stop start TOYOTA RAV4 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2021Pages: 718, PDF Size: 119.1 MB
Page 174 of 718

173
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
dat voor het bedienen van de hands-
free elektrisch bedienbare achterklep
het contact UIT staat, de handsfree-
functie van de elektrisch bedienbare
achterklep is ingeschakeld (
→Blz. 126)
en dat u een elektronische sleutel bij u
draagt.
1 Zorg ervoor dat u zich, met de elek-
tronische sleutel op zak, binnen het
detectiebereik van het Smart entry-
systeem met startknop bevindt, op
ongeveer 30 tot 50 cm van de ach-
terbumper.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep
Detectiegebied voor werking Smart
entry-systeem met startknop
(→Blz. 181)
2 Bedien de achterklep met een voet-
beweging door uw voet tot 10 cm
onder de achterbumper te bewegen
en vervolgens weer terug te trek-
ken.
Voer deze volledige beweging binnen 1
seconde uit.
De achterklep zal niet in werking treden
zolang er een voet wordt gesignaleerd onder
de achterbumper.
Raak bij het gebruik van de handsfree func-
tie van de elektrisch bedienbare achterklep de achterbumper niet aan met uw voet.
Als er zich in het passagierscompartiment of
de bagageruimte een andere elektronische
sleutel bevindt, duurt het mogelijk iets langer
dan normaal voordat de achterklep in wer-
king treedt.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep
3 Als de sensor voor de regeling van
de voetbediening signaleert dat u
uw voet hebt teruggetrokken, klinkt
er een zoemer en zal de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch
volledig openen/sluiten.
Als er tijdens het open en/sluiten van de ach-
terklep een voet onder de achterbumper
wordt bewogen, gaat de achterklep niet ver-
der open.
Als er weer een voet onder de achterbumper
wordt bewogen terwijl de beweging is
gestopt, beweegt de achterklep in tegen-
overgestelde richting.
■Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden
wanneer de achterklep wordt geopend en de
schakelaar van de bagageruimteverlichting
aan is.
Als het contact UIT wordt gezet, gaat de ver-
lichting na 20 minuten automatisch uit.
A
B
C
A
B
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 173 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 175 of 718

1743-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
1 Aan
2 Uit
■Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de ach-
terklep deze automatisch volledig sluiten.
Het sluitsysteem van de achterklep wordt
bediend, ongeacht de status van het contact.
■Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
De achterklep kan in de volgende gevallen
automatisch worden geopend en gesloten:
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep is ingeschakeld. ( →Blz. 126)
●Wanneer de achterklep is ontgrendeld.
Als echter de schakelaar achterklep openen
ingedrukt wordt gehouden terwijl u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, wordt de elek-
trisch bedienbare acht erklep bediend, ook
wanneer de achterklep is vergrendeld.
( → Blz. 172)
●Wanneer het contact AAN staat, kan in
aanvulling op het bovenstaande de achter-
klep worden bediend wanneer aan de
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
• De parkeerrem is geactiveerd
• Het rempedaal is ingetrapt
• De selectiehendel staat in stand P (auto's met automatische transmissie of Multidrive
CVT) of de neutraalstand (auto's met
handgeschakelde transmissie).
■Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
●Er klinkt een zoemer om aan te geven dat
de achterklep wordt geopend/gesloten.
●Wanneer het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep is uitgeschakeld,
kan de achterklep niet elektrisch worden
bediend, maar kan hij wel met de hand
worden geopend en gesloten.
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep automatisch wordt geopend en er iets
abnormaals wordt gesignaleerd als gevolg
van menselijk handelen of een voorwerp,
wordt de beweging gestopt.
■Klembeveiliging
De elektrisch bedienbare achterklep is aan
beide zijden voorzien van sensoren. Als iets
de werking van de elektrisch bedienbare ach-
terklep tijdens het sluiten hindert, beweegt de
achterklep automatisch in de tegenoverge-
stelde richting of stopt deze met bewegen.
■Functie beveiliging tegen dichtvallen
Wanneer er tijdens het automatisch openen
van de elektrisch bedienbare achterklep
overmatige kracht op de klep wordt uitgeoe-
fend, stopt de beweging van de elektrisch
bedienbare achterklep om te voorkomen dat
deze dichtvalt.
■Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem
achterklep
Wanneer de achterklep handmatig omlaag
wordt geduwd terwijl deze op een open posi-
tie gestopt is, sluit de achterklep automatisch
volledig.
■Uitgestelde vergrendelingsfunctie ach-
terklep (indien aanwezig)
Met deze functie wordt het vergrendelen van
alle portieren van tevoren uitgesteld wanneer
de elektrisch bedienbare achterklep is
geopend.
Wanneer de volgende procedure is gevolgd,
worden alle portieren maar niet de elektrisch
bedienbare achterklep vergrendeld. Vervol-
gens wordt de elektrisch bedienbare achter-
klep vergrendeld als deze wordt gesloten.
1 Sluit alle portieren, behalve de achter-
klep.
2 Vergrendel tijdens het sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep de por-
tieren met het Smart entry-systeem met
startknop vanaf de voorportieren
(→ Blz. 162) of de afstandsbediening.
( → Blz. 162)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 174 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 178 of 718

