sensor TOYOTA RAV4 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2021Pages: 718, PDF Size: 119.1 MB
Page 318 of 718

317
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
8
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproeiers
worden ingeschakeld. Auto's met koplamp-
sproeiers: Als het contact AAN staat, de
koplampen zijn ingeschakeld en u de hendel
naar u toe trekt, werken de koplampsproei-
ers één keer. Daarna werken de koplamp-
sproeiers elke vijfde keer dat u de hendel
naar u toe trekt.
■De ruitenwissers en ruitensproeiers
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Effecten van de rijsnelheid op de ruiten-
wisserwerking
Auto's met ruitenwissers met intervalstand
In de stand voor de lage snelheid schakelt de
ruitenwisser over van lage snelheid naar
interval als de auto stilstaat. (Echter, wan-
neer het interval op het hoogste niveau staat
ingesteld, schakelt de modus niet over.)
Auto's met ruitenwissers met regensensor
In de stand voor de lage snelheid schakelt de
ruitenwisser over van lage snelheid naar
interval als de auto stilstaat. (Maar als de
gevoeligheid van de sensor wordt aangepast
tot het hoogste niveau, kan de stand niet wor-
den veranderd.)
■Regensensor (auto's met ruitenwissers
met regensensor)
●De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.*
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO wordt gezet en het contact AAN
staat, werken de ruitenwissers één keer
om aan te geven dat de stand AUTO is
geactiveerd.
●Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afge-
steld, kan de wisser één keer werken om
aan te geven dat de gevoeligheid is gewij-
zigd.
●Als de temperatuur van de regensensor
85°C of hoger, of -15°C of lager is, werkt
de automatische functie mogelijk niet. Zet
de ruitenwisserschakelaar in dat geval in
een andere stand dan AUTO.
*: Deze zijn mogelijk aan de andere kant
geplaatst, afhankelijk van de regio.
■Als er geen vloeistof uit de ruitensproei-
ers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer als dat
het geval is of de sproeierkoppen niet ver-
stopt zijn.
■Sproeierkopverwarming (indien aanwe-
zig)
De sproeierkopverwarming treedt in werking
om te voorkomen dat de sproeierkoppen
bevriezen wanneer de buitentemperatuur
5°C of lager is en het contact AAN staat.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van de ruitenwissers in de
stand AUTO (auto's met ruitenwis-
sers met regensensor)
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht
in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen
wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers
in de stand AUTO staan. Let erop dat er
niets bekneld raakt als de ruitenwissers in
werking treden.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 317 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 323 of 718

3224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4-5.Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
→Blz. 333
■LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig)
→Blz. 341
■LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) (indien aanwezig)
→Blz. 350
■AHB (Automatic High Beam)
→Blz. 311
■RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)
→Blz. 358
■Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
(indien aanwezig)
→Blz. 362
■Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig)
→Blz. 374 Twee soorten sensoren, die zich achter
de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de
werking van de ondersteunende syste-
men.
Radarsensor
Camera voor
Toyota Safety Sense*
Toyota Safety Sense bestaat uit
de volgende ondersteunende sys-
temen en draagt bij aan een vei-
lige en comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
■Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te
werken met als uitgangspunt dat de
bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen
de gevolgen van een aanrijding voor de
inzittenden en de auto te beperken of de
bestuurder te assisteren onder normale
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
Sensoren
A
B
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 322 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 324 of 718

323
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in de
radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
●Houd de radarsensor en de afdekking
van de radarsensor altijd schoon.
Radarsensor
Afdekking radarsensor
Reinig de voorzijde van de radarsensor of
de voor- of achterzijde van afdekking van
de radarsensor als ze vuil zijn of als er
waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en de kap van de
radarsensor met een zachte doek om te
voorkomen dat er beschadigingen ont-
staan.
●Bevestig geen accessoires, (doorzich-
tige) stickers of andere zaken op de
radarsensor, de afdekking van de radar-
sensor of het omliggende gebied.
●Stel de radarsensor en de omgeving
van de sensor niet bloot aan krachtige
schokken.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
radarsensor, de grille of de voorbumper
is blootgesteld aan krachtige schokken.
●Haal de radarsensor niet uit elkaar.
●Wijzig of spuit de radarsensor of de kap
van de radarsensor niet.
A
B
●In de volgende gevallen moet de radar-
sensor opnieuw worden gekalibreerd.
Neem voor meer informatie contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als de radarsensor of de grille is verwij- derd en geplaatst of vervangen
• Als de voorbumper is vervangen
■Storingen in de camera voor voorko-
men
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camera voor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
●Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit al s deze vuil is of als
er een dun olielaagje, waterdruppels,
sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten waterdruppels
e.d. nog steeds met de ruitenwissers
voor worden verwijderd van het
gedeelte van de voorruit vóór de
camera voor.
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
binnenzijde van de voorruit waar de
camera voor is geplaatst vuil is.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 323 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 333 of 718

