TOYOTA PROACE VERSO 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2019Pages: 505, PDF Size: 56.63 MB
Page 311 of 505

310
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Plafonniers
(voor en achter)
Neem voor het ver vangen van dit type ledlamp en de lichtgeleider contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Het Toyota-netwerk kan u voor de LED's een vervangingsset leveren.
Storingen verhelpen
Page 312 of 505

311
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
F Trek het deksel eerst linksboven en dan rechtsboven los.F Maak het deksel volledig los.
GoedDefect
Ta n g
Toegang tot het gereedschap
F Haal de tang uit de houder.
De tang voor het verwijderen van zekeringen bevindt zich achter het deksel van de zekeringkast, tegen de dashboardstijl.
Voordat u een zekering ver vangt, dient u:F de oorzaak van de storing te achterhalen om deze te verhelpen,F stroomverbruikers uit te schakelen,F de auto stil te zetten met het contact uit,F de defecte zekering te achterhalen met behulp van de zekeringtabel en de schema's op de volgende bladzijden.
Vervangen van een zekering
Voor ingrepen aan een zekering geldt:F gebruik een speciale tang om de zekering uit de zekeringkast te ver wijderen en te controleren of het smeltdraadje van de zekering intact is,F vervang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur): een afwijkende stroomsterkte kan storingen veroorzaken (brand).Als de zekering kort na ver vanging weer is doorgebrand, laat dan het elektrische systeem van de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Het vervangen van een zekering door een andere dan in de volgende tabellen genoemd, kan tot ernstige storingen leiden. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zekering vervangen
8
Storingen verhelpen
Page 313 of 505

312
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Toyota is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit storingen veroorzaakt door het monteren van extra accessoires die niet door Toyota aanbevolen en geleverd worden, en niet volgens haar voorschriften zijn gemonteerd. Dit geldt met name als het totale stroomverbruik van alle extra accessoires meer dan 10 milliampère bedraagt.
Montage van elektrische accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is reeds rekening gehouden met de montage van zowel de standaarduitrusting als eventuele opties.Neem, voordat u andere elektrische verbruikers of accessoires in uw auto plaatst, contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Neem voor meer informatie over de montage van een trekhaak of een taxi-uitrusting contact op met het Toyota-netwerk.
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F Maak het deksel los door het aan de bovenzijde eerst links en ver volgens rechts los te trekken.
Storingen verhelpen
Page 314 of 505

313
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Zekeringn r.Ampère(A)Functies
F110Elektrische stuurbekrachtiging, koppelingspedaalschakelaar.
F415Claxon.
F520Ruitensproeierpomp voor/achter.
F620Ruitensproeierpomp voor/achter.
F71012V-aansluiting achter.
F820Ruitenwisser(s) achter.
F10/F1130Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F1310Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio, selectiehendel, head-up display.
F145Alarm, noodoproepsysteem ERA-GLONASS.
F175Instrumentenpaneel.
F193Stuurkolomschakelaars.
F213Smart entry-systeem met startknop of contactslot.
F223Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F235Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F245Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F255Airbags.
F2920Autoradio, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F3115Autoradio (+ accu).
F321512V-aansluiting vóór.
F345Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F355Ruitensproeierverwarming, hoogteverstelling koplampen.
F365Instapverlichting achter.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
8
Storingen verhelpen
Page 315 of 505

314
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Zekeringn r.Ampère (A)Functies
F13Smart entry-systeem met startknop of contactslot.
F55Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F710Bediening airconditioning achter, hifi-versterker.
F820Ruitenwisser(s) achter.
F10/F1130Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F123Inbraakalarm.
F171012V-aansluiting achter.
F185Noodoproepsysteem ERA-GLONASS.
F213Instapverlichting achter.
F223Verlichting dashboardkastje, plafonniers achter.
F235Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F245Stuurkolomschakelaars.
F255Hoogteverstelling koplampen.
F263Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F273Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F2810Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio, selectiehendel, head-up display.
F30A of B15Autoradio (+ accu).
F315Airbags.
F331512V-aansluiting vóór.
F355Instrumentenpaneel.
F3620Autoradio, touchscreen, CDs-speler, navigatiesysteem.
Versie 2 (Full)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Storingen verhelpen
Page 316 of 505

315
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Zekeringkast in de
motorruimte
F Maak de twee vergrendelingen A los.F Verwijder het deksel.F Vervang de zekering.F Sluit na het ver vangen van de zekering zorgvuldig het deksel en zet de twee vergrendelingen A vast voor een goede afdichting van de zekeringkast.
Zekering n r.Ampère(A)Functies
F125Ruitensproeierverwarming.
F1425Ruitensproeierpomp voor en achter.
F155Radar vóór automatisch noodremsysteem, elektrische stuurbekrachtiging.
F1710Intelligente servicecentrale (BSI).
F1930Ruitenwissermotor vóór.
F2015Ruitensproeierpomp voor en achter.
F2120Koplampsproeierpomp.
F2215Claxon.
F2315Grootlicht rechts.
F2415Grootlicht links.
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap, naast de accu.
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Toegang tot de zekeringen
8
Storingen verhelpen
Page 317 of 505