177
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
■Sluitsysteem achterklep
●Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de
achterklep deze automatisch volledig
sluiten. Het duurt enkele seconden
voordat het sluitsysteem van de achter-
klep in werking treedt. Zorg ervoor dat
uw vingers e.d. niet bekneld raken, aan-
gezien dit ernstig le
tsel tot gevolg kan
hebben.
●Wees voorzichtig wanneer u het sluit-
systeem gebruikt, aangezien het sys-
teem nog werkt wanneer de elektrisch
bedienbare achterklep is uitgeschakeld.
■Elektrisch bedienbare achterklep
Neem bij het bedienen van de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken
die ervoor kunnen zorgen dat uw bezit-
tingen klem komen te zitten.
●Zorg er als er iemand dichtbij staat voor
dat deze persoon veilig is en meld dat u
de achterklep gaat openen of sluiten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
wordt uitgeschakeld terwijl deze in wer-
king is, wordt de automatische werking
gestopt. De achterklep moet vervol-
gens met de hand worden bediend.
Wees extra voorzi chtig op een helling
aangezien de achterklep plotseling
open of dicht kan gaan.
●Wanneer niet langer aan de voorwaar-
den voor de werking van de elektrisch
bedienbare achterklep wordt voldaan,
klinkt er mogelijk een zoemer en zal de
achterklep mogelijk niet meer openen of
sluiten. De achterklep moet vervolgens
met de hand worden bediend. Wees
extra voorzichtig op een helling aange-
zien de achterklep plotseling open of
dicht kan gaan.
●Als de auto op een heuvel staat, kan de
achterklep plotseling dichtvallen, nadat
deze automatisch is geopend. Zorg
ervoor dat de achterklep volledig is
geopend.
●In de volgende situaties signaleert de
elektrisch bedienbare achterklep moge-
lijk een storing en wordt de automati-
sche bediening uitgeschakeld. In dit
geval moet de achterklep met de hand
worden bediend. Wees extra voorzichtig
op een helling aangezien de achterklep
plotseling open of dicht kan gaan.
• Wanneer de achterklep met een obsta- kel in aanraking komt
• Wanneer de accuspanning plotseling laag is, bijvoorbeeld wanneer het con-
tact AAN wordt gezet, of wanneer de
motor tijdens de automatische werking
wordt gestart
●Als er op de achterklep een fietsendra-
ger of een vergelijkbaar zwaar onder-
deel gemonteerd is, kan de achterklep
na het openen plotseling dichtvallen
waardoor lichaamsdelen bekneld kun-
nen raken en letsel kan optreden. Wij
raden u aan om originele Toyota-onder-
delen te gebruiken wanneer u accessoi-
res op de achterklep wilt monteren.
■Klembeveiliging
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzette lijk te activeren.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 177 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 183 of 718

1823-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Wanneer het alarm in de auto continu
klinkt
■Energiebesparende functie (auto's met
instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leegraken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken.
(Oplossingen: →Blz. 654)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
SituatieCorrectieprocedure
Het contact werd in
stand ACC gezet ter-
wijl het bestuurders-
portier geopend was
(of het bestuurders-
portier werd geopend
terwijl het contact in
stand ACC stond).
Zet het contact UIT
en sluit het bestuur-
dersportier.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 182 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 265 of 718

264
4-4. TankenOpenen van de tankdop ........ 320
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ............. 322
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . .................333
LTA (Lane Tracing Assist) ..... 341
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ............... 350
RSA (Road Sign Assist) ........ 358
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik ...... 362
Dynamic Radar Cruise Control ..................... 374
Cruise control ........................ 384
Snelheidsbegrenzer............... 387
BSM (Blind Spot Monitor) ...... 390
Toyota Parking Assist-sensor....................... 405
PKSB (Parking Support Brake) .................... 413
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ........... 418
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden)............... 424
Stop & Start-systeem............. 428
Rijmodusselectieschakelaar .. 436Multi-terrain Select
(AWD-uitvoeringen) ............. 438
Schakelaar SNOW-modus (AWD-uitvoeringen) ............. 441
Downhill Assist Control .......... 442
Uitlaatgasfilter systeem ........... 444
Ondersteunende systemen .... 445
4-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 452
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's .................... 455
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 264 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 266 of 718

