TOYOTA RAV4 HYBRID 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2020Pages: 642, PDF Size: 114.43 MB
Page 411 of 642

4104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in de rijrichting
van de auto een object w ordt gesignaleerd.
■Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laat ingetrapt
Parking Suppor t Brake-functie (voor stilstaande objecten)*
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaler en in de rij-
richting van de auto en het systeem oordeelt dat zich een aanri jding voor
kan doen doordat de auto plotseling naar voren beweegt doordat het gas-
pedaal per ongeluk wordt ingetrap t, wanneer de auto de verkeerde kant op
rijdt doordat de verkeerde schake lstand wordt geselecteerd of tijdens het
parkeren of het rijden met een lage snelheid, wer kt het systeem om de
gevolgen van een aanrijding met het gesignaleerde stilstaande object zo
veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van het in werki ng treden van de functie
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 410 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 412 of 642

411
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer het gaspedaal diep wordt ingetrapt
■Wanneer de auto de verkeerde kant op rijdt doordat de verkeerde
scha-
kelstand is geselecteerd
→Blz. 397
Soorten sensorenWAARSCHUWING
■Om ervoor te zorgen dat de Parking
Support Brake goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de sensoren in acht
( → Blz. 397). Het niet in acht nemen van
de voorschriften kan er toe leiden dat een
sensor niet goed werkt, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 411 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 413 of 642

4124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 126, 127)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een afstand van
2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
WAARSCHUWING
●Vervang een defecte sensor uitsluitend
door een originele sensor.
●Stel een sensor en zi jn omgeving niet
bloot aan krachtige schokken.
●Beschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor wordt blootgesteld aan een
krachtige schok, werkt het systeem
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen in
de wagenhoogte of de hellingshoek van
de auto ervoor kunnen zorgen dat de sen-
soren objecten niet juist signaleren, dat
het systeem niet werkt of dat het systeem
onnodig werkt.
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
Als de Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) onnodig in werking
treedt op een spoorwegovergang e.d.,
wordt de remregeling na ongeveer 2
seconden uitgeschakeld, zodat u verder
kunt rijden en de plek kunt verlaten. De
remregeling kan ook worden geannuleerd
door het rempedaal in te trappen. Wan-
neer u het gaspedaal intrapt nadat de rem-
regeling is geannuleerd, kunt u weer
verder rijden en de plek verlaten.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
■Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er
geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een rol-
lenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip, vracht-
wagen of ander transportmiddel wordt
geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of als
er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de
auto
●Als er uitrusting die een sensor kan hin-
deren, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip,
enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst
●Bij het wassen van de auto in een was-
straat
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 412 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 414 of 642

413
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybride- systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt v ast dat de aanrijding
voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de
auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de
auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor sti lstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( →Blz. 401) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) worden gesignaleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals de
volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
ultrasoongolven slecht weerkaatsen
●Objecten die niet loodrecht op de grond
staan, objecten die niet in een rechte hoek
ten opzichte van de rijrichting van de auto
staan en ongelijkmatige of golvende objec-
ten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken, tou-
wen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet werkt
Als de selectiehendel in stand N staat.
■Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota
Parking Assist-sensor i s ingeschakeld of niet
( → Blz. 398), de Parking Support Brake-func-
tie (voor stilstaande objecten) is ingeschakeld
( → Blz. 406) en de sensoren voor of achter
een object signaleren en de remregeling en
de begrenzingsregeling van het hybridesys-
teem worden uitgevoerd, klinkt de zoemer
van het Toyota Parking Assist Sensor-sys-
teem om de geschatte afstand tot het object
aan te geven.
■Omstandigheden waaronder de Parking
Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor s tilstaande objecten)
mogelijk zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is.
●Omgeving van de auto
• Wanneer op een smalle weg wordt gere- den
• Wanneer op een grindweg of in een omge- ving met hoog gras wordt gereden
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 413 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 415 of 642