316
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
12V- ac c uDe accu bevindt zich in de motorruimte.F Open de motorkap via hendel in het interieur en gebruik vervolgens de veiligheidshaak aan de buitenzijde.F Bevestig de motorkapsteun.
Toegang tot de accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Algemeen
12V-loodaccu
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u handelingen aan de accu uitvoert.Voer ingrepen aan de accu uitsluitend uit in een goed geventileerde ruimte, ver van open vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk risico van brand- of explosiegevaar uit te sluiten.Was uw handen als de werkzaamheden beëindigd zijn.
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn voorzien van een speciale 12V- loodac c u.Vervanging dient uitsluitend door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te worden uitgevoerd.
Het aanduwen om de motor te starten is bij een auto met een automatische transmissie niet toegestaan.
Accu's bevatten giftige stoffen zoals zwavelzuur en lood.Ze moeten worden ver werkt conform de regelgeving en mogen in geen geval met het huishoudelijke afval worden weggegooid.Breng de gebruikte batterijen en accu's naar een speciaal inzamelpunt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek(en) voor meer informatie over de motorkap en de motor.
F Verwijder de kunststof afdekkap voor toegang tot de pluspool.De minpool van de accu is niet bereikbaar.In plaats daar van kunt u gebruikmaken van een massapunt aan de voorzijde van de auto.
Storingen verhelpen
Page 318 of 505

317
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels
Start de motor nooit door een acculader aan te sluiten.Gebruik nooit een startbooster van 24 V o f h o g e r.Controleer eerst of de nominale spanning van de hulpaccu 12 V bedraagt en of de capaciteit van de hulpaccu minimaal gelijk is aan die van de ontladen accu.De twee auto's mogen elkaar niet raken.Schakel alle stroomverbruikers (autoradio, ruitenwissers, verlichting enz.) van beide auto's uit.Zorg er voor dat de startkabels zich
niet in de buurt van bewegende delen van de motor (ventilateur, riem enz.) bevinden.Koppel de pluspool (+) van de accu niet los ter wijl de motor draait.
F Beweeg, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog.F Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de ontladen accu A (bij het gebogen metalen gedeelte) en ver volgens op de pluspool (+) van de hulpaccu B of de startbooster.F Sluit de groene of zwarte kabel aan op de minpool (-) van de hulpaccu B of de startbooster (of op het massapunt van de auto met de hulpaccu).F Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op het massapunt C van de auto met de lege accu.
F Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele minuten draaien.F Stel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.Als de motor niet direct start, zet dan het contact af en wacht even alvorens een nieuwe poging te doen.
Als de accu van uw auto ontladen is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu (externe accu of een accu van een andere auto) en startkabels of een startbooster.
Een aantal functies, waaronder het Stop & Start-systeem, is niet beschikbaar als de laadtoestand van de accu onvoldoende is.
F Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels in omgekeerde volgorde los.F Breng, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje aan op de pluspool (+).F Laat de motor minimaal 30 minuten draaien, rijdend of stilstaand, om het laadniveau van de accu op een correct peil te krijgen.
8
Storingen verhelpen
Page 319 of 505

318
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Voor een optimale levensduur van de accu is het noodzakelijk om het laadniveau van de accu op een voldoende peil te houden.In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om de accu op te laden:- als u voornamelijk korte ritten maakt,- voordat de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
12V-accu opladen met een
acculader
F Zet het contact uit.F Schakel alle stroomverbruikers (autoradio, verlichting, ruitenwissers enz.) uit.
Als u zelf de accu van uw auto gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodaccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
Volg de door de fabrikant van de lader geleverde instructies.Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
Probeer niet een bevroren accu op te laden. Risico van explosie!Als de accu is bevroren, laat hem dan nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Deze zal controleren of de interne onderdelen niet zijn beschadigd en of het huis niet is gescheurd. Scheuren kunnen er voor zorgen dat er een giftig en bijtend zuur lekt.
Als deze sticker is aangebracht, mag uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt. Anders kan de elektrische uitrusting van het Stop & Start-systeem ernstig beschadigd raken.
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
F Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen de lader B uit alvorens de kabels op de accu aan te sluiten.F Controleer of de kabels van de lader in goede staat zijn.F Beweeg het kunststof kapje van de pluspool omhoog (indien aanwezig).
F Sluit de kabels van de lader B als volgt aan:- de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van de accu A,- de zwarte minkabel (-) op het massapunt C van de auto.F Schakel na het laden de lader B uit alvorens de kabels los te maken van de accu A.
Storingen verhelpen
Page 320 of 505

319
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Forceer de hendel niet door erop te duwen, aangezien de accupoolklem niet kan worden vergrendeld als deze niet correct is geplaatst; herhaal de procedure.
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet gaat gebruiken, koppel dan de 12V-accu los. Op deze manier blijft het laadniveau van de accu voldoende om de motor weer te starten.Voer de volgende handelingen uit alvorens de accu los te koppelen:F sluit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak),F schakel alle stroomverbruikers (autoradio, ruitenwissers, verlichting enz.) uit,F zet het contact uit en wacht vier minuten.U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los te nemen.
Accupoolklem met snelsluiting
De (+) klem loskoppelen
F Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem B te ontgrendelen.
Na het weer aansluiten van de accukabels
Weer aansluiten van de (+) klem
F Plaats de geopende accupoolklem B op de pluspool (+) van de accu.F Druk verticaal op de accupoolklem om deze goed tegen de accu aan te drukken.F Zet de accupoolklem vast door de hendel A
omlaag te bewegen.
Zet na het weer aansluiten van de accu het contact aan en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische systemen geïnitialiseerd kunnen worden.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als zich hierna nog geringe problemen blijven voordoen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het zelf opnieuw initialiseren van de elektronische systemen zoals:- de sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel (volgens uitvoering),- de elektrische ruitbediening,- de datum en de tijd,- de voorkeuzezenders.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer starten van de motor, werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet.In dat geval werkt de functie pas
weer als de auto gedurende een bepaalde periode, die afhankelijk is van de omgevingstemperatuur en de laadtoestand van de accu (maximaal 8 uur), niet is gebruikt.
8
Storingen verhelpen