265
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van de motor
→Blz. 284, 286
■Rijden
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 290, 294)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 303)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem automa-
tisch gedeactiveerd wanneer de selectiehen-
del in een andere stand dan P wordt gezet.
(→ Blz. 303)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt koppelingspedaal
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. ( →Blz. 299)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 303)
3 Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het
gaspedaal in om de auto in bewe-
ging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( →Blz. 303)
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( →Blz. 290,
294)
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( →Blz. 303)
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in de neutraal-
stand. ( →Blz. 299)
■Parkeren van de auto
Automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 303)
en zet de selectiehendel in stand P
(→Blz. 290, 294).
3 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
4 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand. ( →Blz. 299)
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 265 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 289 of 718

2884-2. Rijprocedures
3Zet de selectiehendel in stand P
(automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT) of in de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie).
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay. De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (automatische transmissie
of Multidrive CVT) of het koppelingspe-
daal (handgeschakelde transmissie) in
te trappen. (De stand verandert iedere
keer dat op de knop wordt gedrukt.)
1
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
Het multi-informatiedisplay wordt niet weer-
gegeven.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Auto's met automatische transmissie of
Multidrive CVT: Als de selectiehendel in
een andere stand dan P staat terwijl de
motor uit wordt gezet, verandert de stand
van het contact in ACC, niet in UIT.
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in noodgevallen de motor tijdens
het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt of druk hem ten
minste driemaal achter elkaar kort in.
(→ Blz. 608)
Bedien de startknop tijdens het rijden
echter uitsluitend in noodgevallen. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten,
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de
bekrachtiging van deze systemen niet
meer. Hierdoor zullen het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Zet om de motor opnieuw te starten
nadat deze ten gevolge van een noodsi-
tuatie tijdens het ri jden is uitgeschakeld
de selectiehendel in stand N en druk de
startknop kort en stevig in.
Wijzigen van de stand van het
contact
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 288 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 429 of 718

4284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Uitzetten van de motor
Auto's met automatische transmissie
of Multidrive CVT
Trap, terwijl u met de selectiehendel in
stand D rijdt, het rempedaal in en breng
de auto tot stilstand. De motor wordt
automatisch uitgezet.
Als de motor uitgezet wordt, gaat het contro-
lelampje van het Stop & Start-systeem bran-
den.
Auto's met handgeschakelde trans-
missie
1 Trap het koppelingspedaal geheel
in en trap het rempedaal in om de
auto tot stilstand te brengen.
2 Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand en laat het koppelingspe-
daal los. De motor wordt
automatisch uitgezet.
Wanneer de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, gaat het controle-
lampje van het Stop & Start-systeem bran-
den.
■Opnieuw starten van de motor
Auto's met automatische transmissie
of Multidrive CVT
Laat het rempedaal los. De motor wordt
automatisch weer gestart.
Als de motor start, gaat het controlelampje
van het Stop & Start-systeem uit.
Auto's met handgeschakelde trans-
missie
Trap, terwijl de selectiehendel in de
neutraalstand staat, het koppelingspe-
daal in. De motor wordt automatisch
weer gestart.
Als de motor start, gaat het controlelampje
van het Stop & Start-systeem uit.
Stop & Start-systeem*
Het Stop & Start-systeem schakelt
de motor uit en start deze weer
overeenkomstig de bediening van
het rempedaal (aut o's met automa-
tische transmissi e of Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (auto's
met handgeschakelde transmis-
sie) of de selectiehendel als de
auto tot stilstan d wordt gebracht,
bijvoorbeeld bij een verkeerslicht
of kruising, om het brandstofver-
bruik te verlagen en geluid en ver-
vuiling door een stationair
draaiende motor te voorkomen.
Werking Stop & Start-systeem
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 428 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 430 of 718

