TOYOTA PROACE VERSO EV 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PROACE VERSO EV, Model: TOYOTA PROACE VERSO EV 2023Pages: 360, PDF Size: 70.25 MB
Page 181 of 360

181
Rijden
6
Opslaan van snelheden
Met deze functie kunt u snelheidsinstellingen opslaan die vervolgens worden gebruikt voor het instellen van twee systemen: de snelheidsbegrenzer (beperkt de snelheid van de auto) en de cruise control (snelheid van de auto).U kunt voor elk van de twee systemen 6
snelheidsinstellingen opslaan.
Programmeren
De drempelwaarden voor de snelheid kunnen met behulp van het touchscreen in het configuratiemenu van de auto worden ingesteld.► Selecteer het systeem waarvoor u de nieuwe snelheidsinstellingen wilt opslaan:– Snelheidsbegrenzerof
– cruise control.
► Druk op de toets van de snelheidsinstelling die u wilt wijzigen.► Voer de nieuwe waarde in met behulp van het numerieke toetsenbord en bevestig.► Bevestig om de wijzigingen op te slaan en het menu te verlaten.
NOTIC E
Opgeslagen snelheden worden opgeroepen door op deze toets te drukken.
Snelheidslimietherkenning
en advies
WARNI NG
Lees de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen.
Met dit systeem kan de maximaal toegestane snelheid op het instrumentenpaneel worden weergegeven, in overeenstemming met de snelheidslimieten in het land waarin wordt gereden, op basis van:– Door de camera gedetecteerde verkeersborden met de snelheidslimiet.– Informatie over snelheidslimieten uit de kaartgegevens van het navigatiesysteem.
WARNI NG
Om er zeker van te zijn dat de informatie over snelheidslimieten afkomstig van het
navigatiesysteem actueel is, dienen de kaartgegevens geregeld te worden geüpdatet.
Page 182 of 360

182
WARNI NG
De eenheden voor de snelheidslimieten (km/h of mph) zijn afhankelijk van het land waarin u rijdt.Houd hier rekening mee om te voorkomen dat u de snelheidslimiet overschrijdt.Als u in een ander land bent, moet de snelheidseenheid die door het instrumentenpaneel wordt aangegeven gelden
voor het land waarin u rijdt. Anders werkt het systeem niet correct.
WARNI NG
Het snelheidslimietherkenningssysteem is een hulpsysteem; het geeft niet altijd de juiste snelheidslimiet aan.De snelheidslimietborden langs of boven de weg hebben altijd prioriteit boven de door het systeem weergegeven snelheidslimieten. Het systeem is ontworpen voor het detecteren van borden die voldoen aan de regels van het Verdrag van Wenen betreffende verkeersborden.
Inschakelen/uitschakelen
De instellingen kunnen worden
gewijzigd via het configuratiemenu van de auto.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Head-up display
1.Weergave van de snelheidslimiet
Weergave snelheid
Het systeem is ingeschakeld, maar detecteert geen informatie over de snelheidslimiet.
Zodra informatie over de snelheidslimiet wordt gedetecteerd, geeft het systeem de waarde weer.
De bestuurder kan, als hij/zij dat wil, zijn/haar snelheid aanpassen op basis van de door het systeem geleverde gegevens.
Beperkingen van het systeem
Het systeem houdt geen rekening met lagere snelheidslimieten die met name in de volgende gevallen van kracht kunnen zijn:– Slecht weer (regen, sneeuw).
– Luchtvervuiling.
Page 183 of 360

183
Rijden
6
– Tijdens slepen of het trekken van een aanhangwagen.– Rijden met een noodreservewiel of sneeuwkettingen.– Rijden met een band die met een bandenreparatieset is gerepareerd.– beginnende bestuurders.Het systeem geeft mogelijk geen snelheidslimiet weer als het gedurende een bepaalde tijd geen
snelheidslimietbord signaleert en in de volgende situaties:– Afgeschermde, beschadigde of vervormde verkeersborden of verkeersborden die niet aan de norm voldoen.– verouderde of onjuiste kaartgegevens.
Opslaan van de ingestelde
snelheid
Aanvullend op de werking van de Snelheidslimietherkenning en advies kan de bestuurder de weergegeven snelheid als snelheidsinstelling aanhouden voor de snelheidsbegrenzer of cruise control met behulp van de toets voor het opslaan van de snelheid voor de snelheidsbegrenzer of cruise control.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de snelheidsbegrenzer, cruise control of Adaptive Cruise Control.
Schakelaars/toetsen aan/op het
stuurwiel
1.Selecteren van de snelheidsbegrenzer/cruise control
2.Opslaan van de ingestelde snelheid
Informatie op het instrumentenpaneel
Head-up display
3.Weergave van de snelheidslimiet.
4.Verzoek om opslaan van de snelheid.
5.Huidige snelheidsinstelling.
Page 184 of 360

