stop start TOYOTA RAV4 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2021Pages: 718, PDF Size: 119.1 MB
Page 523 of 718

5226-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Deze functie regelt automatisch de
luchtcirculatie van de airconditioning,
zodat prioriteit wordt gegeven aan de
voorstoelen. Wanneer de voorpassa-
giersstoel niet bezet is, stroomt er
mogelijk alleen lucht naar de bestuur-
dersstoel. Onnodig gebruik van de air-
conditioning wordt onderdrukt, wat
zorgt voor een lager brandstofverbruik.
De geconcentreerde luchtcirculatiemo-
dus voor de voorstoel werkt in de vol-
gende situaties:
Er worden geen passagiers gesigna-
leerd op de achterstoelen
De voorruitverwarming is niet in wer-
king
Wanneer de modus in werking is,
brandt .
■Geconcentreerde luchtcirculatie-
modus voorstoel handmatig in-/
uitschakelen
Wanneer de geconcentreerde luchtcir-
culatiemodus voor de voorstoel is inge-
schakeld, kan met de schakelaar worden ingesteld of de lucht alleen
naar de voorstoelen
moet stromen of
naar alle stoelen. Wanneer de modus
handmatig wordt bediend, stopt de
automatische regeling van de luchtcir-
culatie.
Druk op op het bedieningspaneel
van de airco om de luchtcirculatie in te
stellen.
Controlelampje brandt: Luchtstroom
alleen naar de voorstoelen
Controlelampje uit: Luchtstroom
naar alle stoelen
■Werking van de automatische luchtcir-
culatie
●Voor het behoud van een comfortabel inte-
rieur kan de luchtstroom, direct nadat de
motor is gestart en op andere momenten,
afhankelijk van de buitentemperatuur, naar
stoelen zonder passagiers worden geleid.
●Als, nadat de motor is gestart, passagiers
in de auto van plaats veranderen of in- of
uit de auto stappen, kan het systeem de
aanwezigheid van passagiers niet goed
bepalen en werkt de automatische regeling
van de luchtcirculatie niet.
■Handmatige regeling van de luchtcircu-
latie
Zelfs wanneer de functie handmatig wordt
ingesteld om de luchtstroom alleen naar de
voorstoelen te leiden, wordt mogelijk automa-
tisch lucht naar alle stoelen geleid wanneer
een achterstoel bezet is.
■Terugkeren naar automatische luchtcir-
culatie
1 Zet het contact UIT terwijl het controle-
lampje uit is.
2 Wacht ten minste 60 minuten en zet het
contact AAN.
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brandwonden
●Auto's met voorruitverwarming: Raak
het onderste deel van de voorruit en de
gedeeltes bij de voorstijlen niet aan
wanneer de voorruitverwarming is inge-
schakeld.
●Auto's met voorruitontwaseming: Raak
de voorruit (met name het onderste
deel) niet aan, omdat het oppervlak heet
kan worden wanneer de voorruitontwas-
eming is ingeschakeld.
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus
voorstoel (S-FLOW-modus)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 522 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 545 of 718

5446-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
• Knippert continu 3 keer herhaaldelijk (oranje)
• Knippert continu 4 keer herhaaldelijk (oranje)
■De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact staat in stand ACC of AAN.
■Bruikbare draagbare apparaten
Standaard Wireless Qi-laders kunnen wor-
den gebruikt voor draagbare apparaten.
Niet voor alle standaard Qi-apparaten is ech-
ter compatibiliteit gegarandeerd.
De draadloze lader is bedoeld voor draag-
bare apparaten met een laag vermogen van
niet meer dan 5 W, zoals mobiele telefoons
en smartphones.
■Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje of accessoire
kan het zijn dat het laden niet mogelijk is.
Verwijder het hoesje of accessoire als het
draagbare apparaat op het laadgebied is
geplaatst, ook al wordt er niet geladen.
■Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
Schakel de draadloze lader uit en controleer
of de ruis is afgenomen. Als de ruis afneemt,
druk dan gedurende 2 seconden op de voe-
dingsschakelaar van de draadloze lader.
Hiermee kan de frequentie van de lader wor-
den gewijzigd en de ruis worden verminderd.
In dat geval gaat ook de werkingsindicator 2
keer oranje knipperen.
■Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
●Als de elektronische sleutel niet in het inte-
rieur kan worden gesignaleerd, kan er niet
worden geladen. Wanneer het portier
wordt geopend en gesloten, wordt het
laden mogelijk tijdelijk onderbroken.
●Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warmer.
Dit duidt echter niet op een storing.
Wanneer een draagbaar apparaat tijdens
het laden warm wordt, stopt het laden
mogelijk als gevolg van de beschermings-
functie van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de tempera-
tuur van het draagbare apparaat aanmer-
kelijk is afgenomen.
●Afhankelijk van het gebruik van het draag-
bare apparaat is het mogelijk niet volledig
opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
●Als u een mobiele telefoon gebruikt in de
buurt van een draadloze lader, nemen de
gespreksgevoeligheid en communicatie-
snelheid mogelijk af.
■Geluiden tijdens het gebruik
Wanneer de voeding wordt ingeschakeld, is
er tijdens het zoeken van het draagbare
apparaat een geluid te horen. Dit duidt echter
niet op een storing.
■Schoonmaken van de draadloze lader
→ Blz. 554
■Label met voorzorgsmaatregelen m.b.t.
het gebruik van de draadloze lader
Op de draadloze lader bevindt zich een label.
Volg de instructies op het label.
Vermoedelijke oorzakenOplossing
Er bevindt zich een
vreemde substantie
tussen het draag-
bare apparaat en het
laadgebied.
Verwijder de
vreemde substantie.
Het draagbare appa-
raat is niet synchroon
doordat het van het
midden van het laad-
gebied is geschoven.Plaats het draagbare
apparaat in het mid-
den van het laadge-
bied.
Vermoedelijke oorzakenOplossing
De temperatuur in de
draadloze lader stijgt.
Stop direct met laden
en start het laden
weer na een poos te
hebben gewacht.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 544 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 613 of 718

