reset TOYOTA PROACE CITY VERSO EV 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: PROACE CITY VERSO EV, Model: TOYOTA PROACE CITY VERSO EV 2021Pages: 352, PDF Size: 75.88 MB
Page 10 of 352
10
Instrumentenpanelen
Instrumentenpaneel met
LCD-pictogrammendisplay
Meters
1.Snelheidsmeter (km/h of mph)
2.Display
3.Toerenteller (x 1.000 omw/min)
Bedieningstoetsen
A.Dimmer verlichting.Lang indrukken van SET: wijzigen van de ingestelde tijden en eenheden.
B.Herinnering aan onderhoudsinformatie of de actieradius met het SCR-systeem en AdBlue®.Resetten van de geselecteerde functie (onderhoudsindicator en dagteller).Lang indrukken: wijzigen van de ingestelde tijden en eenheden.
Instrumentenpaneel met LCD-
tekst- of matrixdisplay
Meters
1.Snelheidsmeter (km/h of mph)
2.Brandstofmeter (benzine of diesel)Verbruiksmeter thermisch comfort (Electric)
3.Display
4.Koelvloeistoftemperatuurmeter (benzine of diesel)Laadniveaumeter (Electric)
5.Toerenteller (x 1.000 omw/min) (benzine of diesel)Vermogensmeter CHARGE, ECO, POWER of NEUTRAAL: tussen ECO en CHARGE (Electric)Controlelampje READY (Electric)
Bedieningstoetsen
A.Tijdelijke herinnering aan onderhoudsinformatie
of herinnering aan de actieradius met het SCR-systeem en AdBlue®.Afhankelijk van de uitvoering: terugkeren naar het bovenliggende niveau of annuleren van de actuele werking.
B.Dimmer verlichting.Afhankelijk van de uitvoering: bladeren door een menu of lijst of wijzigen van een waarde.Resetten van de dagteller (lang indrukken).Resetten van de onderhoudsindicator.Afhankelijk van de uitvoering: openen van het configuratiemenu en bevestigen van een keuze (kort indrukken).
C.Resetten van de dagteller (lang indrukken).Resetten van de onderhoudsindicator.Afhankelijk van de uitvoering: openen van het configuratiemenu en bevestigen van een keuze (kort indrukken).
Page 11 of 352
11
Instrumenten
1
D.Resetten van de onderhoudsindicator.Tijdelijke herinnering aan onderhoudsinformatie.Herinnering aan de actieradius met het AdBlue®-systeem (diesel).Afhankelijk van de uitvoering: terugkeren naar het bovenliggende niveau of annuleren van de actuele werking.
Displayschermen
Met LCD-pictogrammendisplay
Met LCD-tekstdisplay
Met matrixdisplay
Met matrixdisplay (Electric)
NOTIC E
Voor reizen in het buitenland kan de eenheid van de afstand worden aangepast: de snelheid moet namelijk worden weergegeven in de officiële eenheid van het land (km/h of mph). De eenheid kan bij stilstaande auto worden gewijzigd via het configuratiemenu van het display.
1.Instellingen van cruise control of snelheidsbegrenzerWeergave van verkeersborden snelheidslimiet
2.Schakeladviesindicator (benzine of diesel)Ingeschakelde versnelling bij automatische transmissie (benzine of diesel) of stand keuzeschakelaar (Electric)
Page 21 of 352
21
Instrumenten
1
Blauwe lampjes
GrootlichtBlijft branden.De verlichting brandt.
Zwarte/witte lampjes
Voet op rempedaalBlijft branden.Geen of onvoldoende druk op het rempedaal.Bij een automatische transmissie of keuzeschakelaar (Electric) dient u mogelijk het rempedaal ingetrapt te houden om de transmissie uit stand N te kunnen halen.
Voet op het koppelingspedaalBlijft branden.Stop & Start: er wordt niet overgeschakeld naar de START-stand, omdat het koppelingspedaal niet volledig wordt ingetrapt.Trap het koppelingspedaal volledig in.