184
Opslaan van de ingestelde snelheid
► Schakel de snelheidsbegrenzer/cruise control in.De informatie over de snelheidsbegrenzer/cruise control wordt weergegeven. Bij de detectie van een verkeersbord met een andere snelheidslimiet geeft het systeem de waarde aan en knippert “MEM” een paar seconden om deze nieuwe snelheid als ingestelde snelheid op te slaan.
NOTIC E
Bij een verschil van minder dan 9 km/h tussen de ingestelde snelheid en de door de Snelheidslimietherkenning en advies weergegeven snelheid wordt het symbool “MEM” niet weergegeven.
Afhankelijk van de wegomstandigheden kunnen verschillende snelheden worden weergegeven.► Druk eenmaal op toets 2 om de voorgestelde snelheid te kunnen opslaan.Er wordt een melding weergegeven om het verzoek
te bevestigen.► Druk toets 2 nogmaals in om te bevestigen en deze snelheid als nieuwe ingestelde snelheid op te slaan.
De weergave keert dan terug naar de eerdere toestand.
Snelheidsbegrenzer
WARNI NG
Lees de algemene adviezen over het gebruik
van de rij- en parkeerhulpsystemen.
Dit systeem voorkomt dat de auto de door de bestuurder ingestelde snelheid overschrijdt.De snelheidsbegrenzer moet handmatig worden ingeschakeld.De ingestelde snelheid moet minimaal 30 km/h bedragen.De ingestelde snelheid wordt opgeslagen in het geheugen van het systeem als het contact UIT wordt gezet.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over deze toets en de adaptieve cruise control.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het opslaan van
snelheden.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de snelheidslimietherkenning en in het bijzonder over het opslaan van de snelheidslimiet.
Stuurkolomschakelaar
1.AAN (stand LIMIT)/UIT (stand 0)
2.Verlagen van de ingestelde snelheid
3.Verhogen van de ingestelde snelheid
4.Onderbreken/hervatten van de snelheidsbegrenzer met de eerder ingestelde snelheid
Page 185 of 360

185
Rijden
6
5.Afhankelijk van de uitvoering:De met de functie “Opslaan van snelheden” opgeslagen snelheden weergevenofGebruiken van de door de Snelheidslimietherkenning en advies voorgestelde snelheid (weergave MEM)
6.Weergeven en aanpassen van de ingestelde afstand tot de voorligger
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over het opslaan van snelheden of over de Snelheidslimietherkenning en advies.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Head-up display
7.Snelheidsbegrenzer AAN/gepauzeerd.
8.Snelheidsbegrenzer geselecteerd.
9.Ingestelde snelheid.
Inschakelen/onderbreken
► Draai knop 1 in de stand “LIMIT” om de snelheidsbegrenzerfunctie te selecteren; de functie is gepauzeerd.► Als de ingestelde snelheid (laatste in het systeem opgeslagen snelheid) de door u gewenste snelheid is, druk dan op toets 4 om de snelheidsbegrenzer in te schakelen.► Druk nogmaals op toets 4 om de werking van de functie tijdelijk te onderbreken.
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
U hoeft de snelheidsbegrenzer niet in te schakelen om een snelheid in te stellen.
Wijzigen van de ingestelde snelheid, uitgaande van de actuele rijsnelheid:► Druk kort op toets 2 of 3 om de waarde in stappen van 1,6 km/h te verhogen of te verlagen.► Houd toets 2 of 3 ingedrukt om de waarde in stappen van 8 km/h te verhogen of te verlagen.Wijzigen van de ingestelde snelheid met behulp van de opgeslagen snelheden en het touchscreen:► Druk op toets 5 om de opgeslagen snelheden
weer te geven.► Druk op de toets van het touchscreen om de gewenste snelheid te selecteren.Na enkele ogenblikken sluit het selectiescherm.Deze snelheid wordt nu de nieuwe ingestelde snelheid.Wijzigen van de ingestelde snelheid door deze te vervangen door de snelheid die door de Snelheidslimietherkenning en advies wordt voorgesteld op het instrumentenpaneel:► Druk één keer op toets 5; er verschijnt een melding ter bevestiging van het verzoek om de snelheid op te slaan.► Druk nogmaals op toets 5 om de voorgestelde snelheid op te slaan.Deze snelheid verschijnt direct als nieuwe ingestelde snelheid op het instrumentenpaneel.
Tijdelijk overschrijden van de
ingestelde snelheid
► Om het geprogrammeerde toerental tijdelijk te overschrijden, drukt u het gaspedaal volledig in.
Page 186 of 360

