TOYOTA PROACE CITY 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: PROACE CITY, Model: TOYOTA PROACE CITY 2020Pages: 272, PDF Size: 61.2 MB
Page 161 of 272

161
Praktische informatie
7
Dieselmotor
1.Reservoir ruitensproeiervloeistof
2.Koelvloeistofreservoir
3.Remvloeistofreservoir
4.Accu/zekeringen
5.Afzonderlijk massapunt (aansluiting “-”).
6.Zekeringenkast
7.Luchtfilter
8.Motorolievuldop
9.Oliepeilstok
WARNI NG
Het dieselbrandstofsysteem werkt onder zeer hoge druk.Alle werkzaamheden aan dit circuit moeten door een TOYOTA-dealer of door een gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
Controleren van de niveaus
Controleer de volgende niveaus regelmatig overeenkomstig het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
WARNI NG
De vloeistoffen moeten voldoen aan de aanbevelingen van de fabrikant en in overeenstemming zijn met de motor van de auto.
WARNI NG
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de koelventilator kan ieder moment aanslaan (zelfs met het contact UIT).
Afgewerkte producten
WARNI NG
Vermijd langdurig huidcontact met afgewerkte olie en andere vloeistoffen.De meeste van deze vloeistoffen zijn bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
ECO
Laat afgewerkte olie en andere vloeistoffen niet in het riool of in de bodem terechtkomen.Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor bestemde containers bij een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Motorolie
Controleer het motoroliepeil pas als de motor ten minste 30 minuten UIT staat en als de auto op een vlakke ondergrond staat. Het oliepeil kan met het contact AAN worden gecontroleerd via de oliepeilmeter op het instrumentenpaneel (bij auto's met een elektrische oliepeilmeter) of met de oliepeilstok.Het is normaal als er tussen twee onderhoudsbeurten (of olieverversingsbeurten) door olie moet worden bijgevuld. Het verdient
aanbeveling het oliepeil om de 5000 km te controleren en zo nodig olie bij te vullen.
Page 162 of 272

162
WARNI NG
Gebruik om een verminderde betrouwbaarheid van de motor en de emissieregeling te voorkomen, nooit additieven in de motorolie.
Controle met de peilstok
De plaats van de oliepeilstok is aangegeven in de desbetreffende afbeelding van de motorruimte.► Trek de oliepeilstok aan het gekleurde uiteinde helemaal naar buiten.► Veeg de peilstok af met een schone, pluisvrije doek.
► Steek de oliepeilstok weer volledig in de schacht en trek hem er weer uit om het oliepeil te controleren: het oliepeil is correct als het tussen de merktekens A (max) en B (min) ligt.Start de motor niet als het peil:– boven merkteken A ligt: neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.– onder merkteken B ligt: vul onmiddellijk motorolie bij.
WARNI NG
OliesoortControleer alvorens olie bij te vullen of de motorolie te verversen, of de olie geschikt is voor de motor en voldoet aan de aanbevelingen in het bij de auto geleverde (of bij uw TOYOTA-dealer en gekwalificeerde werkplaats beschikbare) onderhoudsschema.Gebruik van niet-aanbevolen olie kan ertoe leiden dat de contractuele garantie in geval van een motorstoring komt te vervallen.
Motorolie bijvullen
De plaats van de olievuldop is aangegeven in de desbetreffende afbeelding van de motorruimte.► Giet de olie langzaam in de opening om morsen op motoronderdelen te voorkomen (dit kan brand veroorzaken).► Wacht enkele minuten en controleer vervolgens nogmaals het oliepeil met de peilstok.► Vul indien nodig meer olie bij.
► Draai nadat u het oliepeil nogmaals hebt gecontroleerd de dop zorgvuldig op de vulopening en steek de peilstok weer in de schacht.
NOTIC E
Na het bijvullen zal de oliepeilmeter op het dashboard bij het aanzetten van het contact na 30 minuten de juiste waarde aangeven.