Automatische ruitenwissersBlijft branden.
De automatische stand van de ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Richtingaanwijzers
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator kan de resterende afstand (km of mijl) of tijd (maanden of dagen) tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt weergeven.De waarschuwing wordt gegeven zodra een van deze twee termijnen bereikt is.De onderhoudsinformatie wordt weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de uitvoering van de auto:– Geeft de kilometerteller de resterende afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of de afgelegde afstand sinds het verstrijken van het onderhoudsinterval, voorafgegaan door het teken “-”.– Verschijnt een waarschuwingsmelding, hetzij om de resterende afstand en tijd tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan te geven, hetzij om aan te geven met hoeveel kilometers of tijd het onderhoudsinterval verstreken is.
NOTIC E
De weergegeven waarde wordt berekend op basis van de afgelegde afstand en de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.De waarschuwing kan ook worden weergegeven als het einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden als het contact AAN wordt gezet.De afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt is tussen de 3000 en 1000 km.Blijft branden wanneer het contact AAN wordt gezet.De onderhoudsbeurt moet binnen 1000 km worden uitgevoerd.Laat zo spoedig mogelijk een onderhoudsbeurt aan uw auto uitvoeren.
Onderhoudssleutel knippertKnippert en blijft vervolgens branden, als het contact AAN wordt gezet.(Bij dieselmotoren, in combinatie met het onderhoudswaarschuwingslampje.)Het onderhoudsinterval is overschreden.Laat uw auto zo snel mogelijk onderhouden.
Resetten van de onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke onderhoudsbeurt worden gereset.
► Zet het contact UIT.Instrumentenpaneel met LCD-pictogrammen-, LCD-tekst- of matrixdisplay
Page 22 of 352
22
► Houd deze toets ingedrukt.
► Zet het contact AAN; het display van de kilometerteller begint met aftellen.► Laat de toets los wanneer =0 wordt weergegeven; de moersleutel verdwijnt.Met digitaal instrumentenpaneelU kunt de onderhoudsindicator resetten door op de toets Check in het menu Rijden/Auto van het touchscreen te drukken.
NOTIC E
Als u na deze handeling de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht ten minste 5 minuten totdat de reset is voltooid.
Weergeven van de onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie weergeven.Instrumentenpaneel met LCD-pictogrammen-, LCD-tekst- of matrixdisplay► Druk op de resetknop van de dagteller.Met digitaal instrumentenpaneel
U kunt de onderhoudsinformatie weergeven door op de toets Check in het menu Rijden/Auto van het touchscreen te drukken.De onderhoudsinformatie wordt enkele seconden weergegeven en verdwijnt vervolgens weer.
Display instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel met LCD-pictogrammen-, LCD-tekst- of matrixdisplay
Gebruik, als de auto stilstaat, het linker scrollwieltje op het stuur of de toets SET op het instrumentenpaneel om door de menu's te navigeren voor het configureren van bepaalde voertuiginstellingen.Bediening scrollwieltje:
– Indrukken: openen van het hoofdmenu; bevestigen van uw keuze.– Draaien (buiten menu om): scrollen door de lijst van beschikbare actieve functies.– Draaien (in het menu): omhoog of omlaag gaan in het menu.Met digitaal instrumentenpaneelU kunt bepaalde parameters van de auto configureren door in het menu Rijden/Auto van het touchscreen op de toets Check te drukken.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden gedurende 30 seconden weergegeven bij het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van de auto aan sinds de eerste registratie.
Dagteller
Deze teller geeft de afgelegde afstand aan sinds de laatste keer dat de bestuurder de teller heeft gereset.
Page 23 of 352
23
Instrumenten
1
Resetten van de dagtellerInstrumentenpaneel met LCD-pictogrammen-, LCD-tekst- of matrixdisplay
► Druk, wanneer het contact AAN staat, op de toets totdat er nullen worden weergegeven.
