TOYOTA PROACE VERSO EV 2024 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2024, Model line: PROACE VERSO EV, Model: TOYOTA PROACE VERSO EV 2024Pages: 360, PDF Size: 70.25 MB
Page 211 of 360

2 11
Praktische informatie
7
Status van de laadindicatorBetekenis
Brandt permanent witBegeleidende verlichting voor het openen van de laadklep en het losnemen van de laadkabel.
Brandt permanent blauwUitgesteld laden.
Knippert groenOpladen bezig.
Brandt permanent groenLaden voltooid.De laadindicator gaat na ongeveer 2 minuten uit omdat de functies van de auto in de stand-bystand gaan.Het controlelampje gaat weer branden wanneer de auto wordt ontgrendeld met het Smart Entry & Start of wanneer een portier wordt geopend, om aan te geven dat
het batterijpakket volledig is geladen.
Status van de laadindicatorBetekenis
Brandt permanent roodStoring.
WARNI NG
Haal de laadstekker niet uit elkaar en modificeer
hem niet, anders bestaat het risico op elektrocutie en/of brand.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Laadkabels, contactdozen en
laders
De bij de auto geleverde laadkabel (afhankelijk van de uitvoering) is compatibel met de elektrische systemen in het land van verkoop. Controleer de compatibiliteit van lokale elektrische systemen met de laadkabel als u naar het buitenland reist.Bij uw dealer is een compleet assortiment laadkabels verkrijgbaar.Neem voor meer informatie en om een geschikte laadkabel aan te schaffen contact op met een
erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Identificatielabels op de laadstekker en
stekker
Op de auto, de laadkabel en de lader zijn identificatielabels bevestigd om de gebruiker te informeren welk apparaat hij moet gebruiken.
Page 212 of 360

212
De betekenis van elk identificatielabel is als volgt:
IdentificatielabelsType voedingConfiguratieType accessoireSpanningsbereik
C
ACTYPE 2Stekker auto en aansluiting auto≤ 480 V RMS
C
ACTYPE 2Stekker en contactdoos≤ 480 V RMS
K
DCCOMBO 2 (FF)Stekker auto en aansluiting auto50 V - 500 V
Page 213 of 360

213
Praktische informatie
7
Standaard laden, modus 2
Contactdoos thuis(thuis laden - wisselstroom (AC))
Modus 2 met een standaard contactdoos: 10 A maximale laadstroom.
Modus 2 met een Green'Up stopcontact: 16 A maximale laadstroom.Neem contact op met een professionele installateur om dit type contactdoos te laten installeren.
Specifieke kabel voor thuis laden - modus 2 (AC)
Identificatielabels C op de laadstekker (zijde auto)
WARNI NG
Specifieke kabel voor thuis laden (modus 2)Zorg ervoor dat de kabel niet beschadigd raakt.Gebruik hem in geval van schade niet en neem contact op met een erkende Toyota dealer of Toyota erkende hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om hem te vervangen.
Regeleenheid (modus 2)
POWERGroen: elektrische verbinding tot stand gebracht; laden kan starten.CHARGEKnippert groen: bezig met laden of temperatuurinstelling geactiveerd.Brandt permanent groen: laden voltooid.FAULTRood: storing; laden niet toegestaan of moet onmiddellijk gestopt worden. Controleer of alles goed is aangesloten en of er geen storing in het elektrische systeem zit.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het controlelampje niet uitgaat.
Als de laadkabel in een contactdoos thuis wordt gestoken, gaan alle controlelampjes kort branden.
Page 214 of 360

214
Als de controlelampjes niet gaan branden, controleer dan de zekeringautomaat in de meterkast.– Als de zekeringautomaat is uitgeschakeld, neem dan contact op met een professional om te laten controleren of het elektrische systeem compatibel is en/of eventueel noodzakelijke reparaties te laten uitvoeren.– Als de zekeringautomaat niet is uitgeschakeld,
gebruik de laadkabel dan niet meer en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Label regeleenheid - Aanbevelingen
Raadpleeg vóór gebruik de handleiding.
1.Onjuist gebruik van deze laadkabel kan leiden tot brand, schade aan bezittingen en ernstig letsel door elektrocutie!
2.Gebruik altijd een goed geaarde contactdoos die is beveiligd met een aardlekschakelaar van 30 mA.
3.Gebruik altijd een contactdoos die beveiligd is met een zekeringautomaat die geschikt is voor de stroomsterkte van het elektrische circuit.
4.Hang de regeleenheid niet aan de contactdoos, de stekker en de kabels.
5.Gebruik deze laadkabel niet als hij kapot is of
beschadigd is.
6.Probeer de laadkabel nooit te repareren of openen. Hij bestaat uit onderdelen die niet gerepareerd kunnen worden. Vervang de laadkabel als hij beschadigd is.
7.Dompel deze laadkabel nooit onder in water.
8.Gebruik de laadkabel nooit met een verlengsnoer of verloopstekker of in een meervoudige of beschadigde stekkerdoos.
9.Haal de stekker niet uit de contactdoos met als doel het laden te stoppen.
10.Stop onmiddellijk met laden door de auto te vergrendelen en ontgrendelen met de
afstandsbediening als de laadkabel of de contactdoos te warm is om aan te raken.
11 .Deze laadkabel bestaat uit onderdelen die elektrische vlambogen of vonken kunnen veroorzaken. Stel hem niet bloot aan licht ontvlambare dampen.
12.Gebruik deze laadkabel alleen voor auto's van TOYOTA.
13.Steek de kabel nooit in de contactdoos (en verwijder hem er niet uit) met natte handen.
14.Oefen geen kracht uit op de stekker als deze
vergrendeld is op de auto.
Label regeleenheid - Status van controlelampjes
Status van het lampje
Uitschakelen
Aan
Knippert
Page 215 of 360

215
Praktische informatie
7
POWERCHARGEFAULTSymboolBeschrijving
Niet aangesloten op de voeding of er is geen spanning beschikbaar via de infrastructuur.
(groen)
(groen)
(rood)
De regeleenheid voert momenteel een zelftest uit.
(groen)
Alleen aangesloten op de infrastructuur of op de infrastructuur en de elektrische auto (EV), maar er wordt niet geladen.
(groen)
(groen)
Aangesloten op de voeding en op de elektrische auto (EV).De elektrische auto wordt geladen of de sequentie voor de temperatuurinstelling is geactiveerd.
(groen)
(groen)
Aangesloten op de voeding en op de elektrische auto (EV).De elektrische auto is klaar om geladen te worden of het laden is voltooid.
(rood)
Storing regeleenheid. Laden niet toegestaan.Als het waarschuwingslampje storing na handmatig resetten weer gaat branden, moet de regeleenheid worden gecontroleerd door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(groen)
(groen)
(rood)
De regeleenheid bevindt zich in de diagnosemodus.
Page 216 of 360

216
Procedure voor handmatig resettenDe regeleenheid kan worden gereset door gelijktijdig de laadstekker te v\
erwijderen en de stekker uit de contactdoos te nemen.Steek vervolgens eerst de stekker weer in de contactdoos. Zie de handlei\
ding voor meer informatie.
Versneld laden, modus 3
Unit voor versneld laden (afhankelijk van de uitvoering)(versneld laden - eenfase- of driefasenwisselstroom (AC))
In Mode 3 via een unit voor versneld laden: laadstroom maximaal 32 A.
In Mode 3 via een unit voor versneld laden (Wallbox): laadstroom maximaal 32 A.
Laadkabel, modus 3 (AC)
Identificatielabels C op de laadstekker (voertuigzijde) en aan de zijde van het stopcontact (laadpuntzijde).
WARNI NG
Unit voor versneld ladenDemonteer of wijzig de laadunit niet: kans op elektrocutie en/of brand!Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van
de laadunit voor de bedieningsinstructies.
Supersnel laden, modus 4
Openbare snellader(supersnel laden - gelijkstroom (DC))
Laadkabel, modus 4 (DC)(geïntegreerd in de openbare snellader)
Identificatielabel K op de laadstekker (zijde auto).Gebruik alleen openbare snelladers waarbij de kabel niet langer is dan 30 meter.
Page 217 of 360