Remvloeistof
Het niveau van deze vloeistof dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken “MAX” te bevinden. Is dat niet het geval, controleer dan de slijtage van de remblokken.Zie het onderhoudsschema van de fabrikant om vast te stellen hoe vaak de remvloeistof moet worden ververst.
WARNI NG
Reinig de dop voordat deze na het bijvullen wordt teruggeplaatst. Gebruik uitsluitend DOT4-remvloeistof uit een afgesloten houder.
Koelvloeistof
Controleer regelmatig het koelvloeistofniveau.Het is normaal dat tussen twee onderhoudsbeurten door koelvloeistof moet worden bijgevuld.De motor moet koud zijn als u het niveau controleert en koelvloeistof bijvult.De motor kan door een te laag koelvloeistofniveau zwaar beschadigd raken.Het niveau van deze vloeistof dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken “MAX” te bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn.Als het niveau zich dicht bij of onder het merkteken “MIN” bevindt, moet u koelvloeistof bijvullen.Als de motor warm is, wordt de temperatuur van de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Page 163 of 272

163
Praktische informatie
7
Bovendien staat het koelsysteem onder druk. Wacht na het uitzetten van de motor daarom ten minste één uur alvorens werkzaamheden uit te voeren.Om het risico op brandwonden te voorkomen als u in geval van nood moet bijvullen: wikkel een doek om de dop en schroef de dop twee slagen los om de druk te laten dalen.Verwijder de dop zodra de druk is gedaald en vul bij tot het vereiste niveau.
Ruitensproeiervloeistof
Vul het reservoir bij wanneer dit nodig is.
Inhoud reservoir:– 5,3 liter bij uitvoeringen voor landen met zeer lage temperaturen.– 2,2 liter bij andere uitvoeringen.
Type vloeistof
Maak voor de ruitensproeiers uitsluitend gebruik van kant-en-klare ruitensproeiervloeistof.'s Winters (bij temperaturen beneden het
vriespunt) moet voor de omstandigheden geschikte ruitensproeiervloeistof met antivries worden gebruikt om de onderdelen van het systeem (pomp, reservoir, leidingen, sproeiers, enz.) te beschermen.
WARNI NG
Vul het reservoir nooit bij met kraanwater (kans op bevriezing, kalkafzetting, enz.).
Dieselbrandstofadditief
(dieselmotor met roetfilter)
of Het minimumniveau van het additief wordt aangegeven door het permanent branden van dit waarschuwingslampje in combinatie met een geluidssignaal en een melding met betrekking tot een te laag additiefniveau voor het roetfilter.
Bijvullen
Laat het additief zo spoedig mogelijk bijvullen door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
AdBlue (dieselmotoren)
Wanneer het reserveniveau is bereikt, wordt een waarschuwing geactiveerd.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de AdBlue-actieradiusindicatoren.Om te voorkomen dat de auto conform de voorschriften niet meer kan worden gestart, moet u het AdBlue-reservoir bijvullen.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het bijvullen van AdBlue.
Controles
Controleer, tenzij anders aangegeven, deze onderdelen overeenkomstig het onderhoudsschema van de fabrikant en uw motor.Of laat ze nakijken door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
WARNI NG
Gebruik uitsluitend producten die worden aanbevolen door TOYOTA of producten van een vergelijkbare kwaliteit en met vergelijkbare specificaties.Om de werking van belangrijke onderdelen als die van het remsysteem te optimaliseren, heeft TOYOTA een selectie van zeer specifieke producten in haar aanbod.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren of de accupoolklemmen goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder snelsluiting voor de accupoolklemmen) en of de aansluitingen schoon zijn.
NOTIC E
Raadpleeg voordat u werkzaamheden uitvoert aan de 12V-accu het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Page 164 of 272

164
WARNI NG
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn voorzien van een speciale 12V-loodzuuraccu.Deze accu mag uitsluitend worden vervangen door een TOYOTA-dealer of door een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving en het gebruik (bijv. veel stof, veel stadsverkeer) daartoe aanleiding geven, moet het filter twee keer zo vaak worden vervangen.
NOTIC E
Een verstopt interieurfilter kan de prestaties van de airconditioning negatief beïnvloeden en onaangename geuren veroorzaken.