Koelvloeistoftemperatuur
Bij draaiende motor:
– In zone A is de temperatuur in orde.– In zone B is de temperatuur te hoog. Het bijbehorende waarschuwingslampje en het waarschuwingslampje STOP gaan rood branden op het instrumentenpaneel, in combinatie met de weergave van een melding en een geluidssignaal.Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.Wacht enkele minuten voordat u de motor uitzet.
WARNI NG
Zet het contact UIT, open voorzichtig de motorkap en controleer het koelvloeistofniveau.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het controleren van de niveaus.
Controle
De temperatuur en de druk in het koelsysteem beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.Bijvullen van koelvloeistof:► laat de motor ten minste een uur afkoelen;► draai de dop twee slagen los om de druk te laten dalen;► verwijder de dop zodra de druk is gedaald;
► vul bij tot aan het merkteken “MAX”.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het controleren van de niveaus.
WARNI NG
Wees voorzichtig bij het bijvullen van de koelvloeistof: kans op brandwonden. Vul niet bij tot boven het maximumniveau (aangegeven op het reservoir).
Controlelampje motoroliepeil
(Afhankelijk van de uitvoering)Bij uitvoeringen met een elektrische meter wordt bij het AAN zetten van het contact gedurende enkele seconden zowel het motoroliepeil als de onderhoudsinformatie op het instrumentenpaneel weergegeven.
NOTIC E
Het afgelezen peil is alleen correct als de auto op een horizontale ondergrond staat en de motor meer dan 30 minuten uitgeschakeld is geweest.
Met digitaal instrumentenpaneelU kunt controleren of het motoroliepeil in orde is door in het menu Rijden/Auto van het touchscreen op de toets Check te drukken.Instrumentenpaneel met LCD-pictogrammen-, LCD-tekst- of matrixdisplay
Page 29 of 352
29
Instrumenten
1
► Of druk op de knop op het stuurwiel.
Dagteller resetten
De reset wordt uitgevoerd wanneer de dagteller wordt weergegeven.► Druk ten minste twee seconden op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar.► Druk ten minste twee seconden op de knop op het stuurwiel.
► Druk ten minste 2 seconden op deze toets.
Definities
Actieradius
(km of mijl)(Percentage van het laadniveau van de tractiebatterij (Electric)) / De actieradius geeft aan hoeveel kilometer u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt rijden (berekend op basis van het gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde kilometers) (benzine of diesel).Actueel laadniveau van de tractiebatterij en resterende actieradius (Electric).
Deze waarde kan fluctueren door een wijziging in rijstijl of het rijden op een helling, waardoor het actuele brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.Auto's met benzine- of dieselmotor:Als de actieradius kleiner wordt dan 30 km, verschijnen streepjes op het scherm.Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegeven als deze meer dan 100 km bedraagt.Wanneer tijdens het rijden langdurig streepjes in plaats van een bepaalde waarde worden weergegeven, is er sprake van een storing.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Auto's met een elektrische aandrijflijn:Twee opeenvolgende alarmniveaus geven aan dat de beschikbare energie tot een laag niveau is gedaald.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de indicatoren en met name de laadniveaumeter (Electric).
Actueel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)(kWh/100 km, km/kWh of mijlen/kWh) (Electric) / Berekend over de laatste seconden.Deze functie wordt alleen weergegeven bij snelheden vanaf 30 km/h (diesel).
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)(kWh/100 km, km/kWh of mijlen/kWh) (Electric) / Berekend sinds de laatste keer resetten van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)Berekend sinds de laatste keer resetten van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mile)Berekend sinds de laatste keer resetten van de trajectgegevens.
Tijdteller Stop & Start
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start houdt een teller bij hoelang de STOP-stand tijdens een rit is geactiveerd.De tijdteller wordt telkens wanneer u het contact
opnieuw AAN zet gereset.