186
De snelheidsbegrenzer wordt tijdelijk uitgeschakeld en de weergegeven ingestelde snelheid knippert.Als de snelheid gedurende langere tijd wordt overschreden, klinkt er een waarschuwingssignaal.Laat het gaspedaal los om terug te keren naar een snelheid onder de ingestelde snelheid.Als het overschrijden van de ingestelde snelheid niet wordt veroorzaakt door een actie van de bestuurder (bijvoorbeeld op een steile helling),
klinkt er onmiddellijk een geluidssignaal.Zodra de rijsnelheid de ingestelde snelheid heeft bereikt, wordt de snelheidsbegrenzer weer ingeschakeld: de weergegeven ingestelde snelheid knippert niet meer.
Uitschakelen
► Draai knop 1 in de stand “0”: de weergave van informatie over de snelheidsbegrenzer verdwijnt.
Storing
Bij een storing in de snelheidsbegrenzer worden streepjes weergegeven (eerst knipperend en vervolgens permanent brandend).Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Cruise control - specifieke
adviezen
WARNI NG
Activeer de cruise control uitsluitend als de verkeerssituatie het mogelijk maakt om gedurende een bepaalde tijd met een constante snelheid en een veilige afstand tot uw voorligger te blijven rijden.Blijf altijd opletten wanneer de cruise control is ingeschakeld. Wanneer u een van de toetsen voor het instellen van de snelheid ingedrukt houdt, kan de snelheid van uw auto snel veranderen.In een steile afdaling kan de cruise control niet voorkomen dat de ingestelde snelheid wordt overschreden. Rem indien nodig om de rijsnelheid te verlagen.Op een steile helling of bij het trekken van een aanhangwagen kan het voorkomen dat de ingestelde snelheid niet wordt gehaald of vastgehouden.
NOTIC E
Overschrijden van de ingestelde snelheidTrap het gaspedaal in om de ingestelde snelheid tijdelijk te overschrijden (hierbij knippert de ingestelde snelheid).Laat om terug te keren naar de ingestelde snelheid het gaspedaal los (wanneer deze snelheid is bereikt, stopt de snelheidsweergave
met knipperen).
WARNI NG
Beperkingen van het systeemGebruik het systeem nooit in de volgende situaties:– In een stedelijk gebied waar voetgangers kunnen oversteken.– In druk verkeer (behalve uitvoeringen met Stop & Go-functie).– Op bochtige of steile wegen.– Op gladde of overstroomde wegen.– In slechte weersomstandigheden.– Bij het rijden op een kombaan.– bij het rijden op een rollenbank.– Bij het gebruik van sneeuwkettingen, sneeuwsokken of spijkerbanden.
Page 187 of 360

187
Rijden
6
Cruise control
WARNI NG
Zie de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen en Cruise control - specifieke adviezen.
Dit systeem zorgt ervoor dat de auto
automatisch de door de bestuurder ingestelde snelheid aanhoudt, zonder dat de bestuurder het gaspedaal hoeft in te trappen.De cruise control moet handmatig worden ingeschakeld.Daarvoor moet de auto met een snelheid van minstens 40 km/h rijden.Bij een auto met een handgeschakelde transmissie moet minimaal de derde versnelling zijn ingeschakeld.Bij een auto met een automatische transmissie moet stand D zijn geselecteerd of moet, in stand M, minimaal de tweede versnelling zijn ingeschakeld.Bij een elektrische auto moet stand D of B van de keuzeschakelaar zijn ingeschakeld.
NOTIC E
De cruise control blijft bij auto's met Stop & Start
actief na het schakelen, ongeacht het type transmissie.
NOTIC E
Bij het UIT zetten van het contact worden alle geprogrammeerde snelheden gewist.
Schakelaar aan de
stuurkolom
1.AAN (stand CRUISE)/UIT (stand 0)
2.Inschakelen van de cruise control waarbij de actuele snelheid de ingestelde snelheid wordt / verlagen van de ingestelde snelheid
3.De actuele rijsnelheid instellen als de aan te houden snelheid / verhogen van de ingestelde snelheid
4.Onderbreken/hervatten van de cruise control met de eerder opgeslagen snelheid
5.Afhankelijk van de uitvoering:De met de functie “Opslaan van snelheden” opgeslagen snelheden weergevenofGebruiken van de door de Snelheidslimietherkenning en advies voorgestelde snelheid (weergave MEM)
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer
informatie over het opslaan van snelheden of over de Snelheidslimietherkenning en advies.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Page 188 of 360