4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Wanneer richting een spandoek of vlag, een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergan-
gen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt
gereden
• Als er een constructie aan de rand van de weg aanwezig is (zoals bij het rijden in een
smalle tunnel, over een smalle brug of op
een smalle weg)
• Bij fileparkeren
• Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdek- king (rooster) rijd t, zoals gebruikt boven
afvoergoten
• Bij het omhoog of omlaag rijden op een steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
• Bij transport op schepen of trucks
• In een wasstraat met een bewegende wasinstallatie
• In een parkeergarage met autolift of par- keerplaatsen met meerdere verdiepingen
• In een ondergrondse parkeergarage
• Bij constructies op de grond (verkeers- drempels, kattenogen, enz.)
• Bij hoogteverschillen
• Bij het rechtuitrijden of een bocht naar rechts
• Bij leidingen voor het smelten van sneeuw
• Bij apparaten voor het detecteren van voertuigen, zoals verkeerslichten, appara-
ten voor het signaleren van verkeersop-
stoppingen of apparaten voor het
signaleren van lege parkeerplekken op
parkeerterreinen
• Bij spoorlijnen
• Bij H-vormige stalen balken
• Als er aan beide zijden auto's staan of als er een auto aanwezig is die lijkt op deze
auto
●Weer
• Als een sensor is bedek t met bijvoorbeeld
ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
• Bij sterke wind
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd
door claxons, voertuigdetectiesystemen,
motorfietsmotoren, luchtremmen van
vrachtwagens, sonarsystemen van andere
auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in
de buurt van een van de sensoren is
geplaatst
●Wijzigingen in de stand van de auto ten
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
werkt deze functie mogelijk niet goed.
●Weer
• Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 414 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 416 of 642

415
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld
ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
• De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem oplossen.)
●Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een gesignaleerd obstakel een object bevindt
dat niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets, fiets of voetganger voor de auto langs
komt of plotseling van opzij opduikt.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt.
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd
door claxons, voertuigdetectiesystemen,
motorfietsmotoren, luchtremmen van
vrachtwagens, sonarsystemen van andere
auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in
de buurt van een van de sensoren is
geplaatst
●Veranderingen in de auto
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er uitrusting di e een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
• Als de wielophanging is g ewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
• Als er verf of een sticker op de sensor is aangebracht
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 415 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 417 of 642

4164-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aan gegeven wanneer in
de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of te laat
ingetrapt
→Blz. 391
Parking Suppor t Brake-functie (voor voer tuigen die
achterlangs rijden)*
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts o f links achter
nadert en het systeem bepaalt da t de kans op een aanrijding groot is, acti-
veert deze functie de remmen om d e kans op een aanrijding met de nade-
rende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werki ng treden van de functie
Soorten sensorenWAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat de Parking Sup-
port Brake (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de radarsensoren ach-
ter ( →Blz. 391) in acht. Het niet in acht
nemen van de voorschriften kan er toe lei-
den dat een sensor niet goed werkt, waar-
door een ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 416 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 418 of 642

417
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 126, 127)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Voertuigen die de auto van rechts of links achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding met een naderende auto
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybride- systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen die achterlangs
rijden)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschil t van dat van de RCTA
( → Blz. 394). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook
al signaleert de RCTA een auto en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Omstandigheden waaronder de Parking
Support Brake-functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden) een auto niet
signaleert
De Parking Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs r ijden) is niet ontwor-
pen om de volgende typen voertuigen en/of
objecten te signaleren.
●Voertuigen die van direct achter de auto
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
WAARSCHUWING
●Vervang een radarsensor achter uitslui-
tend door een originele sensor.
●Voorkom dat de radarsensoren achter
beschadigd raken en houd de radarsen-
soren en hun omgeving op de bumper
te allen tijde schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor achter wordt blootgesteld aan
een krachtige schok, werkt het systeem
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Neem de voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot het omgaan met de radar-
sensor achter in acht. ( →Blz. 391)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 417 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 419 of 642

4184-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling
accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk z elfs als er geen kans
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde auto,
die mogelijk elektrisc he golven richting de
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 418 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 420 of 642

419
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
signaleren de radarsensoren een object
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk
niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil
●Bij zware regenval of een andere oorzaak
waardoor er veel water op de auto terecht-
komt
●Wanneer een voertuig naast uw auto het
detectiegebied van een radarsensor blok-
keert
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
●Als een sticker of een elektronisch onder-
deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in
de buurt van een radarsensor is geplaatst
●Als de stand van een radarsensor is gewij-
zigd
●Wanneer meerdere auto's naderen met
slechts weinig ruimte tussen elke auto
●Als er een auto snel van achteren nadert
●Omstandigheden waaronder de radarsen-
sor een voertuig mogelijk niet signaleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links achter de auto nadert terw ijl u achteruitrij-
dend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht maakt • Bij het onder een kleine hoek achteruit uit-
rijden van een parkeerplaats
• Bij het achteruitrijden op een helling met een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Wanneer een voertuig een bocht maakt in het detectiegebied
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 419 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM