter achterdeur en vervolgens de linker achterdeur.
Auto vergrendeld en kinderbeveiliging uitgeschakeld.
F Beweeg deze hendel omlaag om de auto volledig te ontgrendelen en de rechter achterdeur te openen.
Auto vergrendeld.
F Beweeg deze hendel omlaag om de auto volledig te ontgendelen en de rechter achterdeur te openen.
Auto ontgrendeld.
F Beweeg deze hendel omlaag om de rechter achterdeur te openen.
Auto ontgrendeld en kinderbeveiliging uitgeschakeld.
F Beweeg deze hendel omlaag om de rechter achterdeur te openen.
2
Toegang tot de auto
Page 94 of 430

94
Proace_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2019
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de sleutel, de afstandsbediening of het Smar t entry-systeem met startknop, in het
bijzonder voor het volledig of selectief ontgrendelen.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de sleutel, de afstandsbediening of het Smar t entry-systeem met startknop, in het
bijzonder voor het volledig of selectief ontgrendelen.
Achterklep
F Trek na het ontgrendelen van de auto met behulp van de sleutel, de afstandsbediening of het Smart entry-systeem met startknop, aan de handgreep en beweeg de achterklep omhoog.
Openen
F Beweeg de achterklep omlaag met behulp van de lus aan de binnenzijde en druk hem vervolgens helemaal dicht.
SluitenNoodbediening
Hierdoor kan de achterklep mechanisch worden ontgrendeld wanneer de accu ontladen is of de centrale vergrendeling defect is.
Ontgrendelen
F Klap indien nodig de achterbank (indien aanwezig) naar voren om van binnenuit bij het slot te komen,
Vergrendeling na het sluiten
Als het probleem na het nogmaals sluiten
aanhoudt, blijft de achterklep vergrendeld.
Als de achterklep niet geheel gesloten is:
- brandt bij stilstaande auto en draaiende motor dit verklikkerlampje in combinatie met een waarschuwingsmelding die gedurende enkele seconden wordt weergegeven,- brandt tijdens het rijden (wagensnelheid hoger dan 10 km/h) dit verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en een waarschuwingsmelding die gedurende enkele seconden wordt weergegeven.
F Steek een kleine schroevendraaier in opening A van het slot en ontgrendel de achterklep.F Verplaats de nok naar links.
Toegang tot de auto
Page 95 of 430

95
Proace_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2019
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal.
Alarm
Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten.Het alarm gaat af als iemand een van de te openen carrosseriedelen (waaronder ook de motorkap) probeert te openen.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand probeert het alarm te saboteren.Het alarm gaat af als iemand probeert de accu, de knop of de kabels van de sirene uit te schakelen of te beschadigen.
Neem voor alle werkzaamheden aan het alarmsysteem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Interieurbeveiliging
Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen in het interieur worden waargenomen.Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen, als iets of iemand de auto binnendringt of als iets of iemand in de auto beweegt.
Dit systeem treedt uitsluitend in werking als er bewegingen in de cabine worden waargenomen.Het alarm gaat af als er een ruit wordt ingeslagen, als iets of iemand de auto binnendringt of als iets of iemand in de cabine beweegt.Het alarm gaat niet af als iets of iemand de laadruimte binnendringt.
Als uw auto is uitgerust met een (op afstand bedienbare) brandstofbrander, is dit systeem niet compatibel met volumetrische bewaking.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de (op afstand bedienbare) brandstofbrander.
F Vergrendel de auto met het Smart entry-systeem met startknop.
Totale beveiliging
Inschakelen
F Vergrendel de auto met de afstandsbediening.
of
Het alarmsysteem is geactiveerd: het verklikkerlampje van de knop zal één keer per seconde knipperen en de richtingaanwijzers knipperen gedurende ongeveer 2 seconden.Na een opdracht om de auto te vergrendelen met de afstandsbediening of het Smart entry-systeem met startknop wordt na een vertraging van 5 seconden de bewaking van de directe omgeving van de auto geactiveerd en de volumetrische bewaking van het interieur.Als een portier, de achterklep/achterdeur, de motorkap, e.d. niet volledig is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld, maar wordt de bewaking na een vertraging van 45 seconden geactiveerd.
F Zet het contact af en verlaat de auto.
2
Toegang tot de auto
Page 96 of 430