6128-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Het volgende kan duiden op een pro-
bleem in de transmissie. Neem vóór het
slepen contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige of een
professioneel bergingsbedrijf.
De motor draait, maar de auto komt
niet in beweging.
De auto maakt een abnormaal
geluid.
Aan de voorzijde (2WD-uitvoerin-
gen)
Deactiveer de parkeerrem.
Schakel de automatische modus uit.
(→Blz. 304)
WAARSCHUWING
■Tijdens het slepen
●Wanneer u bij het slepen kabels of ket-
tingen gebruikt, vermijd dan plotseling
optrekken, enz. waardoor er extreme
krachten op het sleepoog en de sleep-
kabel of -ketting worden uitgeoefend.
Het sleepoog en de kabel of ketting kun-
nen beschadigd raken en afgebroken
stukken kunnen personen raken en ern-
stige schade veroorzaken.
●Zet het contact niet UIT.
De mogelijkheid bestaat dat het stuur-
wiel wordt vergrendeld en niet kan wor-
den bediend.
■Plaatsen van de sleepogen op de
auto
Controleer of de sleepogen goed vastzit-
ten. Als dat niet het geval is, dan kunnen
de sleepogen bij het slepen losraken.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadigingen aan
de auto bij het slepen met een lepel-
wagen
●Sleep de auto niet aan de achterzijde
terwijl het contact UIT staat of de sleutel
is verwijderd (auto's zonder Smart
entry-systeem en startknop). Het stuur-
slot is niet sterk genoeg om de voorwie-
len in de rechtuitstand te houden.
●Let erop dat de andere zijde van de auto
dan die op de lepel staat voldoende
bodemvrijheid heeft. Als er onvoldoende
speling aanwezig is, kan de auto tijdens
het slepen beschadigd raken.
■Voorkomen van beschadigingen aan
de auto bij het slepen met een takel-
wagen
Sleep de auto niet met een takelwagen,
noch aan de voorzijde, noch aan de ach-
terzijde.
■Voorkomen van beschadigingen aan
de auto tijdens slepen in een noodge-
val
Maak de kabel of de ketting niet vast aan
onderdelen van de wielophanging.
■Bij het slepen van een auto met Stop
& Start-systeem (indien aanwezig)
Wanneer de auto moet worden gesleept
waarbij alle wielen de grond raken, voer
dan de volgende procedure uit alvorens te
slepen om het systeem te beschermen.
Zet het contact eenmaal UIT en start ver-
volgens de motor. Zet, als de motor niet
start, het contact AAN.
Omstandigheden waaronder u
vóór het slepen contact dient
op te nemen met de dealer
Slepen met een lepelwagen
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 612 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 616 of 718