3324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Als in de volgende situaties de situatie is gewijzigd (of enige tijd met de auto is gereden) en
wordt gesignaleerd dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt
de melding en werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Als de temperatuur rondom de camera voor niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoorbeeld
doordat de auto in de zon of een zeer koude omgeving staat
• Als de camera voor geen objecten voor de auto kan detecteren, zoals 's nachts op een onverlichte weg, bij sneeuw, bij mist of als er fel licht in de camera voor schijnt
SituatieHandelingen
Als het gedeelte rondom een sensor bedekt is
met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere
verontreinigingenMaak om het gedeelte van de voorruit voor de
camera voor te reinigen gebruik van de ruiten-
wissers of de voorruitverwarming van het air-
conditioningsysteem ( →Blz. 513, 518).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 332 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 334 of 718

333
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
De landen en regio's in het overzicht zijn van toepassing vanaf augustus 2020.
Afhankelijk van wanneer de auto is verkoc
ht kunnen de landen en regio's echter
verschillen. Neem voor meer informat ie contact op met uw Toyota-dealer.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radarsensor en een
camera voor om objecten (→Blz. 333) vóór de auto te signaleren. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een object
groot is, wordt een waarschuwing geactiveerd om de bestuurder aan te
sporen om uit te wijken en wordt de potentiële remdruk verhoogd om de
bestuurder te helpen een aanrijding te voorkomen. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een object zeer groot is,
worden de remmen automatisch bekrachtigd om te helpen een aanrijding te
voorkomen of om de impact van een aanrijding te helpen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en het waarschu-
wingstijdstip kan worden gewijzigd. ( →Blz. 335)
Signaleerbare objecten
Regio'sSignaleerbare objectenLanden/gebieden
A
•Voertuigen
• Fietsers
• Voetgangers
IJsland, Albanië, Andorra, Italië, Oekraïne, Estland,
Oostenrijk, Nederland, Griekenland, Kroatië, Gibral-
tar, Zwitserland, Zweden, Spanje, Slowakije, Slove-
nië, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Noorwegen,
Hongarije, Finland, Frankr ijk, Bulgarije, België, Bos-
nië en Herzegovina, Polen, Portugal, Macedonië,
Monaco, Servië, Montenegro, Letland, Litouwen,
Roemenië, Luxemburg, Rusland, de Faeröer,
Israël, Turkije, de Canarische Eilanden
BVoertuigenAzerbeidzjan, Georgië
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 333 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 336 of 718

335
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■In-/uitschakelen van het Pre-
Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
het scherm ( →Blz. 126) van het
multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt iedere keer wanneer het
contact AAN wordt gezet automatisch inge-
schakeld.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje PCS
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
●Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie,
wordt de werking van de functie na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld.
Trap indien nodig het rempedaal in.
●De Pre-Crash Brake-functie werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder.
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Wanneer moet het Pre-Crash Safety-
systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het sys-
teem uit, omdat het mogelijk niet juist
werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan:
●Als de auto wordt gesleept
●Bij het slepen van een andere auto
●Bij het vervoeren van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of vergelijkbaar
transportmiddel
●Wanneer de auto wordt opgetakeld ter-
wijl de motor aan staat en de wielen vrij
kunnen draaien
●Bij het controleren van de auto op een
rollenbank, bijvoorbeeld een vermo-
gensbank of een snelheidsmetertester,
of bij het balanceren van de wielen op
de auto
●Als er veel kracht wordt uitgeoefend op
de voorbumper of de grille door een
aanrijding of een andere oorzaak
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijstijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als er sneeuwkettingen zijn aange-
bracht
●Wanneer er een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
●Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg,
enz.) die de radarsensor of de camera
voor kan hinderen op de auto is
geplaatst
Wijzigen van instellingen van
het Pre-Crash Safety-systeem
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 335 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 340 of 718