96
Proace_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2019
Uitschakelen
F Druk op deze ontgrendelknop van de afstandsbediening.
of
F Ontgrendel de auto met het Smart entry-systeem met startknop.
Als de auto automatisch opnieuw wordt vergrendeld (als 30 seconden zijn verstreken zonder dat een van de te openen carrosseriedelen is geopend), wordt het alarmsysteem automatisch weer ingeschakeld.
Het alarmsysteem is uitgeschakeld: het verklikkerlampje van de knop is uit en de richtingaanwijzers knipperen gedurende ongeveer 2 seconden.
Beveiliging - met alleen de
omtrekbeveiliging ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging uit om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt ingeschakeld als bijvoorbeeld:- iemand in de auto aanwezig is,- een ruit op een kier blijft staan,- de auto wordt gewassen,
- een wiel wordt ver wisseld,- de auto wordt gesleept,- de auto op een boot wordt ver voerd.
Interieurbeveiliging
Uitschakelen
F Zet het contact af en druk binnen 10 seconden op deze toets en houd deze ingedrukt tot het verklikkerlampje blijft branden.
F Stap uit.
Inschakelen
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
F Vergrendel de auto direct met de afstandsbediening of het Smart entry-systeem met startknop.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt ingeschakeld: het verklikkerlampje van de knop zal één keer per seconde knipperen.Om de interieurbeveiliging uit te schakelen moet deze procedure elke keer na het afzetten van het contact worden uitgevoerd.
F Deactiveer de bewaking van de directe omgeving van de auto door de auto te ontgrendelen met de afstandsbediening of het Smart entry-systeem met startknop.
F Activeer het volledige alarmsysteem door de auto te vergrendelen met de afstandsbediening of het Smart entry-systeem met startknop.
Het verklikkerlampje van de knop knippert weer één keer per seconde.
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking en knipperen de richtingaanwijzers gedurende dertig seconden.Als het alarm voor de 11e keer afgaat, worden de alarmsystemen uitgeschakeld.
Wanneer de auto wordt ontgrendeld met de afstandsbediening of het Smart entry-systeem met startknop, gaat het controlelampje in de toets snel knipperen om u te informeren dat het alarm is geactiveerd tijdens uw afwezigheid.Het lampje stopt met knipperen als het contact wordt aangezet.
Toegang tot de auto
Page 97 of 430

97
Proace_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2019
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:F Ontgrendel de auto met de sleutel (geïntegreerd in de afstandsbediening met Smart entry-systeem met startknop) in het slot van het bestuurdersportier.F Open het portier; het alarm gaat af.F Zet het contact aan, het alarm stopt. Het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of activeer de supervergrendeling met de sleutel (geïntegreerd in de afstandsbediening met Smart entry-systeem met startknop) in het slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het verklikkerlampje van de knop blijft branden, duidt dit op een storing in het systeem.Laat het nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Automatisch inschakelen
Deze functie is niet beschikbaar, optioneel of standaard.Het systeem wordt 2 minuten nadat het laatste te openen carrosseriedeel is gesloten, automatisch ingeschakeld.
F Druk, om te voorkomen dat het alarm wordt geactiveerd wanneer u in de auto stapt, eerst op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening of ontgrendel de auto met het Smart entry-systeem met star tknop.
2
Toegang tot de auto
Page 98 of 430

98
Proace_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2019
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde2. Schakelaar ruitbediening passagierszijde
Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest, moet de ruitbediening opnieuw gereset worden.F Open de ruit volledig en sluit de ruit. Telkens als de schakelaar omhoog wordt getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.F Laat de schakelaar los en trek hem opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is gesloten.F Houd de schakelaar na het sluiten nog minimaal één seconde omhoog getrokken.
Elektrisch bedienbare ruiten
U kunt de ruiten op twee manieren bedienen:
Tijdens deze handelingen is de beveiliging tegen beknellen uitgeschakeld.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor een korte periode, altijd de sleutel mee.Wanneer tijdens het bedienen van de ruit iets tussen de ruit en de sponning bekneld raakt, moet de ruit weer worden geopend. Druk daar voor op de desbetreffende schakelaar.Wanneer de bestuurder de ruiten van de passagiers bedient, moet hij er zeker van zijn dat niets het correcte sluiten van de ruiten hindert.De bestuurder moet er zeker van zijn dat de passagiers op de juiste manier gebruik maken van de elektrische ruitbediening.Let er goed op dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruiten niet kunnen bezeren.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot aan het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. De ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de ruit volledig. Druk nogmaals op de schakelaar om het openen of sluiten te stoppen.De elektrische ruitbediening wordt uitgeschakeld:- ongeveer 45 seconden na het afzetten van het contact.- als bij afgezet contact een voorportier wordt geopend.
Beveiliging tegen beknellen
(volgens uitvoering)
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk weer open.Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de schakelaar om de ruit helemaal te openen. Trek ver volgens binnen 4 seconden de schakelaar omhoog tot de ruit volledig is gesloten.Tijdens deze handelingen is de beveiliging tegen beknellen uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 99 of 430

99
Proace_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2019
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw de hendel omlaag om het stuur wiel te ontgrendelen.F Verstel het stuur wiel in hoogte en diepte voor een optimale zithouding.F Trek aan de hendel om het stuur wiel te vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij stilstaande auto.
Handmatig verstelbare voorstoelen
F Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.F Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenste stand bereikt is.
Verstelling in lengterichtingHoogteverstelling (volgens uitvoering)
Uit veiligheidsoverwegingen mogen de stoelen uitsluitend bij stilstaande auto worden versteld.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet wordt verhinderd door personen of hinderlijke voor werpen op de vloer achter de stoel om te voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het schuiven van de stoel meteen als dit het geval is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de veiligheidsgordels.
3
Ergonomie en comfort
Page 100 of 430

100
Proace_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2019
F Draai aan de draaiknop om de rugleuning te verstellen.
Rugleuningverstelling
F Draai aan de knop om de lendensteun in de gewenste stand te zetten.
Lendensteun
F Trek de hendel zo ver mogelijk omhoog en kantel de rugleuning naar voren of naar achteren.
Ergonomie en comfort