615
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Type B
4 Draai het sleepoog stevig vast met
behulp van een wielmoersleutel of
een stevige metalen stang.
Type A
Type B
5 Maak de kabel of de ketting goed
vast aan het sleepoog.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
6Stap in de weg te slepen auto en
start de motor.
Schakel de Parking Support Brake-functie
uit (indien aanwezig): →Blz. 413 Zet, als de motor niet start, het contact AAN.
Auto's met Stop & Start-systeem: Zet het
contact eenmaal UIT en start vervolgens de
motor alvorens de auto te slepen.
7
Zet de selectiehendel in stand N en
deactiveer de parkeerrem.
Schakel de automatische modus uit.
(→ Blz. 304)
Als de selectiehendel niet in een andere
stand kan worden gezet: →Blz. 291, 296
■Tijdens het slepen
Als de motor niet draait, werken de rem- en
stuurbekrachtiging niet. Hierdoor zullen het
remmen en sturen veel zwaarder gaan dan
normaal.
■Wielmoersleutel
Auto's met wielmoersleutel: De wielmoersleu-
tel bevindt zich in de opbergruimte onder de
afdekplaat (auto's zonder reservewiel) of de
gereedschapstas (auto's met reservewiel).
( → Blz. 632, 643)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 615 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 622 of 718

621
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) PCS
■Controlelampje LTA/
controlelampje LDA* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
■Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem*
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay (alleen 7 inch display).
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert of brandt)
(indien aanwezig)
Wanneer er gelijktijdig een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem).
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Het PCS (Pre-Crash Safety- systeem) is tijdelijk niet
beschikbaar, corrigerende maatregelen kunnen noodzake-
lijk zijn.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 331, 630)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehi-
cle Stability Control-systeem) wo rdt uitgeschakeld, gaat het
waarschuwingslampje PCS branden.
→ Blz. 340
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Oranje)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane
Tracing Assist) of LDA (Lane Departure Alert met stuurrege-
ling)
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 349, 357)
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-
systeem
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 621 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 659 of 718

6588-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metalen punt, ver weg van de accu en bewe-
gende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
A25A-FKS motorPluspool (+) accu (uw auto)
Pluspool (+) accu (tweede auto)
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metalen punt, ver weg van de accu en bewe-
gende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
4 Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer
5 minuten met het verhoogde toe-
rental draaien om de accu van uw
auto op te laden.
5 Open en sluit een van de portieren
terwijl het contact UIT staat.
6 Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact
AAN te zetten.
7 Verwijder de startkabels in exact de
omgekeerde volgorde van aanslui- ten als de motor van uw auto aan-
geslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aan-
geslagen is, de auto zo snel mogelijk
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Starten van de motor als de accu leeg is
De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als de motor is uitgeschakeld. (Auto's met
Stop & Start-systeem: Behalve wanneer
de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem)
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 658 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 660 of 718

659
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
●Schakel niet-noodzakelij
ke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de accu volledig is
ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. (→ Blz. 696)
■Verwijderen van de accuklemmen
Wanneer de accuklemmen worden verwij-
derd, wordt de in de ECU opgeslagen infor-
matie gewist. Neem voordat u de
accuklemmen losneemt contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit wordt
veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het
effect van bepaalde elektrische apparatuur.
Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de accu ontladen en kan de auto moge-
lijk niet meer worden gestart. (De accu laadt
automatisch op tijdens het rijden.)
■Opladen of vervangen van de accu
(auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop)
Mogelijk start de motor niet bij de eerste
poging nadat de accu weer is opgeladen,
maar start hij wel normaal na de tweede
poging. Dit duidt niet op een storing.
■Opladen of vervangen van de accu
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
●Wanneer de accu is ontladen, is het in
sommige gevallen niet mogelijk om de por-
tieren te ontgrendelen met het Smart entry-
systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
te ontgrendelen.
●Mogelijk start de motor niet bij de eerste
poging nadat de accu weer is opgeladen,
maar start hij wel normaal na de tweede
poging. Dit duidt niet op een storing.
●De stand van het contact wordt door de
auto opgeslagen. Wanneer de accu weer
wordt aangesloten, keert het systeem
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór
het losnemen van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de accu wanneer u niet zeker weet in
welke stand het contact stond voordat de
accu ontladen raakte.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
(auto's met Stop & Start-systeem)
De motor wordt gedurende maximaal een uur
mogelijk niet automatisch door het Stop &
Start-systeem uitgeschakeld.
■Vervangen van de batterij
●Auto's met Stop & Start-systeem:
Gebruik een originele ac cu die speciaal is
ontworpen voor gebruik met het Stop & Start-
systeem of een accu met gelijkwaardige spe-
cificaties. Wanneer een niet-ondersteunde
accu wordt gebruikt, wordt de werking van
het Stop & Start-systeem mogelijk beperkt
om de accu te beschermen. Ook nemen de
prestaties van de accu mogelijk af en kan de
motor mogelijk niet worden herstart. Neem
voor meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Gebruik een accu die voldoet aan de Euro-
pese wetgeving.
●Type A:
Gebruik een accu van hetzelfde formaat als
de vorige (LN2), met een gelijkwaardige
capaciteit van 20 uur (20HR) (60 Ah) of meer,
en een gelijkwaardig koudstartvermogen
(CCA) (360 A) of meer.
Type B:
Gebruik een accu van hetzelfde formaat als
de vorige (LN2), met een gelijkwaardige
capaciteit van 20 uur (20HR) (60 Ah) of meer,
en een gelijkwaardig koudstartvermogen
(CCA) (560 A) of meer.
Type C:
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 659 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 662 of 718