217
Praktische informatie
7
Laden van de tractiebatterij
(elektrisch)
Sluit, om te laden, de auto aan op een elektriciteitsnet thuis (thuis of versneld laden) of op een openbare snellader (supersnel laden).Voer, om volledig te laden, de gewenste laadprocedure uit zonder onderbreking, totdat het laden automatisch wordt beëindigd. U kunt kiezen
voor direct of uitgesteld laden (behalve bij een openbare snellader, modus 4).U kunt het thuis of versneld laden op elk gewenst moment onderbreken door de auto te ontgrendelen en de stekker te verwijderen. Raadpleeg voor supersnel laden de openbare snellader.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het instrumentenpaneel en het touchscreen.
NOTIC E
U kunt de laadvoortgang ook volgen met behulp van de app MyToyota (binnenkort beschikbaar).Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de op afstand bedienbare functies.
NOTIC E
Lounge-modusWanneer de auto is verbonden, kan het contact AAN worden gezet en kunnen bepaalde functies, zoals het audio- en telematicasysteem en de airconditioning, enkele uren worden gebruikt.
WARNI NG
Om veiligheidsredenen kan de motor niet worden gestart als de laadkabel is aangesloten op de aansluiting van de auto. Er wordt een waarschuwing weergegeven op het instrumentenpaneel.
NOTIC E
Koelen van de tractiebatterijDe koelventilator in de motorruimte wordt tijdens het laden ingeschakeld om de ingebouwde lader en de tractiebatterij te koelen.
NOTIC E
Auto die gedurende 1 tot 12 maanden stilstaatOntlaad de tractiebatterij tot 2 of 3 streepjes op de laadniveaumeter op het instrumentenpaneel.
Sluit de laadkabel niet aan.
Parkeer de auto altijd op een plaats met temperaturen tussen -10°C en 30°C (als u parkeert op een plaats met extreme temperaturen kan de tractiebatterij beschadigd raken).Neem de kabel los van (+)-pool van de accu in de motorruimte.Sluit ongeveer elke 3 maanden een 12V-acculader aan op de (+)- en (-)-pool
van de accu om de accu te laden en de bedrijfsspanning te behouden.
Voorzorgsmaatregelen
Elektrische auto's zijn ontwikkeld in overeenstemming met de richtlijnen met betrekking tot maximale elektromagnetische velden uitgegeven door de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP - Richtlijnen 1998).
Gebruikers van pacemakers of vergelijkbare apparatuur
De elektrische auto's zijn ontwikkeld in overeenstemming met de richtlijnen met betrekking tot maximale elektromagnetische velden uitgegeven door de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP - Richtlijnen 1998).
Page 218 of 360

218
WARNI NG
Bij twijfelBij thuis of versneld laden: blijf niet in de auto of in de buurt van de auto, de laadkabel of de laadeenheid, zelfs niet gedurende korte tijd.Supersnel laden: gebruik het systeem niet zelf en blijf uit de buurt van openbare snellaadpunten. Verlaat het gebied en vraag
iemand anders om de auto te laden.
Thuis laden of snelladen
WARNI NG
Voor het ladenAfhankelijk van de situatie:► Laat een professional controleren of het te gebruiken elektrische systeem voldoet aan de geldende normen en compatibel is met de auto.► Laat een professionele elektricien een speciale contactdoos of een eenheid voor snelladen (Wallbox) installeren die compatibel is met de auto.Gebruik bij voorkeur de als accessoire leverbare laadkabel.Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
(Tijdens het laden)Als tijdens het laden de auto wordt ontgrendeld, stopt het laadproces.Als er geen actie wordt ondernomen bij de portieren, achterdeur/achterklep of laadstekker, wordt de auto na 30 seconden weer vergrendeld en wordt het laden automatisch hervat.
Voer nooit werkzaamheden uit onder de motorkap:– Sommige gebieden blijven zelfs een uur nadat het laden is voltooid nog heet; er bestaat het risico op brandwonden.– De ventilator kan ieder moment in werking treden; er bestaat het risico op snijwonden of u kunt bekneld raken.
WARNI NG
Na het ladenControleer of de laadklep is gesloten.Laat de kabel niet aangesloten op de contactdoos, anders bestaat het risico op kortsluiting of elektrocutie bij contact met water.
Bij supersnel laden
NOTIC E
Voor het ladenControleer of de openbare snellader en bijbehorende laadkabel compatibel zijn met uw auto.Bij een buitentemperatuur lager dan:
– 0°C, mogelijk duurt het laden langer.– -20°C, laden is nog steeds mogelijk, maar mogelijk duurt het laden nog langer (het batterijpakket moet eerst op temperatuur worden gebracht).
WARNI NG
Na het ladenControleer of de laadklep is gesloten.
Aansluiten
► Controleer voor het laden of de keuzeschakelaar in stand P staat, anders is laden niet mogelijk.► Open de laadklep door op de drukknop te drukken en controleer of er geen vreemde voorwerpen op de laadaansluiting zitten.
Page 219 of 360