Page 36 of 352
36
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto van een afstand lokaliseren als deze vergrendeld is:– De richtingaanwijzers knipperen gedurende ongeveer 10 seconden.– De instapverlichting gaat branden.► Druk op deze toets.
Verlichting inschakelen met
de afstandsbediening
Druk kort op deze toets om de verlichting via de afstandsbediening te activeren (inschakelen van het positielicht, het dimlicht en de kentekenplaatverlichting).Wanneer u deze toets nogmaals indrukt terwijl de verlichting nog brandt, wordt de verlichting via de afstandsbediening weer uitgeschakeld.
Advies
WARNI NG
AfstandsbedieningDe afstandsbediening is een sensitief, hoogfrequent apparaat. Bedien de afstandsbediening niet terwijl deze in uw zak zit, om per ongeluk ontgrendelen van de auto te voorkomen.Druk niet op de toetsen van de afstandsbediening als deze zich buiten het bereik van de auto bevindt, anders loopt u het
risico dat de afstandsbediening niet meer werkt. In dat geval moet deze gereset worden.De afstandsbediening werkt niet als de sleutel in het contactslot zit, zelfs niet als het contact UIT staat.
WARNI NG
InbraakbeveiligingBreng geen wijzigingen aan de elektronische
startblokkering aan, omdat dit kan leiden tot storingen.Vergeet bij auto's met een contactslot niet de sleutel te verwijderen en het stuurwiel te draaien om het stuurslot te activeren.
WARNI NG
Vergrendelen van de autoAls u met vergrendelde portieren rijdt, kan het voor de hulpdiensten in een noodgeval moeilijker zijn om zich toegang tot de auto te verschaffen.Verwijder om veiligheidsredenen de sleutel altijd of neem de elektronische sleutel altijd mee als u de auto verlaat, zelfs voor een korte tijd.
NOTIC E
Aanschaf van een tweedehandsautoLaat de sleutelcodes door een TOYOTA-dealer in het geheugen opslaan om er zeker van te zijn dat de sleutels die u in uw bezit hebt de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
WARNI NG
Vuil (vocht, stof, modder, zout, enz.) aan de binnenzijde van de portiergreep kan het signaleren van de sleutel negatief beïnvloeden.Als na het reinigen van de binnenzijde van de portiergreep met een doek het signaleren niet verbetert, neem dan contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Plotseling contact met water (waterstraal, hogedrukreiniger, enz.) kan door het systeem worden beschouwd als een verzoek om de auto te ontgrendelen.
Page 192 of 352
192
Coffee Break Alert
Dit systeem geeft een waarschuwing zodra het detecteert dat de bestuurder langer dan twee uur heeft gereden met een snelheid van meer dan 70 km/h zonder dat hij de rit met een pauze heeft onderbroken.Deze waarschuwing bestaat uit een melding die de bestuurder adviseert een pauze te nemen, in combinatie met een geluidssignaal.Als de bestuurder dit advies niet opvolgt, wordt de waarschuwing elk uur herhaald tot de auto wordt stilgezet.Het systeem wordt gereset als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:– De auto staat gedurende meer dan 15 minuten stil met draaiende motor.– Het contact is enkele minuten UIT geweest.– De veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het portier is geopend.
NOTIC E
Zodra de rijsnelheid lager is dan 70 km/h, gaat het systeem over op stand-by.De rijtijd wordt opnieuw berekend zodra de snelheid hoger is dan 70 km/h.
Driver Attention Alert
Afhankelijk van de uitvoering kan het “Coffee Break Alert”-systeem worden gecombineerd met het “Driver Attention Alert”-systeem.
Het systeem beoordeelt de waakzaamheid van de bestuurder door afwijkingen in de koers van de auto ten opzichte van de rijstrookmarkeringen te detecteren.Het systeem maakt daarvoor gebruik van een aan de bovenzijde van de voorruit geplaatste camera.Dit systeem is vooral geschikt voor auto(snel)
wegen (snelheden van meer dan 70 km/h).Bij het eerste waarschuwingsniveau wordt de bestuurder gewaarschuwd door de melding “Voorzichtig!”, in combinatie met een geluidssignaal.