429
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer het Brake Hold-systeem
is ingeschakeld (auto's met auto-
matische transmissie of Mul-
tidrive CVT)
Als de motor is uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem, zal de
motor uitgeschakeld blijven als het
rempedaal wordt losgelaten.
Als het gaspedaal wordt ingetrapt
wanneer de motor uitgezet is door
het Stop & Start-systeem, zal de
motor herstart worden.
Als de motor is uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem zal, als de
motor herstart wordt, het Brake
Hold-systeem remdruk blijven uitoe-
fenen, tenzij er niet langer aan de
bedrijfscondities voor het Brake
Hold-systeem wordt voldaan.
(→Blz. 306)
■Wanneer de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik is ingeschakeld
(auto's met Dynamic Radar Cruise
Control-systeem met volledig
snelheidsbereik)
Als de auto tot stilstand wordt
gebracht door het Dynamic Radar
Cruise Control-syst eem met volledig
snelheidsbereik, wordt de motor
automatisch uitgesch akeld, zelfs als
het rempedaal niet ingetrapt wordt.
Wanneer de voorligger wegrijdt,
wordt de motor au tomatisch opnieuw
gestart.
Als de motor automatisch opnieuw
wordt gestart door het Stop & Start-
systeem tijdens e en gecontroleerde
stop door de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbe-
reik, blijft de gecontroleerde stop
aanhouden. Druk op de uitschakeltoets van het
Stop & Start-systee
m om het Stop &
Start-systeem uit te schakelen.
Het controlelampje uitgeschakeld Stop
& Start-systeem gaat branden.
Als nogmaals op de toets wordt gedrukt,
wordt het Stop & Start-systeem weer inge-
schakeld en gaat het controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-systeem uit.
■Automatisch inschakelen van het Stop
& Start-systeem
Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld
met de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem, zal het systeem automatisch weer
worden ingeschakeld als de motor weer
wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
Uitschakelen van het Stop &
Start-systeem
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 429 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 431 of 718

4304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als de motor wordt uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem wanneer de
auto op een helling rijdt, worden de
remmen nog enige tijd bekrachtigd
nadat het rempedaal is losgelaten om
te voorkomen dat de auto achteruitrolt
voordat de motor weer wordt gestart en
er aandrijfkracht wordt gegenereerd.
Als er aandrijfkracht wordt gegene-
reerd, wordt de vastgehouden rem-
kracht automatisch uitgeschakeld.
Deze functie werkt zowel op vlakke
oppervlakken als op steile hellingen.
Het remsysteem kan geluid maken,
maar dit duidt niet op een storing.
De reactie van het rempedaal kan
veranderen en er kunnen trillingen
aanwezig zijn, maar dit duidt niet op
een storing.
■Punten bij het gebruik
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de startknop wordt inge-
drukt, kan de motor niet worden herstart
door de automatische motorstartfunctie.
Start in dat geval de motor volgens de nor-
male startprocedure. ( →Blz. 284, 286)
●Wanneer de motor wordt herstart door het
Stop & Start-systeem, zijn de accessoire-
aansluitingen mogelijk ti jdelijk niet bruik-
baar. Dit duidt echter niet op een storing.
●Het plaatsen en verwijderen van elektri-
sche onderdelen en draadloze apparaten
is mogelijk van invloed op het Stop & Start-
systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
●Zet het contact UIT en zet de motor volle-
dig uit wanneer de auto voor langere tijd
wordt stilgezet.
●Als de motor wordt herstart door het Stop
& Start-systeem, kan de besturing van de
auto zwaarder aanvoelen.
■Voorwaarden voor werking
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Er is gedurende een bepaalde tijd met de auto gereden.
• Het rempedaal wordt stevig ingetrapt.
(behalve als de auto door het Dynamic Radar
Cruise Control-systeem met volledig snel-
heidsbereik tot stilstand is gebracht in de
afstandsregelmodus)
• Het koppelingspedaal is niet ingetrapt (auto's met handgeschakelde transmissie).
• Schakelstand D is geselecteerd (auto's met automatische transmissie of Multidrive
CVT).
• De selectiehendel staat in de neutraal- stand (auto's met handgeschakelde trans-
missie).
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De geselecteerde rijmodus is de normale modus of de ECO-rijmodus.
• De geselecteerde rijmodus is niet de SNOW-modus (AWD-uitvoeringen).
• De Mud & Sand- of Rock & Dirt-modus voor de Multi-terrain Select is niet geselec-
teerd (AWD-uitvoeringen).
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld. (auto's zonder handmatig bediende aircon-
ditioning)
• Het gaspedaal is niet ingetrapt (auto's met automatische transmissie of Multidrive
CVT).
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De motorkap is gesloten. ( →Blz. 432)
Hill Start Assist Control (auto's
met automatische transmissie
of Multidrive CVT)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 430 Friday, August 7, 2020 1:15 PM