Luchtfilter
Als de omgeving en het gebruik (bijv. veel stof, veel stadsverkeer) daartoe aanleiding geven, moet het filter twee keer zo vaak worden vervangen.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen tevens het oliefilter vervangen.
Handgeschakelde transmissie
De transmissie is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).
Automatische transmissie
De transmissie is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral in stadsverkeer en bij veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk blijken om de remblokken vaker, tussen twee onderhoudscontroles door, te laten nakijken.Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een te laag remvloeistofniveau erop dat de remblokken versleten zijn.
NOTIC E
Na het wassen van de auto kan zich een laagje
vocht, of onder winterse omstandigheden ijs, vormen op de remschijven en remblokken: de remwerking neemt mogelijk af. Rem een paar keer lichtjes om de remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Slijtage van remschijven
Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats voor
meer informatie over het controleren van de slijtage van de remschijven.
Handmatig bediende
parkeerrem
Als de parkeerrem een te grote slag heeft of als het systeem minder goed werkt, moet de parkeerrem, zelfs tussen twee onderhoudsbeurten door, worden afgesteld.Laat het systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Elektrisch bedienbare
parkeerrem
Dit systeem heeft geen routineonderhoud nodig. Aarzel echter niet om in geval van problemen het systeem te laten nakijken door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de elektrisch bedienbare parkeerrem.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verzadigd begint te raken, gaat dit waarschuwingslampje tijdelijk branden in combinatie met een waarschuwingsmelding over het risico van verstopping van het filter.
Page 165 of 272

165
Praktische informatie
7
Regenereer zodra de omstandigheden het toelaten het roetfilter door met een snelheid van ten minste 60 km/h te rijden tot het lampje dooft.
NOTIC E
Als het waarschuwingslampje blijft branden, heeft het dieseladditief zijn minimumniveau bereikt.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de niveaus.
NOTIC E
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt gereden of de motor langdurig stationair draait, kan in uitzonderlijke gevallen bij gasgeven waterdamp uit de uitlaat komen. Dit heeft geen invloed op de prestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.
NOTIC E
Nieuwe autoDe eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt, kunt u een brandlucht ruiken. Dit is volkomen normaal.
Velgen en banden
De bandenspanning van alle wielen, inclusief het reservewiel, moet worden gecontroleerd bij “koude” banden.De op het bandenspanningslabel aangegeven bandenspanningen gelden voor “koude” banden. Als u langer dan 10 minuten of meer dan 10 km hebt gereden met een snelheid van meer dan 50 km/h, moet u de bandenspanning 0,3 bar (30 kPa) verhogen ten opzichte van de op het label aangegeven waarden.
WARNI NG
Het rijden met een te lage bandenspanning verhoogt het brandstofverbruik. Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt voortijdige slijtage van de banden en heeft een negatieve invloed op het weggedrag van de auto - kans op een ongeval!
Het rijden met versleten of beschadigde banden vermindert de remwerking en heeft een negatieve invloed op het weggedrag van de auto. Het verdient aanbeveling om een regelmatige inspectie van de staat van de banden (loopvlak en wangen) en velgen uit te voeren en om te controleren of de ventielen zijn voorzien van een ventieldopje.Als het loopvlak van de banden tot aan de slijtage-indicatoren is afgesleten, is de diepte van de groeven in het profiel kleiner dan 1,6 mm. De banden moeten dan worden vervangen.
Het gebruik van andere dan de voorgeschreven velg- en bandenmaten kan effect hebben op de levensduur van de banden, de bewegingsvrijheid van de wielen, de bodemvrijheid en de snelheidsmeteraanduiding, en kan tevens een negatieve invloed hebben op het weggedrag van de auto.De montage van verschillende banden op de voor- en op de achteras kan leiden tot onjuist ingrijpen van het ESP.
