reservewiel TOYOTA PROACE CITY VERSO 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: PROACE CITY VERSO, Model: TOYOTA PROACE CITY VERSO 2020Pages: 272, PDF Size: 58.63 MB
Page 163 of 272

163
Praktische informatie
7
Tankbeveiliging (diesel)
(Afhankelijk van het land van verkoop.)Dankzij dit mechanisme wordt voorkomen dat de tank van een dieselauto met benzine wordt gevuld.De tankbeveiliging, die zich in de vulpijp bevindt, verschijnt wanneer de vuldop wordt verwijderd.
Werking
Wanneer u bij een dieseluitvoering een benzinetankpistool in de tankopening plaatst, wordt dit tegengehouden door een klep. Hierdoor blijft
het systeem vergrendeld en kan er dus niet getankt worden.Probeer in dat geval niet toch te tanken maar kies een dieseltankpistool.
NOTIC E
Het vullen van de brandstoftank met behulp van een jerrycan is wel mogelijk.
NOTIC E
Rijden in het buitenlandOmdat de tankpistolen voor het tanken van diesel per land kunnen verschillen, kan de aanwezigheid van een tankbeveiliging op de auto ertoe leiden dat tanken niet mogelijk is.Voordat u naar het buitenland gaat, is het raadzaam om bij een TOYOTA-dealer te informeren of de auto geschikt is om in het desbetreffende land brandstof te tanken.
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.
WARNI NG
Uitsluitend de voorwielen mogen van sneeuwkettingen worden voorzien. Een noodreservewiel mag nooit worden voorzien van een sneeuwketting.
NOTIC E
Houd u altijd aan de ter plekke geldende
regelgeving over het gebruik van sneeuwkettingen en de maximaal toegestane snelheid.
Montagetips
► Als u onderweg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan langs de kant van de weg stil op een vlakke ondergrond.► Activeer de parkeerrem en plaats eventueel wielblokken voor of achter de wielen om te voorkomen dat de auto wegglijdt.► Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij de aanwijzingen van de fabrikant.► Rijd voorzichtig weg en rijd even met een snelheid van maximaal 50 km/h.► Zet de auto stil en controleer of de kettingen correct gespannen zijn.
NOTIC E
Wij raden u ten zeerste aan voor vertrek het monteren van de sneeuwkettingen te oefenen; doe dit op een vlakke en droge ondergrond.
WARNI NG
Rijd niet met sneeuwkettingen op een sneeuwvrij gemaakte weg, om schade aan de banden en het wegdek te voorkomen. Als uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen, verzeker u er dan van dat de ketting en de bevestigingen de velg niet raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn voor het type velg van uw auto.
Page 174 of 272

174
NOTIC E
Na het wassen van de auto kan zich een laagje vocht, of onder winterse omstandigheden ijs, vormen op de remschijven en remblokken: de remwerking neemt mogelijk af. Rem een paar keer lichtjes om de remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Slijtage van remschijven
Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats voor meer informatie over het controleren van de slijtage van de remschijven.
Handmatig bediende
parkeerrem
Als de parkeerrem een te grote slag heeft of als het systeem minder goed werkt, moet de parkeerrem, zelfs tussen twee onderhoudsbeurten door, worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Elektrisch bedienbare
parkeerrem
Dit systeem heeft geen routineonderhoud nodig. Aarzel echter niet om in geval van problemen het systeem te laten nakijken door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de elektrisch bedienbare parkeerrem.
Velgen en banden
De bandenspanning van alle wielen, inclusief het reservewiel, moet worden gecontroleerd bij “koude” banden.De op het bandenspanningslabel aangegeven bandenspanningen gelden voor “koude” banden. Als u langer dan 10 minuten of meer dan 10 km hebt gereden met een snelheid van meer dan 50 km/h, moet u de bandenspanning 0,3 bar (30 kPa) verhogen ten opzichte van de op het label aangegeven waarden.
WARNI NG
Het rijden met een te lage bandenspanning verhoogt het brandstofverbruik. Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt voortijdige slijtage van de banden en heeft een negatieve invloed op het weggedrag van de auto - kans op een ongeval!
Het rijden met versleten of beschadigde banden vermindert de remwerking en heeft een negatieve invloed op het weggedrag van de auto. Het verdient aanbeveling om een regelmatige inspectie van de staat van de banden (loopvlak en wangen)
en velgen uit te voeren en om te controleren of de ventielen zijn voorzien van een ventieldopje.Als het loopvlak van de banden tot aan de slijtage-indicatoren is afgesleten, is de diepte van de groeven in het profiel kleiner dan 1,6 mm. De banden moeten dan worden vervangen.Het gebruik van andere dan de voorgeschreven velg- en bandenmaten kan effect hebben op de levensduur van de banden, de bewegingsvrijheid van de wielen, de bodemvrijheid en de snelheidsmeteraanduiding, en kan tevens een negatieve invloed hebben op het weggedrag van de auto.De montage van verschillende banden op de voor- en op de achteras kan leiden tot onjuist ingrijpen van het ESP.
AdBlue® (dieselmotoren)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan de Euro 6-norm te voldoen, heeft TOYOTA ervoor gekozen zijn auto's met dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij SCR (Selective
Catalytic Reduction) wordt gecombineerd met een roetfilter (DPF) voor de nabehandeling van de uitlaatgassen zonder dat de prestaties verminderen of het brandstofverbruik toeneemt.
Page 180 of 272