661
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
1
Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand, schakel de airconditio-
ning uit en zet vervolgens de motor
af.
2 Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwe-
nen, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
WAARSCHUWING
●Was altijd uw handen nadat u de accu-
drager, de accupolen en andere accu-
gerelateerde onderdelen hebt aange-
raakt.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Bij het vervangen van de accu
Neem voor meer informatie over het ver-
vangen van de accu contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voorkomen van schade aan de auto
(auto's met handgeschakelde trans-
missie)
Probeer de auto niet aan te duwen of aan
te slepen omdat hierdoor de driewegkata-
lysator te heet kan worden en er brand kan
ontstaan.
OPMERKING
■Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startka-
bels voor dat deze niet verstrikt raken in
de koelventilator of in de aandrijfriem van
de motor.
Als de motor oververhit
raakt
Het volgende kan erop duiden dat
de auto oververhit raakt.
De naald van de koelvloeistoftem-
peratuurmeter (→Blz. 112, 116)
komt in het rode gebied of u merkt
dat de motor minder vermogen
levert. (De auto accelereert bij-
voorbeeld niet als het gaspedaal
wordt ingetrapt.)
“Engine Coolant Temp High Stop
in a Safe Place See Owner’s
Manual” (Temperatuur koelvloei-
stof te hoog. Breng auto op veilige
plaats tot stilstand. Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Er komt stoom onder de motorkap
uit.
Correctieprocedures
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 661 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 677 of 718

6769-1. Specificaties
*: De inhoud is de referentiehoeveelheid.Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Multidrive CVT
Hoeveelheid
vloeistof*
Zonder Stop & Start-systeem8,6 l (9,1 qt., 7,6 Imp.qt.)
Met Stop & Start-systeem8,3 l (8,8 qt., 7,3 Imp.qt.)
Soort vloeistofOriginele Toyota CVT FE-vloeistof
OPMERKING
■Soort Multidrive-vloeistof
Gebruik van andere Multidrive-vloeistof dan hierboven genoemd kan leiden tot abnormale
geluiden en trillingen en schade aanrichten aan de Multidrive CVT van uw auto.
Handgeschakelde transmissie
Hoeveelheid transmissievloeistof1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Type transmissie-olieToyota handgeschakelde-trans missievloeistof type
LV GL-4 75W of gelijkwaardig
OPMERKING
■Handgeschakelde transmissievloeistof
●Houd er rekening mee dat, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de transmissie-
vloeistof die is gebruikt of de omstandigheden, het geluid bij het stationair draaien, het
schakelgevoel en/of het brandsto fverbruik kunnen afwijken. In het ergste geval kan ver-
keerde transmissievloeistof of verkeerd gebruik schade aan de transmissie veroorzaken.
Toyota raadt voor optimale prestaties het ge bruik van originele TOYOTA transmissievloei-
stof type LV GL-4 75W aan.
●Uw auto is af fabriek gevuld met originel e Toyota handgeschakelde-transmissievloeistof
type LV GL-4 75W. Gebruik alleen door To yota goedgekeurde originele Toyota handge-
schakelde-transmissievl oeistof type LV GL-4 75W of gelijkwaardig met de hierboven aan-
gegeven specificatie. Neem voor meer in formatie contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Koppeling
Vrije slag koppelingspedaal3 ⎯ 15 mm (0,1 ⎯ 0,6 in.)
Soort vloeistofSAE J1703 of FMVSS Nr. 116 DOT 3
SAE J1704 of FMVSS Nr. 116 DOT 4
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 676 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 695 of 718

6949-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■PKSB (Parking Support Brake)* (→Blz. 413)
*: Indien aanwezig
■Stop & Start-systeem* (→Blz. 428)
*: Indien aanwezig
■Automatische airconditioning* ( →Blz. 517)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
PKSB-functie (Parking Support
Brake)AanUit–O–
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Wijzig de duur van het Stop & Start-
systeem wanneer de airco is inge-
schakeld
StandaardVerlengd–O–
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Schakelen tussen buitenluchtmo-
dus en de aan de toets AUTO
gekoppelde recirculatiemodus
AanUitO–O
Werking automatische aircoschake-
laarAanUitO–O
Schakelen naar de buitenluchtmo-
dus als de auto geparkeerd isAanUit––O
ABC
ABC
ABC
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 694 Friday, August 7, 2020 1:15 PM