AdBlue® (dieselmotoren)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan de Euro 6-norm te voldoen, heeft TOYOTA ervoor gekozen zijn auto's met dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij SCR (Selective Catalytic Reduction) wordt gecombineerd met een roetfilter (DPF) voor de nabehandeling van de uitlaatgassen zonder dat de prestaties verminderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem SCR
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt genoemd en ureum bevat, kan een katalysator tot 85% van de stikstofoxide (NOx) omzetten in stikstof en water (stoffen die niet schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu).De AdBlue® bevindt zich in een speciaal reservoir van ongeveer 17 liter. Hiermee is een actieradius van ongeveer 6000 km mogelijk (zeer afhankelijk van uw rijstijl en het type
auto). Wanneer u met de resterende hoeveelheid
Page 166 of 272

166
nog maximaal ongeveer 2400 km kunt rijden, oftewel wanneer het reserveniveau is bereikt, wordt automatisch een waarschuwingssysteem geactiveerd.Tijdens de resterende 2400 km worden achtereenvolgens verschillende waarschuwingen weergegeven voordat het reservoir helemaal leeg is en de motor niet meer gestart kan worden.
NOTIC E
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over de waarschuwings- en controlelampjes en de bijbehorende waarschuwingsmeldingen, of de indicatoren.
WARNI NG
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt een wettelijk verplicht systeem ervoor dat de motor niet opnieuw kan worden gestart.Als het SCR-systeem niet goed werkt, stoot uw auto te veel schadelijke stoffen uit waardoor hij niet meer aan de Euro 6-emissienorm voldoet.Ga bij een bevestigde storing in het SCR-systeem zo snel mogelijk naar een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats. Na 1100 km wordt automatisch een systeem geactiveerd dat het starten van de motor
blokkeert.In beide gevallen geeft een actieradiusindicator aan hoever u nog kunt rijden voordat de motor niet meer gestart kan worden.
NOTIC E
Bevriezen van AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C.Het SCR-systeem is voorzien van een voorverwarmingssysteem voor het AdBlue®-reservoir waardoor u ook in zeer koude omstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk AdBlue® bij te vullen zodra de eerste waarschuwing wordt gegeven dat het reserveniveau is bereikt.
WARNI NG
Ervoor zorgen dat het SCR-systeem goed werkt:– Gebruik alleen AdBlue®-vloeistof die aan de ISO 22241-norm voldoet.– Giet nooit AdBlue® in een andere houder,
anders verliest de vloeistof zijn zuiverheid.– Verdun AdBlue® nooit met water.
AdBlue® is verkrijgbaar bij een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
NOTIC E
Daarnaast kunt u naar een tankstation gaan dat is uitgerust met AdBlue®-pompen die speciaal zijn ontworpen voor particuliere auto's.
WARNI NG
Vul nooit bij vanuit een AdBlue®-dispenser die is
bestemd voor vrachtwagens.
Adviezen voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C en verliest aan kwaliteit bij temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam flacons en jerrycans koel en buiten direct zonlicht te bewaren.Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten minste één jaar houdbaar.Als de vloeistof bevroren is geweest, kan deze weer worden gebruikt na bij kamertemperatuur volledig te zijn ontdooid.
WARNI NG
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue® nooit in uw auto.
Page 167 of 272

167
Praktische informatie
7
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
AdBlue® is een oplossing op ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).Als de vloeistof in contact komt met de huid, moet u de huid wassen met kraanwater en zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de ogen dan onmiddellijk gedurende ten minste 15 minuten met grote hoeveelheden kraanwater of een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een blijvend branderig gevoel of blijvende irritatie.Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond dan met schoon water en drink vervolgens een ruime hoeveelheid water.Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het risico van het vrijkomen van ammoniakdampen niet worden uitgesloten: adem deze niet in. Ammoniakdampen werken irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
WARNI NG
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van kinderen, in de originele flacon of jerrycan.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale ondergrond staat.Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest AdBlue® waardoor u de vloeistof niet in het
reservoir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een warmere plaats staan en vul vervolgens het reservoir bij.
WARNI NG
Giet nooit AdBlue® in de brandstoftank.
