sensor TOYOTA RAV4 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2021Pages: 718, PDF Size: 119.1 MB
Page 174 of 718

173
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
dat voor het bedienen van de hands-
free elektrisch bedienbare achterklep
het contact UIT staat, de handsfree-
functie van de elektrisch bedienbare
achterklep is ingeschakeld (
→Blz. 126)
en dat u een elektronische sleutel bij u
draagt.
1 Zorg ervoor dat u zich, met de elek-
tronische sleutel op zak, binnen het
detectiebereik van het Smart entry-
systeem met startknop bevindt, op
ongeveer 30 tot 50 cm van de ach-
terbumper.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep
Detectiegebied voor werking Smart
entry-systeem met startknop
(→Blz. 181)
2 Bedien de achterklep met een voet-
beweging door uw voet tot 10 cm
onder de achterbumper te bewegen
en vervolgens weer terug te trek-
ken.
Voer deze volledige beweging binnen 1
seconde uit.
De achterklep zal niet in werking treden
zolang er een voet wordt gesignaleerd onder
de achterbumper.
Raak bij het gebruik van de handsfree func-
tie van de elektrisch bedienbare achterklep de achterbumper niet aan met uw voet.
Als er zich in het passagierscompartiment of
de bagageruimte een andere elektronische
sleutel bevindt, duurt het mogelijk iets langer
dan normaal voordat de achterklep in wer-
king treedt.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep
3 Als de sensor voor de regeling van
de voetbediening signaleert dat u
uw voet hebt teruggetrokken, klinkt
er een zoemer en zal de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch
volledig openen/sluiten.
Als er tijdens het open en/sluiten van de ach-
terklep een voet onder de achterbumper
wordt bewogen, gaat de achterklep niet ver-
der open.
Als er weer een voet onder de achterbumper
wordt bewogen terwijl de beweging is
gestopt, beweegt de achterklep in tegen-
overgestelde richting.
■Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden
wanneer de achterklep wordt geopend en de
schakelaar van de bagageruimteverlichting
aan is.
Als het contact UIT wordt gezet, gaat de ver-
lichting na 20 minuten automatisch uit.
A
B
C
A
B
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 173 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 175 of 718

1743-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
1 Aan
2 Uit
■Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de ach-
terklep deze automatisch volledig sluiten.
Het sluitsysteem van de achterklep wordt
bediend, ongeacht de status van het contact.
■Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
De achterklep kan in de volgende gevallen
automatisch worden geopend en gesloten:
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep is ingeschakeld. ( →Blz. 126)
●Wanneer de achterklep is ontgrendeld.
Als echter de schakelaar achterklep openen
ingedrukt wordt gehouden terwijl u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, wordt de elek-
trisch bedienbare acht erklep bediend, ook
wanneer de achterklep is vergrendeld.
( → Blz. 172)
●Wanneer het contact AAN staat, kan in
aanvulling op het bovenstaande de achter-
klep worden bediend wanneer aan de
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
• De parkeerrem is geactiveerd
• Het rempedaal is ingetrapt
• De selectiehendel staat in stand P (auto's met automatische transmissie of Multidrive
CVT) of de neutraalstand (auto's met
handgeschakelde transmissie).
■Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
●Er klinkt een zoemer om aan te geven dat
de achterklep wordt geopend/gesloten.
●Wanneer het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep is uitgeschakeld,
kan de achterklep niet elektrisch worden
bediend, maar kan hij wel met de hand
worden geopend en gesloten.
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep automatisch wordt geopend en er iets
abnormaals wordt gesignaleerd als gevolg
van menselijk handelen of een voorwerp,
wordt de beweging gestopt.
■Klembeveiliging
De elektrisch bedienbare achterklep is aan
beide zijden voorzien van sensoren. Als iets
de werking van de elektrisch bedienbare ach-
terklep tijdens het sluiten hindert, beweegt de
achterklep automatisch in de tegenoverge-
stelde richting of stopt deze met bewegen.
■Functie beveiliging tegen dichtvallen
Wanneer er tijdens het automatisch openen
van de elektrisch bedienbare achterklep
overmatige kracht op de klep wordt uitgeoe-
fend, stopt de beweging van de elektrisch
bedienbare achterklep om te voorkomen dat
deze dichtvalt.
■Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem
achterklep
Wanneer de achterklep handmatig omlaag
wordt geduwd terwijl deze op een open posi-
tie gestopt is, sluit de achterklep automatisch
volledig.
■Uitgestelde vergrendelingsfunctie ach-
terklep (indien aanwezig)
Met deze functie wordt het vergrendelen van
alle portieren van tevoren uitgesteld wanneer
de elektrisch bedienbare achterklep is
geopend.
Wanneer de volgende procedure is gevolgd,
worden alle portieren maar niet de elektrisch
bedienbare achterklep vergrendeld. Vervol-
gens wordt de elektrisch bedienbare achter-
klep vergrendeld als deze wordt gesloten.
1 Sluit alle portieren, behalve de achter-
klep.
2 Vergrendel tijdens het sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep de por-
tieren met het Smart entry-systeem met
startknop vanaf de voorportieren
(→ Blz. 162) of de afstandsbediening.
( → Blz. 162)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 174 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 180 of 718