339
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere-
den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozen der, elektriciteits-
centrale of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische velden
aanwezig zijn
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera
voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel- telijk verborgen is ac hter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet • Wanneer een signaleerbaar object bijna
dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera
voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een fiets*1 of een motor-
fiets is
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot-
mobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als een voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
• Als een voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een zijspan
• Als de voorligger een kinderfiets, een fiets met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.)
is
*2
• Als een voetganger of de rijhoogte van een fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer
is dan ongeveer 2 m
*2
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 339 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 341 of 718

3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Als een voetganger of fietser breed val- lende kleding (regenjas, lange rok, enz.)
draagt, waardoor zijn of haar silhouet
onduidelijk wordt
*2
• Als een voetganger vooroverbuigt of
gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt*2
• Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt*2
• Als een voetgangers een wandelwagentje,
rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt*2
• Bij het rijden onder barre weersomstandig-heden, bijvoorbeeld bij zware regenval,
mist, sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een
tunnel, waardoor een signaleerbaar object
bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als zijn
omgeving
• Wanneer er wordt gereden op een plek waar de helderheid van het omgevingslicht
plotseling verandert, zoals bij het in- of uit-
rijden van een tunnel
• Nadat de motor gestart is, is er gedurende een bepaalde tijd niet met de auto gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
• Bij het rijden in een bocht en een paar seconden na het rijden in een bocht
• Als uw auto in een slip raakt
• Wanneer de voorzijde van de auto is ver- hoogd of verlaagd
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera voor niet goed is uitgelijnd
●In sommige situaties, zoals de onder-
staande, kan wellicht onvoldoende rem-
kracht worden gerealiseerd, waardoor het
systeem mogelijk niet goed werkt: • Als de remfuncties niet optimaal kunnen
functioneren, bijvoorbeeld doordat onder-
delen van het remsysteem extreem koud
of warm, of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden (extreem versleten remdelen of banden,
onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
*1: Van toepassing op uitvoeringen voor lan-
den waar geen fietsers kunnen worden
gesignaleerd ( →Blz. 333)
*2: Van toepassing op uitvoeringen voor lan-
den waar voetgangers en/of fietsers kun-
nen worden gesignaleerd ( →Blz. 333)
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
(→ Blz. 447), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned Off Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 340 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 351 of 718

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als
gevolg van een storing in een andere sensor
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden
gewijzigd. ( →Blz. 126)
*: Indien aanwezig
LDA (Lane Departure Alert
met stuurregeling)*
Als wordt gereden op een weg met
duidelijke witte (gele) rijstrook-
markeringen, waarschuwt het
LDA-systeem de bestuurder wan-
neer de auto de huidige rijstrook
of koers dreigt te verlaten
*. Het
systeem kan ook het stuurwiel
enigszins bedienen om te helpen
voorkomen dat de rijstrook of
koers wordt verlaten
*.
Het LDA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de camera
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 350 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 358 of 718

357
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmelding
weergegeven om de bestuurder aan te spo-
ren het stuurwiel vast te houden. Tevens
wordt het in de afbeelding weergegeven sym-
bool op het multi-informatiedisplay weerge-
geven. De waarschuwing stopt wanneer het
systeem signaleert dat de bestuurder het
stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen altijd
aan het stuurwiel wanneer u dit systeem
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
Afhankelijk van de voertuigconditie en de
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt,
als het systeem signaleert dat de auto in een
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in
werking is, klinkt de zoemer en wordt de
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de
zoemer klinkt, houdt het geluid hiervan langer
aan.
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert
terwijl de waarschuwingsfunctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het
in de afbeelding weergegeven symbool op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de aut o en de conditie van de
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LDA oranje
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het
scherm worden weergegeven als er een
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LDA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LDA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●“LDA Unavailable” (LDA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgesc hakeld als
gevolg van een storing in een andere sensor
dan de camera voor. Schakel het LDA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het
LDA-systeem weer in.
●“LDA Unavailable at Current Speed” (LDA
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van
het LDA-systeem. Rijd langzamer.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 357 Friday, August 7, 2020 1:15 PM