180
Als de brandstof opraakt
(diesel)
Bij auto's met een dieselmotor moet het brandstofsysteem worden ontlucht als u zonder brandstof komt te staan.Als de motor de eerste keer niet start, blijf dan niet proberen, maar start de procedure opnieuw vanaf het begin.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de tankbeveiliging (diesel).
Met Euro 6.2/6.3-motoren
► Zet het contact AAN (zonder de motor te starten).► Wacht ongeveer 1 minuut en zet het contact UIT.► Stel de startmotor in werking om de motor te starten.Als de motor de eerste keer niet start, blijf dan niet proberen, maar herhaal de procedure.
Gereedschapsset
► Schuif de stoel(en) naar voren om gemakkelijker bij de set te kunnen komen.
Toegang tot het gereedschap
Met bandenreparatieset
De set bevindt zich onder de rechter voorstoel.
Met reservewiel
De krik bevindt zich onder de rechter voorstoel.Het gereedschap bevindt zich onder de linker voorstoel.
Beschrijving van het
gereedschap
1.Wielblok om het wegrollen van de auto te voor-komen.
2.Afneembaar sleepoog.
3.Torx-sleutel.Hiermee kunnen de achterlichtunits worden ver-wijderd om een lamp te vervangen.
Met bandenreparatieset
Page 181 of 272

181
In geval van pech
8
4.12V-compressor met een flacon bandenrepara-tievloeistof en een sticker met snelheidslimietVoor het tijdelijk repareren van een band en het aanpassen van de bandenspanning.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de bandenreparatieset.
Met reservewiel
5.Wielsleutel.Hiermee kunnen de wielbouten worden verwij-derd en kan de krik worden uit- en ingedraaid.
6.Krik.Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7.Gereedschap voor het verwijderen van sier-/wieldoppen (afhankelijk van de uitrusting).Hiermee kunnen, indien aanwezig, de sierdop-pen van de wielbouten van een lichtmetalen velg of de wieldop van een stalen velg worden verwijderd.
8.Dop voor slotbouten.Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de speciale slotbouten worden verwijderd.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het reservewiel.
WARNI NG
Al het gereedschap is specifiek bestemd voor uw auto en is afhankelijk van de uitrusting.Gebruik het niet voor andere doeleinden.
NOTIC E
De krik dient uitsluitend gebruikt te worden voor het verwisselen van een wiel met een beschadigde of lekke band.De krik heeft geen onderhoud nodig.De krik voldoet aan de Europese normen, zoals vastgelegd in de Machinerichtlijn 2006/42/EG.
NOTIC E
Bepaalde delen van de krik, zoals de schroefdraad of de scharnierpunten, kunnen letsel veroorzaken: raak deze niet aan.Verwijder voorzichtig alle sporen van smeervet.
Bandenreparatieset
De bandenreparatieset bestaat uit een compressor en een flacon met bandenreparatievloeistof. Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.
NOTIC E
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
NOTIC E
De elektrische installatie van de auto biedt de mogelijkheid om een compressor aan te sluiten en te gebruiken voor de duur die nodig is om een gerepareerde lekke band op spanning te brengen.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de gereedschapsset.
Page 184 of 272

184
WARNI NG
Wanneer de bandenspanning van een of meer banden is aangepast, moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem opnieuw worden geïnitialiseerd.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Reservewiel
Procedure voor het vervangen van het wiel met de lekke band door het reservewiel met behulp van het gereedschap dat met de auto is meegeleverd.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de gereedschapsset.
► Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en activeer de parkeerrem.► Volg de veiligheidsinstructies (alarmknipperlichten, gevarendriehoek, het dragen van een veiligheidsvest, enz.) overeenkomstig de geldende wetgeving in het land waar u rijdt.► Zet het contact UIT.
Toegang tot het reservewiel
► Het reservewiel is bereikbaar vanaf de achterzijde van de auto.
► Als uw auto is uitgerust met een trekhaak, krik dan de auto aan de achterzijde op (bij krikpunt B) tot er voldoende ruimte is om het reservewiel te kunnen verwijderen.
Het reservewiel verwijderen uit de
houder
► Open de achterklep of achterdeuren (afhankelijk van de uitvoering).
► U hebt nu toegang tot de in de dorpel geplaatste bout van de reservewielhouder.
► Draai de bout los met behulp van de wielsleutel, tot de reservewielhouder laag genoeg hangt om de haak van de reservewielhouder los te maken.
► Haal de reservewielhouder los van de haak en leg het reservewiel in de buurt van het te vervangen wiel.
Page 185 of 272

185
In geval van pech
8
Het reservewiel aanbrengen in de
houder
► Leg het wiel voor de reservewielhouder.► Beweeg het reservewiel geleidelijk in de reservewielhouder door het heen en weer (van links naar rechts) te bewegen tot het bevestigingsgedeelte van de haak vrij komt.► Bevestig de reservewielhouder aan de haak en draai de bout volledig vast met de wielsleutel.
Verwijderen van een wiel
WARNI NG
Parkeren van de autoParkeer de auto op een plaats waar u het verkeer niet hindert en zorg ervoor dat deze op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.Schakel bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de eerste versnelling in om de wielen te blokkeren, activeer de parkeerrem, behalve als deze in de automatische stand staat, en zet het contact UIT.Selecteer bij een auto met een automatische transmissie stand P om de wielen te blokkeren, activeer de parkeerrem, behalve als deze in de automatische stand staat, en zet het contact UIT.Controleer of het waarschuwingslampje voor de parkeerrem op het instrumentenpaneel brandt.De inzittenden moeten de auto verlaten en op een veilige plaats blijven wachten.
Plaats indien nodig een wielblok tegen het wiel kruislings tegenover het te verwisselen wiel.Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt; gebruik een bok.
NOTIC E
Wiel met wieldopDemonteren van het wiel: verwijder eerst de wieldop door deze met behulp van de wielsleutel bij de ventielopening los te wippen en vervolgens los te trekken.Plaats na het monteren van het wiel de wieldop door eerst de inkeping uit te lijnen met het ventiel. Druk vervolgens de rand ervan rondom met de hand vast.
► Als uw auto is uitgerust met stalen velgen, verwijder dan de wieldop met gereedschap 7.► Als uw auto is uitgerust met lichtmetalen velgen,
verwijder dan de sierdoppen van de wielbouten met gereedschap 7.
Page 186 of 272

186
► Als uw auto is uitgerust met slotbouten, zet dan dop 8 op wielsleutel 5 om de slotbout los te draaien.► Draai de andere bouten los (zonder ze te verwijderen) met uitsluitend wielsleutel 5.
NOTIC E
Wiel met wieldopDemonteren van het wiel: verwijder eerst
de wieldop door deze met behulp van de wielsleutel bij de ventielopening los te wippen en vervolgens los te trekken.
► Plaats het voetstuk van de krik op de grond, recht onder een van de twee krikpunten A of B. Gebruik het krikpunt dat zich het dichtste bij het te verwisselen wiel bevindt.
► Draai krik 6 uit tot de kop van de krik krikpunt A of B raakt; het middelste deel van de kop van de krik moet goed tegen het contactvlak van krikpunt A of B drukken.► Krik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke) reservewiel gemakkelijk te monteren.
WARNI NG
Kans op letsel!Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of losse ondergrond kan de krik wegglijden of wegzakken.Plaats de krik uitsluitend onder krikpunt A of B onder de auto en controleer of het middelste deel van de kop van de krik goed tegen het contactvlak van het krikpunt van de auto drukt. Anders kan de auto beschadigd raken en/of de krik losschieten.
► Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.► Verwijder het wiel.
Page 187 of 272

187
In geval van pech
8
Monteren van een wiel
► Plaats het wiel op de naaf.► Draai de bouten met de hand vast.► Draai de slotbout met wielsleutel 5 en dop 8 voorlopig vast.► Draai de overige wielbouten voorlopig vast met alleen wielsleutel 5.► Laat de auto volledig zakken.► Vouw krik 6 op en verwijder deze.
► Draai de slotbout (indien aanwezig) met wielsleutel 5 en dop 8 vast.► Draai de overige wielbouten vast met alleen wielsleutel 5.► Berg het gereedschap op.
NOTIC E
Bevestiging van een stalen reservewiel of een noodreservewielIndien uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen is het normaal dat bij het monteren van het reservewiel de ringen van de bouten de stalen velg of het noodreservewiel niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische draagvlak van de bouten dat het wiel stevig vastzit.
WARNI NG
Na het verwisselen van een wielBerg het wiel met de lekke band op in de houder.Ga zo snel mogelijk naar een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Laat de lekke band nakijken. Na controle kan de monteur u vertellen of de band kan worden gerepareerd of moet worden vervangen.
NOTIC E
Sommige rijhulpsystemen moeten worden uitgeschakeld, zoals de Active Safety Brake.
NOTIC E
Als uw auto is voorzien van een bandenspanningswaarschuwingssysteem, controleer dan de bandenspanning en initialiseer het systeem opnieuw.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Page 208 of 272

208
Identificatie van uw auto
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
A. Voertuigidentificatienummer (VIN) onder de motorkap. Dit nummer is ingeslagen in het chassis, bij de rechter voorwielkast.B. Voertuigidentificatienummer (VIN) op het dashboard.Dit nummer staat op een sticker en is zichtbaar door de voorruit.C. Typeplaatje.Het typeplaatje is op de linker of rechter middenstijl aangebracht.
Het bevat de volgende informatie:– De naam van de fabrikant.– Het Europese typegoedkeuringsnummer.
– Het voertuigidentificatienummer (VIN).– Het maximaal toelaatbare voertuiggewicht (GVW).– Het maximaal toelaatbare treingewicht (GTW).– Het maximale gewicht op de vooras.– Het maximale gewicht op de achteras.D. Sticker bandenspanning/kleurcode van de lak.
Deze sticker is op het bestuurdersportier aangebracht.De sticker vermeldt de volgende informatie over de banden:– de bandenspanning, onbeladen en met volle belading.– de bandenmaat (inclusief het type band, de belastingsindex en het snelheidssymbool).– de bandenspanning van het reservewiel.De sticker vermeldt ook de kleurcode van de lak.
NOTIC E
De auto kan bij levering zijn voorzien van banden met een andere aanduiding voor belasting en snelheid dan vermeld op de sticker: dit maakt voor de bandenspanning (bij koude banden) geen verschil.
Page 269 of 272

269
Alfabetische index
Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling 60Regelmatige controles ~ Controles 172–174Regelmatig onderhoud 127, 172Regeneratie roetfilter 173Reinigen (adviezen) 178–179Rembekrachtigingsysteem 81Remblokken 173–174Remlichten 192Remmen 173–174Remschijven 174Remvloeistof 171Reservewiel 123, 174, 180–181, 184–185, 188Reservoir ruitensproeiers ~ Ruitensproeierreservoir 172Resetten bandenspanningscontrolesysteem 124Richtingaanwijzers 69, 69–70, 69–70, 189, 191–192, 192Rijadviezen 7, 104–105Rijden 104–105Rijhulpcamera (waarschuwingen) 126Rijhulpsystemen (algemene adviezen) 126Rijstrookcontrolesystemen 81
Rijverlichting 68Roetfilter 172–173Ruitensproeier achter 74Ruitensproeiers vóór 73Ruitenwisser achter 74Ruitenwisserbladen (vervangen) 74–75Ruitenwisserbladen vervangen 74–75Ruitenwissers 73, 76Ruitenwisserschakelaar 73–74, 76Ruitenwissers vóór 73
S
Schakelaars stoelverwarming ~ Stoelverwarming, schakelaars 43Schakel sneeuwketting 163Schuifdeuren 34SCR (Selective Catalytic Reduction) 174SCR-systeem 174Selectiehendel automatische transmissie ~ Schakelen automatische versnellingsbak 11 6–11 9Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak 11 5–11 6Sensoren (waarschuwingen) 127Serienummer auto 208Set voor tijdelijke bandenreparatie ~ Bandreparatieset 180–184Sierdeel 188Signalering onoplettendheid 150–151Sjorogen 57Sleepoog 201
Slepen 200Slepen van een auto 200–201Sleutel 24, 26, 28–30Sleutel met afstandsbediening 28SMS 259Sneeuwkettingen 123, 163Snelheidsbegrenzer 130–133, 141Snelheidslimietherkenning 128–129Snelheidsregelaar 130–131, 134–136, 141
Snelheidsregeling met snelheidslimietherkenning 130–131Soort lamp 189Spaarfase 167Spiegel naar achterpassagiers 45Sproeiers, verwarmd 62Starten 197Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten 161Starten van de auto 108, 11 0, 11 6–11 9Starten van de motor 106–107Stickers 179Stickerset 179Stilzetten van de auto 109–11 0, 11 6–11 9Stoelen achter ~ Achterbank 40, 45–48, 93Stoelen verstellen 41, 48Stoelverwarming 43Stop & Start 22, 58, 63, 120–122, 161, 169, 173, 197, 200Streaming audio Bluetooth 216, 228, 255Stuurwiel (verstellen) 43Supervergrendeling 29Synchroniseren afstandsbediening 32
Synchroniseren van de afstandsbediening ~ Afstandsbediening synchroniseren 32