179
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
OPMERKING
●Oefen geen grote kracht uit op de ach-
terklep terwijl de elektrisch bedienbare
achterklep in werking is.
●Voorkom dat de sensoren (aan de rech-
ter- en linkerzijde van de elektrisch
bedienbare achterklep) beschadigd
raken door scherpe voorwerpen. Wan-
neer de sensor is losgenomen, kan de
elektrisch bedienbare achterklep niet
automatisch worden gesloten.
■Voorzorgsmaatregelen handsfree
elektrisch bedienbare achterklep
(indien aanwezig)
De sensor regeling voetbediening bevindt
zich achter aan de onderzijde van het mid-
den van de achterbumper. Neem de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht om
ervoor te zorgen dat de handsfree elek-
trisch bedienbare achterklep goed werkt:
●Houd de onderzijde van het midden van
de achterbumper te allen tijde schoon.
Als de onderzijde van het midden van
de achterbumper vuil is of bedekt is met
sneeuw, werkt de sensor regeling voet-
bediening mogelijk niet. Verwijder in dat
geval het vuil of de sneeuw, verplaats
de auto en controleer vervolgens of de
sensor regeling voetbediening werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
sensor niet werkt.
●Breng geen coatings die een vochtaan-
trekkend effect hebben of andere coa-
tings aan op de onderzijde van het
midden van de achterbumper.
●Parkeer de auto niet in de buurt van
objecten die kunnen bewegen en in
contact kunnen komen met de onder-
zijde van het midden van de achterbum-
per, zoals gras of bomen.
Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen bewe-
gen en in contact kunnen komen met de
onderzijde van het midden van de ach-
terbumper, zoals gras of bomen, werkt
de sensor regeling voetbediening moge-
lijk niet. Verplaats in dat geval de auto
en controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
●Stel de sensor regeling voetbediening
en zijn omgeving niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als de sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving blootgesteld zijn aan
krachtige schokken, werkt de sensor
regeling voetbediening mogelijk niet
goed meer. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de sensor regeling voet-
bediening in de volgende situaties niet
werkt.
• De sensor regeling voetbediening of zijn omgeving zijn blootgesteld aan krach-
tige schokken.
• Er zitten krassen of beschadigingen op de onderzijde van het midden van de
achterbumper.
●Demonteer de achterbumper niet.
●Breng geen stickers aan op de achter-
bumper.
●Breng geen lak aan op de achterbum-
per.
●Deactiveer de handsfree elektrisch
bedienbare achterklep als er op de elek-
trisch bedienbare achterklep een fiet-
sendrager of een vergelijkbaar zwaar
onderdeel gemonteerd is. ( →Blz. 126)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 179 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 184 of 718

183
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt
van een andere sleutel met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzendt)
●Als u de elektronische
sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• Een draagbare radio, mobiele telefoon,
draadloze telefoon of andere draadloze
communicatiemiddelen
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeerplaats
met een betaalautomaat (Radiogolven die
worden gebruikt om auto's te signaleren
beïnvloeden mogelijk het Smart entry-sys-
teem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel
zich binnen het detectiegebied bevindt.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 182)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 183 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 185 of 718

1843-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Auto's met instapfunctie: Bewaar, om dief-
stal van de auto te voorkomen, de elektro-
nische sleutel niet binnen een afstand van
2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(→ Blz. 687)
●De energiebespaarmodus kan het energie-
verbruik van de elektronische sleutels ver-
lagen. ( →Blz. 182)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd bij
auto's met instapfunctie de elektronische
sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
mogelijk niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de mechanische sleutel.
( → Blz. 655)
●Starten van de motor: → Blz. 655
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 184 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 242 of 718

241
3
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren (auto's met binnen-
spiegel met automatische antiverblin-
dingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
*: Indien aanwezig
Digitale binnenspiegel*
De digitale binnenspiegel is een
systeem dat gebruikmaakt van een
camera op de achterzijde van de
auto. Het beeld van die camera
wordt weergegeven op het dis-
play van de digitale binnenspiegel.
De digitale binnenspiegel kan met
behulp van de hendel worden
gewijzigd tussen de modus voor
de optische spiegel en de modus
voor de digitale spiegel.
Dankzij de digitale binnenspiegel
kan de bestuurder het beeld ach-
ter de auto zien, ondanks obsta-
kels, zoals hoofdsteunen of
bagage. Ook worden de achter-
stoelen niet weergegeven en
wordt de privacy van de passa-
giers verbeterd.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Voordat u de digitale binnenspiegel
gebruikt
●Stel de spiegel af voordat u gaat rijden.
( → Blz. 243)
• Wijzig de modus naar de modus voor de optische spiegel en stel de positie van
de digitale binnenspiegel zo af dat het
gebied achter uw auto goed te zien is.
• Wijzig de modus naar de modus voor de digitale spiegel en wijzig de display-
instellingen.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 241 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 245 of 718

2443-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
*: Dit is een functie voor de modus optische spiegel. De instelling kan echter ook wor-
den gewijzigd terwijl de modus digitale
spiegel in gebruik is.
■In-/uitschakelen van de automati-
sche antiverblindingsstand
(modus optische spiegel)
De automatische antiverblindingsstand
in de modus optische spiegel kan wor-
den in-/uitgeschakeld. De instelling kan
worden gewijzigd in zowel de modus
digitale spiegel als de modus optische
spiegel.
Bij gebruik van de modus digitale
spiegel
→Blz. 243
Bij gebruik van de modus optische
spiegel
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2Druk op of om de
automatische antiverblindingsstand
in te schakelen (ON)/uit te schake-
len (OFF).
De iconen verdwijnen als gedurende ten
minste 5 seconden geen toets wordt
bediend.
■Instellen van het display (modus digi-
tale spiegel)
●Als het weergegeven beeld is ingesteld,
lijkt het mogelijk vervormd. Dit duidt niet op
een storing.
●Als de helderheid van de digitale binnen-
spiegel te hoog is ingesteld, kunnen uw
ogen vermoeid raken. Stel de digitale bin-
nenspiegel in op een geschikte helderheid.
Als uw ogen vermoeid raken, schakel dan
over naar de modus optische spiegel.
●De helderheid van de digitale binnenspie-
gel wordt automatisch aangepast overeen-
komstig de helderheid van het gebied voor
uw auto.
■Voorkomen van storingen in de licht-
sensoren
Raak de lichtsensoren niet aan en bedek ze
niet, om te voorkomen dat er storingen in ont-
staan.
IconenInstellingen
Hiermee kunt u de helderheid van
het display afstellen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied omhoog/omlaag verplaat-
sen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied naar links/rechts verplaat-
sen.
Hiermee kunt u de hoek van het
weergegeven beeld afstellen.
Hiermee kunt u op de weergege-
ven afbeelding inzoomen/uitzoo-
men.
Hiermee kunt u de automatische
antiverblindingsstand in-/uitscha-
kelen.
*
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch aangepast op
basis van de helderheid van de
koplampen van achteropkomend
verkeer.
De automatische antiverblindings-
stand wordt iedere keer wanneer
het contact AAN wordt gezet inge-
schakeld.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 244 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 265 of 718

264
4-4. TankenOpenen van de tankdop ........ 320
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ............. 322
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . .................333
LTA (Lane Tracing Assist) ..... 341
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ............... 350
RSA (Road Sign Assist) ........ 358
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik ...... 362
Dynamic Radar Cruise Control ..................... 374
Cruise control ........................ 384
Snelheidsbegrenzer............... 387
BSM (Blind Spot Monitor) ...... 390
Toyota Parking Assist-sensor....................... 405
PKSB (Parking Support Brake) .................... 413
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ........... 418
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden)............... 424
Stop & Start-systeem............. 428
Rijmodusselectieschakelaar .. 436Multi-terrain Select
(AWD-uitvoeringen) ............. 438
Schakelaar SNOW-modus (AWD-uitvoeringen) ............. 441
Downhill Assist Control .......... 442
Uitlaatgasfilter systeem ........... 444
Ondersteunende systemen .... 445
4-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 452
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's .................... 455
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 264 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 309 of 718

3084-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
2 De koplampen en alle verlich-
ting die hierboven genoemd is,
gaan branden.
3 De koplampen, dagrijverlich-
ting ( →Blz. 308) en alle verlichting
die hierboven genoemd is, worden
automatisch in- en uitgeschakeld.
■De AUTO-modus kan worden gebruikt
als
Het contact AAN staat.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting autom atisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en de parkeerrem
wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar
in de stand . (Brandt helderder dan de
parkeerlichten voor.) D agrijverlichting is niet
ontworpen voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd. Hierdoor kan de sensor
niet op de juiste manier de hoeveelheid
omgevingslicht signaleren, waardoor het
automatische koplampsysteem mogelijk
onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
Type A
De verlichting wordt automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet en het bestuurdersportier wordt
geopend.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna weer in stand
of .
Type B
●Als de lichtschakelaar in de stand of
staat: De koplampen en de mistlam-
pen voor worden automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet.
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig
of automatisch worden bediend.
Inschakelen van de koplampen
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 308 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 317 of 718

3164-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
Het wisinterval kan worden gewijzigd
als de intervalstand wordt geselec-
teerd.
6 Verkort het interval van de wisser-
werking
7 Verlengt het interval van de wisser-
werking
8 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproeiers
worden ingeschakeld. Auto's met koplamp-
sproeiers: Als het contact AAN staat, de
koplampen zijn ingeschakeld en u de hendel
naar u toe trekt, werken de koplampsproei-
ers één keer. Daarna werken de koplamp-
sproeiers elke vijfde keer dat u de hendel
naar u toe trekt.
Ruitenwissers met regensensor
1 Uit
2 Stand AUTO
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
In de stand AUTO werken de ruitenwissers
automatisch wanneer de sensor signaleert
dat het regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveelheid neer-
slag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de sensorgevoe-
ligheid worden ingesteld.
6Verhoogt de gevoeligheid
7 Verlaagt de gevoeligheid
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 316 Friday, August 7, 2020 1:15 PM