sensor TOYOTA RAV4 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2021Pages: 718, PDF Size: 119.1 MB
Page 449 of 718

4484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Geluiden en trillingen tijdens het scha-
kelen tussen het AWD-systeem en voor-
wielaandrijving
Als de auto schakelt tussen AWD en voor-
wielaandrijving of andersom kunnen er gelui-
den en trillingen ontstaan maar deze duiden
niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem
Als de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem zijn uitgeschakeld, worden
deze automatisch opnieuw ingeschakeld in
de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet.
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Draai, als dat het
geval is, niet overmatig aan het stuur of
breng de auto tot stilstand en schakel de
motor uit. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55
km/h.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is. Het systeem werkt echter niet onder
de volgende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 448 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 453 of 718

4524-6. Rijtips
4-6.Rijtips
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de accu con-
troleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen
aan
*
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
*: Auto's met 235/55R19 banden kunnen
niet worden voorzien van sneeuwkettin-
gen.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandig-
heden aan.
Voorbereidingen voor
de winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Gebruik winterbanden met de voorge-
schreven maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
(behalve 235/55R19 banden)
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) (indien aanwezig) niet.
●Gebruik het LDA-systeem (Lane Depar-
ture Alert met stuurregeling) (indien
aanwezig) niet.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 452 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 456 of 718

455
4
4-6. Rijtips
Rijden
De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1,0 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Vanwege het specifieke ontwerp
hebben terreinauto's een hoger
zwaartepunt dan gewone personen-
auto's. Door dit specifieke ontwerp-
kenmerk kan deze categorie auto's
eerder over de kop slaan. Terrein-
auto's hebben een aanzienlijk gro-
tere kans om over de kop te slaan
dan andere auto's.
Een voordeel van de grotere bodem-
vrijheid is een beter zicht op de weg,
waardoor u beter kunt anticiperen.
Een vierwielaangedreven auto is niet
ontworpen om bochten met dezelfde
snelheid te nemen als gewone per-
sonenauto's, net als lage sportwa-
gens niet zijn ontworpen om in het
terrein te presteren. Daarom kan de
auto bij scherpe bochten en een te
hoge snelheid over de kop slaan.
Wetgeving met betrekking
tot het gebruik van
sneeuwkettingen (behalve
235/55R19 banden)
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
Voorzorgsmaatregelen
bij terreinauto's
Deze auto behoort tot de categorie
terreinauto's die een grotere
bodemvrijheid en een kleinere
spoorbreedte hebben in verhou-
ding tot de hoogte van het zwaar-
tepunt. Dit biedt de mogelijkheid
in een grote variëteit van terrei-
nomstandigheden te rijden.
Kenmerken terreinauto's
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 455 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 552 of 718

551
7
7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Als de auto bijzonder vuil is, gebruik dan een
verdund neutraal reinigingsmiddel en verwij-
der het vuil met de hand met een spons of
een zachte doek.
• Spoel het reinigingsmiddel direct na het
gebruik weg met water.
Spoel het reinigingsmiddel na gebruik weg
met water en veeg de auto droog met een
zachte doek.
●Auto's met 19 inch matgelakte velgen:
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om schade aan matte lak te voorko-
men:
• Poets en boen niet met een droge doek, borstel of iets dergelijks.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen die coa- tings of schuurmiddelen bevatten.
• Zorg er bij het wassen van de auto in een wasstraat voor dat er geen wielborstels
worden gebruikt.
• Gebruik geen hogedrukspuit of stoomreini- ger.
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde- len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn.
■Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
■Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig
de onderdelen dan als volgt:
●Gebruik een zachte doek en sop met
ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om
het vuil te verwijderen.
●Veeg daarna het resterende vocht van het
leder af met een droge, schone doek.
●Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte
komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
■Bij het wassen van de voorruit
(auto's met ruitenwissers met regen-
sensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
de volgende gevallen onverwacht in wer-
king treden. Hierdoor kunnen uw handen
bekneld raken en kunt u ernstig letsel
oplopen, en hierdoor kunnen de ruitenwis-
serbladen beschadigd raken.
Uit
AUTO
●Wanneer het bovenste deel van de
voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aange-
raakt
●Wanneer een natte doek of iets derge-
lijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
●Als iets tegen de voorruit stoot
●Als u het regensensorhuis aanraakt of
als iets in aanraking komt met de regen-
sensor
A
B
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 551 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 553 of 718

5527-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de uitlaatpijpen
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaat-
pijpen tamelijk heet worden.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpij-
pen niet aan totdat deze voldoende zijn
afgekoeld, aangezien het aanraken van
een hete uitlaatpijp brandwonden kan ver-
oorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper met de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, kan een storing optreden
in het systeem. Neem, als dit gebeurt, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Aantasting van de lak en corrosie
van de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorko-
men
●Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is van veel rook, stof, ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
●Verwijder vuil van de velgen en berg ze
op een droge plaats op om te voorko-
men dat de velgen tijdens de opslag
gaan corroderen.
■Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
●Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met
een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
●Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
■Wassen in een wasstraat (auto's met
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
werking treden waardoor de ruitenwisser-
bladen beschadigd kunnen raken.
■Reinigen met een hogedrukreiniger
●Stel de camera (indien aanwezig) of de
omgeving ervan tijdens het wassen van
de auto niet bloot aan sterke waterstra-
len uit de hogedrukreiniger. Door de
kracht van de waterstralen werkt het
apparaat mogelijk niet normaal.
●Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof afdekkin-
gen), stekkers en de volgende onderde-
len.
Wanneer onderdelen in aanraking
komen met sterke waterstralen, kunnen
ze beschadigd raken.
• Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen remsysteem
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 552 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 573 of 718