WARNI NG
Als er AdBlue® op de zijkant van de auto of op een andere plaats is gemorst, spoel het dan onmiddellijk weg met koud water of veeg het weg met een vochtige doek.Gekristalliseerde vloeistof moet worden verwijderd met een spons en warm water.
WARNI NG
Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld nadat het reservoir leeg is geraakt, dient u ongeveer 5 minuten te wachten voordat u het contact weer AAN zet, zonder het bestuurdersportier te openen, de auto te ontgrendelen, de sleutel in het contactslot te steken of de “Keyless entry and start”-sleutel in het interieur te brengen.Zet vervolgens het contact AAN en start na 10
seconden wachten de motor.
► Zet het contact UIT en verwijder de sleutel uit het contactslot om de motor uit te zetten.of► Druk bij een auto met Keyless entry and start op de knop “START/STOP” om de motor uit te zetten.
► Zorg dat de auto is ontgrendeld en open de tankdopklep. Draai de blauwe dop van het AdBlue®-reservoir linksom en verwijder de dop.► Als u in het bezit bent van een flacon of jerrycan met AdBlue®: controleer eerst de houdbaarheidsdatum en lees vervolgens aandachtig de instructies op het etiket voordat u de inhoud van de flacon/jerrycan in het AdBlue-reservoir van uw auto giet.► Als u een AdBlue®-pomp gebruikt: steek het vulpistool in de vulopening en vul bij tot het vulpistool automatisch afslaat.
WARNI NG
Om te voorkomen dat het AdBlue®-reservoir overstroomt, wordt aanbevolen:– Om 10 tot 13 liter bij te vullen met behulp van de AdBlue®-flacons of jerrycans.– Om bij een tankstation bij te vullen tot het vulpistool voor de eerste keer automatisch afslaat.
Page 168 of 272

168
WARNI NG
Als het AdBlue®-reservoir volledig leeg is, wat wordt bevestigd door de melding “Vul AdBlue bij: starten onmogelijk”, moet u minimaal 5 liter bijvullen.
Na het bijvullen
► Plaats de blauwe dop op de vulopening en draai de dop zo ver mogelijk rechtsom.► Sluit de tankdopklep.
Voer de flacons of jerrycans AdBlue® niet af als huishoudelijk afval.Deponeer ze in speciaal daarvoor bestemde containers of breng ze terug naar het bedrijf waar u ze gekocht hebt.
In de vrijloop zetten
In bepaalde situaties moet u de auto in de vrijloop zetten (tijdens slepen van de auto, op een rollenbank, in een wasstraat, bij vervoer als vracht via het spoor of over het water, enz.).De procedure varieert afhankelijk van het type transmissie en parkeerrem.
Bij handgeschakelde
transmissie en elektrisch
bedienbare parkeerrem /
Procedure voor in vrijloop zetten
► Zet de selectiehendel bij draaiende motor en ingetrapt rempedaal in de neutraalstand.► Zet bij ingetrapt rempedaal het contact UIT.► Laat het rempedaal los en zet het contact weer AAN.► Trap het rempedaal in en druk op de bedieningshendel om de parkeerrem te deactiveren.► Laat het rempedaal los en zet het contact UIT.
Herstellen van de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de motor.
Bij automatische transmissie
en elektrisch bedienbare
parkeerrem /
Procedure voor in vrijloop zetten
► Zet de keuzeschakelaar bij draaiende motor en ingetrapt rempedaal in de stand N.► Zet bij ingetrapt rempedaal het contact UIT.► Laat het rempedaal los en zet het contact weer
AAN.
► Trap het rempedaal in en druk op de bedieningshendel om de parkeerrem te deactiveren.► Laat het rempedaal los en zet het contact UIT.
Herstellen van de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de motor.
NOTIC E
Keyless entry and startTrap het rempedaal niet in bij het AAN of UIT zetten van het contact. Als u dat wel doet zal de motor starten, waardoor u opnieuw moet beginnen met de procedure.
Onderhoudstips
Algemene adviezen
Houd u aan de volgende voorschriften om beschadiging van uw auto te voorkomen.
Exterieur
WARNI NG
Gebruik nooit een hogedrukreiniger voor het reinigen van de motorruimte, omdat hierdoor het elektrische systeem beschadigd kan raken.Was de auto niet in fel zonlicht of in extreem koude omstandigheden.
Page 169 of 272

169
Praktische informatie
7
NOTIC E
Wanneer uw auto wordt gewassen in een wasstraat met rolborstels, sluit dan alle portieren en, afhankelijk van de uitvoering, verwijder de elektronische sleutel.Houd bij gebruik van een hogedrukreiniger de lans op een afstand van ten minste 30 cm van de auto (vooral bij het reinigen van delen met schilferende lak, sensoren of afdichtrubbers).Verwijder vlekken die chemische stoffen bevatten meteen van de auto, omdat die de lak kunnen beschadigen (dit geldt ook voor hars van bomen, vogelpoep, insectenuitwerpselen, pollen en teer).Was de auto vaker als de situatie hiertoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld om zoutresten (in kustgebieden), roet (in industriegebieden) of modder (in natte of koude gebieden) te verwijderen. Deze resten kunnen leiden tot corrosie.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats als u
advies nodig hebt over het verwijderen van hardnekkige vlekken waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals teer of insectenverwijderaars).Laat lakbeschadigingen bij voorkeur bijwerken door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Interieur
WARNI NG
Reinig tijdens het wassen van uw auto nooit het interieur met een waterstraal.Vloeistof die in de bekerhouder wordt vervoerd (bijvoorbeeld in een mok) en wordt gemorst, kan bij contact met schakelaars op het dashboard en de middenconsole storingen veroorzaken.
Wees voorzichtig!
Carrosserie
Hoogglanslak
WARNI NG
Gebruik voor het reinigen van de carrosserie geen schurende producten of oplosmiddelen, benzine of olie.Gebruik nooit een schuurspons om hardnekkige vlekken weg te krijgen. Kans op krassen op het lakwerk!Gebruik geen autowas in fel zonlicht of op onderdelen van kunststof of rubber.
NOTIC E
Gebruik een zachte spons en zeepsop of een pH-neutraal product.Veeg de auto af met een schone microvezeldoek.Breng autowas aan op een schone en droge auto.Houd u aan de op het product vermelde gebruiksaanwijzing.
Stickers
(Afhankelijk van de uitvoering)
WARNI NG
Gebruik geen hogedrukreiniger voor het wassen van de auto. De kans bestaat dan dat de stickers beschadigd raken of losraken.
NOTIC E
Gebruik een sterk stromende waterstraal met een temperatuur tussen 25 en 40°C.Beweeg de waterstraal over het te reinigen oppervlak en houd de straal daarbij loodrecht op het oppervlak.Spoel de auto af met gedemineraliseerd water.
Page 170 of 272

170
Als de brandstof opraakt
(diesel)
Bij auto's met een dieselmotor moet het brandstofsysteem worden ontlucht als u zonder brandstof komt te staan.Als de motor de eerste keer niet start, blijf dan niet proberen, maar start de procedure opnieuw vanaf het begin.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de tankbeveiliging (diesel).
Met Euro 6.2/6.3-motoren
► Zet het contact AAN (zonder de motor te starten).► Wacht ongeveer 1 minuut en zet het contact UIT.► Stel de startmotor in werking om de motor te starten.Als de motor de eerste keer niet start, blijf dan niet proberen, maar herhaal de procedure.
Gereedschapsset
► Schuif de stoel(en) naar voren om gemakkelijker bij de set te kunnen komen.
Toegang tot het gereedschap
Met bandenreparatieset
De set bevindt zich onder de rechter voorstoel.
Met reservewiel
De krik bevindt zich onder de rechter voorstoel.Het gereedschap bevindt zich onder de linker voorstoel.
Beschrijving van het
gereedschap
1.Wielblok om het wegrollen van de auto te voor-komen.
2.Afneembaar sleepoog.
3.Torx-sleutel.Hiermee kunnen de achterlichtunits worden ver-wijderd om een lamp te vervangen.
Met bandenreparatieset