188
Head-up display
6.Werking cruise control onderbroken/hervat.
7.Cruise control geselecteerd.
8.Ingestelde snelheid.
Inschakelen/onderbreken
► Draai knop 1 in de stand “CRUISE” om de cruise control-functie te selecteren; de functie is gepauzeerd.► Druk wanneer de gewenste snelheid is bereikt op toets 2 of 3 om de cruise control in te schakelen en de actuele rijsnelheid op te slaan als de ingestelde snelheid.► Laat het gaspedaal los.► Druk op toets 4 om de werking van de functie tijdelijk te onderbreken.► Druk nogmaals op toets 4 om de cruise control weer in te schakelen (ON).
NOTIC E
De werking van de cruise control kan ook tijdelijk worden onderbroken:– door het intrappen van het rempedaal.– door het intrappen van het koppelingspedaal bij uitvoeringen met handgeschakelde transmissie (afhankelijk van de motoruitvoering).– automatisch, als het elektronisch
stabiliteitsprogramma (VSC) in werking treedt.
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
De cruise control moet zijn ingeschakeld.Wijzigen van de actuele ingestelde snelheid:► In stappen van +/- 1 km/h: druk zo vaak als nodig kort op toets 2 of 3.► Continu, in stappen van +/- 5 km/h: houd toets 2 of 3 ingedrukt.
WARNI NG
Tijdens het ingedrukt houden van toets 2 of 3 kan de rijsnelheid snel veranderen.
WARNI NG
Stel om veiligheidsredenen een snelheid in die niet al te veel afwijkt van de actuele rijsnelheid. Zo voorkomt u dat de auto onverwacht gaat
accelereren of vaart minderen.
Wijzigen van de ingestelde snelheid met behulp van de opgeslagen snelheden en het touchscreen:► Druk op toets 5 om de opgeslagen snelheden weer te geven.► Druk op de toets van het touchscreen om de gewenste snelheid te selecteren.Na enkele ogenblikken sluit het selectiescherm.Deze snelheid wordt nu de nieuwe ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid door deze te vervangen door de snelheid die door de Snelheidslimietherkenning en advies wordt voorgesteld op het instrumentenpaneel:► Druk één keer op toets 5; er verschijnt een melding ter bevestiging van het verzoek om de snelheid op te slaan.► Druk nogmaals op toets 5 om de voorgestelde snelheid op te slaan.Deze snelheid verschijnt direct als nieuwe ingestelde snelheid op het instrumentenpaneel.
Tijdelijk overschrijden van de
ingestelde snelheid
Indien noodzakelijk (inhaalmanoeuvre enz.) kunt u de ingestelde snelheid overschrijden door het gaspedaal in te trappen.De cruise control wordt tijdelijk uitgeschakeld en de weergegeven ingestelde snelheid knippert.Laat het gaspedaal los om terug te keren naar de ingestelde snelheid.
Page 189 of 360

189
Rijden
6
Zodra de auto de ingestelde snelheid heeft bereikt, schakelt de cruise control weer in: de weergegeven ingestelde snelheid knippert niet meer.
WARNI NG
In een steile afdaling kan de cruise control niet voorkomen dat de ingestelde snelheid wordt overschreden.U moet dan mogelijk het rempedaal intrappen om de rijsnelheid te beperken. De werking van de cruise control wordt dan automatisch onderbroken.Druk op toets 4 om het systeem opnieuw in te schakelen bij een rijsnelheid hoger dan 40 km/h.
Uitschakelen
► Draai knop 1 in stand “0”. De informatie van de cruise control wordt niet meer weergegeven.
Storing
Bij een storing in het cruise control-systeem worden streepjes weergegeven (eerst knipperend en vervolgens permanent brandend).Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Adaptive Cruise Control
WARNI NG
Zie de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen en Cruise control - specifieke adviezen.
Met behulp van dit systeem wordt de
snelheid van uw auto automatisch aangehouden op een waarde die u vooraf hebt ingesteld (ingestelde snelheid), terwijl voldoende afstand (die vooraf door de bestuurder is ingesteld) tot de voorligger wordt gehouden. Het systeem regelt het accelereren en decelereren van de auto automatisch door alleen gebruik te maken van de motorremwerking (alsof de bestuurder de mintoets “-” heeft ingedrukt).
Hiervoor maakt het gebruik van de radar in de voorbumper.
WARNI NG
Dit systeem is hoofdzakelijk ontworpen voor
snelwegen en autowegen. Het werkt alleen bij bewegende voertuigen die in dezelfde richting als uw auto rijden.
NOTIC E
Als de bestuurder een richtingaanwijzer bedient om een langzamere auto in te halen, stelt de cruise control uw auto in staat om de voorligger tijdelijk te naderen om te helpen bij de inhaalmanoeuvre. De ingestelde snelheid wordt echter nooit overschreden.
WARNI NG
Sommige voertuigen op de weg kunnen niet goed gesignaleerd of verkeerd geïnterpreteerd worden door de radar (bijv. een vrachtwagen), wat kan leiden tot een slechte inschatting van de afstand en het onjuist accelereren of afremmen van de auto.
Stuurkolomschakelaars
1.AAN (stand CRUISE)/UIT (stand 0)
Page 190 of 360