219
Praktische informatie
7
Thuis laden, modus 2
► Sluit de laadkabel van de regeleenheid aan op de contactdoos.Wanneer de verbinding is gemaakt, gaan alle controlelampjes op de regeleenheid branden, vervolgens blijft alleen het controlelampje POWER groen branden.► Verwijder de beschermkap van de laadstekker.► Steek de laadstekker in de laadaansluiting.Wanneer het laden wordt gestart, wordt dit aangegeven door de knipperende groene controlelampjes CHARGE in de klep en vervolgens de lampjes op de regeleenheid.Als de lampjes niet gaan branden, is het laden niet begonnen. Start de procedure opnieuw en controleer of alles goed is aangesloten.Het rode controlelampje in de klep gaat branden om aan te geven dat de laadstekker is vergrendeld.
NOTIC E
Wanneer het laden is voltooid en de laadkabel nog is aangesloten, wordt na het openen van het bestuurdersportier gedurende 20 seconden het laadniveau op het instrumentenpaneel weergegeven.
Versneld laden, modus 3
► Volg de gebruiksaanwijzing van de unit voor versneld laden (Wallbox).► Verwijder de beschermkap van de laadstekker.► Steek de laadstekker in de laadaansluiting.Het starten van het laden wordt bevestigd wanneer het controlelampje in de klep groen knippert.
Als het lampje niet gaat branden, is het laden niet begonnen. Start de procedure opnieuw en controleer of alles goed is aangesloten.Het rode controlelampje in de klep gaat branden om aan te geven dat de laadstekker is vergrendeld.
Supersnel laden, modus 4
► Verwijder, afhankelijk van de uitvoering, de beschermkap van het onderste deel van de stekker.► Volg de gebruiksaanwijzing van de openbare snellader en sluit de kabel vanaf de openbare snellader aan op de aansluiting van de auto.Wanneer het laden wordt gestart, wordt dit aangegeven door het knipperende groene controlelampje in de klep.Als het lampje niet gaat branden, is het laden niet begonnen. Start de procedure opnieuw en controleer of alles goed is aangesloten.Het rode controlelampje in de klep gaat branden om aan te geven dat de laadstekker is vergrendeld.
Uitgesteld laden
Instellingen
Bij een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, met Bluetooth®-audiosysteemStandaard staat de starttijd voor uitgesteld laden ingesteld op middernacht (tijd in de auto).De starttijd voor uitgesteld laden kan worden aangepast.
Page 220 of 360

220
Ga naar een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Op een smartphone of tablet (GSM), met TOYOTA Pro Touch of TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteemU kunt de functie voor uitgesteld laden op elk moment programmeren via de app MyToyota (binnenkort beschikbaar).
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de op afstand bedienbare functies.In de auto, met TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem► Selecteer de pagina Laden in het touchscreenmenu Energie.► Stel de starttijd voor het laden in.► Druk op OK.De instelling wordt in het systeem opgeslagen.
Inschakelen
NOTIC E
Uitgesteld laden is alleen mogelijk in modus 2 en 3.
► Sluit na het programmeren van uitgesteld laden uw auto aan op het gewenste laadstation.
► Druk binnen een minuut op deze knop in de klep om het systeem te activeren (dit wordt
bevestigd door de laadindicator die blauw gaat branden).
Losnemen
Voordat u de laadstekker losneemt:► Als de auto is ontgrendeld, vergrendel en ontgrendel hem dan.► Als de auto is vergrendeld, ontgrendel hem dan.Het rode controlelampje in de klep dooft ter bevestiging dat de laadstekker is ontgrendeld.► Verwijder bij Mode 2 en 3 de laadstekker binnen 30 seconden.
NOTIC E
De vergrendeling van de laadstekker is gekoppeld aan de vergrendeling van de laadruimte. Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het volledig of selectief ontgrendelen.
De laadindicator gaat wit branden.
NOTIC E
Druk, wanneer de selectieve deurontgrendeling is geactiveerd, tweemaal op de ontgrendeltoets om de laadstekker los te nemen.
NOTIC E
Wanneer het laden is voltooid, dooft na ongeveer 2 minuten de groene laadindicator in de klep.
Thuis laden, modus 2
Wanneer het laden is voltooid, wordt dit aangegeven door het groene controlelampje CHARGE op de regeleenheid; de groene laadindicator in de klep gaat permanent branden.► Plaats de beschermkap terug op de laadstekker en sluit de laadklep.► Neem het uiteinde van de laadkabel met de regeleenheid los uit de contactdoos.