Na drie waarschuwingen van het eerste niveau activeert het systeem een nieuwe waarschuwing met de melding Doorrijden risicovol: las een rustpauze in, in combinatie met een luider klinkend geluidssignaal.
WARNI NG
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk minder goed of helemaal niet:
– slecht zicht (onvoldoende verlichting van het wegdek, sneeuwval, zware regenval, dichte mist, enz.);– verblinding (koplampen van tegenliggers, laagstaande zon, reflecties op nat wegdek, uitrijden van een tunnel, snelle overgangen tussen schaduw en licht, enz.);– gedeelte van de voorruit vóór de camera vuil, beslagen, bevroren, bedekt door sneeuw, beschadigd of bedekt door een sticker;– rijstrookmarkeringen afwezig, versleten, niet zichtbaar (door sneeuw of modder) of meerdere rijstrookmarkeringen (bij werkzaamheden, enz.);– geringe afstand tot de voorligger (geen detectie van rijstrookmarkeringen);– smalle of bochtige weg, enz.
Page 215 of 352
215
Praktische informatie
7
POWERCHARGEFAULTSymboolBeschrijving
(rood)
Storing regeleenheid. Laden niet toegestaan.Als het waarschuwingslampje storing na handmatig resetten weer gaat branden, moet de regeleenheid worden gecontroleerd door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(groen)
(groen)
(rood)
De regeleenheid bevindt zich in de diagnosemodus.
Procedure voor handmatig resettenDe regeleenheid kan worden gereset door gelijktijdig de laadstekker te v\
erwijderen en de stekker uit de contactdoos te nemen.Steek vervolgens eerst de stekker weer in de contactdoos. Zie de handlei\
ding voor meer informatie.
Page 258 of 352
258
► Beweeg accupoolklem B omhoog om hem te verwijderen.
Weer aansluiten van de pluspool (+)
► Trek hendel A helemaal omhoog.► Plaats de geopende accupoolklem B op de pluspool (+).► Druk de accupoolklem B volledig omlaag.► Beweeg hendel A omlaag om accupoolklem B te vergrendelen.► Beweeg, afhankelijk van de uitrusting, het kunststof kapje van de pluspool (+) omlaag.
WARNI NG
Forceer de hendel niet door er hard op te duwen, aangezien de klem niet kan worden vergrendeld als deze niet correct is geplaatst. Herhaal de procedure.
Nadat de accu weer is aangesloten
Na het aansluiten van de accu moet u het contact AAN zetten en vervolgens 1 minuut wachten alvorens de motor te starten, om de elektronische systemen te initialiseren.Mochten er zich na deze handeling kleine storingen blijven voordoen, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Raadpleeg de volgende rubriek om bepaalde systemen zelf te resetten, zoals:– De sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel (afhankelijk van de uitvoering),– De elektrisch bedienbare ruiten,– De datum en de tijd,– De voorkeuzezenders.
NOTIC E
Tijdens de rit die volgt op de eerste keer dat de motor weer is gestart, werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt het systeem pas weer als de auto gedurende een bepaalde periode, die afhankelijk is van de omgevingstemperatuur en de ladingstoestand van de accu (maximaal 8 uur), niet is gebruikt.
Slepen/trekken
Procedure voor het laten slepen van uw auto of het slepen van een andere auto met behulp van het sleepoog.
NOTIC E
Algemene adviezenNeem de geldende wetgeving in het land waar u zich bevindt in acht.Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.Er moet iemand achter het stuurwiel van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet beschikken over een geldig rijbewijs.Gebruik bij het slepen met vier wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang; touwen en riemen zijn verboden.De bestuurder van de trekkende auto moet voorzichtig wegrijden.Als de auto wordt gesleept met uitgezette motor, werken ook de rem- en stuurbekrachtiging niet.