190
2.Inschakelen van de cruise control waarbij de actuele snelheid de ingestelde snelheid wordt/verlagen van de ingestelde snelheid
3.Inschakelen van de cruise control waarbij de actuele snelheid de ingestelde snelheid wordt/verhogen van de ingestelde snelheid
4.Onderbreken/hervatten van de cruise control met de eerder opgeslagen snelheid
5.Afhankelijk van de uitvoering:
De met de functie “Opslaan van snelheden” opgeslagen snelheden weergevenofGebruiken van de door de Snelheidslimietherkenning en advies voorgestelde snelheid (weergave MEM)
6.Weergeven en instellen van de afstand tot de voorligger
Gebruik
Activeren van het systeem (onderbroken)
De adaptieve cruise control moet worden geselecteerd in het menu “Rijden/Auto”.► Draai bij draaiende motor knop 1 omlaag in de stand CRUISE. De cruise control kan nu gebruikt
worden.
Starten van de cruise control en selecteren van een snelheid
De rijsnelheid moet tussen 40 en 150 km/h liggen.Bij een auto met een handgeschakelde transmissie moet minimaal de derde versnelling zijn ingeschakeld.
Bij een auto met een automatische transmissie moet stand D zijn geselecteerd of moet, in stand M, minimaal de tweede versnelling zijn ingeschakeld.Bij een elektrische auto moet stand D of B van de keuzeschakelaar zijn ingeschakeld.
WARNI NG
Als de ingestelde snelheid voor de cruise control hoger is dan 150 km/h, schakelt de adaptieve cruise control over naar de standaard cruise control-modus (zonder automatische regeling van een veilige tussenafstand).
► Druk op toets 2 of 3: de actuele snelheid wordt de ingestelde snelheid (ten minste 40 km/h) en de cruise control wordt onmiddellijk geactiveerd.► Druk op 3 om de ingestelde snelheid te verhogen of op 2 om deze te verlagen (in stappen van 5 km/h als de toets ingedrukt wordt gehouden).
WARNI NG
Door toets 2 of 3 ingedrukt te houden verandert de rijsnelheid snel.
Onderbreken/hervatten van de cruise control
► Druk op 4 of trap het rempedaal in. Om de cruise control te onderbreken, kunt u ook:• Vanuit stand DN selecteren,• Trap het koppelingspedaal gedurende ten minste 10 seconden in.
• Druk op de hendel van de elektrisch bedienbare parkeerrem.► Druk op toets 4 om de werking van de cruise control te hervatten. De werking van de cruise control kan automatisch worden onderbroken:• Wanneer de drempel voor de ingestelde afstand tot de voorligger wordt bereikt.• Wanneer de afstand tussen uw auto en de voorligger te klein wordt.
• Wanneer de auto of de voorligger te langzaam in beweging komt.• Wanneer het VSC-systeem geactiveerd wordt.
W ARNI NG
Als de bestuurder probeert de werking van de cruise control te hervatten nadat de functie is onderbroken, wordt de melding “Inschakelen niet mogelijk, omstandigheden niet geschikt” kort weergegeven als de werking niet kan worden hervat (er wordt niet voldaan aan de veiligheidsvoorwaarden).
Gebruik van de functie Snelheidslimietherkenning en advies of opslaan van verkeersborden met een snelheidslimiet om de ingestelde snelheid te wijzigen.
► Druk op 5 om de door het systeem op het instrumentenpaneel of touchscreen voorgestelde snelheid te accepteren en druk er nogmaals op om te bevestigen.