5727-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Auto's met een volwaardig reserve-
wiel
Voor
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een mel-
ding en een waarschuwingslampje
gewaarschuwd. ( →Blz. 625)
■Routinecontrole van de bandenspan-
ning (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt (indien aanwezig)
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensor en -zender zijn gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
• Als het reservewiel zich op een plaats bevindt waar een slechte ontvangst van
radiosignalen is.
*
• Als er in de bagageruimte een groot meta-len object aanwezig is dat de ontvangst
van signalen kan verstoren.
*
*
: Alleen auto's met een volwaardig reserve- wiel
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem (indien aanwe-
zig)
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de omstandigheden waaronder het
systeem geïnitialiseerd is. Daarom laat het
systeem mogelijk zelfs een waarschuwing
zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan
de druk die was ingesteld tijdens het initiali-
seren van het systeem.
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
A
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 572 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 581 of 718

5807-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voor auto's die in Wit-Rusland zijn verkocht
*: Alleen auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
worden geïnitialis eerd. Laat de identifi-
catiecodes van de bandenspannings-
sensoren en -zenders registreren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. ( →Blz. 582)
■Bij het vervangen van banden en velgen
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders
*
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren, -
zenders en ventieldopjes (auto's met
bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er
water in de bandenspanningssensoren
terechtkomen en kunnen ze vast gaan
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje.
Het dopje kan anders vast gaan zitten.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 580 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 582 of 718

581
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Bij het wisselen van wielen.
Als de band is gewisseld.
Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerd. ( →Blz. 582)
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( →Blz. 678)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspannings waarschuwings-
systeem.
3 Zet het contact AAN.
4 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel op het stuurwiel en selecteer
.
5 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en houd ver-
volgens ingedrukt.
6 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer TPWS en druk
vervolgens op .
7 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer “Set Pressure”
(stel bandenspanning in). Houd ver-
volgens ingedrukt.
De melding “Setting Tire Pressure Warning
System” (bandenspanningswaarschuwings-
systeem wordt ingesteld) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay en het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning knippert 3 keer.
Wanneer de melding verdwijnt, is de initiali-
satie voltooid.
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het repareren of
vervangen van de band de bandenspan-
ningssensor en -zender. ( →Blz. 572, 585)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 581 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 583 of 718

5827-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Wanneer initialiseren
Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud
zijn bij de initialisatie en bij het aanpassen
van de bandenspanning.
■De initialisatieprocedure
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de initialisatie weer te starten,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de initialisatie uitvoert
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer de initialisatie
opnieuw uit.
■Als de initialisatie van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem niet vol-
tooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in
enkele minuten. In de volgende gevallen wor-
den de instellingen echter niet opgeslagen en
zal het systeem niet goed werken. Laat, als
herhaalde pogingen de bandenspanning op
te slaan mislukken, de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Als de resetknop van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer knippe-
ren.
●Nadat er na de initialisatie gedurende een
bepaalde tijd gereden is, gaat het waar-
schuwingslampje branden nadat het gedu-
rende 1 minuut heeft geknipperd.
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Naast de set
identificatiecodes va n de sensoren van
het bandenspanningswaarschuwings-
systeem die al bij de auto is geregis-
treerd, kan een tweede set
identificatiecodes worden geregis-
treerd. Een tweede set identificatieco-
des van de sensoren van het
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem kan door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige worden gere-
gistreerd. Als er 2 sets identificatieco-
des zijn geregistreerd, kunnen beide
sets identificatiecodes worden geselec-
teerd.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet voordat de banden
op de voorgeschreven spanning zijn
gebracht. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
Registreren van
identificatiecodes (auto's
met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 582 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
Page 585 of 718

5847-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Let er bij het vervangen van velgen op
dat deze hetzelfde draagvermogen,
dezelfde diameter, velgbreedte en ET-
waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar
bij een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet te
gebruiken:
Velgen van verschillende maten of
types
Gebruikte velgen
Verbogen velgen die hersteld zijn
■Bij het vervangen van velgen (auto's
met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
De velgen van uw auto zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders voor
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem, dat in een vroegtijdig stadium waar-
schuwt als de bandenspanning te laag wordt.
Bij het vervangen van velgen moeten er ban-
denspanningssensoren en -zenders worden
geplaatst. ( →Blz. 572, 585)
Velgen
Als een velg verbuigingen of
scheuren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen
worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moei-
lijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
●Gebruik alleen de in deze handleiding
aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in een
slechtere controle over de auto.
●Gebruik nooit een binnenband bij een
poreuze velg die ontworpen is voor een
tubeless band. Als u dat wel doet, kan
dat leiden tot een ongeval waarbij ern-
stig letsel kan ontstaan.
■Plaatsen van wielmoeren
●Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. ( →Blz. 647) Als
de wielmoeren worden geplaatst met de
schuine kant van het wiel af, kan de velg
scheuren waardoor het wiel tijdens het
rijden kan losraken. Dit kan leiden tot
een ongeval, met ernstig letsel als
gevolg.
●Breng nooit olie of vet aan op de wiel-
bouten of -moeren. Door het gebruik
van olie of vet worden de wielmoeren
mogelijk te vast aangedraaid waardoor
de bouten of de velg beschadigd kun-
nen raken. Daarnaast kunnen de wiel-
moeren loslopen en de wielen losraken,
wat kan leiden tot een ongeval met ern-
stig letsel als gevolg. Verwijder olie of
vet van de wielbouten of wielmoeren.
■Gebruik van beschadigde velgen niet
toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde
velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden
lucht uit de band ontsnappen, waardoor
een ongeval zou kunnen ontstaan.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 584 Friday, August 7, 2020 1:15 PM